Hallo allemaal

Als reactie op mijn eerste verhaal krijg ik te horen dat er misschien een vervolg op kon schrijven. (dankje Dat Will wraak kon nemen. Ik vond het meteen een fantastisch idee. En Voila! Hier is het eerste hoofdstuk.

Groetjes FLOWYOO

Hoofdstuk 1

De ochtend dat iedereen terug naar zijn eigen leen vertrok was aangebroken. Jagers pakten hun tenten in en propte al hun spullen in de zadeltassen van hun paard. De iets latere vogels die wilden uitslapen nadat ze misschien een beetje telaat waren gaan slepen maakten een extra straffe koffie bij hun vuur. Will was al even wakker in tegenstelling tot Gilan en een paar anderen. Hij begon net zijn zadeltassen in te laden toen Gilan uit zijn tent verscheen en eens goed in zijn ogen wreef.

"Goed geslapen, Gil?"

"Eerder een beetje te kort"

Will gniffelde.

"Te lang met Jenny geflirt?" zei hij met twinkelende ogen.

"Natuurlijk niet", nu werd Gilan een beetje chagrijnig.

Halt kwam aangestampt.

"Goed zo, je bent wakker. Dan kunnen we vertrekken."

"Wat! Ik heb nog niet eens koffie gehad!"

"Dan had je eerder moeten opstaan. Allé hop. Will is ook al klaar met pakken. Zadel je paard en spring erop."

"Ach, ik moet toch niet met jullie mee. Ik vertrek wel later."

"Gaat niet Gil, je moet met ons mee. Orders van Crowley blijkbaar."

"Goed dan maar", Gilan keek met gefronste wenkbrauwen naar Halt. "Maar waarom?"

Halt zweeg. Uit hem zou je geen informatie meer krijgen.

Even later was Gilan dan toch klaar met inpakken en konden ze vertrekken. Ze hesen zich alle drie in het zadel. Halt misschien wat moeizamer, maar daar gaan we het niet over hebben. Op hun paarden gingen ze op weg naar de bosrand. Halverwege excuseerde Halt zich dat hij nog even langs Crowley moest. Will en Gilan keken elkaar verbaasd aan, dat gebeurde nooit dat Halt op het laatste moment nog iets moest doen.

Ach ja, dacht Will, hij wordt een dagje ouder. Gilan daarentegen vond het een beetje verdacht van zijn voormalig mentor.

Ze bleven nog op hen wachten. De paarden sloegen met hun staart de vliegen weg.

Wanneer komt die ouwe terug zeg. We staan hier al een eeuwigheid.

"Halt is nog maar twee minuten weg, Trek!"

Pfff. Hoe kan jij dat nou weten. Jullie hebben geen waterklok bij je. WIj daarentegen, paarden, hebben een ingebouwde klok.

"Dat klopt niet wat je daar zegt. Ik kan aan de stand van de zon zien hoe laat het is. Dat werkt even goed als die zogenaamde ingebouwde klok van jullie", antwoordde Will verontwaardigd.

Gilan hield snel een hand voor zijn mon. Om zijn lach te verbergen. Maar hij proestte het uit.

"Wat heb jij nu weer, Gil? Iedereen praat toch met zijn paard!", zei Will,"Of niet?" nu keek Will een beetje bang.

"Natuurlijk praten Jagers met hun paarden. DIe jongen daar heeft alleen nog nooit meegemaakt hoe anderen dat doen. Gilan schaamt zich er voor. Niet waar?" zei Halt met een duivelse grijns en zijn wenkbrauw omhoog. Door de opmerkingen van de oude jager krijg Gilan rode wangen.

"Euh, gaan we vertrekken?"

Nu bereikten ze wel de bosrand en zetten hun reis voort elk naar hun eigen leen. s'Avonds maakten ze hun kamp naast de weg. En dronken nog een kop koffie voor Will de eerste wacht zou nemen.

s'Ochtends namen ze van Gilan afscheid en trokken Halt en Will naar het Westen.

"Halt, kan ik een vraag stellen?"

Halt bromde wat en voor hij kon antwoorden zei Will: "Ik heb al een vraag gesteld, ik weer het."

"Nou, in dat geval heb ik de vraag al beantwoord."

"Maar … Wat?"

"Je mag je vraag stellen hoor."

"Waarom hebben jullie me eigenlijk getest?"

"Oh, zomaar."

"Ik geloof je niet."

"Tuurlijk geloof je me niet", bromde Halt.

Will durfde niks meer te zeggen en bleef voor zich uit staren.