Emma keek opzij naar haar kat. Hij rekte zich uit en keek rond met zijn oplettende ogen. Lucifer's ogen bleven op Emma rusten.

Deze twee weken dat hij bij Emma had gewoond had hij zich nog niet laten aanraken door haar. Hij was erg op zichzelf en hij jaagde elke nacht. Dan deed Emma het raampje open en dan ging Lucifer naar buiten om op muizen en ratten te jagen.

Toch wist Emma dat Lucifer toch het beste dier voor haar is.

Vandaag was het de grote dag. Haar studies op Zweinstein zouden vandaag beginnen. Emma had alle boeken al twee keer uit en ze had een heel dik boek over Zweinstein ook al uit, die ze had gekocht op de Wegisweg. Professor Anderling had het haar aangeraden om te kopen. Het was een goed boek over alles van Zweinstein.

Emma was erg nerveus. Ze wist niet of ze wel vrienden zou maken. Wat als het net als op haar oude school was?

Nee. Zo mocht ze niet denken. Het zou allemaal wel goed komen.

Nadat ze voor de derde keer had gekeken of ze al haar schoolspullen in haar koffer hadden gedaan, pakte ze de kooi van Lucifer. De kat keek haar vragend aan met zijn gevaarlijke ogen.

"We gaan naar Zweinstein, Lucifer," zei Emma. "Vanavond mag je weer los, maar nu moet je eerst in de kooi."

De kat bleef gewoon staan. Emma haalde haar schouders op en liep naar haar koffer. Het was negen uur. Om elf uur moest ze in de trein zitten. Haar vader bracht haar naar Londen. Haar moeder wilde er niet eens over na denken om mee te gaan om haar te brengen. Emma had haar ouders boven horen praten een paar dagen geleden.

*

"Ik wil niks met die lui te maken hebben," had haar moeder gezegd.

"Onze dochter is een van hen," zei haar vader. "Marie, het is onze dochter."

"Nee, Frans. Ik wil er niet over na denken. Ze werken voor de duivel! De duivel zit in onze dochter! Ze drinkt bloed! Ik wil niks meer met haar te maken hebben. Ze is mijn dochter, maar ik kan dit niet aan."

Haar moeder was begonnen met huilen.

"Ze gaat naar die school," had Frans Groot gezegd. "Nu moeten we alleen maar hopen dat ze daar gelukkig wordt. "

*

Emma had haar tranen moeten inslikken. Ze zou niet huilen. Haar ouders gaven gewoon niet om haar, maar nu zou het anders worden. Ze hoopte alleen dat ze vrienden zou krijgen.

Lucifer liep de kooi in en Emma sloot hem snel. Ze moest binnen vijf minuten weg. Snel nam ze haar twee drankjes en riep haar vader.

~*~*~

Het was een mooie dag. Emma keek naar perron 9 en 10. Hier moest ze tussen lopen, zoals Professor Anderling had gezegd. Emma draaide zich om naar haar vader. Zijn ogen stonden verdrietig.

"Tot over een jaar papa," zei Emma. Ze tilde haar handen op om hem een afscheid knuffel te geven, maar hij deed een stap achteruit.

"Tot ziens," zei hij. Zonder nog een ander woord te zeggen draaide hij zich om en liep hij terug naar zijn auto.

Emma wendde zich weer tot perron 9 en 10. Verdrietig pakte ze het karretje waarin Lucifer en haar koffer in zat steviger vast en liep naar de muur. Ze keek om zich heen. Het was pas tien uur, dus ze had nog een uur voor de trein weg ging.

Na een diepe adem genomen te hebben liep Emma dichter naar de muur toe. Ze stond er nog maar een meter vandaan. Voorzichtig liep ze dichter naar de muur toe.

"Schiet even op, wil je?" Zei een stem achter haar.

Emma keek geschrokken achter haar. Er stond een meisje met een hutkoffer en een uil in een kooi. Zij was dus ook een heks!

"Ga dan rennen! Dat is makkelijker! Schiet op, anders worden de dreuzels nieuwsgierig," zei het meisje ongeduldig.

Emma liep snel naar de muur. Ze liep er doorheen en een paar seconden later was ze ergens anders. Op een grote perron. Er stond een bordje met 9 3/4 op.

"Nou, zeg. Jij bent ook niet echt snel."

Emma draaide zich om. Het was het meisje van net weer. Ze had een bleke huid en donkerblauwe ogen. Ze had lang lichtblond haar tot haar middel en een frons op haar gezicht.

"Oh, sorry," zei Emma. "Ik ben pas een eerstejaars, dus ik wist het nog niet precies."

"Dat was te merken," zei het meisje koeltjes. Ze keek naar Lucifer en haar ogen werden groter. "Wauw! Wat een gave kat!" Ze bukte en bekeek de kat goed. "Echt duivels."

"Dank je," zei Emma zonder enige emotie.

"Katie Malfidus," zei het meisje.

"Emma Groot."

"Kom, misschien kunnen we samen een coupé nemen," zei Katie.

Nu kon Emma de grote rode trein goed bekijken. Er stond 'Zweinstein express' op.

