H3 De lekke ketel


Ik kijk met grote ogen toe hoe er een groot gat tevoorschijn komt waar Jozefien en ik verder in worden gezogen.

'Marije, wat gebeurt er?' Jozefien kijkt paniekerig naar mij op. 'Moet ik dat weten,' zeg ik benauwd tegen haar en kijk naar beneden. We vallen steeds dieper. Ik houd Jozefiens hand stevig vast, en kijk naar beneden, een diepe afgrond zie ik.

Ik hoor in de verte gehinnik en kijk naar boven, 'Krijg nou wat,' zeg ik stomverbaast, als ik Bono zie vliegen, met vleugels. 'Jozefien ik zei toch dat magie echt bestaat,' en grijns van trots, 'Maar daar gaat het nu niet om, kijk liever even naar beneden,' zegt Jozefien gespannen en wijst naar beneden, er verschijnt een enorm fel licht.

'Houd je stevig vast,' en ik grijp Jozefiens hand goed vast, snel grijp ik Bono' s manen en dan vliegen we met een grote snelheid door het licht.

Mijn ogen gaan weer open ik hhad niet gemerkt dat ik ze dicht deed. Een donkere deur verschijnt in mijn ooghoeken en beetje bij beetje zie ik weer wat, 'Waar de * zijn we?' vraagt Jozefien en staat op.

'Mot ik dat weten?'

'Ja duh jij hebt toch van die dromen of visioenen ofzo,' en ze klopt haar kleren af, 'Volgensmij zijn we in Londen,' zeg ik als ik om mij heen kijk.

'En nu weet je het in één keer wel,' en Jozefien slaat boos haar armen over elkaar heen. Ik rol verveeld met mijn ogen, soms kan ze zo irritant zijn.

Een bordje hangt boven de zwarte deur, 'De lekke ketel,' lees ik hard op voor,

'Waar?' en Jozefien draait zich met een fere draai om, haar boosheid is opslag verdwenen.'Hier sukkel,' en ik wijs naar het bordje boven de deur, Bono staat nog steeds te pitten en zwaait rustig met zijn staart.

'Nou laten we dan naar binnen gaan.' en Joziefien loopt naar de deur toe, snel ren ik naar haar toe, 'Ben je gek geworden!' ik grijp haar pols en trek haar bij de deur weg.

'Wie weet wat daar achter zit, het kan zo maar een gevaarlijk wezen zijn.' zeg ik met angst in mijn stem, 'We moeten thuis zien te komen,'

'Ik hoop dat dit boek ook meer kan dan alleen problemen veroorzaken,' en ik blader door het boek wat ons hier bracht.

Er klinkt een luide plop, Jozefien en ik kijken naar de plek waar het rare geluid vandaan kwam. Ik spring op, 'Wie is daar?' vraag ik met een luide stem, 'Laat je zien,'

zegt Jozefien en balt haar vuisten.

'Is dat nou echt nodig?' sis ik tegen haar en kijk goed om mij heen, 'Tuurlijk, je moet niet bang zijn voor iemand die je nog niet eens hebt gezien.' fluistert ze.

'WIE JE OOK MAG ZIJN ALS JE NU NIET TEVOORSCHIJN KOMT SMIJT IK MIJN SLOF RECHT IN JE GEZICHT, je zult dan nog dagen sterretjes zien. Mijn sloffen zij zo hard als staal.' schreeuwt Jozefien en zwaait met een slof die ze net van haar voet heeft afgedaan.

'Wat zij zegt ja,' zeg ik en grinnik, Jozefien kan soms nogal overdrijven in iets wat heel klein is, ze maakt er meteen een enorm toneelstuk van.

Een oude man met een lange witte baard, een halve maan brilletje komt uit de schaduw tevoorschijn. 'Wie bent u?' vraag ik en onderzoek de man van top tot teen.

Er zit een glinstering in zijn blauwe ogen die volgens mij nooit weggaan.

