Hoofdstuk vier; over een Slim Plan
Sneep zat in zijn stoel en dronk zijn whiskey. Hij had een vreselijke hoofdpijn, en de tijd die hij met zijn nieuwbakken neefje had doorgebracht, had dat er niet beter op gemaakt. Het was een lange dag geweest. Hij had geen idee gehad dat het verwisselen van een luier bij een kleuter zo'n vreselijk vermoeiende taak was; vooral omdat Justin niet in staat leek te zijn om langer dan, zeg, drie seconden stil te blijven liggen. Sneep had serieus overwogen om de petrificus-vloek te gebruiken, toen Justin plotseling had besloten om stil te blijven. Hoe dat precies kwam, wist Sneep niet precies, maar het zou iets te maken kunnen hebben met zijn blik op dat moment; de blik die ervoor zou zorgen dat zelfs een aanvallende tijger zich nog even zou bedenken en ook stil zou blijven liggen.
Nadat Sneep eindelijk de luier had verschoond, had Justin Sneeps toverstok te pakken gekregen, en voor Sneep het goed en wel in de gaten had, had Justin al een klein vuurtje aangestoken op de schoorsteenmantel. Ernestine had gelijk gehad; Justin was al een aardig klein tovenaartje. Alleen goed richten was klaarblijkelijk nog niet zijn sterkste punt.
Sneep zuchtte, en nam nog een slok van zijn whiskey. Hij keek naar een hoek van zijn kamer, waar Justin nu diep in slaap was. Het was nog niet makkelijk geweest om hem in slaap te krijgen; Justin hield vol dat hij een heel ritueel had van liedjes en verhaaltjes, en dat hij anders niet zou kunnen slapen. Dus Sneep had geen andere uitweg gezien dan liedjes te zingen en verhaaltjes te vertellen; activiteiten die niet makkelijk uit te voeren waren met opeengeklemde kaken. Helaas bleken de verhalen die Sneep vertelde, veel te eng te zijn voor Justin, en toen de jongen onder de dekens was gekropen na een verhaal over vampiers, en weigerde er nog onder vandaan te komen, had Sneep het idee gekregen om uit één van zijn toverdrankboeken te lezen. Binnen twee minuten sliep Justin als een klein engeltje.
Sneep had het gevoel dat hij nog nooit een glas whiskey zo had verdiend als nu. Hij verdiende het omdat het joch eindelijk sliep- en omdat hij vandaag een plan had gekregen. Het was waarschijnlijk het beste plan dat hij in jaren had gehad, en hij had het te danken aan het niet-bestaande moederinstinct van zijn geliefde nicht Ernestine.
Het plan had hem bijna besprongen in het warenhuis; had hem geraakt als de bliksem die hij voor Ernestine had gewenst. Terwijl hij daar stond, zijn handen vol met luiers en koekjes, met al die vrouwen die bijna over hem heen kropen, zag hij het ineens. Hij zag dat hij van Justin gebruik kon maken. Hij kon het kind gebruiken als lokaas, en iedere vrouw aan de haak slaan die toevallig aanwezig was. Justin werkte op vrouwen als een soort van afrodisiacum, en wie was hij, om die arme vrouwen te onthouden waar ze overduidelijk behoefte aan hadden: de tedere belangstelling van een liefdevolle en zorgende alleenstaande ouder?
Hij zou alles natuurlijk goed moeten voorbereiden. Ten eerste zou hij Justin mee moeten nemen naar een plaats waar veel vrouwen aanwezig waren. En het zou natuurlijk een Dreuzelvrouw moeten zijn, want iedere magische vrouw zou hem onmiddellijk herkennen als leraar Toverdranken van Zweinstein. Het grootste probleem zou zijn hoe hij van het joch af kon komen als hij eenmaal een vrouw gevonden had. Hij wilde hem zeker niet in de weg hebben lopen als het serieuze werk begon.
Nog een ander klein probleem was dat hij de vrouw onmogelijk mee kon nemen naar Zweinstein; ze zou het immers niet kunnen zien. Hij zou een andere plek moeten zoeken, misschien een hotel, of bij haar thuis. Alleen, waar zou hij Justin moeten laten?
Zo verstreken de uren, en Justin sliep, zich niet bewust van de plannen die zijn oom aan het maken was. Toen het ochtend werd, was Sneeps plan klaar. Het was goed, en hij was erg tevreden.
