A/N: Dit hoofdstuk is Sirius een nog ergere l*l dan hij al was… Sneepje komt weer opdagen… en de jongens maken een afspraak *jaja, de titel van dit verhaal slaat ook nog ergens op…*

Disclaimer: De meeste dingen in dit verhaal en het hele idee 'Harry Potter' zelf zijn natuurlijk van J. K. Rowling. Jade en Rosie en het verhaal zijn van mij (nee, Cissy niet… jullie zullen nog wel uitvinden wie zij eigenlijk is *grin*) De Astronomietoren als plaats om te zoenen is eigenlijk van Cassandra Claire, maar wordt overal in fanfictionland gebruikt, dus is 'algemeen bezit' ;-)

Hoofdstuk 7: Niet delen maar kiezen

Ze liep door een onbekende plaats, ze wist zeker dat ze hier nooit geweest was, maar toch wisten haar voeten precies de weg die ze moesten gaan. Ze liep over de hoofdstraat, en liep die helemaal af, tot ze tenslotte aankwam bij een huis dat eenzaam in het bos stond. Het was doodstil... tot ze iemand hoorde krijsen, hoog en angstig. Het geluid was vreselijk, en ze sloeg haar handen voor haar oren, maar het geluid kwam er doorheen en boorde zich in haar oren, haar hersenen, haar gedachten... en toen zag ze een klein kind, met de duim in zijn mond, starend naar een zwarte vlek, die steeds groter en groter werd, tot het kind werd opgeslokt door de zwarte vlek... ze wist dat het kind niet dood was, maar meegenomen door de zwarte vlek, naar een onbekende bestemming... maar de zwarte vlek had hem haar afgenomen! Ze was hem kwijt! Ze zou hem niet meer zien! Dit kon niet gebeuren, dit mocht niet gebeuren... waarom was hij weg?

Met een schok werd Lily wakker, maar ze kon zich niet meer herinneren waarom. Ze moest een nachtmerrie gehad hebben, maar er waren geen beelden achtergebleven in haar gedachten, alleen een overweldigend gevoel van verlies... ze had iemand verloren die niet verloren had mogen gaan... maar wie? En waarom had ze erover gedroomd? Zou het Jeweetwel zijn? Ze wist het niet...

Ze had haar ogen nog dicht, maar voelde plotseling dat ze op iets hards lag, in plaats van in haar eigen bed, en dat iemand zijn of haar arm om haar middel had geslagen. Ze voelde die arm over haar heen liggen, en ze begreep het niet. Hoe kwam diegene hier?

Verbaasd opende ze haar ogen, en toen ze zag naast wie ze lag, schreeuwde ze het bijna uit. Sirius! Wat deed ze naast Siriu? Waarom had ze naast hem geslapen, hier op de vloer van het Astronomielokaal? Ze probeerde te bedenken hoe ze hier kwam, in stilte hopend dat het allemaal weer een nieuwe droom was, een nieuwe nachtmerrie... maar toen kwamen de herinneringen weer bij haar op, ook al waren ze wat wazig, alsof ze niet goed had gemerkt wat er aan de hand was. Het Lentefeest, de mensen die verdwenen waren, Sirius in de hal, en de vreemde, overweldigende aantrekkingskracht die hij had gehad op haar... ze herinnerde zich nog dat ze samen naar boven waren gegaan, dat hij haar naar boven had getild, maar daarna niets meer... misschien maar goed ook. Hoe had het kunnen gebeuren? Hoe had ze zomaar met hem mee kunnen gaan? Ze keek vlug naar zichzelf, maar tot haar opluchting merkte ze dat ze nog helemaal aangekleed was. Dus dát was niet gebeurd, hemel zij dank… maar wat wel? Ze wilde er niet over denken

En Remus! Met een schok kwam ze overeind, en ze voelde tranen opkomen. Hoe zou Remus dit opvatten? Zou hij het al weten? Als hij het nog niet wist, zou ze het hem natuurlijk moeten vertellen, maar dan zou hij niets meer met haar te maken willen hebben... als hij dit wist... maar ze kon het echt niet voor hem verborgen houden. Hoe zou ze hem ervan kunnen overtuigen dat ze dit echt niet gewild had, dat hij haar behekst had, hoe dan ook... de leraren zouden dit toch nooit goed vinden? Liefdesdranken waren verboden op school, dan zou dit toch ook wel verboden zijn? Hij zou waarschijnlijk behoorlijk op zijn kop krijgen, maar dat hielp haar nu niet meer...

