Title: Fifth Year? I Haven't Done My Homework!

Author: Laterose

Rating: G

Time: Begint in de zomer na 'De vuurbeker'

Summary: Vanuit engels vertaalt, orgineel van Laterose! Een vijfde jaars fic met vanalles. Van mishandeling tot faunatisme, Slangen, Sirius (en zijn zus), Remus, Voldie, rare nieuwe krachten en een beslissing dat Harry and Ron's leven voor altijd zal veranderen * No slash *

Disclaimer: I don't own anything of this story. Characters are from J.K.Rowling, and the story is originally written by Laterose! I'm only translating!

                                                ~*~ Maar po seilart ~*~

                                              

Herman Duffeling stond op van de bank.

,,Okay" schreeuwde hij naar de telefoon, welke overging. Jammer genoeg deed de telefoon niet wat hij wilde.

Kwaad waggelde Herman naar de hal en nam de telefoon op. Sterk onderdrukkend om gewoon te zeggen ,,wat moet je?" zei hij, niet minder onbeleefd, ,, Met Herman Duffeling."

,,Ja," zei een stem die aan een jonge vrouw toebehoorde, ,,Hallo. Ik ben. . . Abby."

Herman snoof. Hij haatte mensen met rare namen.

,,Ik zou graag even met uw neef praten, meneer Duffeling."

Meneer Duffeling bevroor meteen. Zijn hand wilde de hoorn meteen neerleggen, maar deze jonge vrouw sprak vrij normaal. Misschien had het niets te maken met de jongen's abnormaliteit. Hij zou anders niet weten waar het echter dan om moest gaan.

,,Waarom?" vroeg hij, met zijn stem laag grommend. Het was een bedreiging om te piepen.

,,Uhm. . . hij is in moeilijkheden."

Dat klonk belovend. ,,Hoe erg?"

,,Heel erg, ben ik bang."

,,Ik ben zijn verzorger. Je zou het mij moeten vertellen voordat je met hem spreekt.

Stilte.

,,Wilt u dat echt weten, meneer?"

,,Ja."

,,Okay."

Nog een stilte.

,,Hij zat. . . op een. . . bezemsteel. . ."

,,Stop!" riep de man uit, het woord deed pijn aan zijn oren. ,,Jij bent een van hen, toch?"

,,Dat zou je kunnen zeggen," zei de jonge vrouw langzaam. ,,Bedoel je. . . dan ik een to-"

,,Stop!" schreeuwde Herman weer. Jongen, wat was hij gelukkig dat Petunia en Dirk niet thuis waren. ,,Ik zal hem wel halen!"

Hij deed zijn hand over het praatdeel van de hoorn, draaide zich om naar de trap en schreeuwde, ,,Jongen!"

Een zwart harig hoofd keek uit de derde slaapkamerdeur op de overloop.

,,Ja, Oom Herman?" de jongen probeerde dapper te klinken, maar zijn oom merkte met tevredenheid dat hij trilde.

,,Naar beneden, nu!" Toen de jongen twijfelde, zei Herman, ,,telefoon voor je."

,,Voor mij?" vroeg de jongen, met zijn smaragd groene ogen wijd open in verbazing. ,,Wie is het?" Hij verstijfde zichtbaar toen zijn oom terugriep naar boven.

,,Dat maakt niet uit jongen! Kom nu naar beneden voordat ik naar boven kom en je verschuilen uit je sla!"

Hermans neef schrok hiervan. Hij strompelde over de overloop en hinkte naar beneden.

Herman gaf hem een klap op zijn achterhoofd toen hij hem de telefoonhoorn gaf. Nog steeds trillend bracht de jongen de hoorn naar zijn oor.

,,Hallo?" vroeg Harry zachtjes. Wie kon hem nou bellen?

,,Harry! Ik ben het!"

,,Her-"

,,Shh! Mijn naam is Abby, okay?"

Harry was zich er van bewust dat zijn oom tegen de muur in de hal stond, kijkend naar hem en luisterend naar elk woord dat hij zei.

,,Abby." Zei hij voorzichtig, alsof hij liet weten dat hij wist met wie hij sprak.

,,Harry, luistert je oom mee?"

,,Ja," zei Harry in een expressie loze manier, terwijl hij probeerde niet naar Herman te kijken zodat hij raadde waar hun gesprek over ging.

,,Als je ook maar één woord zegt, jongen," waarschuwde meneer Duffeling.

