De hele treinreis door werden Katie en Emma niet meer gestoord. De hele
tijd bleven ze praten. Beiden hadden nog nooit zo veel hun hart gelucht bij
iemand.
"Een keer toen ik zeven was had ik van vader een beest gekregen," zei Katie, terwijl het landschap voorbij raasde. "Ik weet niet hoe het soort heet, maar het leek een beetje op een poes. Het enige was dat hij veel zachter, kleiner en liever was. Ik was dol op hem. Ik had hem al weken en ik voelde echt een soort band opkomen tussen ons. Toen ging mijn broer naar Zweinstein. Hij was er trots op en ook op zijn nieuwe toverstok. Hij wilde iets uitproberen, zei hij. In ons huis kan het ministerie niet zien dat je tovert, in tegenstelling tot de meeste plekken. Dus vader had hem toestemming gegeven om te toveren. Lucius kwam naar mijn kamer en blies mijn poes op. 'Met liefde voor je dieren word je zwak. Toon nooit liefde,' zei hij. Ik hield van die poes! Het was míjn poes." Ze kreeg weer tranen in haar ogen.
En zulke verhalen gingen uren lang door. Emma vertelde Katie over de verschrikkelijke dagen op school. Bijvoorbeeld een verhaal ze eens een bloempot, gemaakt door de meester zelf, had opgeblazen. Ze had straf gekregen en iedereen in de klas lachte haar in haar gezicht uit.
Zo'n vertrouwen had Emma nog nooit voor iemand gevoeld en Katie duidelijk ook niet.
Rond vijf uur, toen Emma en Katie al het gekochte snoep al op hadden en de trein langzamer was gaan rijden, werd er een klein stationnetje zichtbaar.
"Kom," zei Katie opgewonden, "je koffers mag je hier laten. En Lucifer moet je ook hier laten."
Samen liepen ze naar buiten.
"Eerstejaars hier! Eerstejaars hier komen!" Zei een zware stem.
En daar stond de grootste man die ze ooit had gezien. Hij was zeker twee keer groter dan Emma zelf en had een borstelige baard en vriendelijke zwarten ogen. Emma en Katie liepen naar hem toe, net als alle andere eerstejaars.
"Alle eerstejaars maken een rit over het meer," fluisterde Katie aan Emma.
Dat wist Emma, want dat had ze in het boek over Zweinstein gelezen.
Ze liepen naar een groot meer, waar allemaal kleine bootjes stonden.
"Vier per boot!" Schreeuwde de gigantische man.
Emma en Katie stapte in een bootje, waarin twee kleine jongens zaten, die niet echt veel zeiden.
"Die man heet Hagrid," zei Katie. "Heeft Lucius aan me verteld."
Nadat alle leerlingen en de grote man in de boten waren, gingen de bootjes vanzelf varen.
"Wauw! Emma moet je dat zien!" Zei Katie, wijzend naar boven.
Een gigantische kasteel was zichtbaar geworden, met tientallen torens en met vele verdiepingen.
Ze vaarden verder, terwijl alle leerlingen het kasteel bestudeerden.
Daarna gingen ze lopend verder naar het kasteel en kwamen bij een grote eiken deur aan. Hagrid klopte drie keer met zijn grote vuist op de deur, die open ging. Dezelfde strenge heks die Emma twee weken geleden had gezien, verscheen in de deuropening. Professor Anderling keek streng naar de leerlingen, alsof ze iets verkeerds hadden gedaan.
"Welkom," zei ze.
Ze volgden haar naar binnen. Emma keek haar ogen uit toen de hal zichtbaar werd. Het was echt gigantisch!
Professor Anderling bracht de leerlingen naar een aparte kamer, waar ze uitlegde dat ze hier eventjes moesten wachten. Ook legde ze uit dat er vier afdelingen waren, wat Emma zo langzamerhand wel wist.
Emma keek naar Katie en glimlachte naar haar. "Zenuwachtig?" Vroeg Emma.
"Nee," zei Katie simpel. "Ik weet wel zeker dat ik in Zwadderich kom, dus dat zit wel goed."
