LOVE
WILL NEVER DIE
HOOFDSTUK I THE BIGINNING
Op de
grote zandvlaktes van Egypte liepen allemaal mensen. Tieners om
precies te zijn. Ze waren er allemaal om 1 reden: Slaven. Een meisje
genaamd Ahida viel op de grond en voelde bijna gelijk een zweepslag
op haar rug komen. "Oempf!" Ze probeerde weer overeind te
krabbelen maar voelde gelijk weer een zweepslag." Ik wil je horen
gillen, SLAAF!!!" De man bleef slaan en opeens hoorde hij iemand
schreeuwen:"Blijf met je poten van haar af klootzak!" De jongen
kreeg meteen ook een slag. "AHHH!!!" Ahida keek op."Yugi...
YUGI!" Ze sprong op en zag 3 mannen 1 van haar beste vrienden in
elkaar slaan. De rest was onsnapt van de soldaten (behalve Ishtar en
Ryou) en waren nu ook dakloos, want hun hele dorp was afgebrand.
Ahida zei zacht."Laat Yugi met rust..." Iedereen om hun heen werd
doodstil. Een van de mannen draaide zich om en grijnsde. "Wil je
soms problemen, lekker ding!" En daarmee ging hij de fout in. Ahida
werd woedend. "Niemand, maar dan ook NIEMAND noemt mij een lekker
ding! Yugi, kom eens..." Yugi trok zich los en rende naar Ahida
toe. "Wat is er Ahida?" "Yugi. Ik wil dat jij tussen de
anderen gaat staan." "Maar... jij dan?" "Met mij komt het
goed ga nu maar!" Yugi knikte en verdween tussen de nog steeds
stille menigte. Hij liep recht op Ishtar en Ryou af die nogal
achteraan stonden en dus niks van het alles hadden gezien, maar wel
al het geschreeuw hadden gehoord. Ryou zag Yugi al aan komen en rende
op hem af. "Yugi... Wat is er met je gebeurt en waar is..." Hij
hield op toen hij klappen hoorde. Ishtar liep ook naar Yugi. "Is ze
aan het vechten?" Yugi knikte en Ishtar en Ryou grijnsden. "Die
bewakers kunnen het schudden. Ahida en Jounouchi hebben les gehad van
een echte kolonel en die was, hoe zeg ik dat, nogal goed en die
bewakers zijn een beetje zwak. Hahahaha!" Ishtar lag in een deuk.
Ondertussen waren bijna alle bewakers naar Ahida gegaan om haar even
duidelijk te maken dat ze niet tegen 20 bewakers op kan. Ahida
grijnsde en haalde de eerste neer. Toen sprong ze op 2 handen in een
handstand en trapte steeds 2 mannen in hun buik en ging zo door tot
ze ze allemaal gehad had. Ze haalde alle mannen weer neer nadat ze
waren opgestaan. "Ik dacht dat jullie slimmer waren. Foutje dus.
Hahaha!!!" Ze draaide zich om. 1 van de mannen probeerde haar van
achteren te grijpen, maar Ahida stootte net haar elleboog naar
achteren recht in de maag van haar aanvaller. De man klapte gelijk
dubbel. Ishtar kwam aanrennen." Oke dan! Goed man!" "Ik ben
een vrouw!" "Ook goed jongen," Ahida schraapte haar keel. "Uhm
meisje?" Ahida lachte. Maar ze hoorden weer zweepslgen in de lucht.
"Ik denk dat weer moeten lopen." Ryou en Yugi zuchtten. Het was
ook wel zwaar voor hun. Ze waren 2 van de kleinste tieners die hier
rondliepen. "Kom op jullie 2. Het komt wel goed!" zei Ahida.
Ishtar keek op. "Ja tuurlijk behalve als je een slaaf van de Farao
of zijn Hoge Priester word!" Ryou en Yugi keken bang. "Nou
bedankt Ishtar!" "Geen dank hoor Ahida." Ahida draaide met
haar ogen. Ze werden in rijen opgesteld en er werd gezegt dat ze hun
hoofd moesten buigen en gebogen moesten houden tot er werd gezegt dat
ze hun hoofd mochten optillen.