Harry wist wat hij bedoelde. Hij zou niks zeggen. Hermelien zou gek worden.

,,Harry, waarom heb je geen van mijn uilen beantwoord? We hebben geen contact meer gehad sinds de eerste week van de vakantie. Ron is buiten zichzelf, zelfs Sirius heeft me geuild om het me te vragen, de uilen komen gewoon terug met hun brief. Is alles goed met je?"

,,Ja," zei Harry.

,,Waarom heb je dan niet geantwoord?" ze klonk erg uitgeput. Harry zuchtte. Hij zou het haar echt niet gaan vertellen!

Hermelien begreep zijn zucht verkeerd. ,,Oh, goed, je kan het niet zeggen. Ik moet ja/nee vragen stellen. Uhm. . . Heb je iemands brief beantwoord?"

,,Nee," zei Harry. Hoe ver zou ze hier mee gaan?

,,Heb je de uilen ontvangen?"

,,Ja." Dat was op zijn minst waar.

,,Heb je ze geopend?"

,,Nee."

,,Oh. Kon je ze openen?"

,,Nee."

,,Waarom niet? Oh, sorry, dat kan je niet beantwoorden. Waren het de Duffelingen?"

,,Ja."

,,Dus ze houden je post tegen?"

,,Zo ongeveer."

,,Iemand anders doet dat?"

,,Nee."

Hermelien zuchtte met ongeduld door de telefoonlijn.

Hoeveel kon hij haar vertellen? Harry dacht snel na. ,,Uhm. . . Maar po seilart."

,,Wat?" zei Hermelien.

,,Wat?" zei Herman tegelijkertijd.

,,Nielk et."

,,Harry, ik kan geen woord begrijpen van wat je zegt."

,,Maarjekanhetwelonthouden?" zei Harry snel.

Hermelien begreep dat. ,,Ja, dat denk ik. . . Maar po seilart, nielk et, toch?

,,Ja."

,,Maar Harry, dat slaat toch nergens op. . ."

,,Kijk," zei Harry hard. ,,Ik ben er van overtuigd dat je een druk schema hebt. . . Abby."

,,Goed!" zei Hermelien. ,,Ik heb ze verteld dat je in moeilijkheden bent vanwege iets met een

bezemsteel. Kan jij de rest doen?"

,,Ja, natuurlijk."

,,Vertel me gewoon wat je-" maar de telefoon was al opgehangen aan de andere kant voordat ze het af kon maken.

Harry draaide zijn gezicht naar zijn oom nadat hij de hoorn weer terug op het toestel had geslagen.

,,Waar ging dat nou weer over?!" schreeuwde Herman.

,,Het betekent. . . Het betekent. . ." Harry probeerde zich te herinneren wat Hermelien had gezegd. ,,Het betekent, nouja, het is een eed, het betekent, ik zal het nooit meer doen, en. . ."

,,Een eed, he?" gromde Herman vervaarlijk.

,,Ja, ik zit diep in de problemen."

,,Goed! En nu ben je van school afgestuurd?!"

,,Nog niet."

Herman Duffeling gaf Harry nog een klap op de achterkant van zijn hoofd, wat er voor zorgde dat hij dacht dat alles om hem heen draaide.

,,Praat niet tegen mij met die toon, jongen! Nu terug naar boven voordat je tante en je neef thuis komen. Nu!"

Harry strompelde weer naar boven en hij hield de leuning vast om niet te vallen. Hij ging zo snel al hij kon terug naar de veiligheid van zijn kamer. Nouja, het was niet echt veilig, maar hij wist dat hij geluk had dat hij nu niet nog een keer in elkaar geslagen werd.

Het eerste wat hij zag was dat Pig, Rons uil, hard tegen het raam aan het slaan was.

Harry schudde zijn hoofd droevig naar de uil.

,,Sorry Pig," fluisterde hij. ,,Je mag dan wel door de tralies heen kunnen, ook al kunnen Errol, Flash en Madeliene dat niet, maar ik kan het raam niet open maken."

Ik vraag me af of oom Herman wist dat ik het kan breken, dacht Harry. Dat raam zal nu nooit meer open gaan.

Hedwig kraste zacht vanaf het bureau, waar ze zat op Harry's dagboek.

Harry zakte in de stoel en aaide haar.

,,Het spijt me heel erg Hedwig," zei hij. ,,Ik zou willen dat ik je naar buiten kon laten gaan."