In tegenstelling tot Katie was Emma heel erg zenuwachtig. Zou ze in Huffelpuf komen? Als Emma daar in zou komen zou Katie echt niks meer te maken willen hebben met haar. Ravenklauw zou misschien wel goed zijn. Emma wist niet wat de sorteerhoed ging beslissen.
Nadat alle eerstejaars daar een paar minuten nerveus stonden, kwam Professor Anderling weer.
Achter haar liepen ze een gigantische zaal binnen. Emma's mond viel open toen ze het plafon zag. Het was geen plafon, maar gewoon de lucht! Duizenden sterren schenen daar boven op hen neer.
Emma werd weer nerveus toen ze de honderden hoofden naar haar gericht zag. De kinderen zaten aan vier tafels, van elke afdeling één. Aan het hoofd van die tafels, zat een kleinere tafel, waar alle leraren aan zaten. En in het midden zat het schoolhoofd, Albus Perkamentus.
Emma's aandacht werd getrokken door de sorteerhoed, die op een kruk zat. Het was een oude versleten hoed. Dat had ze niet verwacht.
Plotseling werd het helemaal stil, en Emma wist wat er nu kwam. De sorteerhoed zong elk jaar een liedje, dat had Emma gelezen. In spanning wachtte ze af.
De oude hoed kreeg een mond en begon te zingen. Het lied ging over de vier afdelingen en de soort mensen die er in kwamen.
Toen het uitgezongen was, begon iedereen als een gek te klappen.
"Als ik je naam noem zet je de hoed op," zei Professor Anderling, die een lijst in haar hand had.
Eerst kwamen de namen die begonnen met een 'A' en daarna met een 'B'. Dat betekende dat Emma zo aan de beurt was. De hoed wachtte soms een hele korte tijd voor hij de naam riep. Bij 'Evans, Lily," duurde het weer een hele lange tijd.
"Groot, Emma," riep Professor Anderling.
Emma liep met trillende handen naar de stoel. Ze pakte de hoed op en ging zitten. De hoed viel over haar hoofd heen. Het rook er een beetje muf.
"Aha, een interessant geval," zei de hoed in haar oor. "Wat zal het worden? Zwadderich? Nee, Zwadderich niet. Je hebt dreuzel ouders. De leerlingen daar zullen je het leven zuur maken. Wat? Wil je graag bij Katie Malfidus in de afdeling? Het spijt me, maar ik doe wat me het beste lijkt."
"Maar…" Zei Emma.
"Nee, je zult er niet gelukkig worden," zei de hoed. "Het is beter als je bent in… GRIFFOENDOR!"
Emma deed trillend de hoed af. Een tafel begon te klappen voor haar, en met benen die voelden als pudding liep ze er naar toe. Snel ging ze zitten op een lege plaats. Wat had de hoed nou weer gedaan? Hij had haar gescheiden van haar eerste echte vriendin.
Emma lette niet op waar de rest van de leerlingen in gedeeld werden. Pas toen Professor Anderling 'Malfidus, Katie' zei, keek Emma weer naar de sorteerhoed.
Katie liep dapper naar de stoel toe en deed de hoed op. Emma voelde haar hart kloppen in haar keel. Haar hoofd bonkte van de spanning.
"Zwadderich!" Riep de sorteerhoed nog geen tien seconden later.
Emma keek geschrokken naar Katie, die de hoed afdeed en naar de klappende tafel liep.
Katie ging naast haar grote broer zitten, die grijnzend naar zijn zusje zat te kijken.
De namen gingen voorbij, en er kwamen nog alleen een paar jongens bij Griffoendor. De meeste gingen naar Huffelpuf en Ravenklauw.
Toen de laatste naam gezegd was, werd de stoel weggehaald en de hoofdmeester stond op.
Emma hoorde hem vaag iets zeggen over een verboden bos en spullen, maar Emma luisterde niet. Ze keek naar Katie, die aan de Zwadderich tafel zat. Katie vermeed oogcontact, wat Emma heel verdrietig maakte.
Alle kinderen klapten en er verscheen magisch eten op de tafel, waardoor Emma een beetje schrok.
