Hier is het eerste hoofdstuk van een verhaal dat ik nu aan het schrijven ben, ik schrijf ook in het Engels maar dat staat op H P F F ( l e n e ) en ik wilde altijd al een verhaal in het Nederlands plaatsen, want dan is het ook makkelijker om te schrijven. En toen kwam ik hier en dat was geweldig.

Ik hoop dat jullie het een beetje leuk vinden, er gebeurt nu nog vrij weinig, maar ik had er eerst geen hoofdstukken in gemaakt. Als je het 3e hoofdstuk ook wilt lezen moet je maar even een reactie plaatsen.

Hoofdstuk 1

Niet te geloven! Was ze eindelijk hoofdmonitor, na al het harde werk, moest ze een leerlingenkamer delen met Malfidus! Boos gooide Hermelien de brief door haar kamer, dit zou niet alleen een zwaar jaar worden door de examens aan het eind van het jaar, maar nu moest ze ook nog eens een kamer delen met die onmogelijke Malfidus. Er werd zachtjes op de deur geklopt.

'Hermelien, lieverd? Ginny en Ron zijn er...kom je zo naar beneden?' Hermelien vergat spontaan haar woede en sprong van haar bed af. Ze griste nog snel de laatste dingetjes bij elkaar en smeet ze samen met de brief in haar hutkoffer, die ze met moeite dicht kreeg. Wat een mazzel dat ze al bijna negentien was, nu kon ze in ieder geval gewoon magie gebruiken. Toen ze naar beneden kwam zag ze in de gang Ginny en Ron al staan.

'Hoi, jullie zijn er eerder dan afgesproken!' Zei ze terwijl ze Ginny en Ron omhelsde.

'Sorry, hebben we je schema nu door de war gegooid? We willen ook wel over een paar uur terug komen.' Zei Ginny plagerig.

'Nu jullie er toch zijn kunnen jullie net zo goed blijven. Willen jullie iets drinken? Mijn moeder heeft net brownies gebakken.'

Hermelien keek om zich heen, ze zag even niets door de enorme stoomwolken die de trein uitblies, maar na een paar seconde was ze er aan gewend en liep ze snel met haar hutkoffer naar een van de voorste wagons van de trein. Met veel gesteun en gekreun trok ze haar hutkoffer de trein in, toen de koffer de trein in schoot viel ze naar achteren, maar voor ze viel, ving iemand haar op.

'Val je nu al voor me, Griffel?' Fijn, dacht ze, nog geen minuut in de trein en nu al opmerkingen van Malfidus, dit houd ik dus echt geen jaar uit. Snel ging Hermelien weer recht staan en trok ze haar hutkoffer achter zich aan waarbij ze hem op haar teen zette. Malfidus grinnikte, waardoor Hermelien een nog slechter humeur kreeg.

'Begin alsjeblieft niet nu al met je rotopmerkingen, we moeten nog een heel jaar met elkaar in één leerlingenkamer zitten.' Hermelien liep langs Malfidus de coupé voor hoofdmonitoren in. Hij had zijn koffer al in het bagagerek gelegd, Hermelien pakte haar toverstok uit haar zak, ze ging dus echt niet die koffer zelf in dat ding hijsen. Voordat Hermelien haar koffer kon betoveren had Malfidus hem al in het rek gehesen.

'Dank je,' mompelde Hermelien, uitslover. Ze ging bij het raam zitten terwijl de trein langzaam het perron uit reed. Malfidus ging tegenover elkaar zitten, en samen wachtte ze op de klassenoudste die zouden verzamelen bij hun coupé.
'Je hebt gelijk, we moeten een heel jaar met elkaar samen werken en wonen, dus kunnen we net zo goed normaal tegen elkaar doen, en trouwens jij, Wemel en Potter hebben wel mijn leven gered. Veel mensen schijnen te denken dat ik niet veranderd ben door de oorlog, maar ik ben wel veranderd. Ik heb meer lef gekregen, ik ben niet meer de lafaard die alles deed wat zijn vader hem influisterde. Ik denk voor mijzelf, en nu ik niet meer onder de invloed van mijn vader sta, kan ik eindelijk ook doen wat ik zelf wil. Ik ben geen dooddoener, en ik heb er ook nooit een willen zijn, en nu kan ik dat aan iedereen laten zien.' Hermelien realiseerde zich dat ze met open mond had zitten luisteren, ze wist niet waar dit vandaan kwam en wat dit had te betekenen, maar ze was verrast.

