~Het Begin~

Ik, Charles en de kinderen Charlie, Willow, Felix, Flynn en Rosie waren een wandeling aan het maken door het bos achter ons huis.
Dit deden we elke zaterdag als Charles thuis was. Ik heb het altijd heel druk gehad met mijn werk.
Ik ben infiltrant. Ik zorg dat ik het vertrouwen win van de vijand, wat later in dit verhaal nog van pas komt.
Mijn kinderen vinden het leuker om me spion te noemen, dat klinkt stoer.
Het was dus een zaterdag en we waren met z'n allen op weg naar de open plek om te gaan picknicken.
Zoals altijd waren de kinderen aan het stoeien en rennen, ik genoot er altijd zo van.
Het beloofde een zonnige dag te worden en alles leek heel normaal.
We waren bij het bruggetje gekomen dat over het beekje was gebouwd.
Daar gebeurde het. Vlak voordat we aan de overkant waren was er een flits, een blauwe.
Met de flits kwam een luide knal en zo'n kracht dat we allemaal op de grond gevallen waren.
Voor ons op de grond was een jongetje verschenen, uit het niets. Hij droeg vreemde kleren, oude kleren, hij kon uit de middeleeuwen komen.
Langzaam kwamen we allemaal overeind en Rosie begon te huilen.
Ik rende naar Rosie toe om haar te troosten en om haar te beschermen denk ik.
Het jongetje kwam langzaam ook overeind en keek verdwaasd om zich heen. Charles stapte op hem af en vroeg wie en wat hij was.
"Ik ben Baelfire," zei de jongen.
"En wat ben je?" Vroeg Charles nogmaals.
"Ik ben een jongen."
"Waar kom je vandaan?"
"Uit de tijd."
We keken hem vol verbazing aan, niet gek natuurlijk, ik bedoel, hoe kan je nou uit de tijd komen.
"Ik zat vast tussen twee werelden, welk jaar is het?" Vroeg Baelfire.
"2013," antwoorde Charles "Hoe bedoel je twee werelden?"
"2013?! Dat betekend dat ik 28 jaar vast heb gezeten!" Baelfire keek schichtig om zich heen.
"Ik kom uit een andere wereld, een sprookjeswereld." Hij keek naar Charles en daarna naar mij.
Waarschijnlijk zag hij onze uitdrukkingen, want hij voegde nog even toe dat we hem waarschijnlijk niet zouden geloven.
Hij stond op het punt om weg te lopen toen ik me niet meer kon inhouden.
"Wacht!" Riep ik. Hij draaide zich om, in afwachting van wat ik ging zeggen.
Ik heb stiekem mijn hele leven gehoopt dat iets in sprookjes waar moest zijn,
dat er iets moet zijn buiten onze wereld en nu stond het levende bewijs voor me.
Behalve dat ik hem geloofde had ik ook wel zin in een avontuur, en een avontuur zou het worden.
"Ik geloof je, vertel me alsjeblieft meer." Ik richtte me naar Charles en vroeg
"Het is toch wel goed als hij met ons mee gaat picknicken?"
"Als jij dat wil" antwoordde Charles.
"Zou je dat leuk vinden, Baelfire?"
"Ik denk het." antwoordde hij.
Rosie was gestopt met huilen en in een soort van stilte liepen we door naar de open plek.
Willow was de eerste die daarna wat aan hem vroeg, over waar hij vandaan kwam en waar zijn ouders waren.
Willow bleek heel geïnteresseerd in Baelfire. Tijdens de picknick zijn we er achter gekomen waar hij vandaan kwam.
Een land waar alle sprookjes bestaan. Dat zijn vader Rumpelstiltskin was en dat hij slecht was geworden door zijn magie.
Hij wilde zijn oude vader terug en daarom had hij een deal gemaakt met hem.
Als Baelfire een manier zou vinden om van de magie af te komen dat Rumpelstiltskin het zou doen.
Zijn vader had de deal gebroken en daardoor was hij zijn vader kwijt geraakt.
Baelfire zou al 28 jaar geleden in deze wereld moeten zijn aangekomen, maar hij was vast blijven zitten in een tussen wereld.
"Weet je waar je vader nu is Baelfire?" Vroeg ik hem.
"Noem me maar Bae, nee, ik weet het niet precies, hij moet inmiddels ergens in deze wereld zijn aangekomen."
Na een paar uur praten zijn we naar huis gegaan, Bae mocht mee, waar moest hij anders naar toe en daarnaast vonden de kinderen hem helemaal geweldig. Ze konden niet genoeg krijgen van zijn verhalen. Ik ben op zoek gegaan naar mogelijke plaatsen waar zijn vader kon zijn.
Maar waar begin je zo'n zoektocht in godsnaam?
Na een paar dagen zoeken kwam ik bij een plaatsje uit, Storybrooke, niet eens zo heel ver hier vandaan.
Ik liet het Bae zien, met de vraag of het kon zijn dat zijn vader daar was. Hij wist het niet. Ik besloot dat we er heen zouden gaan.
Het was tenslotte vakantie en dan konden we er even tussenuit. De volgende dag hadden we een paar koffers ingepakt en zijn we er heen gereden.
Het plaatsje had iets betoverends over zich heen. Na een halfuurtje zoeken hadden we een Bed & Breakfast gevonden. Het heette Granny's.
Er stond een hele lieve oude vrouw op ons te wachten, er was geen kamer voor acht personen, maar ze was zo lief om een paar bedden te verplaatsen.
Ze bracht ons naar de grootste kamer die ze had, maar het was alsnog heel krap voor acht personen.
We bedankten haar voor de moeite en brachten onze koffers naar binnen. Toen we alles hadden uitgepakt zijn we naar buiten gegaan.

En dit is hoe het allemaal begon.