Vaag bedacht Emma zich dat ze zich gewoon aanstelde. De vriendschap tussen haar en Katie zou toch nooit lukken. Ze knikte in zichzelf en schepte een stuk vlees op. Ze had niet echt honger, maar niet eten zou te veel opvallen.
"Ik ben Lily Evans," zei een meisjesstem naast haar.
Emma keek naar haar. Het was een meisje met rood haar en mooie groene ogen.
"Emma Groot," zei Emma zachtjes.
"Leuk je te ontmoeten," zei Lily glimlachend. "Voor het geval je het nog niet wist, wij zijn de enige twee meisjes in Griffoendor van dit jaar, dus we slapen ook in dezelfde zaal. Je leek nogal in gedachten gezonken tijdens de sortering."
"Ja," zei Emma. Ze wist niet precies wat ze moest zeggen. Ze snee een stukje vlees en at hem op. Het smaakte niet echt lekker.
"Oh, ik ben heel teleurgesteld," zei een mannenstem aan de overkant van de tafel. Emma keek, en schrok een beetje toen ze een spook zag met een hoge kraag en rare kleren. "We hebben maar twee meisjes en vier jongens dit jaar. Vorig jaar waren het er nog tien! We hebben zelfs minder leerlingen dan Zwadderich, en die hebben er zeven."
"Ach, zeur niet Henk," zei een leerling. "Laten we alleen maar hopen dat er herrieschoppers tussen zitten."
Emma zag Sirius Zwarts weer, samen met zijn vriend James Potter.
"Alleen een beetje teleurstellend dat er zo weinig meisjes tussen zitten," vervolgde Sirius Zwarts. "Maar in ons jaar zitten zes meisjes, dus dat is genoeg."
"Ook altijd met je gedachten naar meisjes," zei James Potter grijnzend. "Kan je niet eens ergens anders aan denken?"
Sirius zei niks en Lily rolde met haar ogen. "Jongens," fluisterde ze, terwijl ze een aardappel in haar mond stopte. "Ik kan niet wachten tot we naar de bibliotheek mogen! Morgenochtend ga ik er meteen heen. Mijn ouders zijn dreuzels, dus ik heb nooit geweten dat ik een heks was."
"Mijn ouders zijn ook dreuzels!" Zei Emma. "Het was echt een schok toen ik hoorde dat ik een heks was."
"Ja," Zei Lily knikkend, "mijn moeder las de brief als eerst. Ze geloofde het niet, en dacht dat het een grap was. Maar mijn vader geloofde het wel."
Emma vergat Katie bijna helemaal. Lily was een echte kletskauws. Ze bleef maar praten over de boeken die ze had gelezen. Emma had echt het gevoel dat dit schooljaar heel anders zou worden dan het vorige.
~*~*~
Ik had in mijn gedachten dat Lily een beetje zoals Hermelien is. Leren, leren, leren. Het spijt me als jullie haar anders hadden voorgesteld. Hetzelfde met Sirius. Die ziet er hier misschien een beetje stom uit, maar hij is wel aardig als je hem beter leert kennen (in dit verhaal dan.
En even over dat liedje van de sorteerhoed. Ik kan echt niet rijmen of gedichten schrijven!
Bedankt voor de review, CartoonJessie. En ik heb het verhaal nog helemaal niet af! Het schrijven schiet gewoon heel erg op. Ik heb echt heel veel ideeën voor dit verhaal. En over Sneep had ik eigenlijk nog niet veel nagedacht, maar nu je het er over heb, krijg ik opeens ook een idee voor hem in het verhaal.
Ook bedankt voor het reviewen, Angel. Ik had er eigenlijk wel over na gedacht om het erbij te zetten dat het in het verleden af speelt. Eigelijk een beetje dom van mij dat ik dat niet heb gedaan. Sorry!
En even over Katie. Jullie moeten niet denken dat ze nu helemaal niet meer in het verhaal voor komt, want dat denken jullie dan verkeerd. Misschien duurt het nog wel een tijdje voor ze weer praten, maar dat zien we dan wel.
