Hoofdstuk1: goedemorgen slaapkop
Nadat Harry de torenkamer had bereikt riep hij "Knijster."
De elf verscheen met een luide knal en vroeg. 'Waarom heeft u mij geroepen meester Harry?'
'Ik zou graag een paar broodjes willen Knijster. En daarna, zou je ervoor kunnen zorgen dat ik niet gestoord wil worden.'
'Uw wens is mijn bevel meester Harry,' zei Knijster voordat de elf verdween.
Na een paar minuten kwam de elf terug met een schaal vol broodjes. Harry at een aantal broodjes en trok daarna zijn smerige met bloed en modder besmeurde kleren uit. Vervolgens ging hij op bed liggen. Het voelde fijn om weer eens in een vertrouwd bed te liggen dacht hij en legde routineus zijn bril op het nachtkastje. Daarna dacht hij nergens meer aan en viel in een diepe genezende slaap.
De volgende keer dat Harry wakker werd hoorde hij het vertrouwde geluid van het snurken van zijn kamergenoten. Langzaam deed hij zijn ogen open en keek om zich heen. Het eerste wat hem opviel dat er maar drie bedden bezet waren. Het bed van Ron was leeg. En toch leek het geluid dat hij hoorde zo bekent. Hij keek nog eens om hem heen. Ginny bleek op zijn voeteneind in slaap gevallen te zijn en vreemd genoeg klonk haar slaperige adem precies hetzelfde als die van Ron. Harry merkte dat hij weer honger had en helaas was het dienblad met broodjes verdwenen. "Knijster" riep Harry dit keer deed de elf de deur open en kwam binnenlopen met een dienblad vol verse broodjes.
'Knijster dacht dat meester wel weer honger zou hebben als hij wakker werd.'
'Dank je Knijster dat had ik inderdaad.'
'En knijster wat is er vandaag allemaal gebeurt?' De elf stond op het punt om te vertrekken draaide zich om, om de vraag te beantwoordden. 'Meester Ron zijn familie vroegen waar u was meester. Meester Ron en Meesteres Hermelien zijn gaan slapen in een vrij bed. De rest van de mensen is gaan helpen met het herstellen van het kasteel. En de elfen zorgen voor de mensen Meester.'
'En wie zorgt er voor de huiselfen? ik neem aan dat er bij jullie ook genoeg gewonden zijn?'
'Meesteres Poppy meester, zij zorgt voor alle gewonden ze heeft hulp nu. En ligt te slapen.'
'Dank je Knijster, ga nu slapen. En laat eventuele wonden genezen. ik denk dat ik de rest van de nacht jouw hulp niet meer nodig heb.' Zei Harry.
'Dank u meester.' was het enige wat Knijster zei voor hij buigend de kamer verliet.
Harry begon aan zijn schaal met broodjes terwijl hij keek hoe Ginny lag te slapen. Hij vroeg zich af waarom zij daar lag. Ze zou toch niet in slaap gevallen zijn terwijl ze wachtte tot hij wakker werd. Nadat hij de schaal leeggegeten had stond hij op en liep naar het voeteneind. Hij keek nog even naar hoe vredig zij lag te slapen. Voor hij haar oppakte en naar Rons bed bracht. Voorzichtig legde hij haar erin. Daarna dekte hij haar voorzichtig toe met het dekbed. Hij ging op het voeten bed zitten en keek naar Ginny zich nogmaals afvragend waarom zij op zijn voeteneinde in slaap was gevallen. Hij besloot dat hij wilde gaan douchen voor hij weer terug ging in bed. Hij liep naar de badkamer en draaide de kraan open. Er kwam geen water uit wat er wel uitkwam. Een spook. Het enige spook dat hij wist dat door de pijpleidingen spookte was niet het spook waar hij graag mee uithing Jammerende Jenny. 'Hallo Jenny hoe gaat het ermee.'
'goed. Waarom kwam je mij niet opzoeken? Die andere 2 deden dat wel.'
'Eh ik had andere dingen te doen. En Jenny ik dacht dat jij niet bij de douches kwam kijken?' Zei Harry lichtelijk gepikeerd.
'Oh ik ga alweer, ik weet wanneer ik niet gewenst ben zei ze op hoge toon terwijl ze snel wegzweefde.'