Katie en Emma liepen de trein in, waar nog nauwelijks iemand was. Ze gingen een coupé in en borgen hun spullen op.

"Malfidus," zei Emma bedachtzaam, "dat is niet echt een naam die je vaak hoort."

"Nee het is een naam van een machtige tovenaarsfamilie," zei Katie trots.

"Oh," zei Emma. "Dus jij komt van een van die tovenaarsfamilies." Emma had erover gelezen. "Dus jij weet vast al veel van toveren."

"Ja, dat klopt. Mijn broer heeft al van alles verteld over Zweinstein. Hij heet Lucius en hij zit in de vierde klas."

"In welke afdeling?" Vroeg Emma.

"In Zwadderich. Mijn vader zegt dat ik ook in Zwadderich moet komen, om de naam van onze familie in stand te houden. Al generaties zit mijn familie in Zwadderich." Katie leek er erg trots op.

"Oh, Zwadderich lijkt me een goeie afdeling," loog Emma. Haar leken die Zwadderich mensen niet echt aardig, maar ze had geen zin ruzie te krijgen met een meisje waarmee ze misschien vriendinnen mee kon worden. "Wat denk je van Griffoendor? Het schijnt ook een goede afdeling te zijn."

"Mijn broer zegt dat ze allemaal vuil zijn, die het te hoog in hun bol hebben. Jij lijkt mij meer een Zwadderich type," zei Katie, die diep in haar ogen keek. "Er is iets in je ogen dat me zegt dat jij een echte Zwadderaar bent."

"Oh," zei Emma, die niet wist wat ze moest zeggen. Was het een complimentje? "Dank je. Jij ziet er ook uit als een Zwadderaar."Er was even stilte. "Waar is je broer? Je zei dat hij ook op Zweinstein zat."

"Hij komt later. Ik ben zelf hierheen gekomen. Ik heb ruzie gekregen met mijn vader," zei Katie. Het was weer stil. "Wil je je kat eruit laten?" Vroeg Katie na een minuutje stilte. "Ik vind hem mooi."

"Lucifer is nogal gevaarlijk," zei Emma onzeker. Ze was van plan hem pas op Zweinstein eruit te laten.

"Ik hou van gevaarlijke dieren," zei Katie grijnzend. "Mijn grootvader heeft eens een illegale draak gehad. Maar hij werd gevonden door het ministerie. Hij kreeg een gigantische boete."

Emma pakte de kooi en deed hem voorzichtig open. Lucifer sprong er uit en begon te blazen als een gek. Zij haren stonden overeind terwijl hij gevaarlijk naar de grote bruine uil van Katie keek.

Plotseling werd de uil een grote vuurbal, die na een paar seconden in een hoopje as veranderde.

Lucifer kalmeerde binnen seconden en sprong naar de andere kant van de coupé, waar een plekje vrij was. Hij ging liggen en nadat hij nog een paar seconden gevaarlijk om zich heen keek, viel hij in slaap.

"Oh, mijn god! Katie!" Zei Emma geschrokken. "Het spijt me zo erg! Je uil!"

Emma keek naar Katie, met grote ogen van de schrik. Tot haar verbazing keek Katie niet boos, en ook niet verdrietig.

"Wauw! Heb je dat gezien! Die kat liet hem gewoon in de brand vliegen! Echt leuke kat heb je. Ik vraag me af wat voor soort hij is," zei Katie, die geen aandacht schonk aan haar dode uil.

"Maar Katie, je uil dan?" Vroeg Emma door de war.

"Oh, die? Die heb ik pas een paar dagen geleden gekregen, joh," zei Katie nonchalant. "Het was een kwestie van tijd dat ie dood ging. Ik heb al tientallen dieren gehad de laatste paar jaren. De meeste gingen na een dag al dood."

"Hoe dan?" Vroeg Emma, nog steeds een beetje overstuur.

"Oh, meestal blaas ik ze op als ik boos word of zo. Maak je geen zorgen. Ze waren allemaal nutteloos. In tegendeel van jou kat. Voor zo eentje zou ik duizend galjoenen betalen!"

Emma kalmeerde al een beetje. Die Katie leek wel zielloos. Vond ze het dan niet eens een beetje erg?

"Kijk, daar is mijn broer Lucius," zei Katie. Ze wees naar buiten, waar een jongen van rond de veertien liep met nog twee andere jongens, die minstens een kop groter waren dan hem. Hij had net als Katie lichtblond haar en een bleke huid, maar zijn ogen waren grijs. "Samen met Korzel en Kwast, die stomme oenen. Het verbaast me dat ze nog in het vierde jaar zijn gekomen zonder te blijven zitten."

"Komen ze bij jou zitten?" Vroeg Emma, die eigenlijk geen zin had in drie enge jongens in haar coupé.

"Natuurlijk niet," zei Katie vanzelfsprekend. "Lucius is een idioot, net als mijn vader. Macht oefenen is het enige wat ze doen. Lucius zou nooit zo aardig zijn om naast zijn zusje te gaan zitten. Niet eens in mijn dromen!" Ze zuchtte. "Soms wens ik een aardigere familie te hebben."

