Even melden:
-I DO NOT OWN HARRY POTTER, J.K.Rowling does.
-Dit verhaal speelt zich af op het tijdstip dat "Harry Potter en de halfbloedprins" zou moeten plaatsvinden.
-Van de halfbloedprins zal er geen sprake zijn… mijn eigen versie!
-Enkele wijzigingen: Lucius Malfidus zit NIET in Azkaban. De anderen wél.
Veel leesplezier… Cassandra
----------------------------------------------------------------------------------------------

"Lieve Velea, waarom laat je Raven niet naar mijn school komen om haar laatste jaar af te maken?"
"Perkamentus, ik heb het je al zoveel keer gezegd. Ik wist van in het begin toen Voldemort van het toneel verdween. Dat jouw school na een tijd zijn favoriete doelwit zou zijn."

Perkamentus glimlachte toen hij, haar de naam Voldemort hoorde uitspreken. Er waren niet veel tovenaars die zijn naam luidop durfden zeggen. De meeste die hij kende, huiverden bij het horen van die naam.

"Natuurlijk, zoiets is onvermijdelijk Velea. Maar zolang ik nog schoolhoofd ben, zijn al mijn leerlingen veilig. Ik, mijn collega's en anderen zullen dit jaar voor extra beveiliging zorgen."
Hij nam een korte adempauze en speelde met zijn baard.
"Uiteraard tijfel ik helemaal niet aan de lessen die jij je kleindochter geeft. Want ooit was jij één van de beste docenten die Zweinstein gehad heeft. Maar ik denk ècht dat het voor Raven beter zou zijn om haar schoolleven op Zweinstein af te maken."

Raven, die het hele gesprek had gehoord, stormde nu de huiskamer binnen.
"Ja! Alsjeblieft oma… ik zou zo graag naar Zweinstein willen gaan. Je weet hoe graag ik andere tovenaars van mijn leeftijd wil ontmoeten."

Perkamentus' ogen twinkelden.
Raven liep in een boog om haar grootmoeder heen toen die boos naar haar keek en omhelsde toen Perkamentus, zoals een dochter haar vader zou omhelzen.
"Fijn je te zien Raven"

Perkamentus had hier al veel geweest. Hij had nieuws gebracht over wat er op Zweinstein gebeurde, tips gegeven om Raven te onderwijzen zodat ze op het zelfde niveau als de anderen zat, en talloze pogingen om haar naar Zweinstein te laten gaan.

"Ga terug naar je kamer Raven" Gebood Velea. "Jij hoort niet deel te nemen aan dit gesprek"

Ontgoocheld keerde Raven terug naar haar kamer.
Velea zuchtte toen ze het verdrietige gezicht van Raven zag vooraleer ze naar boven ging.
Ze dacht na en keek uit het raam. Ze zuchtte… lang en diep alsof zou wou proberen om al haar zorgen weg te blazen. Nauwgezet, volgde Perkamentus haar bewegingen.

Even kwam de zon tevoorschijn en scheen op haar gerimpelde gelaat.
Jaren van verborgen ongeluk waren af te lezen op haar gezicht.
"Goed Perkamentus… ze mag gaan"
Perkamentus' ogen lichtten op.
"Maar ik laat haar alleen gaan… op voorwaarde dat jij er persoonlijk voor zorgt dat haar niets overkomt. Want ze is alles dat ik heb. Ik heb voor haar gezorgd vanaf mijn zoon… en mijn schoondochter gestorven zijn."
Het werd haar even teveel en ze kon niet langer haar tranen onderdrukken.

Perkamentus nam haar handen vast.
"Ik zal mijn best doen Velea."