The purest heart of all angels
Summary:
Normale engels hebben zwarte vleugels, maar de bijzondere hebben witte. Bella is 1 van die bijzondere engelen, maar ze heeft geen idee waardoor ze bijzonder is. Als ze van een wolk afvalt, komt ze in Forks terecht. Ze probeert niet op te vallen, maar met een dreigende oorlog tussen vampieren en weerwolven is dat moeilijk. En wat hebben andere engelen ermee te maken?
H1: hoe ik van mijn wolk afviel
Weet je hoe het voelt om over een wolk te lopen? Ik wel, het voelt zachter dan zijde. het is een gevoel dat je niet echt kan beschrijven, hetgene dat er het dichtsbij komt is het gevoel van over watten lopen, van die pluizige. En of ik niet bang ben dat ik eraf val? Nee hoor, want weet je, ik ben een engel, met vleugels en al. En ook al heb ik vleugels, ik heb ze toch bijna nooit nodig. mijn vleugels zijn gemaakt van veren, van die grote witte, ze zijn heel zacht, maar ze zijn ook zo sterk dat ze me een hele tijd in de lucht kunnen houden zonder problemen.
Op dit moment ben ik op weg naar Gabriël, mijn broer. Hij is 555 jaar oud – dat is 444 jaar ouder dan ik – en hij is mijn favoriete broer. Hij heeft – net als ik – witte vleugels.
Als ik bij het einde van mijn wolk ben wil ik naar de volgende wolk springen. Maar in plaats van te springen glijd ik uit. Voor ik het besef val ik naar beneden. ik tuimel en tuimel maar wat door de lucht. Als ik het eindelijk doorheb probeer ik om mijn vleugels uit te slaan. Maar als ik ze wil bewegen schiet er vo veel pijn door me heen dat ik ze voor weer stil houd.
"Ahhhhhhhhhhhhhhhhhhh!" schreeuw ik van de pijn.
Nu sla ik ze om me heen voor een beetje bescherming. Steeds harder en harder ga ik, en ik wordt ban dat als ik mijn vleugels nu niet uitsla ik te pletter sla tegen de aarde. Dus tegen beter weten sla ik mijn vleugels weer uit, en ik sla er een paar keer mee. Na een aantal slagen van mijn vleugels hoor ik de dubbele krak van mijn vleugels voor ik de pijn voel. Ik bijt hard op mijn lip om te voorkomen dat ik het opnieuw uitschreeuw. De rest zal ik wel moeten vallen, met mijn vleugels die er nu doelloos achteraan wapperen. Een geluk bij een ongeluk is dat het nog maar 10 meter van de grond af ben. Als ik bijna bij de grond ben steekt er een wind op waardoor ik onverwachts schuin ga. dus als ik op de grond kom moet ik nog een paar stappen doen om niet tegen de grond te slaan door de snelheid en hoek waarin ik land. Bij deze stappen heb ik minder geluk omdat ik onverwacht in een gat stap en daarbij door mijn enkel ga.
Fijn, kan ik ook nog eens op zoek naar een ziekenhuis.
Als ik mijn enkel onderzoek denk ik dat ik hem gelukkig alleen maar verstuikt heb. Als het wat beter met mijn enkel gaat wil ik eigenlijk niet naar mijn vleugels kijken, maar het moet. Ik raap al mijn moed bij elkaar en kijk ik naar mijn vleugels, bang voor wat ik zal zien. Mijn angst blijkt waarheid te zijn: allebei mijn vleugels zijn gebroken. Hoe moeten die in godsnaam helen als niemand ze kan behandelen, niemand mag ze zien.
Dan komt er een gedachte bij me op: wat zal Gabriël denken als ik niet langs kom? Ik ben nog nooit niet gekomen.
Ik probeer via mijn gedachten contact te maken met Gabriël, maar ik merk dat mijn energie het blokkeert. Door het hele gebeuren ben ik bijna al mijn energie kwijtgeraakt, deels doordat ik al niet helemaal fit was en deels door het proberen te genezen van mijn verwondingen. Ik zal moeten proberen om te slapen om op die manier meer energie te krijgen, en ik zal morgen op zoek moeten naar een ziekenhuis.
Voorzichtig hinkel ik naar een grote boom, en ga ik eronder liggen. Ik vouw mijn vleugels met veel pijn en moeite zo dat niemand ze kan zien. Dan beveel ik mezelf om te gaan slapen.
Zonder de figuur te zien in de schaduwen.