In het paleis zat Farao Yami
te wachten op zijn Hoge Priester. Hij zat een beetje te luieren toen
hij opeens een klop hoorde. "Binnen!" Zijn Hoge Priester kwam de
kamer binnen. "De slaven zijn aangekomen, Farao." Yami grijnsde.
"Oke, ik kom er zo aan."
/Ha, eindelijk. De slaven/
dacht hij en hij stond op en liep naar buiten.
Ahida,
Yugi, Ryou en Ishtar stonden doodstil met hun hoofd gebogen. Opeens
hoorden ze de stem van Seth (Yami's Hoge Priester) praten:
"Iedereen buigen voor de Farao!" Ze gingen op hun knieen. Behalve
Ahida. Zij bleef staan. Ze kreeg een klap op haar rug, maar hij was
niet zo hard. De bewakers waren nog niet vergeten hoe ze hun had
afgeranseld. Seth keek haar met verbazing aan. Net zoals Yami. Seth
sprak: "Waarom buig jij niet voor de Farao?" Ahida keek op. "Ik
weiger voor een man te buigen die mijn ouders vermoord heeft!"
Ishtar keek naar Ahida en stond toen ook op. "Ishtar blijf
alsjeblieft zitten." Ahida smeekte bijna. "Ishtar, alsjeblieft.
Ga zitten! Ik doe mezelf wat aan als jou wat overkomt!" Ishtar
negeerde haar en bleef gewoon staan. Een bodyguard van Yami schrok
zich bijna dood. "Dit kan niet!" Yami keek naar hem. "Wat is er
Malik?" "Moet je naar die jongen kijken, die jongen die net is
opgestaan." Yami keek. "Jeetje! Hij lijkt op jou Malik!" Ishtar
voelde dat iemand naar hem keek en hij keek naar Malik. Ishtar hapte
naar adem. Hij stompte Ahida nogal hard in haar zij. "AUW!!! GEK!"
"Gomen nasai..." "Nou ja het doet ook weer niet zo'n pijn,
Ishtar. Je hoeft geen sorry te zeggen!" Ishtar keek toch een beetje
bezorgt en hij tilde een stukje van haar shirt op en hij had gelijk
een knal te pakken. "Blijf van me af Ishtar!" "Ik probeerde
alleen te kijken of er geen blauwe plek zak hoor!" Ze merkten
nauwelijks dat eigenlijk iedereen naar hun zat te kijken. "Waarom
stompte je me eigenlijk?" "Moet je naar die vent kijken die naast
de Farao staat!" Ahida keek en keek recht in een paar ijsblauwe
ogen. De rillingen liepen over haar rug. "Getsie! Die blauwe ogen!"
Ishtar keek haar raar aan en zei: "Nee, niet die maar die ene met
dat zandkleurige haar!" Ahida keek naar Malik en keek toen naar
Ishtar en toen gelijk weer naar Malik. "Man Ishtar die vent lijkt
op jou!" "Echt waar Ahida? Meen je dat nou?!" Ishtar begon te
giechelen en kreeg gelijk een knal. "Mond dicht jij!!!" Ishtar
boog gelijk zijn hoofd en hield zijn mond. Yami keek een beetje
vreemd en had het gevoel dat hij moest lachen. Hij keek naar het
clubje rond Ahida en Ishtar en zag Yugi. Yami tikte op Seth's
schouder en zei:" Die jongen met dat haar net zoals mij. Die wil
ik!" Seth keek naar Yugi en knikte. Seth liep naar een van de
bewakers en fluisterde iets in zijn oor, de bewaker knikte en liep
naar Yugi. Hij greep Yugi en trok hem naar voren. "Bedoeld u deze
Farao?!" Yami knikte. Yugi keek op en begon tegen te stribbelen. "
Nee! Ik wil niet! NEE!!!" Ahida keek naar Yugi en voelde zich
alweer kwaad worden.
/Hoe durft hij! Die Farao heeft wel lef
zeg!
Ryou stond nu ook op en huilde geluidloze tranen. Hij
draaide
zich naar Ahida en die sloeg beschermend haar armen om
hem heen. "Shus maar Ryou het komt het wel goed. Shus, shus, shus."