Na de douche ging Harry weer bij Ginny kijken. Hoopvol en vol liefde hopend dat zij hem terug wilde hebben. Waarom zou ze anders op mijn voeteneinde liggen vroeg hij zich af. Eigenlijk wilde hij wachten tot ze wakker werd, maar gezien het nacht was en zij een zware dag had zou het nog wel even duren voor zij wakker zou worden. Voorzichtig streelde hij nog even langs haar gezicht. Daar op haar wang voelde een stukje huid wel heel vreemd aan. Hij keek nog eens goed. En wat hij zag schokte hem. Want een ding wist hij wel zeker voor hij wegging had daar geen litteken gezeten. Hij vroeg zich af hoe die daar gekomen was. Ik zal het haar vragen als ik haar morgen spreek. Bedacht hij zich voor hij zich weer terugtrok in zijn eigen bed. Toen hij in bed lag dacht hij terug aan wat er allemaal gebeurt was de laatste dagen. Sinds hij uit de schelp was vertrokken. Ze hadden in Goudgrijp ingebroken. Hadden de beker gevonden. Waren op de rug van een draak ontsnapt. Zijn naar Zweinsveld verschijnseld. De eigenaar van de Zweinskop was de broer van Perkamentus. Daarvandaan zijn we rechtstreeks naar de kamer van de Hoge Nood gegaan. En toen de Ravenklauw toren, en de Geheime Kamer. En toen de gevechten. Het duivelsvuur. Sneep. De doden. Het bos. En toen het laatste gevecht met Voldemort. Hij was echt weg. En hij had ervoor gezorgd. Maar nu hij dat litteken op Ginny's huid had gevoelt begon hij zich af te vragen wat er hier in Zweinstein allemaal had afgespeeld terwijl hij zocht naar de gruzielementen. Zou ze hem vergeven? Hij hoopte van wel. Langzaamaan terwijl al die gedachte door zijn hoofd tolde viel hij in slaap.
'Goedemorgen slaapkop,' hoorde Harry de volgende morgen. Hij deed zijn ogen open en pakte zijn bril. Hij zag dat mevrouw Wemel Ginny aan het wakker schudde was.
'Laat me slapen,' mompelde Ginny met een nogal slaperige stem.
'Hoe laat ben je naar bed gegaan? En waarom ben je niet naar je eigen slaapzaal gegaan?' De stem van mevrouw Wemel werd langzaamaan steeds luider en geïrriteerder.
'Het laatste wat ik weet is dat ik op het voeteneinde van Harry's bed zat te wachten tot hij wakker werd. Ik heb geen flauw idee hoe ik in dit bed terecht ben gekomen.' Zei Ginny die nu wel wakker was geworden. Ze stond op keek naar Harry en zag dat hij wakker was geworden. 'Tot later Harry. Ik ga kijken of er in mijn slaapzaal nog schone kleren heb liggen.' En ze verdween door de deur.
Mevrouw Wemel die nu net als haar dochter had gezien dat Harry ook wakker was liep op hem af. 'Oh Harry,' zei ze en gaf hem een van haar bekende adembenemende knuffels.
Harry dacht aan Fred. Hij voelde zich schuldig dat dankzij hem Fred er niet meer was. Als hij nou iets beter had opgelet had hij hem misschien wel kunnen redden. Toen mevrouw Wemel hem eindelijk losliet was het eerste dat hij zei, 'sorry.' Terwijl hij verdrietig naar beneden staren.
'Het is jouw schuld niet, Harry, schat. Hij was de schuldige. Hij begon deze oorlog en hij was degene die dit eeuwenoude fort aanviel. Wij verdedigde wat voor ons belangrijk was en hadden alles daarvoor over. Hij heeft zijn leven gegeven zodat wij gelukkig, vrij en vooral vrolijk verder konden leven.' Zei mevrouw Wemel met een verdrietige blik in haar ogen.
De waarheid keek Harry plotseling met de erg verdrietige ogen van mevrouw Wemel aan. Uiteindelijk besloot Harry maar van onderwerp te wisselen door te vragen. 'Heeft iemand wat schone kleren voor mij die ik aan kan trekken?'
'Oh ja dat was de reden dat ik hier boven kwam. Ik had schone kleren voor jou en Ron gehaald en wou ze naar je slaapzaal brengen.' Zei mevrouw Wemel en gaf hem een van zijn oude Wemel truien en een broek. 'Nou zal ik Ron maar eens gaan zoeken,' zei ze voor ze de slaapzaal verliet.
Harry kleedde zich aan en besloot maar eens naar de grote zaal te gaan om te kijken of er al ontbijt was. Zodra hij de leerlingenkamer binnenkwam werd hij gelijk weer door alle (oud)Griffoendors aangeklampt om hem te bedanken, te steunen, en soms ook getroost worden door hem. Hij grimaste en wist nu weer waarom hij niet eerder de slaapzaal verlaten had. Hij werd door de menigte langzaam richting de grote zaal geleid. Daarbinnen stond inderdaad het ontbijt al klaar. Hij zag dat hij niet de enige was die niet met rust werd gelaten. Marcel Ron en Hermelien werden ook door allerlei mensen lastig gevallen. Die laatste twee stonden als vanouds weer te ruziën.
