Gegevens selecteren en grafieken tekenen is handig, maar niet iedereen heeft de Performance Measurement Tool geïnstalleerd op zijn/haar systeem. Daarom biedt het programma de mogelijkheid om gegevens te exporteren.
Na het exporteren kan men de gegevens in een ander programma laden en er mee verder werken. Dit is interessant om bijvoorbeeld een rapport te maken in Excel. De klanten kunnen dit rapport dan wél openen, want Excel staat (meestal) wel geïnstalleerd op bedrijfscomputers.
Men kan resultaten van query's, hele tabellen en grafieken exporteren naar Excel, CSV of SQL. In dit hoofdstuk bespreek ik deze 3 mogelijkheden.
1.2GegevensIn het programma komen 3 soorten van gegevens voor. Ik besprak ze al in de vorige hoofdstukken, maar ik herhaal ze hier nog even ter herinnering.
1.2.1Selecties 1.2.2Tabellen 1.2.3Grafieken 1.3Exporteren naar ExcelVanuit een programma kun je rechtstreeks een Excel-bestand maken. Er bestaan 2 mogelijkheden. Ofwel gebruik je een Excel-API, een bibliotheek met klassen om te exporteren naar Excel. De andere mogelijkheid is het Excel-bestand "verpakken" als XML-bestand.
De eerste mogelijkheid gebruikt veel geheugen, omdat het Excel-bestand volledig in het geheugen wordt geladen. De tweede mogelijkheid gaat veel zuiniger om met het geheugen. In Java kun je gemakkelijk een tekstbestand maken met de klasse java.io.PrintWriter. Je kunt deze klasse ook gebruiken om XML-bestanden te maken. De tags schrijf je dan weg naar dat tekstbestand en je geeft het de extensie XLS. Zo lijkt het een echt Excel-bestand en als je het open in Excel, dan zie je ook de werkbladen, rijen, cellen, enz. Hieronder vind je een voorbeeld van een dergelijk XML-bestand in het Excel-formaat.