Ze keek weer naar Sirius, en zag nu niets meer van de aantrekkingskracht die hij had gehad. Ze zag alleen een lange jongen, misschien zouden anderen hem knap vinden, maar zij in ieder geval niet. En zijn karakter... hij was egoistisch en het kon hem niets schelen hoe erg zij dit vond. Hij had het allemaal van tevoren bedacht, dat durfde ze te wedden, en ze kon hem er wel om vermoorden. Dat kon helaas niet, maar ze kon hem hier wel mee confronteren. En dan zouden ze nog wel zien.

"Sirius! Word wakker, verdomme!" gilde ze woedend, en ze sloeg hem hard in zijn gezicht. Langzaam opende Sirius zijn ogen, en toen hij haar rechtop zag zitten, nog steeds in dat prachtige gewaad, kon hij er niets aan doen. Hij móést glimlachen...

Lily zag dat hij grijnsde, en ze kon het bijna niet geloven. Had ze hém ooit een vriend van haar genoemd? Hij had haar dit aangedaan, en kon er ook nog om glimlachen? Ze wenste dat ze genoeg toverkracht had om 'Avada kedavra' te gebruiken... maar schrok zich toen rot van die gedachte. Was ze dan toch een Dooddoener? Nee, daar ging het hier niet om. Het ging om Sirius, die... ze kon wel honderden scheldwoorden voor hem verzinnen.

"Waar dacht je dat je mee bezig was? Wat doe ik hier?" schreeuwde ze, en nu pas vielen hem de tranen in haar ogen op. Vond ze het zó erg? Wat was er nu fout? Ze hadden een fijne avond gehad, en ze had toch niet geprotesteerd... waarom huilde ze nu? Hij was nog voorzichtig geweest, vond hij zelf, hij had haar willen beschermen en niet tot het uiterste willen gaan.

"Wel, dat lijkt me duidelijk," zei hij nuchter.

"Ik heb dit nooit gewild, Sirius!"

"Daar heb ik weinig van gemerkt, gisteravond."

"Ja, dat was onder invloed van die vuile toverspreuk die je had gebruikt. Of weet ik veel wat je hebt gebruikt om die duivelse aantrekkingskracht te krijgen... ik vóélde dat er iets verkeerd was, ik wilde maar dat ik naar dat voorgevoel had geluisterd, dan was dit allemaal nooit gebeurd..."

Verbaasd keek hij toe hoe ze razendsnel opstond, wegliep, en de deur met een klap achter haar dichtsloeg.

"Nee, wacht, Lily..." zei hij nog, maar ze was al weg. Ze liet hem verbaasd achter. Waarom vond ze het zo vreselijk? Hij begreep het niet, maar voelde zich toch een beetje schuldig dat hij haar zo ongelukkig had gemaakt. Maar gisteravond toch niet... gisteravond was ze er gelukkig mee geweest... onder invloed van de betovering, goed, maar ze vond hem toch niet zó afschuwelijk dat ze het niet kon verdragen dat ze hem gezoend had? Meiden...