Hedwig beet zachtjes, spelend in zijn oor. Harry viste onder de hele kleine berg van perkament die hij had kunnen bewaren van vorig jaar, en haalde wat uilensnoepjes te voorschijn, ook van vorig jaar.

Onnodig om te zeggen dat ze over de datum heen waren, de datum stond rood te schijnen op de achterkant van de verpakking.

,,Je zal dik worden als ik je deze blijf geven." Zei Harry, die probeerde een grapje te maken, en gooide er nog een paar in haar kooi. Ze waren erg vies, maar het was alles wat ze hadden. Wat Hedwig had. Harry had niets.

Zijn maag gromde. Harry had niks gegeten in vier dagen, en toen was het ook maar een kleine maaltijd van brood en kaas geweest.

Harry had nagedacht over anorexia. Hij was het onderwerp tegen gekomen in een van die tijdschriften die werden uitgegeven door dreuzelscholen, een keer per periode, over gezondheid en veiligheid en zo voorts.

Hij had de tijdschriften gevonden onder een stapel van Dino's, die van Dirk waren. Ze waren duidelijk thuis gebracht, op de grond gegooid er vergeten. Harry was verbaasd dat ze het huis bereikt hadden.

Omdat hij toch niks anders te doen had, was Harry er een paar gaan lezen, terwijl hij verlangde naar zijn Zwerkbal boeken, die lagen opgesloten in zijn koffer in de trapkast.

Hij kon maar niet begrijpen dat iemand er voor zou kiezen om honger te gaan lijden om af te vallen. Let wel op, dacht hij, kijkend naar zijn dunne spiegelbeeld, ik heb niet veel te klagen,

Harry schudde zichzelf wakker. Hij was bijna in slaap gevallen op het bureau. Terwijl hij op zijn voorhoofd wreef, die jeukte, klom hij uit zijn kleren met veel pijn, en klom hij in zijn bed.

Het was al lang terug dat hij voor het laatst pyjama's had. Een set met kleren was al erg genoeg.

Het enige, dunne laken gaf geen comfort. Dirk had zijn dekbed een week terug gestolen en Harry durfde het niet terug te vragen. Dirk was bijna net zo gevaarlijk als zijn vader.

Zoals het was, Harry sliep op een onbedekt matras onder het matraslaken. Het was goed dat het weer nog zomers was. Hij zou waarschijnlijk dood gevroren zijn als het winter was.

Hij dacht daar elke nacht over na. Het stond in zijn dagboek, ergens. Zou je liever dood vriezen. . .?

Te moe om iets anders te doen dan ademen, ging Harry weer liggen op het kussenloos matras en viel hij in een woelige droom.

De grote uil droeg hem alweer over slapende steden en kleine boeren dorpjes. Het beste deel van de reis was dat Harry geen pijn had. Zijn been voelde alsof er nog nooit een breuk was geweest en zijn ribben waren op hun sterkst.

Het grote huis kwam langzaam aan steeds dichterbij. Harry voelde zich niet bang of opgewonden, maar eerder nieuwsgierig. Hij was er bijna zeker van dat hij wel kon gaan zingen.

De uil vloog over de tuinen. Harry hijgde toen hij dacht dat hij een aantal zwarte vormen tussen de bosjes over de grond zag bewegen, maar de uil bleef niet lang genoeg om beter te kunnen kijken.

De uil vloog in het huis door een van de grotere ramen, en vlaag meteen weer weg toen Harry afstapte. De kamer waar Harry in stond was mooi en vrolijk, geel en wit geschilderd met kleine konijntjes die eieren gaven aan voorbijgangers.

Een vrouw die de jongen niet zag staan bij het raam, was een lieflijk liedje aan het zingen voor de baby in haar armen, terwijl een jongen, die niet ouder kon zijn dan zes, er bij zat en er ook naar luisterde.

Hush there

Little one

Don't cry out

I am here

Please be still

Hushabye

Little baby

Do not cry

Soon papa

Will sing to you

Hushabye

Little one

Hushabye

Harry fronste zijn wenkbrauwen, ondanks de vrede van het liedje en de mooie atmosfeer van liefde er warmte dat om de moeder en kinderen hing.

Dit was niet zoals de andere dromen. De anderen begonnen altijd met dooddoeners.

OH NEE.

Alstublieft God, nee.