Een andere bodyguard van Yami keek naar Ryou. Hij schrok
nogal. "Jeezus! Malik? Ik heb een beetje hetzelfde als jou!" "Hoe
bedoel je Bakura?" "Nou, Die jongen die nu zo staat te huilen
die lijkt op mij en... en wat doet dat meisje nou weer dan?" Ze
keken naar Ahida. Ze had Ryou naar Ishtar verhuisd en liep nu op Yami
af. "U...U bent een goorlap en alles wat beledigend is. U blijft
met uw gore poten van Yugi af. Hoort u me? U blijft van hem af!!!"
Ze werd van achteren weer aangevallen en ze sloeg degene zonder om te
kijken neer. Bakura wreef over zijn neus. "Dat meisje kan hard
slaan zeg!" Malik probeerde ook om haar tegen te houden, maar
zonder succes: Na 1 minuut had hij een blauw oog en een bloedneus.
"Jep Bakura, je hebt gelijk. Ze kan meppen!" Ahida liep steeds
dichter naar Yami. Yami keek haar verbaast aan. Ze had net zijn 2
beste bodyguards neergeslagen. Ahida werd echt woedend. "Als u Yugi
ook maar 1 vinger krenkt krijgt u met mij te maken!!!" "Ahida!
Laat hem me niet meenemen!!! AHIDA!!!" Yugi moest echt heel hard
huilen en Ahida werd zachter toen hij zich los had weten te trekken
en hij haar heel stevig vasthield. Yami keek verbaast toe.
/Net
was het nog zo'n hard meisje en nu is ze zo lief en zachtaardig.
Maar ze moet zich er maar overzetten want Yugi is nu van mij!
Muawhahahahaha/
Ahida keek toe terwijl Yugi haar hele t-shirt
onder huilde. "Yugi. Als De Farao je pijn doet of iets doet wat jij
niet leuk vind moet je het zeggen! Afgesproken?" Yugi knikte. Hij
schreeuwde toen De Farao hem ruw vastpakte en hem meenam. Ahida werd
gelijk weer hard. "Ik had u gewaarschuwd!" En ze wou op Yami
afrennen toen ze opeens van achteren werd vastgepakt. Yami liep snel
met Yugi weg. "Bedankt Seth. Ik sta bij je in het krijt!" "Ja
ja ja Toe nou maar en je vind het hopelijk niet erg als ik zelf ook
een slaaf neem?" "Nee hoor. Toe maar!" Seth keek naar de slaven
en toen naar Ahida. Hij grijnsde. "Jij bent van mij!" Ahida keek
hem goor aan. "Ik ben van niemand, dus ook niet van u!" Seth
grijnsde. "Dacht je!" Ze liepen naar Seth's kamer. "Oke... Ik
wil dat je mijn bad vol laat lopen en dat je me insopt, oke?!" Seth
zei het op een dwingende toon. Ahida werd zo koel als het maar kan.
"Nee." Seth keek verbaast. "Wat zei je?" "Ik zei: N.E.E.!"
"IK zou het toch maar doen. Anders krijg je er van langs!" Ahida
lag nog net niet in een deuk. "Ik krijg er van langs. Ha!" Ze
keek rond en zag de badkamer. Seth zag haar kijken. "Nou schiet op
dan. Bad en mij in soppen!" Ahida zuchtte. "Bent u doof of zo. Ik
zei toch NEE!!!" Seth werd woedend. Hij greep Ahida weer van
achteren en sleurde haar mee. Opeens hoorden ze een gil.
"AHIDAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA!!!" Ahida luisterde goed. (dat
was niet zo moelijk want Yugi gilde nogal hard)
/Dat is Yugi!
Ik moet hem helpen!
Ahida sloeg Seth op zijn hoofd en hij
liet schreeuwend los. Ahida rende de kamer uit en rende op het geluid
af. "AHIDA!!!! HELP!!! HIJ DOET ME PIJN!!!!!!!" Ahida stond voor
een deur en achter die deur kwam het geluid vandaan. Ze probeerde hem
los te krijgen maar dat lukte niet. Opeens hoorde ze Yami. "Niemand
zal binnen kunnen komen SLAAF. Stomme domme SLAAF!" Ahida hoorde
klappen. (Ik weet dat Yami nu nogal wreed is maar het komt goed
hoor!)
Ryou en Ishtar waren meegevoerd met de andere slaven
en in een cel gegooit. "Ishtar?" "Ja Ryou?" "Ishtar, ik
vind het eng!" Ishtar keek naar de snikkende Ryou en hij hield hem
in zijn armen. "Het komt wel goed Ryou. Geloof me maar!"