Verblind door tranen liep Lily door de gangen. Ze had nog nooit zó in de problemen gezeten, ze wist het zeker... wat zou iedereen ervan zeggen? Wat zou Remus zeggen? Ze wilde het aan de leraren vertellen, ze wist dat ze dat eigenlijk moest zeggen, maar ze schaamde zich vreselijk... hoe zou ze aan hen kunnen uitleggen dat ze zich zo vreselijk tot hem aangetrokken had gevoeld? Zouden ze denken dat ze een slet was? Had ze gewoon niet genoeg tegengestribbeld, had ze zich te weinig tegen die aantrekkingskracht teweer gesteld? Sirius deed alsof het niets bijzonders was, hij begreep écht niet wat er mis was... die vuile, egoistische rotzak, ze wilde hem nooit meer zien. Dit zou ze hem écht nooit kunnen vergeven. Ze wilde hem niet meer zien, en ze kon verder niemand meer onder ogen komen... haar vriendinnen niet, de leraren niet, Remus al helemaal niet... wat moest ze doen? Ze dacht er serieus over om weg te lopen, gewoon het Verboden Bos in, het kon haar allemaal niet meer schelen... was ze maar nooit naar Zweinstein gekomen, was ze maar nooit naar het Lentefeest gegaan, dit kon allemaal niet meer... ze haatte iedereen en alles, en bovenal zichzelf. Hoe moest dit ooit weer goed komen?

Plotseling botste ze tegen iemand op, maar ze kon niet zien wie. Laat het alsjeblieft, alsjeblieft, niet Remus zijn... ze deed een schietgebedje, en veegde toen de tranen uit haar ogen. Voor haar, met een bezorgde blik in zijn ogen, stond Severus Sneep.

"Wat is er met je aan de hand, Lily?"

"Ni... niks," mompelde ze, en ze probeerde om hem heen te lopen, maar hij hield haar tegen.

"Waarom huil je dan?"

"Severus, láát me alsjeblieft... laat me met rust..."

Hij keek naar het ongelukkige meisje voor hem, en wist eigenlijk wel wat er was. Natuurlijk had ook hij haar met Sirius zien vertrekken, natuurlijk was ook hij jaloers geweest, en hij had ook gezien wat vele anderen niet wisten: dat Sirius een illegaal ritueel had uitgevoerd. Hij wenste uit de grond van zijn hart dat Sirius van school zou worden gegooid, niet alleen omdat hij een hekel had aan dat groepje, maar vooral omdat Sirius Lily zo ongelukkig had gemaakt. Tenminste, hij vermoedde dat het aan Sirius lag, hij wist het natuurlijk niet zeker... maar daar kon hij makkelijk achter komen.

"Is het Sirius, Lily?"

Ze keek hem aan, verbaasd, en vroeg zich af hoe hij dat wist. Hij glimlachte bitter toen hij zijn vermoedens bevestigd zag in haar verbaasde ogen, en antwoordde op haar onuitgesproken vraag.

"Iedereen heeft je met hem weg zien gaan, en ik zag de spreuk die hij over zichzelf had uitgesproken. Als het je voldoening geeft, hij wordt waarschijnlijk van school getrapt."

"Z'n verdiende loon, die afschuwelijke, vreselijke..."

Ze snikte het uit, maar weerde zijn troostende hand op haar schouder af. Ze wilde niet getroost worden, niet door hem, ze wilde alleen maar weg. Weg van Zweinstein, Sirius en Remus. En van Severus, ze wist nu wat hij voelde en wilde niet daar óók nog eens mee moeten leven.

Ze wrong zich langs hem heen, en voor hij haar kon stoppen, was ze al om de hoek van de gang verdwenen. Hij staarde haar na, maar ging haar niet achterna. Ze had het niet makkelijk... wat had Sirius haar eigenlijk allemaal aangedaan? Moest hij hem een bezoek brengen? Hem duidelijk maken dat hij zoiets niet zomaar kon doen? Nee, dat was meer een taak voor Remus, helaas. Tenslotte was Remus - en nu voelde Severus een knoop in zijn maag zitten - haar vriend, haar afspraakje voor het Lentefeest dat zo dramatisch was afgelopen. Maar zou Remus wel boos op Sirius zijn? Nou ja, boos waarschijnlijk wel, maar zou hij Sirius... iets aandoen?

