Ja, jongens. Het spijt me! Ik had me echt voorgenomen om niet opnieuw een verhaal te beginnen, maar ja, dat heb ik dus toch gedaan! Ik ben HOPELOOS, in het ernstigste stadium! Echt waar! Maar deze keer is het beter; ik heb al vijf hoofdstukken klaarliggen, dus dat geeft in iedergeval enigszins een buffer voor als ik dit verhaal zat wordt.

Ik kwam op dit idee toen ik bezig was met het her- her- her- her- her- her- her- - her- her- her- her- her- her-- her- her- her- her- her- her-- her- her- her- her- her- her- her- her- her- her- her- her- her- - her- her- her- her- her- her-- her- her- her- her- her- her-- her- her- her- her- her- her- her- her- her- her- her- her- her- - her- her- her- her- her- her-- her- her- her- her- her- her-- her- her- her- her- her- her- lezen (of zoiets) van deel vijf van de Potter-serie.

Aangezien Harry dan de hele tijd door de krant wordt bespot en zo, besloot ik dat ik elke keer ga beginnen met een stukje uit de ochtendprofeet. Dat stukje is zo gedrukt. De titel is ook nog eens underlined, en is ook meteen de titel van het hoofdstuk. Als je geen zin hebt om weer een verhaal van mij te lezen dan heb je groot gelijk en zal ik in alle nederigheid mijn hoofd buigen en jou moeten missen!

Maar als je niet zo bent en mij wel een kans wilt geven dan smeek ik je om dit verhaal te lezen. Er komt één heel prettig personage in voor dat heel erg op mij lijkt. Of tenminste, ik zou net zo zijn als zij als met mij was gebeurd wat met haar is gebeurd. Zij heet Clementis….

Alsjeblieft lees het!

Bezem stort neer in Dreuzelwijk

Van uw correspondent ter plaatse, klein Harikem. Grote paniek brak uit in dreuzelstad klein Harikem toen er een bezem neerstortte. De berijder, een 58-jarige tovenaar uit Finland, merkte dat de zweefspreuk op zijn bezem begon te haperen en was genoodzaakt om een noodlanding te maken.

Een lichtelijk paniekerige tovenaar van het Departement van Magische Ongevallen & Catastrofes zei, desgevraagd: "Het is een regelrechte ramp! Wel zo'n 20 dreuzels hebben tovenaar en bezem gezien. tenminste dat zijn de mensen waarvan we tot nu toe weten dat ze het gezien hebben! Het probleem is dat de meesten denken dat ze gek zijn en geen melding van de gebeurtenis hebben gedaan…"

De situatie hier is nijpend. Er is een grotere chaos dan zelfs Harry Potter zich had kunnen voorstellen. Van uw correspondent ter plaatse.

Remus voelde met zijn hand naar de plaats waar zijn achterwerk zou moeten zitten. 'Zou moeten zitten' als in 'ik weet uit ervaring dat ie daar zit, maar ik voel hem niet meer'. De weerwolf zuchtte gerustgesteld toen hij voelde dat hij inderdaad nog steeds een achterwerk had.

Zijn bips was alleen maar koud en gevoelloos was geworden van het vliegen. Ja, logisch! Ze hadden meer dan drie kwartier gevlogen over een tocht die hooguit twintig minuten had moeten duren. Alastor en zijn paranoia ook!

Met een zucht volgde hij de anderen de vergaderruimte in. Severus zat in het midden van de tafel met een minachtend lachje om zijn lippen. "Serieus, Alastor, als je zo paranoia bent om de helft van de orde mee te nemen op deze belachelijke reddingsmissie, laat dan in ieder geval de onbekwame,"

Zijn blik rustte minprijzend op Remus. "mensen thuis." Sirius sprong op en Remus moest een grijns onderdrukken. Sirius was altijd al een beschermende vriend geweest en na al die jaren dat ze elkaar niet gezien hadden was het nog steeds niet afgenomen. Maar, serieus, hij was nu zelf al volwassen, hij had echt geen bescherming meer nodig, zeker niet van een onschuldige, maar toch veroordeelde man.

Nadat Sirius zijn vloekje, eh zegje, had gedaan ging Severus soepeltjes verder. "Dan had je net zo goed Zwarts mee kunnen nemen. Hij is ook incompetent. Met een beetje geluk had een schouwer hem neergehaald, twee vliegen in één klap, als je het mij vraagt." Remus kookte van woede.