Hij liep op zijn vrienden af en vroeg, 'wat is nu weer de discussie?'
'Zij daar vond dat we jou moesten laten slapen. Terwijl ik dacht dat jij liever wat ontbijt wilde hebben.' Zei Ron op een geïrriteerde toon.
'Dat is niet waar,' zei Hermelien. 'Ik dacht dat jij je rust nodig had na de afgelopen dagen, Harry.' Zei Hermelien op haar bijna schoolmeesterachtige toon.
Harry keek naar zijn twee vrienden. 'Waarom staan jullie twee nog te ruziën als ik hier wakker naast jullie staat, zullen we gewoon gaan ontbijten. Ik dacht na die kus van laatst dat jullie daarmee wel zouden zijn opgehouden met ruziën.' Vervolgens ging hij op de eerste beste plek zitten die vrij was. Even Later vroegen Ron en Hermelien aan Harry's nieuwste fans die naast hem zaten of ze naast hun beste vriend konden zitten. De twee meisjes wisten niet hoe snel ze zich een andere plaats konden vinden.
'Sorry van daarstraks,' zei Ron. 'Die ruzie was inderdaad een nogal overbodig.'
'Trouwens we kwamen net Romeo tegen hij zei dat hij met ons drieën wilde praten net als Professor Anderling trouwens,' vertelde Hermelien.
Gedrieën aten ze in relatieve rust hun ontbijt verder op. Dat veel mensen met hun wilde praten zorgde voor Rons opmerking. 'Wat zouden mensen doen als we een bordje met ons nek zouden dragen met niet storen'
Harry zei dat, 'iedereen dan waarschijnlijk zou vragen naar de bordjes en we dan alsnog geen rust krijgen.'
'Hopelijk duurt deze hype niet zo lang,' zei Hermelien met een blik die zei dat ze dat zelf zeer betwijfelde.
Na het ontbijt gingen ze op zoek naar Romeo en Professor Anderling. Harry pakte het buideltje dat hij nog steeds om zijn nek had zitten en pakte daar de sluipwegwijzer uit. Hij opende de map en keek erop. Hij zag dat Professor Anderling en Romeo Wolkenveldt zich in het kantoor van het schoolhoofd bevonden. 'Kom op deze kant op,' zei Harry. Terwijl hij richting het bewuste kantoor liep. Bij de waterspuwer bleef Harry even staan. 'Mag ik professor Anderling spreken? Ik begreep dat ze om mij gevraagd had.' Zei Harry.
Hermelien kwam achter hem aan en zei 'Potter.' Waarna de waterspuwer zich pas opende. Terwijl ze de trap naar boven liepen vertelde Hermelien. 'Toen ze naar jou vroeg gaf ze mij het wachtwoord maar gezien ze overal kon zijn was de map veel handiger om te zoeken.' Bovenaan bij de deur klopte Hermelien op de deur. 'U had ons geroepen Professor?'
De deur ging open. 'Ja dat had ik inderdaad juffrouw Griffel, kom maar binnen.'
'Waarom wilde u ons spreken professor,' vroeg Harry?
'Nou ik en mijn goede vriend Romeo hier wilde graag een paar dingen van jullie weten. Ten eerste wat willen jullie in de toekomst doen? Als redders van de magische wereld ligt die bijna letterlijk aan jullie voeten.'
'Nou ik zou graag mijn studie hier afmaken,' zei Hermelien met een zekerheid die bij haar zeldzaam was geweest afgelopen jaar.
'En jij Harry, Ron? Ik begreep dat jullie schouwers wilde worden,' zei Professor Anderling.
'Ik denk gezien jullie verleden jullie waarschijnlijk wel zonder jullie P.U.I.S. door het aanmeldingsproces kan krijgen.' Was de reactie van Romeo.
'Je weet professor hoe ik het haat als ik voorgetrokken wordt alleen om wie ik ben. Daarom zou ik graag mijn P.U.I.S. willen doen als het mag Professor.'
'Harry,' zei Ron. 'Ik zou graag samen met jou aan de opleiding beginnen. Ik zou het vreselijk vinden om het alleen te moeten doen.'
'En niet om dat je dan niemand hebt om jouw te helpen met je studie meneer Wemel,' zei Professor Anderling met een opgetrokken wenkbrauw.
'Nou ja een goede vriend om samen mee te studeren zou wel prettig zijn ja,' zei Ron enigszins beschamend.
'En wat is uw keuze meneer Wemel. Gelijk naar de schouwersopleiding of eerst uw studie afmaken samen met uw vrienden?' Vroeg Professor Anderling.
'Ik denk dat ik toch maar mijn school afmaak,' zei Ron twijfelend.
'Hmm, was te verwachten. Jammer genoeg we konden beiden Jullie hulp bij het opruimen van de dooddoeners wel gebruiken.' Zei Romeo.