Wel, wie er ook voor zou zorgen, Sirius moest hier voor boeten. Dat beloofde Severus zichzelf, en hij keek grimmig in de richting waar Lily vandaan was gekomen.

Remus draaide zich om en om in zijn bed. Hij had vannacht niet veel geslapen, een paar uurtjes bij elkaar, maar hij was er absoluut zeker van dat Sirius ook in die paar uurtjes niet was binnengekomen. En waarschijnlijk had Lily evenmin op haar slaapzaal geslapen. Dat betekende... dat moest betekenen... dat ze de nacht samen hadden doorgebracht. Hij wilde er niet aan denken, maar hij kon het gewoon niet uit zijn brein verdringen. Ze was met Sirius naar het Astronomielokaal, de plaats waar hij en Lily ook samen waren geweest... als ze dan toch met Sirius mee moest, als Sirius dan toch zoveel beter was dan hijzelf, hadden ze dan geen andere kamer uit kunnen kiezen? Maar nee, ze moesten natuurlijk weer net de kamer nemen waar hij zoveel van was gaan houden... nu zou hij er nooit meer gewoon kunnen zitten, nu zou hij altijd denken aan Sirius en Lily. Oh, hij moest nu écht stoppen... maar hij begréép het gewoon niet. Ze wilde toch met hém naar het Lentefeest? Als ze meer van Sirius hield, waarom had ze dan niet geweigerd toen hij haar vroeg? Ze moest plotseling zijn omgeslagen, en Sirius had er natuurlijk geen bezwaar tegen gehad... waarom had hij haar eigenlijk niet geweigerd, trouwens? Sirius had geweten dat hij, Remus, van Lily hield, en toch had hij haar meegenomen naar boven.

Remus trapte zijn lakens onrustig weg toen hij eraan dacht dat hijzelf eigenlijk niet veel beter was. Hij had geweten dat James Lily mee wou vragen naar het Lentefeest, en toch had hij er zelf op een stiekeme manier voor gezorgd dat hij eerder bij haar was... dat was toch eigenlijk hetzelfde. Nee, het was niet hetzelfde! Ze was toen nog 'vrij' geweest, maar op het Lentefeest was ze al 'bezet' geweest... nee, dat was ook niet de juiste uitdrukking. Ze had toch een eigen keuze? Maar hij kon niet accepteren dat Sirius haar keuze was... was dat nu oneerlijk en jaloers van hem?

Hij kwam er niet uit, en besloot uiteindelijk om maar op te staan. Het was zes uur 's ochtends, en slapen zou toch niet meer lukken. Hij stapte zijn bed uit en gooide de gordijnen opzij. Verbaasd zag hij dat James en Peter op James' bed zaten te praten. Waarom waren zij al wakker?

"Kom erbij, Remus," zei James somber, en hij wenkte Remus naar hen toe. Verwonderd ging Remus naast hen op het bed zitten. Hij vroeg zich af wat ze aan het bespreken waren.

"Nu ze toch voor Sirius heeft gekozen, kan ik je wel opbiechten dat ik ook verliefd op haar was," viel James met de deur in huis. Remus was niet echt verbaasd over het feit dat James verliefd was op Lily, hij had het wel vermoed, maar het verbaasde hem wel dat James het zo openlijk zei.

"En ik ook," piepte Peter, maar dat verbaasde Remus minder. Peter deed de anderen altijd na. Als James, zijn grote voorbeeld, zou bekennen dat hij verliefd was op Lily, zou Peter dat ook doen... en hij had ook al geweten dat Peter verliefd op Lily was. De hele vriendenkring was voor haar gevallen, en dat had hij eigenlijk al geweten... maar waar wilde James heen?

"Het is een beetje een vreemde bekentenis, ik weet het," zei James, met licht roze gekleurde wangen. Het was duidelijk dat hij het zelf ook raar vond om te zeggen. "Maar ik heb er wel een reden voor. Ik wou voorstellen... we hebben alle drie vannacht niet kunnen slapen om... wel, om hen... we zitten er allemaal mee..."

