Het Afscheid

Hoewel het nog vroeg in de ochtend was, was Broodje kaas al een hele tijd wakker. Tot in de vroege uurtjes die nacht had ze liggen piekeren, maar vandaag was het toch die langverwachte en gevreesde dag; ze zou vandaag naar een nieuwe koelkast verhuizen. Vanaf dat ze dit nieuws van haar vader, oude kaas, te horen kreeg, zag ze hiertegen op. Haar hele leven wat ze hier in deze koelkast had opgebouwd, zou ze opnieuw moeten starten op een andere plaats… in een andere koelkast. Al toen ze jong was, heeft haar moeder haar vader verlaten voor een jonger exemplaar omdat de vader van broodje kaas vreemd ging met de magere yoghurt van een schap naast dat van hun. Broodje kaas heeft haar moeder, die toen meteen verhuist is, al jaren niet gezien, en Oude kaas verbiedt het haar.

Broodje kaas is een perfect gesmeerd broodje met kaas: het broodje is precies ver genoeg opengesneden, de verhouding kaas en brood is helemaal perfect en ook de hoeveelheid boter die ertussen gesmeerd is had niet beter kunnen zijn. Het enige minpuntje wat je aan haar zou kunnen aanmerken, is dat ze ietwat onhandig is. Het kan ook aan haar leeftijd liggen dat ze wat onhandig is; ze zit namelijk net in haar puberteit. Onlangs is ze door de zware overgang van jonge kaas naar belegen gegaan. Ze wordt hierom ook vaak Bellée genoemd, naar belegen, maar nog vaker wordt het verhaspeld naar Bella, wat mooi betekend. Niemand kan nou eenmaal haar schoonheid ontkennen, als is ze er zelf nog niet echt zeker van, ondanks de vele toenaderingen van andere broodjes.

"Kom Bellée! Pak je spullen, we moeten gaan!" hoort Bella haar vader van het schap onder haar roepen. Bella ploft voor de laatste keer neer op haar slaapplaats, en slaakt een diepe zucht. Dit is de laatste keer dat ze hier zit, en waarschijnlijk ooit zal zitten. De plek waar ze is opgegroeid heeft altijd heel veel voor haar betekend, en het doet haar veel pijn om deze plaats te verlaten, maar het moet wel. Haar vader heeft namelijk een goed betalende baan gekregen in een andere koelkast, en hij kan die kans niet laten schieten. Ook speelt het feit dat hij hun bovenbuurvrouw, Danoóntya Pauwär, heeft aangerand een rol. In de nieuwe koelkast zal het allemaal beter zijn, beloofde Oude kaas aan Bella, maar veel vertrouwen heeft zij er nog niet in. "Kom op, je zal allemaal heel leuke nieuwe vrienden krijgen, we hebben een groot schap daar kunnen krijgen en misschien vindt je nog wel een leuk broodje daarzo." Had haar vader gezegd om haar te overtuigen, maar nog steeds was ze pessimistisch.

Hoe zou ik deze situatie moeten doorkomen? En wat nou als iedereen op mijn nieuwe school me zou pesten? Wat dan? En wat nou als iedereen me gewoon negeert? Hier heb ik leuke vrienden, waarom moet ik nou weg? Stuk voor stuk schoten de vragen als pijlen door haar hoofd. Helaas volgden er geen oplossingen voor haar problemen op en bleef ze zitten tobben. Ze hoorde haar vader nog een keer roepen en besloot dat ze zich beter gewonnen kon geven; nadat haar stiefmoeder Magere Yoghurt was overleden was Bella het enige wat haar vaders leven nog zin gaf, en dat wist ze. Hem nu in de steek laten zou ondraaglijk zijn voor hem, en zoveel pijn kon ze hem niet aandoen, hoe graag zo ook wilde blijven. Op haar gemakje pakte ze dus haar laatste spullen maar bijeen en liep naar beneden.

"Ah, ben je er eindelijk? Ik was al bijna bang dat je verdwaald was op je weg naar beneden." Grapte Oude kaas, maar slaagde er niet in op een glimlach op zijn dochters gezicht te kunnen toveren. Sinds hij haar had verteld dat ze zouden gaan verhuizen, leek er iets in haar geknapt te zijn, en ze wilde er niet over praten. Als deze baan niet het laatste geweest zou zijn waarmee hij zijn gezin zou kunnen onderhouden, had hij wel nee gezegd, en diep van binnen, zou Bella dat hopelijk ook wel weten. Als ze het nu alleen nog maar zou accepteren. "Kom, ik breng je spullen wel naar de auto. Ga jij nog maar even je vrienden gedag zeggen voor de laatste keer." Zei Oude kaas tegen zijn dochter, die hem snel bedankte, en richting het huis van haar beste vriendin holde. Met een droeve blik op zijn gezicht, keek Oude kaas haar na toen ze uit zijn zicht wegrende. Wat worden ze snel groot, dacht hij bij zichzelf, en laadde haar tas in de auto.