'Nou nu verder, Ik denk dat jullie met een aantal mensen moeten gaan praten over wat de er allemaal gebeurt is. Ik denk niet dat wij de enige zijn die zich willen weten wat er gebeurt is. En dan hebben we natuurlijk ook nog de kobolden. Die zijn nou niet echt blij met jullie. Ondanks dat jullie hun en iedereen van Voldemort verlost hebben.'
'Oke, Wanneer kunnen we een afspraak maken met de kobolden? En kan je vragen of Bill er bij wil zijn. Al vermoed ik dat hij eerst met ons wil spreken over wat wij precies hebben gedaan.'
'De kobolden zijn pas weer vanaf maandag beschikbaar,' zei Romeo. 'Ik denk dat ik voor die tijd wel een gesprek met Bill kan regelen.'
Ondertussen keken de jongeren elkaar aan met verbaasde bikken. Ron vroeg heel zachtjes achter Harry's rug aan Hermelien. 'Wanneer is het maandag?'
'Overmorgen,' fluisterde ze terug.
'Nou en hoe wil jij je verhaal vertellen, Harry?' Vroeg Romeo.
'Het liefst niet,' zei Harry voorzichtig.
'Ik geloof dat meneer Potter hier iets te vaak zwart is gemaakt door de pers,' zei Professor Anderling. 'Mijn voorstel is om een grote persconferentie te houden met ALLE journalisten die de magische wereld rijk is. Misschien kan Hij dan inzien dat niet alle journalisten zo erge roddeltantes zijn als Rita Pulpers. De grote boosdoener van Harry's afkeer van de pers als ik het goed bijgehouden heb.'
'Ja, dat kun je wel zeggen. Hoewel Hermelien weet hoe zij illegaal mensen afluistert, sindsdien is zij een stuk vriendelijker in haar schrijven.' Zei Harry.
'Oh mogen wij dat ook weten mocht zij ooit besluiten ons zwart te maken.' Vroeg Romeo. Duidelijk ook voor Professor Anderling sprekend.
'Laten we het zo zeggen. Mijn vader en zijn vrienden zijn niet de enige illegale faunaten die ik ken.' Zei Harry grinnikend.
'Je chebt een tor in je chaar, cherm-o-line.' Deed Ron Kruml na.(blz. 379 Harry potter de vuurbeker)
'Een Tor?' Vroeg Professor Anderling.
'Ja, met een brilletje om haar ogen.' Zei Hermelien zichtbaar trots op dat zij iets ontdekt had dat anderen niet gezien hadden.
'Dat klinkt inderdaad als een nuttig weetje om achter de hand te hebben.' Gaf Romeo toe.
'En wat wil je nu met de pers doen?' Vroeg Romeo.
'Ik vind het voorstel van professor Anderling wel een goede. Er is alleen 1 journalist die ik niet wil uitnodigen. Rita natuurlijk. Professor zou die conferentie hier in de grote zaal gehouden mogen worden?' Vroeg Harry.
'Ik denk dat dat wel geregeld kan worden. Zolang het maar niet onder etenstijd is. Ik denk dat de mensen die het kasteel helpen herstellen wel een rustige maaltijd hebben verdient.'
'Ja dat zeker. Is er nog een manier waarop ik kan helpen?' Vroeg Harry?
'Daar moet ik nog even over nadenken.' Zei Professor Anderling.
'Ron, Harry, Ik geloof dat jullie je verschijnselexamen nog moesten maken. Na een bijna een jaar op de vlucht heb je denk ik dat jullie wel genoeg oefening hebben gehad om deze met gemak te doorstaan. Maar voor de formaliteit wanneer kan ik deze week jullie examens plannen?' Vroeg Romeo.
Harry en Ron keken elkaar aan en zeiden tegelijkertijd. 'Zo snel mogelijk.'
'Wat denken jullie van maandagmorgen 9 uur.'
'Kan het niet vandaag of morgen?' Vroeg Harry voorzichtig.
'Ik zal kijken wat ik kan doen. Maar beloof niks. Ik stuur wel een uil.' Zei Romeo.
'Oh, ja ehm weet iemand hoe het eigenlijk met de Duffelingen gaat?' Vroeg Harry
'Ik wou daar vanmiddag toch nog langs. Misschien kunnen we samen gaan. Ik zie je bij de lunch, Harry.' Zei Romeo waarna hij vertrok.
'Professor heeft u nog iets? Of kunnen we gaan?'
'Ja kun je aan alle studenten laten weten dat ik ze persoonlijk een uil stuur over alle mogelijke toekomstoptie 's betreffende hun studie. Hopelijk willen er genoeg terugkomen.' Zei ze voor ze hun wegstuurde.