En blijkbaar was hij niet de enige, want even later hoorde men geschreeuw van boven. "Dus jullie mogen niet bij de vergaderingen zijn! O, wat erg! Maar jull…" Harry had boven een gesprek met zijn vrienden en was zo te horen not amused. Totally not amused, beter gezegd, en dan was het nog steeds een understatement.

Remus kon het zich wel voorstellen. Dat arme joch was de hele tijd opgesloten bij die dreuzels. En zijn vrienden hadden hem niet, of in iedergeval niets waardevols, geschreven. Het was een begrijpelijke reactie, zeker als we het hier over James zoon hadden, en dat hadden we. Remus en Sirius wisselden een blik uit, Remus zag dat Sirius precies het zelfde dacht en glimlachte.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Een vergadering later, waarin Severus er tig keer in geslaagd was om het bloed onder Sirius nagels vandaan te halen, ging mevrouw Wemel naar boven om de kinderen te halen voor het eten.

Even later hoorden ze een klap, gevolgd door het gekrijs van mevrouw Zwarts. Het was vreselijk om gekrijs van mevrouw Zwarts te horen, maar zo mogelijk nog erger om Sirius uitdrukking te zien. Haar, pijn en woede tekenden zich op de mans gezicht af. Hij stond op. Sirius was toch al gespannen omdat Harry zou komen en dat beïnvloedde zijn zelf controle, dat toch al overmatig op de proef was gesteld door Severus opmerkingen.

Met een gezicht waar je gerust rauw vlees op gaar kon stoven rende hij naar de gang. Remus hoorde hem tieren en besloot hem te helpen met het gordijn voor mevrouw Zwarts schilderij. Met een bezweet gezicht draaide Sirius zich om naar Harry. "Hallo Harry, ik zie dat je mijn moeder hebt ontmoet."

Aan Harry's verbijsterde gezicht was te zien dat hij wat dingen niet snapte, dus moest Sirius het één en ander uit leggen. Onderwijl leidde Sirius de kinderen naar de keuken. Sirius uitleg was net afgelopen toen Clementis de kamer binnen wipte.

In haar handen hield ze een oud boek dat zelfs van deze afstand af naar stof rook en ging zitten op het dichtstbijzijnde voorwerp dat er zitbaar uit zag. In dit geval was dat het oeroude bureau dat in de linkerhoek naast de deur stond. Wat lijkt ze toch op mij, dacht Remus.

"Wie is dat?"vroeg Harry fluisterend aan Ron. "Remus nichtje. Net als Hermelien, maar dan stiller. Zit de hele dag met d'r neus in een boek." Fluisterde Ron net iets te hard. "Geen lol aan te beleven." Voegde Fred, of misschien was het George, Remus kon ze nog steeds niet uit elkaar houden, alhoewel hij ze een jaar lang had les gegeven, eraan toe.

De tweeling was net samen met Paris in de kamer verschijnseld. "Hé!" snauwde Paris. "Dat is wel mijn zusje, ja!" Blijkbaar was ze in één van haar zeldzame beschermende buien. Clementis keek even over haar boek heen en haalde haar schouders op. "Ik ben Paris, Clementis is mijn zusje en Remus is mijn oom." Stelde Paris zichzelf voor aan Harry, terwijl ze hem een hand gaf.

Harry keek haar geïntrigeerd aan. "Ben jij oud genoeg om te verschijnselen?"vroeg hij. "Yep." Paris knikte. "Maar ik heb mijn test veel eerder gedaan dan officieel toegestaan. Ik was toen nog minderjarig. Best vet." Harry's ogen werden zo groot als schoteltjes. "Hoezo dat dan?" vroeg hij haar met grote interesse, zo te zien vond Harry het wel een goed idee om hetzelfde te doen.

"Wegens speciale omstandigheden." Antwoordde Paris. Voor Harry was dat maar een vaag begrip en dus vroeg hij door. "Wat voor specia…" Gelukkig nam mevrouw Wemel Paris in bescherming. "Als jullie willen dat er iets te eten op tafel komt voor middernacht moeten jullie me helpen!" Paris stemde hier met meer enthousiasme in dan ze normaal zou hebben gedaan. Ze sprong op en liep naar de servieskast. "Wat kan ik doen mevrouw Wemel?"

De rest van de dag bleef Paris uit Harry's buurt en door wat er die avond zou gebeuren zou Harry zijn vraag vergeten en pas veel later herinneren.