Hallo iedereen
Ik ontdekte deze site zo'n twee jaar geleden per toeval. Tot 2 maanden geleden las ik de verhalen zonder dat ik een account had. Door het lezen van een paar verhalen op deze site kwam het idee om zelf ook een verhaal te schrijven. Het verhaal gaat over het Capitool maar vooral over de wereld buiten Panem. Ik vond het altijd raar om te denken dat er niets anders overbleef na de verschillende rampen en oorlogen in de wereld. Volgens mij was dat ook een leugen van het Capitool. Het verhaal zal uit 4 perspectieven geschreven worden. Het verhaal begint met Eden, president van Novum. Novum is een nieuw continent dat bestaat uit verschillende landen. Het verhaal is in canon met de trilogie van Suzanne Collins. Alleen voor de proloog keren we even terug naar het einde van de Donkere Dagen.
PROLOOG: AANSLAG
Aan: Minister van Binnenlandse zaken
Van: President Eden
Onderwerp: Aanslag
Goeiemiddag Jacomus
Een paar weken geleden nam de president van Panem contact met me op via een videogesprek. Eerst ging ik hier niks over zeggen, maar na wijs beraad met de minister van defensie heb ik besloten om het toch met u te delen. Zoals u weet leven de mensen in de districten, waarin Panem is opgedeeld, in een verschrikkelijke armoede. Terwijl het Capitool, hoofdstad van Panem, een toonbeeld is van hoe de welvaart zou moeten zijn. Wat u niet weet is dat er een hele poos geleden een oorlog uitbrak in Panem. De Districtinwoners waren razend omdat zij in armoede moesten leven, terwijl de inwoners van het Capitool baden in rijkdom! Nu, na bijna een jaar, is de oorlog afgelopen met het Capitool als winnende partij. De situatie in de Districten is er natuurlijk niet door verbeterd. In tegendeel zelfs. De prijs die ze voor de rebellie moeten betalen is hoog. Ze hebben de toevoer van voedsel voor meer dan 80 procent laten dalen, honderden mensen zijn geëxecuteerd en gemarteld, huizen zijn afgebrand en nog erger. Maar daar blijft het niet bij. De regering van Panem heeft besloten om een oude straf vanonder het stof te halen en het in een nieuw kleedje te gieten. Eén van de belangrijkste mensen van de overheid is in hun archief gedoken en heeft een boek gevonden over een legende uit het oude Griekenland. Het is een verhaal van duizenden jaren voor de Grote Ramp die alles verwoestte. Het verhaal gaat als volgt: Lang geleden, op het eiland Kreta, leefde een monster. Dat beest heette de Minotaurus. Het was een bijzonder woest schepsel, half mens, half stier en hij voedde zich met mensenvlees. Koning Minos, de heerser van Kreta, hield de Minotaurus in een uitgestrekt labyrint.
In die tijd was koning Minos oppermachtig in het gebied van de Middellandse Zee en om het woeste beest te voeden vaardigde hij een wrede wet uit: alle landen aan de overkant van de zee moesten elk jaar in de lente om beurten zeven jongens en zeven meisjes sturen, die dan één voor één het labyrint in gedreven zouden worden.
De regering zal dus een gelijkaardige straf laten uitvoeren, die de Hongerspelen heet. Iedere jaar moet elk district twee kinderen uitleveren aan de overheid. Deze kinderen, tributen worden ze genoemd, verblijven een hele week in het Capitool waar ze voorgesteld worden aan de inwoners van het land. Na die week vol luxe worden ze in een groot openlucht gebied gedropt waar ze moeten zien te overleven en waar ze elkaar moeten uitmoorden todat er één iemand overblijft. De Winnaar zal overladen worden met rijkdom en zal de geschiedenis ingaan als dé overlever van de Spelen.
De aanslag die vorige maand op onze universiteit werd gepleegd is ondertussen opgeëist door de president van Panem. Dit was één van een reeks komende aanslagen die bedoeld zijn als waarschuwingen. Moesten we proberen om dit alles tegen te gaan zal de president niet twijfelen om Novum te laten bombarderen. Het enigste wat we hier momenteel aan kunnen doen is de bewaking verhogen voor meer dan 100 procent.
Kan u zich morgen om tien uur aanmelden in mijn bureau?
President Eden
Met een klik verzend ik de mail. Ik werp vlug een blik op de klok die naast de muur hangt en zie dat het al half negen is. "Tijd om naar huis te gaan." zeg ik luidop want het wordt al laat en mijn honger is niet meer te stillen. Ik sluit mijn computer af en ruim mijn bureau wat op. Een kwartiertje later doe ik mijn jas aan, neem mijn tas, en trek de deur van het kabinet achter me dicht.
Als ik door de gangen van mijn verdieping loop merk ik op dat haast iedereen al naar huis is. Alleen de ayuda's lopen hier nog rond. Ze moeten er voor zorgen dat alles proper is voor de volgende dag. Zij liever dan ik. Ik loop bijna want ik loop niet graag alleen rond in een verlaten gebouw.
Aangekomen in de kleine hal laat ik de lift links liggen want als ik de trap neem ben ik veel sneller. Met twee treden tegelijkertijd spring ik naar beneden. Aangekomen in de ontvangsthal knik ik vlug naar de bewaker die achter een desk zit. Ik wacht voor de draaideur totdat er een stuk vrijkomt waar ik in kan. Wat later sta ik buiten. De lucht is al aan het schemeren. Ik blijf nog even staan om een teug frisse lucht te nemen. Niet veel later stap ik toch snel de auto in die op me wacht want het kan best nog koud zijn in april. "Direct naar huis alstublieft." Hij legt zijn krant weg en steekt de sleutel in het contact. "Oké." zegt hij en hij draait de sleutel om.
Met een enorme knal ontploft de auto.
Zo, dit was het eerste stuk. Het is wat aan de korte kant, maar het is ook maar een proloog. Wat vinden jullie ervan? Het volgende stuk zal pas binnen 3 weken online gezet worden. Hopelijk tot dan!