"Waar wil je nou heen?" onderbrak Remus hem ongeduldig. Hij hoefde er niet aan herinnerd te worden, en het irriteerde hem dat James er zoveel over te zeggen had.

"Goed dan. Ik wou voorstellen dat we Sirius zeggen dat hij moet kiezen tussen ons en Lily. We kunnen geen goede vrienden zijn zolang dit ertussen staat. Ik weet niet hoe het met jullie ziet, maar ik zou het niet aan kunnen zien... nou ja, jullie weten wat ik bedoel."

Gedachten raasden door Remus' hoofd. Het klonk natuurlijk goed, hij zou niet meer hoeven verdragen hoe Sirius en Lily met elkaar omgingen... tenminste, niet in zijn naaste vriendenkring. Waar zou Sirius voor kiezen? Waar zou hij voor kiezen, als hij in die situatie was?

En dat was nu net het nadeel van het voorstel. Wat nu voor Sirius gold, zou natuurlijk ook voor de andere leden van de vriendengroep gelden... als Sirius geen kans kreeg met Lily, zou hijzelf, Remus, natuurlijk ook geen kans krijgen met Lily. En dat was iets waar hij eigenlijk nog steeds een beetje op hoopte, dat ze Sirius weer zou verlaten voor hem...

Niet dromen, Remus Lupos, sprak hij zichzelf streng toe. Ze wil je toch niet. Neem het voorstel nou maar aan, dan hoef je jezelf tenminste niet te pijnigen met gedachten aan Lily en een van je beste vrienden, maar kun je het gewoon laten 'genezen'. Neem het maar aan. Wat moet je anders?

"Ik ben voor," zei hij zachtjes, vrijwel tegelijk met Peter, en James keek hen stralend aan.

"Laten we Sirius ermee confronteren als hij terugkomt van... hm."

"Goed," zei Remus lusteloos, en hij ging weer van het bed af om zich aan te kleden.

Sirius liep rusteloos heen en weer. Hij besefte nu pas goed dat Lily bij hem was weggelopen, huilend nog wel, en waarschijnlijk op een holletje terug naar Remus. Dan zou ze weer met hem zijn, en natuurlijk zouden ze boos op hem zijn en alles… wel, dat was het ergste niet. Hij zou zijn excuses aanbieden, en uiteindelijk kwam dat wel weer goed. Maar dan zou ze nog steeds bij Remus zijn, en dat was de gedachte die hij niet kon verdragen. Nadat hij zo'n avond met haar door had gebracht, nadat hij nog beter wist hoe geweldig ze was, hoe zou hij haar ooit weer aan de arm van Remus kunnen zien? Dit zou geen tweede keer lukken, dat wist hij, alleen al omdat de leraren hem dan zéker van school zouden gooien. Hij wist dat hij nog lang aan haar zou blijven denken, en dat het nooit nut zou hebben, omdat ze hem dit nooit zou vergeven. Haar en Remus, Remus en zij, hij zou het overal zien. En er was nu niets aan te doen, hij wist het… hij hoopte bijna dat de leraren hem nu al van school zouden trappen, omdat hij hen dan niet meer samen zou zien, samen zou zien kussen zoals hij haar gezoend had…

Maar er was écht niets aan te veranderen. En hij zou nu toch eens terug moeten, misschien zou hij zelfs nog vóórr Lily bij hen aankwam, bij hen kunnen zijn. Als hij geluk had, ging ze eerst ergens anders heen om haar gezicht te wassen, of wat dan ook… zou hij zoveel geluk kunnen hebben? Wel, het viel te proberen. Hij moest in ieder geval terug, om zijn vrienden en haar vriendinnen, en misschien haarzelf, onder ogen te komen.