Het geluid van een slecht klinkende lach kwam naar boven. Het kleine jongetje ging schreeuwen, maar de moeder deed haar hand voor zijn mond en duwde hem in de trapkast, met de baby nog steeds in haar armen.

Toen, zonder waarschuwing, vloog de deur open. Ongeveer tien, nee, twintig dooddoeners liepen de kamer binnen. De grootste was de enige die geen masker op had. Het was Heer Voldemort.

De moeder, die voorbereidt was op een aanval, had dit duidelijk niet verwacht. Met een schreeuw gooide ze zichzelf op de grond, om haar baby te beschermen met haar lichaam.

Bijna onverschillig bracht Voldemort zijn toverstok omhoog.

,,Avada Kadavra!" zei hij zacht-gevaarlijk. Pijn vloog door Harry's litteken en hij gaf een schreeuw die niemand kon horen. En toen was het weer gedaan.

De Heer van het Duister seinde naar een dooddoener, die het stille lichaam van de baby die konijntjes leuk vond afschopte. De flits van groen licht en de bliksembal van pijn kwam nog een keer. De baby was tot zwijgen gebracht.

De jongen in de trapkast was gaan schreeuwen toen hij de geluiden van het vermoorden van zijn moeder en haar baby hoorde. Harry draaide zijn met tranen bedekte gezicht weg toen Voldemort zijn hand op de jongen richtte, die in positie werd gehouden door twee grote dooddoeners.

Er was niks wat hij kon doen om te helpen. Harry had het al geprobeerd; de eerste paar keer dat hij deze dromen had. Alles wat gebeurde was dat hij dwars door mensen heen liep, soms seconden voordat ze dood gingen.

Het enige goede aan deze dromen waren dat ze hem geen nachtmerries konden geven, want er was een nieuwe elke nacht.

Hij schreeuwde van de pijn toen de pijn doorsloeg in zijn litteken. De jongen had geprobeerd om te ontsnappen. Nu hadden ze allebei geboet voor zijn pijn.

Het doden had patronen, realiseerde Harry. Hoe onschuldiger en hulpelozer de slachtoffers waren, hoe groter de pijn was. Vele van hen hadden gevochten, maar niemand had tot nu toe overleefd…

De koude genadeloze lach ging nog een keer door de lucht toen het levenloze lichaam van het kleine jongetje naast dat van zijn moeder viel. De dooddoeners gingen weer weg, nog steeds lachend, en toen de deur dichtsloeg werd Harry meteen wakker.

~*~*~

Ron staarde voor de honderdste keer naar de brief die Hermelien hem had gestuurd met hun enige conclusies over wat er gebeurde met Harry.

1) Harry krijgt de uilen, maar kan ze niet openen.

2) Het is op de een of andere manier de schuld van zijn oom en tante.

3) Maar po seilart

Maar po wat? Ron stond al bijna op het punt om Hermelien een uil terug te sturen om te vragen wat ze in godsnaam dacht te doen, toen hij een P.S. zag.

Ik heb geen idee wat dat laatste mag betekenen. Zijn oom stond naar hem te kijken, dus ik denk dat hij in een bepaalde code aan het praten was. Snap jij het?

Nou, Ron deed dat zeker niet. Hij duwde het kussen tegen de muur en ging er tegen aan zitten, om de puzzel op te lossen.

 ~*~*~

,,Jongen! Opstaan! Nu!"

Harry was al opgestaan. Hij had geen slaap gehad vannacht, behalve het deel met de droom en hij vond dat niet erg rustgevend. Hij had zijn enige set met kleren weer aan, en hij had stil gezeten, geprobeerd om niet te gaan overgeven in afgelopen twee uur.

Hij was nu erg goed in zitten en denken. Normaal dacht hij altijd over de dromen, of ze echt waren of wat ze konden betekenen. Maar de gedachte van het kleine baby'tje dat stil in zijn moeders armen lag terwijl het schreeuwende jongetje uit zijn schuilplaats werd getrokken was genoeg om Harry misselijk te maken.

Nog steeds proberend grip te houden op zijn gevoelens, hobbelde hij richting de deur van zijn kamer. Toen de droom had geëindigd, was de pijn terug gekomen.

,,Schiet op!" riep zijn tante Petunia nog een keer.

