DE DAG (Deel 1)

Het was zondagmiddag als ik het me goed herinner. Dat was één van m'n leukste dagen. Voordat alles fout ging. Het was namelijk mijn allerlaatste schoolfeesten. Het ging er erg goed aan toe totdat ik op de grond viel. Waarom wist ik niet, vallen en opstaan hoort nou eenmaal bij het leven. Het rare was alleen dat ik heel ergens anders was gevallen dan dat ik nu was. Het was een witte kamer, zonder ramen en alleen met een andere man. Hij zei: "Zo, zo, Chris je hebt me gevonden. Na dagen niks meer van je te laten weten." Ik kon niks zeggen omdat ik nog niet helemaal bij bewustzijn was. Wat ik wel wist is dat ik was vastgebonden op een stoel met ducktape. Zwarte ducktape. Ik werd langzaam weer een beetje bij bewustzijn en kon mijn ogen weer goed gebruiken. De man die tegen mij sprak zag ik niet of hoorde ik niet meer. Er was geen enkel spoor van leven in de kamer op mezelf na. Er was zelfs geen deur te vinden het was in principe één grote opsluiting. Ik begon na te denken, over wie het kon zijn, wie zou mij zoiets aandoen. Al dat soort vragen vroeg ik me af. Tot ik op het idee kwam dat het misschien gewoon m'n oom kon zijn. Die razend gek was. Paul heet hij, Paul Boen om precies te zijn. Hij leek me wel iemand om zoiets te doen met mij. Maar op één gebied liep ik vast, ik heb oom Paul nog nooit zwarte ducktape zien gebruiken slechts alleen maar grijze ducktape. Ik wist dat oom Paul niet van grijs hield en zijn lievelings kleur zwart was. Maar wie had het dan kunnen zijn? Ken ik diegene wel? Waar ben ik? Ben ik wel in Amsterdam? Ben ik nog in Nederland? Te veel vragen maar geen antwoorden… In de avond hoorde ik de stem van de man weer. Of het was een stem in m'n hoofd ik had geen flauw idee. Ik had helemaal geen ideeën meer. Ik kon niet meer helder denken totdat ik een beetje licht zag. Ook hoorde ik iets van geluid iets wat klonk als geritsel van bladeren maar zeker wist dat het geen bladeren waren. Iets wat ik nog nooit had gezien of nog nooit van heb gehoord. De stem hoorde ik weer nadat ik de enge echo hoorde van de kerkklokslagen die de tijd af sloegen. Twaalfkeer hoorde ik een bel. Maar was dat twaalf uur in de avond of in de middag?