'au:'!

Wat was dat?

Ik schrok wakker van een brandend gevoel op mijn onderarm. Ik keek, het duistere teken dat op mijn arm stond was zwart geworden en prikte nog steeds.

Ik moest gaan, mijn meester riep.

Snel sprong ik uit bed en trok mijn zwarte mantel aan. Hinkend op 1 been om mijn laarzen aan te trekken trok ik mijn masker onder een berg gewaden vandaan.

Ik moest opschieten, mijn meester zou niet blij zijn als ik te laat kwam.

Met 1 voet nog half uit mijn laars verdwijnselde ik.

Ik kwam terecht op een open plek in het bos.

Naast me hoorde ik nog meer geritsel. Gelukkig, ik was niet de laatste.

Snel nam ik mijn plaats in de kring in, vlak naast Kwast, die nog in zijn ogen stond te wrijven.

Al snel stonden we allemaal op onze plaats en nam Voldemort zijn plaats in het midden van de kring in.

Voldemort keek de kring rond, even rustte zijn blik op mij, ik moest mijn best doen om niet snel de andere kant op te kijken.

Gelukkig duurde het moment niet lang, een tel later had Korzel zijn aandacht getrokken door met een luide klap achterover op de grond te vallen.

"Crucio" hoorde ik Voldemorts stem zachtjes zeggen. Ik keek naar de lichte grijns op zijn gezicht en een rilling liep over mijn rug.

Mijn meester was niet iemand om mee te spotten.

Het gegil van Korzel ging door merg en been, ik kreeg een beetje medelijden met hem, ten slotte was hij waarschijnlijk net als ik ook zo uit zijn bed gesprongen.

Ik vond het niet zo vreemd dat hij staande in slaap was gevallen, maar mijn meester dacht daar blijkbaar anders over.

En Voldemort heeft altijd gelijk.

Het gegil hield op. Vanuit mijn ooghoeken zag ik Korzel jammerend weer opstaan.

'De eerste de beste die nu nog in slaap valt zal nooit meer wakker worden'.

Een siddering ging door de kring, Voldemort keek iedereen nog eens aan.

'Vannacht', ging Voldemort verder,'gaan we wat leuks doen!

Jullie staan vast allemaal te popelen om mij te bewijzen dat jullie nog steeds zijn verenigd onder het duistere teken.

Degene die mij Karkarov brengt zal ik rijkelijk belonen.

En nou wegwezen stelletje luie sodemieters, jullie hebben er veel te lang overgedaan om allemaal te verschijnselen hier, ik verwacht dat dit de volgende keer beter gaat'.

Dus we moesten Karkarov zoeken? Daar had ik weinig problemen mee, die vuile verrader verdiende niet beter dan Voldemorts wraak.

Toch was ik blij dat ik niet in Karkarov's schoenen stond.

Ik verdwijnselde terug naar huis om een aantal spullen op te halen.

Eenmaal thuis gekomen zocht ik mijn bezem en verliet in de kille nacht weer mijn huis, de eerste opdracht van mijn meester zou ik tot een goed einde brengen! Waar moest ik beginnen?

Het enig dat ik wist was dat Karkarov zijn vlucht was begonnen vanaf Zweinstein, maar ik betwijfelde of hij daar nog in de buurt zou zijn.

Waar zou ik naar toe gaan als ik hem was?

Wat was de laatste plaats waar je gaat zoeken naar zo iemand?

Ik besloot om te beginnen bij het verboden bos, ten slotte was hij daar ook begonnen.

Een moment later verschijnselde ik aan de rand van het verboden bos, net ver genoeg bij de rand van het bos vandaan om niet door iemand opgemerkt te kunnen worden.

Tot mijn verbazing was ik niet alleen, zowel Lucius als Gaius stonden in de bosrand.

Ik liep naar ze toe.

'Mmm we hebben schijnbaar alle drie hetzelfde idee', zei Lucius.

'Ik stel voor dat we met zijn drieën verder gaan, want anders blijven we elkaar steeds tegenkomen.

Voldemort zal tevreden zijn met onze samenwerking'.

Ik stemde toe, als ik faalde had ik in ieder geval niet alleen gefaald.

Gaius, die nog maar net ingelijfd was als dooddoener stemde ook gelijk toe.

'Goed zei ik, waar nu heen'?.

Gaius dacht hardop na: 'ik denk dat hij eerst nog naar zijn huis is gegaan, daar is hij stom genoeg voor denk ik, naar wat ik tot nu toe over hem heb gehoord'.

'Dat denk ik ook' zei Lucius, 'kom'.

Samen verdwijnselden we.

Bij Karkarov's huis aangekomen vonden we ook gelijk Wormstaart, die niets beters had weten te verzinnen dan hierheen gaan.

Ik hoorde Lucius snoeven onder zijn kap, nooit geweten dat hij Wormstaart niet mocht. En zo werden we een groep van vier.

Met zijn vieren gingen we de halve wereld over, eerst naar de bossen in Albanië, maar niets wees erop dat Karkarov daar was geweest.

Toen naar de jungle in zuid Afrika, maar daar vonden we ook geen enkel spoor.

Daarna naar een piepklein eilandje in de stille Zuidzee. Het was er heerlijk, maar nee geen Karkarov.

Toen naar de Sahara, maar omdat we het daar zelf al niet langer dan tien minuten uithielden, leek deze optie ook uitgesloten.