Het volgende hoofdstuk zal ik weer zo snel mogelijk schrijven!
Groetjes,
-Elly B.-
"Een keer toen ik zeven was had ik van vader een beest gekregen," zei Katie, terwijl het landschap voorbij raasde. "Ik weet niet hoe het soort heet, maar het leek een beetje op een poes. Het enige was dat hij veel zachter, kleiner en liever was. Ik was dol op hem. Ik had hem al weken en ik voelde echt een soort band opkomen tussen ons. Toen ging mijn broer naar Zweinstein. Hij was er trots op en ook op zijn nieuwe toverstok. Hij wilde iets uitproberen, zei hij. In ons huis kan het ministerie niet zien dat je tovert, in tegenstelling tot de meeste plekken. Dus vader had hem toestemming gegeven om te toveren. Lucius kwam naar mijn kamer en blies mijn poes op. 'Met liefde voor je dieren word je zwak. Toon nooit liefde,' zei hij. Ik hield van die poes! Het was míjn poes." Ze kreeg weer tranen in haar ogen.
En zulke verhalen gingen uren lang door. Emma vertelde Katie over de verschrikkelijke dagen op school. Bijvoorbeeld een verhaal ze eens een bloempot, gemaakt door de meester zelf, had opgeblazen. Ze had straf gekregen en iedereen in de klas lachte haar in haar gezicht uit.
Zo'n vertrouwen had Emma nog nooit voor iemand gevoeld en Katie duidelijk ook niet.
Rond vijf uur, toen Emma en Katie al het gekochte snoep al op hadden en de trein langzamer was gaan rijden, werd er een klein stationnetje zichtbaar.
"Kom," zei Katie opgewonden, "je koffers mag je hier laten. En Lucifer moet je ook hier laten."
Samen liepen ze naar buiten.
"Eerstejaars hier! Eerstejaars hier komen!" Zei een zware stem.
En daar stond de grootste man die ze ooit had gezien. Hij was zeker twee keer groter dan Emma zelf en had een borstelige baard en vriendelijke zwarten ogen. Emma en Katie liepen naar hem toe, net als alle andere eerstejaars.
"Alle eerstejaars maken een rit over het meer," fluisterde Katie aan Emma.
Dat wist Emma, want dat had ze in het boek over Zweinstein gelezen.
Ze liepen naar een groot meer, waar allemaal kleine bootjes stonden.
"Vier per boot!" Schreeuwde de gigantische man.
Emma en Katie stapte in een bootje, waarin twee kleine jongens zaten, die niet echt veel zeiden.
"Die man heet Hagrid," zei Katie. "Heeft Lucius aan me verteld."
Nadat alle leerlingen en de grote man in de boten waren, gingen de bootjes vanzelf varen.
"Wauw! Emma moet je dat zien!" Zei Katie, wijzend naar boven.
Een gigantische kasteel was zichtbaar geworden, met tientallen torens en met vele verdiepingen.
Ze vaarden verder, terwijl alle leerlingen het kasteel bestudeerden.
Daarna gingen ze lopend verder naar het kasteel en kwamen bij een grote eiken deur aan. Hagrid klopte drie keer met zijn grote vuist op de deur, die open ging. Dezelfde strenge heks die Emma twee weken geleden had gezien, verscheen in de deuropening. Professor Anderling keek streng naar de leerlingen, alsof ze iets verkeerds hadden gedaan.
"Welkom," zei ze.
Ze volgden haar naar binnen. Emma keek haar ogen uit toen de hal zichtbaar werd. Het was echt gigantisch!
Professor Anderling bracht de leerlingen naar een aparte kamer, waar ze uitlegde dat ze hier eventjes moesten wachten. Ook legde ze uit dat er vier afdelingen waren, wat Emma zo langzamerhand wel wist.
Emma keek naar Katie en glimlachte naar haar. "Zenuwachtig?" Vroeg Emma.
"Nee," zei Katie simpel. "Ik weet wel zeker dat ik in Zwadderich kom, dus dat zit wel goed."