"Ik weet wat je bedoeld," zei Emma medelevend.

Katies ogen sperden open van schrik, net als of ze net iets ontdekte. Ze wendde zich naar Emma. "Durf tegen niemand te vertellen over wat ik je nu zeg! Als mijn familie er ooit achter komt dat ik zwakheden toon!"

"Rustig maar Katie, ik zeg het heus niet," zei Emma geschrokken van de plotselinge uitbarsting.

"Een Malfidus toont geen zwakheden, Katie. Een Malfidus toont nooit liefde of sympathie. Nooit! Dat zegt mijn vader altijd tegen mij." Katie kreeg tranen in haar ogen, die ze snel inslikte. Ze keek weer met haar donkerblauwe ogen naar Emma, maar nu met een gevaarlijke straling erin. "Je gaat me toch niet vertellen dat je een modderbloedje bent? Of wel soms? Zijn je ouders dreuzels?"

"Ja," zei Emma. "Nou en?"

Katie zuchtte. "Ach, niks. Laat maar." Weer stilte. "Vertel eens wat over je familie. Hoe zijn die?"

Emma begon te vertellen over dat haar ouders altijd werkten en dat ze nooit goede vriendinnen had gehad. Katie luisterde aandachtig.

"Dan zijn we toch niet zo verschillend," zei Katie. "Ik haat al die feestjes die mijn ouders geven. Iedereen doet zo aardig, alleen maar omdat ze bang zijn voor mijn vader. Meisjes willen mijn vriendin zijn, alleen omdat mijn familie macht heeft. Maar ik doorzie ze! Ze zijn geen echte vriendinnen."

Emma en Katie zonken in hun eigen gedachten. Ze merkten niet eens dat perron 9 3/4 zich vulde met kinderen en dat de coupé deur open ging.

"Oh, excuseer," zei een stem.

Emma en Katie keken naar de twee jongens bij de deur. Een had zwart haar en vriendelijke bruine ogen. De andere had zwart haar en donkere zwarte ogen, een knap gezicht met een stomme grijns erop.

"Wij vroegen ons af of hier plaats is, maar duidelijk niet," zei die met de grijns. "Ik ben Sirius Zwarts. Dit is mijn vriend James Potter. En deze mooie dames zijn?"

"Dit is Emma Groot en ik ben Katie Malfidus," zei Katie

De grijns verdween van Sirius Zwarts' gezicht en werd vervangen door een frons.

"Jij bent het zusje van Lucius Malfidus. Jullie vieze schorem. Lucius is een vieze gore…"

"Wat is hier aan de hand?" Vroeg een jongensstem.

Iedereen wendde zich naar de jongen. Hij was rond de zestien.

"Sirius, James. Willen jullie weg gaan? Jullie vallen deze dames duidelijk lastig. Jullie geven ook altijd problemen," zei hij streng.

"Oh, het spijt ons 'O Grote Frank Lubbermans'," zei Sirius met een piepstem, die duidelijk nep was. "We zullen het nooit meer doen. Vergeef ons!"

"Ja, ja," zei Frank. "Ga nou maar een lege coupé zoeken."

James en Sirius liepen weg, maar niet voordat ze iets naar de lange jongen hadden gegooid. Het was een soort bommetje die ontplofte op zijn hoofd. Alles om hem heen werd gehuld in een paarse rook. Na een paar seconden was het weer verdwenen. Sirius Zwarts en James Potter ook.

"Oh, die rotjongens. Ik snap niet dat ze dit durven bij een Klassenoudste," zei Frank Lubbermans. "Ze zitten pas in hun tweede jaar, maar ze geven meer problemen dan de meeste herrieschoppers in de zevende."

"Eh, het spijt me, maar je hele hoofd is paars," zei Emma. Katie begon te gieren van het lachen terwijl Frank een spiegel tevoorschijn toverde en zijn hele gezicht en zijn haar in het paars zag.

"Als ik ze te pakken krijg!" Zei hij boos. Snel liep hij weg.

Katie en Emma bleven nog minuten lang lachen.

Dus dit is wat mensen vriendschap noemen, dachten Emma en Katie.

~*~*~

Zo, dat was het dan. Het tweede hoofdstuk van vandaag. Ik ben heel blij met de twee reviews die ik heb gekregen. Oh, ja. Katie is een beetje een raar persoon, dus haar buien veranderen heel vaak. Het ene moment is ze zo en dan weer zo.

Hier is mijn bedankje voor de reviewers:

CartoonJessie: Bedankt voor je review en voor dat Huffelpuf gedoe. Ik zal het binnenkort veranderen! En over dat 'reclame'. Bedankt voor je hulp! Ik zal nog wel zien wat ik met die informatie doe. En jou verhaal, die vind ik ook echt heeeeel goed. Dus opschieten met verder schrijven!

Angel: Bedankt voor je review.

Ik ben echt heel blij dat jij allebei vinden dat het goed is geschreven! Reviews betekenen echt heel veel voor mij, dus ik vind het leuk als je reviewt.



-Elly B.-