Sirius opende de deur en sloeg de weg naar de leerlingenkamer in. In het begin snel, omdat hij hoopte dat Lily er nog niet zou zijn, maar hij begon steeds langzamer te lopen. Hij durfde hen eigenlijk niet onder ogen te komen, hij was bang dat hij zijn beste vrienden zou verliezen… maar dit moest nu eenmaal gebeuren. Anders zou hij ze zéker verliezen, als ze beseften dat hij te bang was om hen onder ogen te komen…

Uiteindelijk stond hij voor de leerlingenkamer van Griffoendor, maar hij aarzelde nog. Was het misschien toch beter om eerst Lily te gaan zoeken? Nee, haar wilde hij ook niet zien… maar hij durfde zijn vrienden nog niet onder ogen te komen. Maar het moest, het moest gebeuren, en hij zou nu niet langer aarzelen en weigeren. Zonder er nog over na te denken gaf Sirius het wachtwoord en liep door het portretgat naar binnen. En hij stond tegenover Remus, die hem met grote, treurige ogen aankeek. Even voelde Sirius een schuldgevoel, hij besefte nu pas hoe erg Remus dit alles vond. Maar het was gewoon... hij had Lily gewoon niet kunnen weerstaan. Niet naar Remus' ogen kijken, gewoon kijken naar wie er nog meer in de leerlingenkamer was. James, zag hij nu, zat in een van de stoelen bij de open haard. Hij las een boek, tenminste, hij had een boek vast, maar ondersteboven. Had James het ook zo erg gevonden? Of was dit voor Remus? Nee, dan zou James hem niet zo boos en jaloers aanstaren. James hield ook van Lily. En zag hij daar Peter niet? Ja, Peter kwam net de trap af. Tenminste, waarschijnlijk was het de bedoeling dat het eruitzag alsof hij net de trap af kwam, maar hij kwam nu pas in beweging en dus wist Sirius zeker dat hij daar gewoon op de trap had staan wachten tot hij, Sirius, binnen zou komen. Dus Peter ook... geen wonder eigenlijk. Iemand als Lily zou iedereen aantrekken.

Even staarden ze elkaar alle vier aan, maar toen bewoog James. Hij schraapte zijn keel en zei: "We moeten praten, Sirius."

Hoe cliché, dacht Sirius zuur, maar hij knikte.

"Wat heb je te zeggen?"

"Wel... jij en Lily... wij... kan niet..." hakkelde James, en Sirius staarde hem uitdagend aan. "Ja?"

"Je weet hoe wij allemaal over Lily denken, en we kunnen het niet aanzien als jij met haar samen bent. Je zult moeten kiezen, Sirius: Lily of ons."

Lily was hier dus nog niet geweest... en ze hadden nog niet beseft dat hij een illegale spreuk had gebruikt! Sirius kon bijna niet geloven dat hij zoveel geluk had, maar nu was het zaak om dat niet te laten merken. Als hij ál te vrolijk was over het feit dat hij niet meer met Lily kon zijn, zouden ze het beslist verdacht gaan vinden. Nee, hij wist dat hij dit goed af kon laten lopen voor hem. Gewoon op de juiste tijd de juiste dingen zeggen... niet ál te gewillig zijn, maar uiteindelijk toch toestemmen... het lot was hem gunstig gezind, voorlopig.

"Dus... jullie zeggen dat ik het uit moet maken met Lily, of anders is onze vriendschap over? Dat is vals!"

Hij zag Remus onrustig kijken, maar James zei: "Misschien wel, maar zo is het nou eenmaal. Wie kies je?"

Sirius deed alsof hij nadacht, en antwoordde toen met verstikte stem: "Jullie. Vrienden gaan voor het meisje. Maar dan geldt voor jullie natuurlijk hetzelfde: geen relatie met Lily."

Remus vertrok zijn gezicht, en ook de anderen keken niet al te blij toen hij dat laatste zei, maar toen ze beseften dat hij had toegestemd, klaarden hun gezichten op.

"Lily kan nooit tussen ons komen," zei James met een glimlach.

"Laten we het hier niet meer over hebben," stelde Sirius voor, en de anderen knikten. Het was voor allen een pijnlijk onderwerp wat ze liever lieten rusten, dus hadden ze geen probleem met Sirius' voorstel.