In tegenstelling tot Katie was Emma heel erg zenuwachtig. Zou ze in Huffelpuf komen? Als Emma daar in zou komen zou Katie echt niks meer te maken willen hebben met haar. Ravenklauw zou misschien wel goed zijn. Emma wist niet wat de sorteerhoed ging beslissen.
Nadat alle eerstejaars daar een paar minuten nerveus stonden, kwam Professor Anderling weer.
Achter haar liepen ze een gigantische zaal binnen. Emma's mond viel open toen ze het plafon zag. Het was geen plafon, maar gewoon de lucht! Duizenden sterren schenen daar boven op hen neer.
Emma werd weer nerveus toen ze de honderden hoofden naar haar gericht zag. De kinderen zaten aan vier tafels, van elke afdeling één. Aan het hoofd van die tafels, zat een kleinere tafel, waar alle leraren aan zaten. En in het midden zat het schoolhoofd, Albus Perkamentus.
Emma's aandacht werd getrokken door de sorteerhoed, die op een kruk zat. Het was een oude versleten hoed. Dat had ze niet verwacht.
Plotseling werd het helemaal stil, en Emma wist wat er nu kwam. De sorteerhoed zong elk jaar een liedje, dat had Emma gelezen. In spanning wachtte ze af.
De oude hoed kreeg een mond en begon te zingen. Het lied ging over de vier afdelingen en de soort mensen die er in kwamen.
Toen het uitgezongen was, begon iedereen als een gek te klappen.
"Als ik je naam noem zet je de hoed op," zei Professor Anderling, die een lijst in haar hand had.
Eerst kwamen de namen die begonnen met een 'A' en daarna met een 'B'. Dat betekende dat Emma zo aan de beurt was. De hoed wachtte soms een hele korte tijd voor hij de naam riep. Bij 'Evans, Lily," duurde het weer een hele lange tijd.
"Groot, Emma," riep Professor Anderling.
Emma liep met trillende handen naar de stoel. Ze pakte de hoed op en ging zitten. De hoed viel over haar hoofd heen. Het rook er een beetje muf.
"Aha, een interessant geval," zei de hoed in haar oor. "Wat zal het worden? Zwadderich? Nee, Zwadderich niet. Je hebt dreuzel ouders. De leerlingen daar zullen je het leven zuur maken. Wat? Wil je graag bij Katie Malfidus in de afdeling? Het spijt me, maar ik doe wat me het beste lijkt."
"Maar…" Zei Emma.
"Nee, je zult er niet gelukkig worden," zei de hoed. "Het is beter als je bent in… GRIFFOENDOR!"
Emma deed trillend de hoed af. Een tafel begon te klappen voor haar, en met benen die voelden als pudding liep ze er naar toe. Snel ging ze zitten op een lege plaats. Wat had de hoed nou weer gedaan? Hij had haar gescheiden van haar eerste echte vriendin.
Emma lette niet op waar de rest van de leerlingen in gedeeld werden. Pas toen Professor Anderling 'Malfidus, Katie' zei, keek Emma weer naar de sorteerhoed.
Katie liep dapper naar de stoel toe en deed de hoed op. Emma voelde haar hart kloppen in haar keel. Haar hoofd bonkte van de spanning.
"Zwadderich!" Riep de sorteerhoed nog geen tien seconden later.
Emma keek geschrokken naar Katie, die de hoed afdeed en naar de klappende tafel liep.
Katie ging naast haar grote broer zitten, die grijnzend naar zijn zusje zat te kijken.
De namen gingen voorbij, en er kwamen nog alleen een paar jongens bij Griffoendor. De meeste gingen naar Huffelpuf en Ravenklauw.
Toen de laatste naam gezegd was, werd de stoel weggehaald en de hoofdmeester stond op.
Emma hoorde hem vaag iets zeggen over een verboden bos en spullen, maar Emma luisterde niet. Ze keek naar Katie, die aan de Zwadderich tafel zat. Katie vermeed oogcontact, wat Emma heel verdrietig maakte.
Alle kinderen klapten en er verscheen magisch eten op de tafel, waardoor Emma een beetje schrok.
