Prefase

"Emmett! Nee!" Ik hoorde Alices stem door het huis gillen. Zonder twijfel had mijn geweldige man weer iets gedaan met haar kleren of haar modemagazines. Het volgende moment stond het onderwerp van mijn gedachten voor mijn neus. Emmett, niet de modeblaadjes. Mijn glimlach verbreedde bij het ruiken van zijn geur. Ondanks wat de meesten zouden denken, rook hij naar en vreemde mix van naaldbomen en kruidig ruikende planten.

Ik sloeg mijn ogen open en keek recht in Emmetts boze gezicht. Mijn glimlach verdween meteen. Iets in zijn ogen vertelde me dat hij niet boos was op Alice, maar op mij.
"Emmett?" fluisterde ik. Het leek wel een teken voor hem om zijn tirade te starten.
"Hoe kon je! Ik dacht dat ik goed genoeg was, maar nee hoor!" Verbaasd staarde ik hem aan terwijl hij verder bleef ratelen.
"Maar nu heb ik er genoeg van, als jij zonodig met Thomas moet gaan vrijen, ga je gang! Ik trek het me allemaal niet meer aan!" Ik kon er niet aan doen, ik schoot in de lach. David Thomas was een jongen van school, wie ik deze namiddag bijles moest gaan geven, maar omdat Emmett gaan jagen was, kon ik het hem niet vertellen.

Emmett dacht echter dat ik hem aan het uitlachen was en zijn gezicht verwrong zo mogelijk nog meer. Wat ik dan hoorde deed mijn lach meteen verdwijnen. Noch nooit had Emmett me pijn gedaan. Natuurlijk hadden wel eens ruzie en riepen we dan naar elkaar, maar nooit had hij mij echt pijn gedaan. Niet fysiek en niet emotioneel. En nu deed hij beide.

De hand op mijn wang deed geen pijn. Verre van, maar hij had mij geslagen! Als die wetenschap me nog geen pijn zou doen, zorgden zijn woorden daar wel voor. Hij had me vroeger al bitch en ijskoningin genoemd, maar nooit, nooit had hij mij beschuldigd van het feit dat ik hem geen kinderen kon geven. Het was alsof hij helemaal niet meer kon stoppen. Alle dingen die ik in mijn hele bestaan misdaan had en waar hij nog nooit iets over gezegd had, stroomden nu uit zijn mond. Van het feit dat ik hem in een vampier veranderd had tot het feit dat ik vorige week zijn jeep vernield had – per ongeluk. Ik stond aan de grond genageld. Vaag hoorde ik Alice iets roepen tegen Esme – de enige andere vampier in huis - en ik durfde te wedden dat ik ze in mijn ooghoeken uit het huis zag rennen. Maar ik had enkel aandacht voor Emmett. Langzaam nam ik hem in me op.

Zijn vele spieren, waar ik vroeger zo dol op was, leken nu belachelijk en lachwekkend. Zijn onschuld verdween plotsklaps als sneeuw voor de zon. Dit was niet de man die ik ooit gered had van een beer. Dit was niet de man waar ik van hield. Hij was een demon, een duivel. Een man die me verraadde had. De enige man aan wie ik ooit al mijn geheimen verteld had. Hell, het enige schepsel waarvan ik onmiddellijk gehouden had! En juist deze man verraadde me...

Ik kon veel aan. Ik kon de bitches op school aan die jaloers waren op mijn schoonheid. Ik kon alle mannen aan die voor dezelfde schoonheid vielen. Ik kon Edward en nu zelfs Bella aan. En soms, soms dacht ik dat ik het feit aankon dat ik een vampier was en geen kinderen kon krijgen. Maar het enige dat ik niet aankon... Dat was dit.