Hoofdstuk twee: over het maken van een boodschappenlijstje
Sneep liet zich zakken op zijn bed, en keek net zo geschrokken naar de jongen als die naar hem keek. Hij zocht zijn hersens af naar wat hij nu zou kunnen doen, maar hij kon geen situatie bedenken die maar in de verste verte hier op leek.
Met tegenzin liep hij op het kind af. "Okee, rustig maar. Niet huilen, het komt allemaal goed," zei hij, terwijl hij de jongen op zijn rug klopte. Dat hielp niet veel; Justin begon nog harder te huilen en het duurde even voordat Sneep, die probeerde zo vriendelijk te klinken als hij kon, begreep dat hij was vergeten om zijn gezichtsuitdrukking aan te passen.
"Goed," gromde hij. "Wat willen kinderen? Koekjes, schreef Ernestine. Even kijken…" Hij zwaaide zijn toverstok en een bord met koekjes verscheen op het kleine tafeltje voor de haard. Onmiddellijk stopte Justin met huilen. Hij stond op en liep wat wiebelig op zijn kleine beentjes naar het bord. Sneep ging weer op het bed zitten en zuchtte. Eindelijk stilte. Hij bekeek het kind terwijl het at. De koekjes verdwenen in een verbazingwekkend snel tempo. Toen hij het laatste koekje naar binnen had gewerkt, draaide Justin zich om en keek naar Severus. "Melk?" vroeg hij.
"Beste Oom Severus, Mag Ik Alstublieft Wat Melk?" mopperde Severus met een frons. Toen keek hij om zich heen. Hij was niet zo'n melkig type.
"Melk?" vroeg Justin nog eens.
"Ja, ja, een beetje geduld alsjeblieft! Ik zal eens kijken wat ik voor je kan doen," zei Sneep terwijl hij de schappen afzocht. "Ik weet zeker dat het ergens moet zijn… aha, daar is het al." Hij pakte een fles met eenhoornmelk en opende het. " Nou niet knoeien hiermee, dit is een ontzettend duur ingrediënt en…"
Justin had de fles al gepakt en dronk het tot de bodem leeg met grote, gulzige slokken.
"Goed, dat was mijn eenhoornmelk. Vriendelijk bedankt daarvoor. Ik zal het wel met je geliefde moeder Ernestine berekenen," zei Sneep.
"Mama?" vroeg Justin.
"Die is nu niet hier, ik zou dat het zo was," zei Sneep met een zucht. "O nee, ga alsjeblieft niet weer huilen," voegde hij er haastig aan toe, toen hij de gezichtsuitdrukking van het kind zag. "Ze komt snel terug, echt waar."
Tenzij ze betrokken was bij een vreselijk ongeluk. Voor zover hij wist, kon ze wel precies op dit moment door de bliksem worden getroffen. Een deel van hem wenste dat het waar was.
Justin bleef wat nasnikken terwijl Sneep door de kamer ijsbeerde. "Goed, wat zal ik nu doen? Ik heb wat… kinderspullen nodig, denk ik. Ik zal het aan iemand moeten vragen."
Hij liep naar Justin en tilde hem op. "Kom mee, we gaan naar een aardige mevrouw," zei hij, terwijl hij uit alle macht probeerde te glimlachen. Toen droeg hij hem naar het kantoor van Anderling.
Toen ze binnenkwamen zei Justin: "Een kat, een kat, kijk!"
"Minerva, wil je terugveranderen; ik heb je hulp nu nodig," zei Sneep ongeduldig tegen de kat. Met een suisend geluid veranderde de kat in de strenge figuur van Anderling.
"Kijk eens aan, wat hebben we hier?" zei Minerva, maar voor ze verder kon gaan, had Sneep al Justin aan haar gegeven.
"Dit is Justin," zei hij. "Het lijkt erop dat ik een weekje voor hem zal moeten zorgen, maar ik ben nogal… onvoorbereid. Vertel me alsjeblieft wat ik moet doen." Sneep wriemelde met zijn vingers; hulp vragen was duidelijk niet zijn favoriete bezigheid.
Minerva keek naar Justin met een wat ongemakkelijke glimlach. Justin keek haar stralend aan en riep: "Kat, kat, jij was een kat!"
"Severus, mag ik vragen of dit kind misschien… van jou is?" vroeg Anderling terwijl ze een wenkbrauw had opgetrokken en een klein beetje lachte.
De manier waarop Sneep terugkeek deed de lach onmiddellijk van haar gezicht verdwijnen. "Niet jouw kind dus," vervolgde ze. "Maar waarom vraag je mij om hulp met een kind? Niet alleen maar omdat ik een vrouw ben, hoop ik?" Anderlings uitdrukking was wat zorgelijk. "Want dan heb je de verkeerde vrouw uitgekozen; ik weet niets van kleine kinderen. Maar ik vermoed dat ze luiers nodig hebben." Ze hield Justin op armlengte, alsof ze besliste welke kant van hem boven en wat onder was.
"Nou, hoe kan ik daar dan aan komen?" vroeg Sneep ongeduldig. "Op de Wegisweg verkopen ze die zeker niet."
"Ik denk dat je naar een Dreuzelwinkel moet gaan."
Sneep keek Minerva verbijsterd aan. "Nee, geen Dreuzelwinkel, alsjeblieft zeg. Ik ben daar één keer eerder geweest, daar zijn alleen maar nieuwsgierige mensen die je aanstaren en allerlei impertinente vragen stellen."
"Je bedoelt vragen als 'kan ik u helpen meneer'?" vroeg Minerva. "Ze probeerden waarschijnlijk alleen maar vriendelijk te zijn, Severus. Het verbaast me nog dat je gezicht als een onweerswolk ze niet heeft afgeschrikt."
Sneep zuchtte. "Nou, ik denk dat ik geen andere keus heb. Idiote Ernestine met haar ideeën. Wat heb ik nog meer nodig behalve luiers?"
"Hmm, laat eens kijken… speelgoed, denk ik, en eten voor kleine kinderen. Koekjes, melk, dat soort dingen."
Sneep had zijn veer gepakt en schreef snel alles op terwijl Minerva bedacht wat Justin nodig zou kunnen hebben. "Goed, dan ga ik nu maar," zei hij. "Kun jij even op Justin passen terwijl ik weg ben?"
Minerva keek verschrikt. "Nee, nee, zeker niet. Ik heb al andere plannen, zoals eh… ik moet nog…" Ze gaf Justin snel weer terug aan Sneep.
"Ik kan hem toch zeker niet meenemen!" riep Sneep uit.
"Natuurlijk kan dat," zei Minerva geruststellend. "Hij ziet er schattig uit, ik wil wedden dat hij je helemaal geen last bezorgt."
Sneep gromde terwijl hij Justin optilde en het kantoor van Minerva verliet.