Harry liep naar de bovenkant van de trap, zacht wrijvend over zijn ribben. Hij had net zijn voet op de bovenste tree gezet, toen iets hem hard in het smalste deel van rug raakte, en hij duikelde naar beneden over de houten, maar gelukkig met vloerbedekking bedekte, trap.

Hij landde met een plof op de grond, op zijn zij. Oom Herman kwam de keuken uit rennen.

,,Wat gebeurt hier!" riep hij.

,,Harry stond te lang op de trap," zei Dirk, die van boven naar hen keek, alsof de trap een heilige plek was die maar een persoon tegelijker tijd op zich kan hebben, zoals een toilet.

Herman gromde en pakte Harry op bij de kraag van zijn te grote t-shirt, op een manier dat hem bijna deed stikken.

,,En wat heb je voor jezelf te zeggen, he?"

Harry kon alleen maar sputteren toen hij slingerde, in een poging om adem te halen.

,,Antwoord me jongen!"

Maar de versperring van zijn keel zorgde er voor dat dat niet kon. Oom Herman hield hem boven zijn hoofd, zodat Harry zijn benen niet op de grond kon zetten om het gewicht op te vangen.

,,Goed!"

Het volgende wat Harry voelde was een stekende pijn in de buurt van zijn maag. Hij sloeg dubbel toen het brood en de kaas van vier nachten geleden dreigde om gedag te zeggen.

,,Niet in de hal, lieverd," riep Petunia vanuit de keuken. ,,En wat heb je zo aan die jongen?"

Dirk rende de keuken in. Herman gaf Harry een duw naar de keuken, en hij viel op zijn knieën op de koude betegelde vloer.

Toen hij hijgde werd hem een lijst in tegen zijn neus geduwd.

,,Doe ze," zei Petunia. ,,Of geen eten vandaag."

Nog wat nieuws? Dacht Harry toen hij de lijst aan pakte.

,,Ga dan!" hoonde Dirk, terwijl hij een enorm bord met bacon aannam van zijn moeder. De Duffelingen hadden lang geleden besloten om Harry niet meer het eten klaar te laten maken, want hij zou ze zo kunnen vergiftigen. Harry moest toegeven dat dit ongewoon slim van ze was.

Harry liep de keuken uit. Toen hij weer in de hal stond keek hij naar de lijst. Het was een lange. Harry wist dan hij al deze dingen nooit in één dag zou kunnen doen.

Nouja, hij kon in ieder geval maar beter beginnen. Het eerste wat op de lijst stond was 'De tuin onkruid vrij maken'. Het klonk als een stom ding om mee te beginnen. Het zou makkelijker zijn om eerst het gras te maaien bijvoorbeeld.

Harry had echter al geleerd dat het het beste was alles te doen zoals ze wilden dat hij het zou doen. Eén klein foutje mocht misschien ergere gevolgen hebben dan een breuk.

Dus, warm, moe en met een gekneusde nek pakte Harry een emmer en een doek van de tuinschuur en ging aan het werk.

Twee uur later was hij bedekt met modder en vuil, zijn knieën en de uiteinden van zijn broek waren doordrongen met water en waren bevroren van de dauw en zijn handen branden op de plekken waar ze waren gestoken door een brandnetel.

Nog geen twintig minuten later was Harry de tuinschuur alweer aan het schilderen, voor de derde keer deze twee weken. De Duffelingen moesten wel niet meer zoveel ideetjes voor hem  hebben.

De donkere bruine kleur die Harry nu aan het gebruiken was, was precies dezelfde kleur als dat de schuur altijd al was geweest. Met zijn gehele gewicht op zijn rechter vanwege de breuk in zijn linker, begon hij de op en neer beweging.

Terwijl hij werkte probeerde hij niet te denken aan wat er allemaal aan het gebeuren was tegenwoordig. Hij dacht aan hoe goed het was als hij hier vandaan kon en met zijn vrienden terug naar school ging. Hij zou nooit meer klagen over huiswerk.

De rechterbeen ging na een tijdje prikken en steken. Harry rustte een tijdje tegen de muur, kijkend naar de verf die aan het drogen was. Hij lachte een beetje over de ironie.

,,Jij!"

Harry sprong op, naar adem snakkend omdat hij op zijn gewonde been stond.

Zijn tante Petunia had naar hem staan kijken vanuit het keuken raam met haar scherpe ogen terwijl ze de afwas aan het doen was. Ze liep nu naar hem toe over het gras met een kwaad en rood gezicht.