'Ik ben Albus Perkamentus, ik ben schoolhoofd van Zweinstein hoge school voor hekserij en toverkracht.' zegt hij met een rustige diepe stem, Jozefien staat nog steeds met haar slof te zwaaien en ze pord bijna in de man zijn kromme neus. Ik draai met mijn ogen. 'Jullie moeten Jozefien en Marije Wolf zijn,' zegt de oude man vrolijk,

'Ja dat klopt,' zeg ik geschokt, hoe kan die oude man mijn naam weten.

Hij zei iets over Zweinstein bedenk ik me ineens, daar las ik over in het boek.

Ik kijk naar het boek wat in mijn handen ligt en dan naar de oude man, 'Hier zijn twee brieven, open ze pas als je thuis bent,' zegt de oude man en geeft ons twee enveloppen, de één aan Jozefien en de ander aan mij.

'Deze brieven zijn voor volgend schooljaar, het schooljaar begint op 1 September, ik zie jullie dan.' de oude man draait zich om en verdwijnt dan met een plop.

'Maar hoe komen we dan thuis?' vraagt Jozefien met wanhoop in haar stem.

'Ik denk net zoals we hier zijn gekomen,' zeg ik opgewekt, ik ben dus een heks mijn droom komt uit (het was niet echt een droom, maar toch).

Ik sla het boek open op de eerste pagina, er verschijnt een fel licht en we worden door het licht naar binnnen gezogen.

Beste Marije Wolf,

Hierbij bent u aangemeld op Zweinstein school voor hekserij en toverkracht.

Uw schooljaar zal beginnen op 1 september, omdat u later bent aangemeld, zult u net als alle andere 1ste jaars gesorteerd worden.

U zult in het 5de jaar worden geplaatst.

Voor u naar school gaat moet u naar de lekke ketel op 31 augustus om 13:00 uur, een begleider zal daar op u wachten bij de voordeur van de lekke ketel.

De begleider heeft de lijst met spullen die u voor volgend schooljaar nodig zult hebben.

Het is noodzakelijk uw ouders en ook andere hier niet over in te lichten, wij zullen alles voor u regelen.

Hoogachtend,

Minerva Anderling

Assistent-schoolhoofd

Ik ga een paar keer met mijn ogen over de letters, het is een paar dagen later en ik kan het nog steeds niet geloven.

'Bij mij staat precies hetzelfde, aleen ik kom in jaar 4 terecht.' zegt Jozefien als ze onze brieven vergelijkt.


Het is een paar maanden later, 31 augustus om precies te zijn. Ik heb mijn moeder en stiefvader niks verteld, ook Jozefien heeft voor één keer haar mond kunnen houden.

'11 uur,' roep ik verschrikt uit, ik spring mijn bed uit en kleed me aan, het is weer een keertje haasten zoals altijd.

Ik ren de trap op om Jozefien te wekken, 'Wa mot je?' zegt ze met een slaap hoofd, haar ogen zijn nog waterig, vanwege dat ik het felle licht heb aan gezet.

'Nog nooit gehoord van school,' zeg ik sarcastisch en zet mijn handen in mijn zij en kijk met een schuin hoofd op haar neer.

'shit' roept ze verschrikt uit en springt uit bed, tenminste dag probeert ze. Haar deken zit te veel om haar heen gedraait en ze valt midden in haar sprong boven op mij, ik die het niet zie aankomen word vol op de grond gegooid.

'Auw,' zeg ik en wrijf over mijn nu burse bibs. 'Let de volgende keer een beetje op met wat je doet ja,' snauw ik tegen haar, ze steekt haar tong naar mij uit en gaat recht staan.

'Heb je al je spullen,'

'Ja'

'Oké, dan kunnen we gaan, denk je ook niet?' zeg ik en pak het boek van de boekenkast. Ik sla het boek open en we worde opnieuw door het licht naar binnen gezogen, ineens bedenk ik me iets, iets heel stoms.


Dat was het alweer, ik ga geen beloftes maken voor wanneer het volgende hoofdstuk komt, maar ik ga je zeggen het wordt nog grappiger. -Hetty