"Pudding! Doe open, ik ben het, Bella!" riep Bella toen ze op de deur van haar beste vriendin Pudding stond te bonzen. Door de deur hoorde ze voetstappen en ze deed een stap naar achteren om niet in de weg te staan als de deur geopend zou worden. Door de ruit in de deur zag ze een gedaante de sleutels in het sleutelgat stoppen, en de deur werd geopend. Pudding, Bella's vriendin sinds de peuterspeelzaal, stond voor haar, met tranen in haar ogen. "Mocht je toch nog afscheid komen nemen? Ik dacht dat jullie meteen weg zouden gaan?" Vroeg Pudding. "Nee," vertelde Bella haar, "ik mocht nog een laatste keer afscheid komen nemen van mijn beste vriendin." De twee vriendinnen vielen elkaar nog voor de laatste keer in de armen toen Bella de bekende toeter van haar vaders auto achter zich hoorde. "Misschien dat we voor de volgende vakantie nog wat kunnen afspreken." Zei Pudding tegen Bella. Bella knikte goedkeurend, maar kon geen woord meer uit haar keel krijgen. Van binnen werd ze verscheurd door verdriet van het verlaten van haar beste vriendin. In haar hele leven hadden ze nog geen dag zonder elkaars aanwezigheid doorgebracht, en dan zou ze nu opeens wekenlang moeten wachten om haar terug te zien. Zwijgend en stilletjes huilend liep ze naar de auto waar haar vader op haar wachtte. Ze sloeg de deur achter zich dicht.

Hoe lang ze al in de auto zat, kon Bella zich nooit meer herinneren. Zodra ze de deur achter zich dicht had geslagen, was Bella in slaap gevallen en was uren niet meer wakker geworden. Oude kaas was, niet realiserend dat zijn dochter net was flauwgevallen, gewoon doorgereden. Bella was wakker geschrokken doordat ze een pijnlijke klap voelde tegen haar achterhoofd. Oude kaas was met een net iets te hoge snelheid over een verkeersdrempel gereden, en ze vlogen bijna een meter de lucht in. Bella had geen tijd meer om haar gordel vast te doen en knalde dus met haar achterhoofd tegen het raam, wast ze even ervoor nog als kussen had gebruikt.

Hoewel de klap tegen haar achterhoofd was, drong hij diep door in heel haar lichaam. Door elke vezel van het brood, tot diep in de kaas gonsde de klap diep door, en het voelde alsof ze net van een flatgebouw was afgegooid. Ze slaakte een gil en Oude kaas stopte zo snel mogelijk de auto. Het kwaad was helaas al geschied; lichte klodders boter dropen langs een klein gat in haar achterhoofd naar buiten. Oude kaas wist dat als hij haar naar het ziekenhuis zou brengen, de dokters zouden vragen hoe dit gebeurd was, en hij wilde geen boete krijgen voor roekeloos rijgedrag. Hij besloot het heft in eigen handen te nemen, en pakte uit de EHBO koffer een pleister en plakte die op zijn dochters achterhoofd. Toen er bijna geen boter meer uit de wond kwam, besloot hij dat ze verder konden rijden, en besefte niet dat zijn dochter een hersenbeschadiging had opgelopen en de zenuwuiteinden naar haar gezicht waren afgestorven. Nooit meer zou zij door middel van gezichtsuitdrukkingen haar gevoel kunnen uitten. Maar dat wist niemand op dat moment nog. Anders was alles anders gegaan.

In het ziekenhuis van de nieuwe koelkast werd ze wakker, al besefte ze zelf nog niet waar ze nou precies was. Bella werd wakker van een helder licht wat op haar scheen. Na een paar keer met haar ogen geknipperd te hebben, zag ze de ruimte waar ze zich in bevond. "He he, eindelijk ben je wakker!" hoorde ze een bekende stem spreken. Het was Oude kaas die op een stoel naast haar zat. "Hoe lang lig ik hier al?" vroeg Bella verschrikt. Haar vader stelde haar gerust. Al met al lag ze net een half uurtje in het ziekenhuis, en mocht ze schijnbaar over drie dagen al naar huis. "We willen nog wel een paar tests op je doen." Zei de verpleger die naast haar stond. De verpleger was een apart figuur, dacht Bella. In haar oude woonplaats was er niemand die er zo vreemd uit zag als hem. "Wie… wie bent U?" probeerde Bella beleefd te vragen, maar de woorden bleven steken in haar keel. "Rustig aan broodje," opperde de verpleger, "je hebt een zware klap gehad. Je mag niet te veel praten. Ik ben trouwens Frida… Frida Rietsaus. Zoals je ziet, ben ik een tube met Frietsaus, om antwoord te geven op je vragen." Bella had geen idee wat ze hierop moest terug zeggen, dus zweeg ze wijselijk.

De dagen die volgden vlogen voorbij. Bella sliep ongeveer zestien uur per dag en de uren dat ze wakker was lag ze tv te kijken. Het leek nog maar de dag voor eergisteren dat haar vader haar vertelde dat ze over 3 dagen naar huis mocht. Haar vader hielp haar met het inpakken van haar spullen en samen liepen ze richting de deur die de zieken van de gezonden scheidde. "Kom maar mee, we kunnen te voet naar ons nieuw schap lopen." Zei Oude kaas. "Het is maar twee straten verder! Het is heel handig dat we zo dicht bij het ziekenhuis wonen, want jij breekt elke week wel wat" grapte Oude kaas. Bella probeerde te lachen, maar kwam niet verder dan een pijnlijke grimas, waarbij het leek alsof ze niet helemaal bij haar volle verstand was. Misschien was ze dan ook niet meer, en was er nog meer beschadigd door het auto ongeluk. We zullen het echter nooit weten – O! Bella word bijna aangereden door een auto; ik kan me maar beter weer tot het verhaal wenden! Nog maar net op tijd, weet Oude kaas zijn dochter weg te trekken voor de auto. De automobilist stopt, draait zijn raampje open, en zegt: "Jou krijg ik nog wel!" en rijdt door zonder enige uitleg te geven wáárom hij haar aan wilde rijden. Bella bleef verschrikt staan op de stoep.