/Ik
wou dat ik mezelf kon geloven./
Ryou keek naar hem op.
"Geloof je dat echt?" "Ja!" Ze hoorden een deur opengaan.
Ryou begon te bibberen. Ishtar keek fel. Ze waren al een paar keer
gewaarschuwd dat ze moesten werken en als ze hun werk niet goed deden
werden ze gestraft.
/Als iemand nu aan Ryou komt, krijgen ze
met mij te maken!/
Er kwamen 2 mannen binnen en toen ze in
het maanlicht kwamen zag Ishtar er 1 die hij kende: de man die zoveel
op hem leek. De 2 mannen leken ergens naar te zoeken.
"Zie jij
ze al Malik?" vroeg Bakura. "Nee. Jij wel dan?" "Ja tuurlijk
daarom vraag ik het je ook!" Bakura grinnikte en liep verder,
kijkend in de cellen. Na een tijdje stond hij bij hun cel. Bakura
keek naar Ryou en Ryou keek naar Bakura met open mond. "Jezus.."
Was het enige dat Ryou kon uitbrengen. Malik keek naar Bakura en liep
naar hem toe. Hij keek naar Ishtar en verbaaste zich nog meer over
hoe op elkaar leken. "Nou, Ik ben Malik en die
open-mond-hangende-gek naast me is Bakura. Ennn jullie zijn???" "Ik
ben Ishtar en die ook-open-mond-hangende-gek naast mij is Ryou." Ze
lachten.
Ahida kon het niet geloven.
/De Farao is
Yugi aan het slaan! Ik moet naar binnen! Nu!
Ze beukte tegen
de deur en opeens vloog hij open. Yami keek op en zag wie het was.
"JIJ weer!" Ahida keek hem vuil aan. "JA! Ik weer en laat Yugi
nu maar gaan!" "Mooi niet! Hij is nu van mij!" "Ahida help
me!" Ahida keek Yugi zacht aan. "Met jou komt alles goed Yugi. Ik
zweer het!" Ze keek naar Yami en werd gelijk weer hard. "Hoe
durft u iemand die zo onschuldig is te slaan! U ziet toch dat hij
daar niet tegen kan! Hoe kunt u dat doen?!"
/Als ik de
Farao nou maar genoeg schuld aan kan praten dan laat hij Yugi
misschien wel gaan!
Yami wou net antwoorden toen Seth binnen
kwam stormen. "Het spijt me O Grote zoon van Ra maar..." Ahida
keek naar Seth en onderbrak hem. "O Grote zoon van Ra. Pffff. Laat
me niet lachen. Hahahaha." Yami keek haar aan en keek toen naar
Seth. "Ga verder." "Deze Slaaf is ontsnapt toen ze werk moest
doen!" Ahida keek weer naar Seth. "Ik heet geen Slaaf, maar ik
heet Ahida. Zou u zo vriendelijk willen zijn om me bij mijn naam te
noemen?" Ahida keek Seth aan, Yami keek Ahida aan en Seth keek Yami
weer aan.
/Moet je kijken hoe Yami naar die slaaf kijkt. Hij
lijkt wel onder de indruk en verliefd of zo. Ach ja nou dat kan niet.
Yami kan niet verliefd worden op een slaaf!/
Dacht Seth.
"Nou... Uhm Ahida? We moeten maar eens gaan en dan kan jij me
eindelijk in bad stoppen!" "Owwwww! HOE vaak moet IK het nog
zeggen. NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! NEE NEE NEE NEE
NEE!!!! En trouwens... Ik kwam hier om Yugi te redden van een
slachtende gek!" Yami keek gekwetst. "Ik ben geen slachtende
gek!" Ahida keek hem weer aan. "O nee? Daarom slacht u natuurlijk
al die mensen af of niet soms!?" Yami keek boos. "IK ben niet
verantwoordelijk voor wat mijn bewakers doen! En ik ben jou heerser
dus jij zou moeten doen wat Ik wil! Anders neem ik alles van je af!"
Ahida keek hem aan en bleef maar staren, minuten lang. Toen zei ze
wat. "U kunt alles van ons afnemen, maar ons hart krijgt u nooit in
uw macht!" En ze pakte Yugi en liep gewoon weg.