,,Laat mij je nooit meer zien rusten, jij klein rot jong!" schreeuwde ze net zacht genoeg om de buren niet te waarschuwen.

Harry zag met een vlaag van angst dat zijn tante nog steeds de ingezeepte koekenpan in haar handen had, maar ze zwaaide er alleen mee om te gebaren dat hij weer aan het werk moest.

Zuchtend ging Harry weer verder met het schilderen (op, neer, op, neer) en tante Petunia was weer naar binnen gegaan.

,,Harry, lieverd?"

Ondanks tante Petunia's pogingen, een van de buren was toch gewaarschuwd. Het kleine hoofdje van de oude mevrouw Vaals keek over het lage hek. Ze moest vast ergens opstaan.

,,Hallo mevrouw Vaals," zei Harry, zo vrolijk als hij kon. Het klonk plat en eentonig.

,,Dat ziet er leuk uit," waagde de oude vrouw te zeggen.

,,Jaah," zei Harry. Hij kon een kleine glimlach tevoorschijn halen voordat hij weer verder ging met schilderen. Op, neer. . .

,,Had je voorgesteld dat je dit zou doen voor je oom?" vroeg ze.

,,Ehm, het is goed," zei Harry, terwijl hij probeerde beleeft te zijn zonder omhoog te kijken.

Hij wist dat mensen zo konden zien dat hij loog door gewoon naar hem te kijken. Helemaal zijn familie.

,,Gaat het goed met je, Harry?'

,,Wat?" zei Harry, die eindelijk naar boven keek. ,,Ja, natuurlijk is het goed met me."

,,Okay dan lieverd, ik wilde het alleen maar even controleren.."

Harry's bloed werd koud. Had ze het geraden? Kon ze het zien dat. . .?

,,Het is gewoon dat, je lijkt het helemaal niet leuk te vinden, en je hebt een lelijk blauw oog daar. . ."

Harry zuchtte van opluchting. ,,Ik heb gewoon veel aan mijn hoofd, mevrouw Vaals. Ik voel me goed, echt."

,,Ah. Ik denk niet dat je het leuk vind om hier heen te komen en er over te praten?"

Harry wist wat er dan zou gebeuren. Ze zou de waarheid raden als ze te dichtbij kwam en dan moest hij omgaan met de kinderbescherming. Waarom konden ze hem niet gewoon met rust laten?

,,Dat is erg aardig van u, mevrouw Vaals, maar ik moet dit eerst afmaken. Een andere keer, ik beloof het." En hij gaf haar een echte glimlach.

Mevrouw Vaals schudde haar hoofd terwijl ze van de appelkist afklom. Wat een glimlach! dacht ze. Die jongen kon zo knap zijn, als hij nou maar eens gaat eten. Ze bracht de rest van de middag door met het denken over 'de jongeren van tegenwoordig'.

~*~*~

,,Hermelien!"

,,Hallo mevrouw Wemel."

,,We zijn zo blij dat je kon komen."

,,Ik ben zo blij dat ik bij u kon komen, mevrouw Wemel." Hermelien zag Ron in de doorgang

naar de keuken staan.

Na vier dagen nadenken over de mysterieuze boodschap van Harry, hadden de twee vrienden besloten dat het beter was als Hermelien een paar dagen over zo komen, zodat ze goed met elkaar konden samen werken

,,Hi, Hermelien," zei Ron. Zijn haar zat helemaal door elkaar; hij kan niet veel slaap hebben gehad.

,,Hey, Ron," zei Hermelien.

Ron ging stil voor naar boven. Fred en George zaten al te wachten in Rons slaapkamer. Hermelien keek wantrouwend naar ze.

,,Ron had het ons verteld," zei Fred.

,,Wij gaan ook helpen," zei George, zelfverzekerd.

,,Goed, we kunnen alle hulp gebruiken die we krijgen. Zullen we dan maar meteen beginnen?"

Alle drie de jongens knikten.

~*~*~

Het leek erg zinloos. Het aardbeiseizoen zo toch snel over zijn. Harry wist heel goed, terwijl hij in de modder werkte, dat Dirk de aardbeien wilde om het op alles te smeren, zodat iedereen gek zou worden.

