Een engel voor heel even.

Hoe zou het zijn, om zo gemist te worden?
Bloemen, een preek en een mooie laatste gebaar,
Hoe zou het zijn, om de mensen die van je hebben gehouden?
Zo te zien, daar,

Een meisje kijkt naar beneden, auto's zo klein als mieren rijden voorbij. Hoofdjes van minimensen lopen druk krioelend door elkaar. Ze lijken allemaal te weten waar ze heen gaan, in tegenstelling tot haar. Ze is de weg kwijt, verdwaalt in het duister en niemand die haar kan helpen. Zo voelt het.
Alsof haar hoofd leeg is, de gedachten die normaal alleen maar in flarden door haar hoofd scheurde zijn verdwenen. Ze is leeg, gevoelloos, gewichtloos. Ze zou zweven, voor de laatste keer.
Dit keer niet door drugs, door muziek, door kleuren of door pijn. Maar alleen omdat het was wat zij wilde.
Voor de laatste keer.

Het roepen voor hulp is voor mij al te laat,
Hoe al het leven voor al deze mensen zijn benenden?
Als het zonder mij verdergaat,
Ik zal zijn als een verloren droom, een stukje dat je niet meer kan vastgrijpen,

De stad ver beneden haar lijkt haar dan eindelijk opgemerkt te hebben.
Alleen tien jaar te laat. Zwijgen deden ze altijd voor haar blauwe plekken en haar gillen. Blind en doof, altijd en altijd. Maar nu niet meer, ze zag teveel. Al die mensen, al haar pijn.
Kreten komen van beneden. 'God blijf staan, de politie komt zo,' maar ze hoort ze niet. Dit ik is zij degen die niet wil horen en zien.

Soms had ik dat wel gewild, iemand die me geholpen had,
Een reddende engel, een uitgestoken hand en weg uit dit zwarte levenloze gat,
Iemand die me echt zag, verder keek dan het slot rond mijn ogen en mond,
Ik heb geschreeuwd, gebeden en gesmeekt voor jou engel,
En nu ben ik het zelf,

Ze spreid haar armen als haar vleugels die haar een weg uit haar pijn zullen lijden. Even staan haar benen huiverig op de richel. Dan sluit ze haar ogen en lacht.
Voor heel even kan ze zweven, voor even is zij sterker dan de personen die haar zoveel hebben misdaan. Voor eens zijn die kale donkeren muren niet haar vijand, die haar kreten smoren.
Ja voor even, voor heel even kan ze een engel zijn puur en wit.

Zo eindigt een meisje,
Niemand kent echt haar naam, daarom heet ze maar 'het meisje van de flat',
Zo is ze ook in het nieuws gezet,
Als een niemand als onzichtbaar, niemand die haar een naam kon geven,
Maar voor haar was het genoeg,
En ze was engel, voor heel even.