Proloog

Achter een bureau zat een man met lange grijze haren en een grijze baard. Hij droeg een hemelsblauw gewaad, achter halve brillenglazen waren blauwe ogen te zien. Hij keek naar buiten, vanuit zijn kantoor kon je de ingang van Zweinstein zien. Het was Albus Perkamentus die in dat kantoor zat. Net toen hij zijn blik wou afwenden van het raam, en zich weer wou richten op het papierwerk wat op zijn bureau lag, zag hij Hagrid in de richting van het kasteel lopen. Hij hield iets in zijn armen, maar vanaf hier kon Albus niet goed zien wat dat 'iets' was. Al snel hoorde hij een klopje op de deur van zijn kantoor.

"Kom binnen!" zei ik. "Hallo professor." Mompelde Hagrid terwijl hij het kantoor binnenliep. Hagrid liep naar de bank en legde daar iets neer. Het was een meisje! Een erg jong meisje. Ze kon niet ouder zijn dan 6 jaar. "Ik heb haar gevonden in het verboden bos, professor. Ze lag daar bewusteloos!" Zei Hagrid. Albus bekeek het meisje goed, haar gezicht en handen zaten onder de schrammen, haar kleren waren gescheurd. Ze had krullend zwart haar. Op dat moment deed ze haar ogen open en keek me aan. Grijze ogen zag ik. "Hagrid, kun jij Poppy even voor me halen?" vroeg ik. Hagrid knikte en liep mijn kantoor uit. " Zo, heb je honger meisje?" vroeg ik haar. Het meisje keek me angstig aan maar knikte. "Jilly!" voor mij verscheen er een wezen met puntige oren en grote ogen, mijn huiself. "Ja, meneer. Wat kan ik voor u doen meneer?" vroeg Jilly. " Ik wil dat je bord met eten en een glas pompoensap voor me haalt." Antwoordde ik. De huiself verdween met een luide plop naar de keukens. Ondertussen was Hagrid terug gekomen samen met Poppy. "Wil je haar even onderzoeken?" vroeg ik. Nadat Poppy het meisje had onderzocht, liep ze naar me toe. " Er is niks ernstigs met haar aan de hand, Albus" zie Poppy. " Dat is mooi, erg mooi.". Ik liep naar het meisje toen. Eerst leek ze bang te zijn, maar na een paar tellen veranderde de blik in haar ogen van bang naar vertrouwen. " Hallo, welkom op Zweinstein. Ik ben Albus Perkamentus. Kun je mij jouw naar vertellen?" vroeg ik haar. " I-ik heet May. May Charming."