Vaag bedacht Emma zich dat ze zich gewoon aanstelde. De vriendschap tussen haar en Katie zou toch nooit lukken. Ze knikte in zichzelf en schepte een stuk vlees op. Ze had niet echt honger, maar niet eten zou te veel opvallen.
"Ik ben Lily Evans," zei een meisjesstem naast haar.
Emma keek naar haar. Het was een meisje met rood haar en mooie groene ogen.
"Emma Groot," zei Emma zachtjes.
"Leuk je te ontmoeten," zei Lily glimlachend. "Voor het geval je het nog niet wist, wij zijn de enige twee meisjes in Griffoendor van dit jaar, dus we slapen ook in dezelfde zaal. Je leek nogal in gedachten gezonken tijdens de sortering."
"Ja," zei Emma. Ze wist niet precies wat ze moest zeggen. Ze snee een stukje vlees en at hem op. Het smaakte niet echt lekker.
"Oh, ik ben heel teleurgesteld," zei een mannenstem aan de overkant van de tafel. Emma keek, en schrok een beetje toen ze een spook zag met een hoge kraag en rare kleren. "We hebben maar twee meisjes en vier jongens dit jaar. Vorig jaar waren het er nog tien! We hebben zelfs minder leerlingen dan Zwadderich, en die hebben er zeven."
"Ach, zeur niet Henk," zei een leerling. "Laten we alleen maar hopen dat er herrieschoppers tussen zitten."
Emma zag Sirius Zwarts weer, samen met zijn vriend James Potter.
"Alleen een beetje teleurstellend dat er zo weinig meisjes tussen zitten," vervolgde Sirius Zwarts. "Maar in ons jaar zitten zes meisjes, dus dat is genoeg."
"Ook altijd met je gedachten naar meisjes," zei James Potter grijnzend. "Kan je niet eens ergens anders aan denken?"
Sirius zei niks en Lily rolde met haar ogen. "Jongens," fluisterde ze, terwijl ze een aardappel in haar mond stopte. "Ik kan niet wachten tot we naar de bibliotheek mogen! Morgenochtend ga ik er meteen heen. Mijn ouders zijn dreuzels, dus ik heb nooit geweten dat ik een heks was."
"Mijn ouders zijn ook dreuzels!" Zei Emma. "Het was echt een schok toen ik hoorde dat ik een heks was."
"Ja," Zei Lily knikkend, "mijn moeder las de brief als eerst. Ze geloofde het niet, en dacht dat het een grap was. Maar mijn vader geloofde het wel."
Emma vergat Katie bijna helemaal. Lily was een echte kletskauws. Ze bleef maar praten over de boeken die ze had gelezen. Emma had echt het gevoel dat dit schooljaar heel anders zou worden dan het vorige.
~*~*~
Ik had in mijn gedachten dat Lily een beetje zoals Hermelien is. Leren, leren, leren. Het spijt me als jullie haar anders hadden voorgesteld. Hetzelfde met Sirius. Die ziet er hier misschien een beetje stom uit, maar hij is wel aardig als je hem beter leert kennen (in dit verhaal dan.
En even over dat liedje van de sorteerhoed. Ik kan echt niet rijmen of gedichten schrijven!
Bedankt voor de review, CartoonJessie. En ik heb het verhaal nog helemaal niet af! Het schrijven schiet gewoon heel erg op. Ik heb echt heel veel ideeën voor dit verhaal. En over Sneep had ik eigenlijk nog niet veel nagedacht, maar nu je het er over heb, krijg ik opeens ook een idee voor hem in het verhaal.
Ook bedankt voor het reviewen, Angel. Ik had er eigenlijk wel over na gedacht om het erbij te zetten dat het in het verleden af speelt. Eigelijk een beetje dom van mij dat ik dat niet heb gedaan. Sorry!
En even over Katie. Jullie moeten niet denken dat ze nu helemaal niet meer in het verhaal voor komt, want dat denken jullie dan verkeerd. Misschien duurt het nog wel een tijdje voor ze weer praten, maar dat zien we dan wel.
Het volgende hoofdstuk zal ik weer zo snel mogelijk schrijven!
Groetjes,
-Elly B.-