Niemand zou het noodlottige incident van vorige week vergeten. Susan van hiernaast was flauwgevallen, toen ze een kleine mus zag die bedekt was in aardbeisap met het bericht naast zich geschreven wat zei 'Een gehad, nog een paar miljoen te gaan…'

Harry was net halverwege de lijst en het was al bijna zes uur. In de tussentijd had hij een paar schaafjes van de zaag, splinters van het nieuwe hout en een grote blauwe plek van een goed gerichte steelpan bij gekregen.

Hij keek naar de doos. Nog maar drie planten te gaan, en dan. . . Nouja, hij kon zich niet herinneren wat er daarna kwam.

,,Harry!"

Harry keek snel op, en zag de laatste man en hond die hij wilde zien terwijl hij in de modder zat met een nieuwe blauwe plek die goed bij zijn blauwe oog paste.

,,Professor Lupos? Sirius?" De hond gromde.

Erg luid.

,,Houd je kop," fluisterde Harry. ,,Ze zullen je horen!"

Sirius blafte. ,,Ik denk dat dat betekende 'laat ze maar komen," zei Remus Lupos.

,,Harry, wat is er-"

,,Deze kant op," zei Harry snel. Met veel pijn stond hij op, en ging rond het huis richting de schuur. Tante Petunia had het raam verlaten.

,,Kijk uit voor de verf," fluisterde Harry, toen hij de deur open duwde en hen naar binnen liet.

,,Ik heb net- mmph!"

Zo snel als Sirius binnen was, had hij een enorm snelle transformatie gedaan en had Harry meteen in een stevige omarming gepakt.

Harry kreunde van de pijn toen Sirius tegen zijn gebroken ribben duwde. Zijn peetvader liet snel los.

,,Harry, het spijt me, wat is er in godsnaam gebeurt?"

,,Er is niks gebeurt."

,,Harry, kijk eens naar jezelf! Je kan me niet vertellen dat die monsters je niks hebben aangedaan."

,,Ik had een ongelukje, Okay? Ik ben tegen een deur gelopen en. . ."

,,Ja, ja, ja, dat zal wel," zei Sirius. ,,Ik heb ze allemaal al een keer eerder gehoord. Kijk eens naar me Harry."

Harry keek naar hem, maar wilde dat eigenlijk niet. Sirius hield zijn armen zo vast dat het pijn deed. Remus stond vlakbij, gewoon te kijken.

,,Geen leugens. Wat is er gebeurt?"

,,Ik vertelde je net. . ."

,,Harry," zei professor Lupos plotseling. ,,Je bent mank en hebt twee blauwe plekken op je gezicht. En jij bent tegen een deur gelopen?"

,,Ik had mijn been pijn gedaan toen ik van de trap was gevallen."

,,Je bent wel erg dom bezig deze zomer, niet?" gromde Sirius.

Harry wist niet eens waarom hij loog. Hij bleef stil.

,,Ik ga je hier niet achterlaten."

,,Sirius, je kan niet. . ."

,,Oh nee? Waarom niet?"

,,Ik heb het Perkamentus beloofd. Ik zei dat ik hier zou blijven. . ."

,,Perkamentus had nooit gedacht dat zoiets als dit zou gebeuren, he?" zei Sirius.

,,Je snapt het niet! Perkamentus bracht me hier zodat ik niemand anders in gevaar zou brengen! Ik kan nergens anders heen gaan totdat ik terug ga naar Zweinstein."

,,Harry," begon Remus. ,,Dat is niet waar. . ."

,,Jongen!"

Harry bevroor. ,,Ik moet gaan."

Sirius bewoog alsof hij zo naar buiten zou gaan, opzoek naar degene die had geroepen om hem te vermoorden, maar Remus hield een hand uit om hem te stoppen. ,,Hij heeft gelijk, Sirius. We hadden eerst naar Perkamentus moeten gaan."

Harry wist dat hij een fout maakte. Hij kon gewoon niet meer hebben dat iemand nu over hem ruzie stond te maken, terwijl hij de zomer al bijna voor iedereen had verpest.

Sirius zuchtte diep. ,,Harry," zei hij. ,,Als er iets gebeurt, maakt niet uit wat, dan wil ik dat je meteen weg gaat, okay? Ga ergens heen waarvan je weet dat het veilig is. Neem de Collectebus als het nodig is. Maar blijf niet hier."

Harry knikte om te laten zien dat hij het begreep, en de twee mannen verdwijnselden. Dat had niet veel gescheeld.

De vijftienjarige liep uit de tuinschuur, waar hij een kans op vrijheid had gekregen, terug naar zijn eigen levende hel.