'Wow, ik moet eerlijk zijn dat ik dat niet van jou verwacht had, maar ik vraag me wel af hoe je dat aan iedereen wilt laten zien.'

'Dat weet ik niet...ik denk niet dat mensen mij nog serieus zullen nemen na alles wat mijn familie heeft aangericht. Maar ik kan niets anders dan een poging doen.' Hij zag eruit alsof hij het oprecht meende, Hermelien wist niet wat ze ervan moest denken, hoe kon je zeker weten of hij het meende, het was nog altijd Malfidus die dat alles tegen haar zei.

'Dus…ik moet je ook mijn excuus aanbieden voor alle keren dat ik je heb behandeld als oud vuil, als er iets is wat ik heb geleerd de afgelopen maanden is het wel dat je mensen niet kan beoordelen op hun bloedstatus of wat dan ook. Jij bent de slimste heks uit ons jaar, en alsnog behandelde ik je alsof je niets waard was, je had me moeten uitschelden en laten stikken in de kamer van de Hoge Nood maar dat deed je niet, je redde samen met Harry en Ron, wiens leven ik ook niet gemakkelijk heb gemaakt, mijn leven. Daar zal ik je eeuwig dankbaar voor zijn.' Hermelien dacht dat ze droomde, zei hij dit echt, was Draco Malfidus zijn excuus aan het aanbieden? Aan haar? Net op het moment dat Hermelien wilde antwoorden kwamen de klassenoudsten binnen, onder wie ook Ginny Wemel, zij zag Hermeliens gezicht en keek haar vragend aan. "Zo meteen" seinde ze. Draco begon de klassenoudsten te vertellen wat de bedoeling was tijdens de treinreis en hoe de dingen op Zweinstein waren verdeeld. Na zijn toespraak gingen de klassenoudsten allemaal weer weg met uitzondering van Ginny, die wilde nog steeds weten wat er met Hermelien was.

'Ga maar vast Ginny, we praten op school wel bij.' Gelukkig snapte Ginny de hint en verliet ze de coupé.

'Ik moet zeggen dat ik er een beetje van sta te kijken, na al die jaren getreiter en gemene opmerkingen van beide kanten, maak jij opeens je excuus. En ik weet ook niet of je het echt meent, hoewel ik je graag wil geloven, dus als je het echt meent dan aanvaard ik, natuurlijk, je excuus. En ik moet zelf trouwens ook mijn excuus aanbieden.' De rest van de reis praatte ze over hun vakanties en het komende jaar.

'Wát?'

'Hij bood mij zijn excuus aan…en ja ik denk wel dat hij het echt meende, hij keek heel berouwvol en het leek hem echt pijn te doen om over zijn vader te praten. Je weet toch dat hij zijn vader zelf aan het ministerie heeft uitgeleverd?'

'Ja, natuurlijk. Maar toch, het is zo niet Malfidus om zijn excuus aan te bieden, volgens mijn zitten er bedoelingen achter.'

'Ik weet dat je hem niet vertrouwt, maar ik weet ook dat jouw vermoedens het niet altijd bij het rechte eind hebben. Weet je nog met Sneep? Ik denk dat het ook zo met Malfidus is, al heeft hij geen onverbreekbare liefde voor iemand waardoor hij moet spioneren bij het slechte, maar heeft hij een vader die hem dwong om allerlei dingen te doen.' Harry en Ron keken allebei nog heel argwanend maar Hermelien zag ook dat ze stiekem wel wisten dat Hermelien gelijk had.

'Ik geloof wel dat hij echt veranderd kan zijn, was het niet zijn moeder die Harry niet verraadde aan Voldemort toen hij niet dood was? Ik denk niet dat hij alleen maar slecht kanten heeft. Iedereen heeft twee kanten, het is de kant die je kiest die belangrijk is. Ik geloof dat als je met volle overtuiging gelooft in het slechte je heel slecht bent, maar als eenzelfde persoon met dezelfde overtuiging gelooft in het goede is hij net zo goed als dat hij slecht was.' Harry en Ron keken niet begrijpend naar Ginny maar Hermelien knikte hevig.

'Precies, het zijn de keuzes die je maakt die tellen en niet de dingen die je doet.' Harry en Ron leken er met de minuut minder van te begrijpen.

'Oké, wacht even ik snap er helemaal geen snars meer van, is Malfidus nou goed of niet?' Ron keek Hermelien en Ginny aan terwijl zij tegelijk antwoordde.

'Goed.' Harry en Ron keken elkaar aan.

'Nou ja, ze zullen er wel een goede reden voor hebben.' Zei Harry terwijl hij aan de Griffoendor tafel in de Grote Zaal ging zitten. Terwijl ze op de eerstejaars wachtten probeerde Hermelien en Ginny het hele "goed-kwaad" verhaal nog eens aan Harry en Ron uit te leggen.

'Dus waar het op neerkomt, is dat Malfidus gemeen was omdat hij daarvoor koos, maar nu kiest hij ervoor om lief te zijn en is hij meteen lief?' Ron snapte het nog steeds niet, maar niemand nam het hem kwalijk aangezien hij niet zoveel te eten had gehad in de trein.

Een paar minuten later kwamen de eerstejaars achter Anderling de Grote Zaal binnen, iedereen luisterde aandachtig naar de sorteerhoed, wiens lied dit jaar ging over het gevecht dat ze hadden gestreden, de overwinning en zijn rol daarin. Een voor een riep Anderling de leerlingen naar voren en werden ze gesorteerd. De eerstejaars herinnerde Hermelien aan haar eerste jaar, toen ze zelf gesorteerd werd.

Ze was die dag zo nerveus geweest, ze wist bij welke afdeling ze wilde komen en bij welke echt niet. Ze had ook geweten dat de sorteerhoed keek naar de persoon, dus ook naar de interesses, naar dingen waar je van houdt en dingen die je haat. Dus wist ze automatisch ook dat ze eigenlijk wel bij Griffoendor moest komen, maar alsnog was het zenuwslopen geweest om het niet zeker te weten en het heft niet in eigen handen te hebben.

Professor Anderling was aangesteld als schoolhoofd aan het einde van de oorlog, dus hield zij ook de toespraak, ook die zat vol met informatie over de gestreden strijd. Dingen die ze daaruit konden leren en die ze mee moesten nemen in hun verdere leven. En daarna was het etenstijd, het was te merken dat veel mensen daarop hadden gewacht omdat de stemming meteen omsloeg van slaperig en hongerig, naar lacherig en feestelijk. Zo nu en dan keek Hermelien naar de tafel van Zwadderich om te zien dat Draco het eigenlijk helemaal niet zo naar zijn zin had, als hij dan ook even naar haar keek glimlachte ze bemoedigend om hem te laten weten dat ze achter hem stond.

De kamers van de hoofdmonitoren waren prachtig, er was een huiskamer met een kleine keuken, een haardvuur, een bank twee fauteuils en een grote tafel met acht stoelen eromheen om huiswerk aan te maken en aan te eten. Er waren twee gescheiden badkamers en een gedeelde met een stevig slot en een heel groot bubbelbad. Hermelien had haar eigen kamer, die was groot en licht met in het midden een reusachtig hemelbed, ook hier was een bureau. Hermelien kon alleen geen kast vinden, wat ze gek vond. Er grensde een kamer aan die van Hermelien. Toen ze de deur open maakte kon ze haar ogen niet geloven.

'O mijn God! O mijn God! O mijn God!' Hermelien had niet door dat ze dat heel hard had geroepen maar opeens kwam Draco binnen rennen.

'Alles goed hier? Ik hoorde je gillen, dus ik dacht ik kom eens even kijken.'

'Huh?' Hermelien draaide zich om en zag Draco staan.

'O sorry, ik had niet door dat ik aan het gillen was. Sorry hoor, maar ik heb gewoon nog nooit een inloopkast gehad. Ik had het niet verwacht, heb jij er ook een?' Draco moest lachen.

'Waarom lach je. Zo'n gekke vraag is het toch niet?'

'Nee, nee. Maar het is gewoon gek om te zien dat je zo blij wordt van een inloopkast.'

'Oh, jij dacht zeker dat je mij alleen blij kon maken met een boek of een hoog cijfer?'

'Om eerlijk te zijn wel. Maar ik neem aan dat ik dus fout zat. Waar kan ik jou dan wel mee verblijden?'

'Een inloopkast.'