Daarna naar ijsland, Lucius wist dat daar een tovenaar woonde waar Karkarov wel eens mee omging.

Nadat we deze tovenaar hadden gevonden kwamen we erachter dat hij hier inderdaad was geweest, maar een week of twee geleden weer was vertrokken, de tovenaar wist niet waarheen.

Lucius sprak een vloek uit: "locomotor mortis". De man viel stijf als een plank achterover.

'Nu opletten zij Lucius, hier kunnen jullie nog wat van leren'.

Uit zijn zak haalde hij een klein flesje met een of ander doorzichtig goedje, het bleek een waarheidsserum te zijn. Lucius goot een paar druppels in de mond van de tovenaar.

"enervatio" zei Lucius. De man opende zijn ogen en ging overeind zitten.

'Nou' zei Lucius, 'waar is Karkarov'?

'In de geheime schuilplaats onder de vloer van mijn schuur' antwoordde de man.

Een minuut of tien later stonden we voor Voldemort.

Nog nooit had ik zijn gezicht zo gezien, zijn rode ogen straalden een vreemd soort licht uit, en de duivelse grijns op zijn gezicht beloofde niet veel goeds.

Karkarov zat op zijn knieën op de grond, hij beefde van top tot teen.

Ik wachtte rustig af op wat komen zou. Ik had het niet zo op martelingen, en ik wist hoe gruwelijk Voldemort kon zijn.

Ik wachtte rustig af op de dingen die komen zouden, tot Voldemort mij aansprak, ik moest komen.

'Geef me je arm', zei Voldemort.

Zo snel ik kon stak ik mijn arm uit. Voldemort drukte met een van zijn lange witte vingers op het duistere teken op mijn arm, het werd gelijk zwart en het deed pijn, maar ik gaf geen kik.

Al snel verschijnselde iedereen om ons heen.

Iedereen nam zijn plaats in de kring weer in. Ook mijn groepje dat eerst nog bij Voldemort had gestaan ging naar zijn plek.

Ik was blij dat ik mijn masker op had, zo zou het niet opvallen als ik mijn ogen dicht deed.

Naast me hoorde ik kwast ongemakkelijk heen en weer schuiven. Ik paste wel op me te bewegen, het laatste wat ik op dit moment wilde was de aandacht op mij vestigen.

Ineens baalde ik ervan dat mijn plaats naast kwast was.

als iedereen zijn kant op keek, leek het ook net of ze naar mij keken. Eigenlijk hoorde ik niet zo thuis in deze groep, zoals ik al zei, ik heb het niet zo op martelen. Ja, dreuzels, maar dat zijn zulke stomme wezens, die moorden elkaar uit, en ze hebben weinig normen en waarden. De wereld zou er beter aan toe zijn als zij niet alles kapot zouden maken met hun wapens, ook al van die rare dingen. En elkaar maar de loef afsteken, ze weten het allemaal beter.

Zucht, dreuzels, zoveel beter als ze er niet waren.

Mijn meester had gelijk, over dreuzels en ook over verraders, zoals Karkarov.

Maar een tovenaar is in mijn ogen een tovenaar. En die martel je niet, die dood je gewoon.

Tot alleen de goeden over blijven.

'Luister'.

Ik schrok op uit mijn gedachten.

'Jullie hebben vannacht allemaal goed werk geleverd, goed gedaan'.

'En nu, nu zal ik jullie laten zien wat er met iedereen gebeurd die zich verzet tegen heer Voldemort'!

'Te lang heb ik moeten wachten, te lang heeft die ouwe dreuzelgek met zijn kromme neus het voor het zeggen gehad'.

'Te lang heb ik moeten toezien dat de besten onder ons werden begraven in azkaban, of door schouwers werden gedood'.

'Laat het voor altijd duidelijk zijn: ik ben de machtigste tovenaar die ooit geleefd heeft, heel de wereld zal sidderen van angst bij het horen van mijn naam'.

'Het uur der waarheid is gekomen, de dementors en de reuzen zullen zich bij ons aansluiten, de wereld zal verlost worden van modderbloedjes en dreuzels...'

Op dat moment greep Karkarov naar zijn toverstok.

"CRUCIO" bulderde de stem van Voldemort door de donkere nacht. Weer hoorde ik gegil dat door merg en been ging, ik werd er misselijk van.

Ik hoopte dat het snel voor bij zou zijn.

'Dat deed pijn hè vuile verrader'?

'Ik kan me niet herinneren dat ik had gezegd dat je je mocht bewegen is het wel'?

Karkarov hield zijn mond.

"imperio"

'Nee, meester'. Zei Karkarov.

'Goed zo, ik houd van gehoorzaamheid, dat weet je toch nog wel'?

Stilte volgde.

'Geef antwoord'

'Ja, meester'. Zei Karkarov weer.

'Goed zo'.

Een gemene grijns verscheen weer op het gezicht van Voldemort.

'Ik zal het kort houden, je hebt me verraden, je hebt me te schande gemaakt, en je bent bovendien nog laf ook'.

'Maar, als je wilt sterven als een klein kind aan mijn voeten....

Vind ik dat prima, "avada kedavra"

Een groene lichtflits kwam uit Voldemorts toverstok, en een tel later lag Karkarov dood op de grond.

Voldemort gaf hem een schop en trok een vies gezicht.

Daarna draaide hij zich om en verdwijnselde.

Wij bleven achter en keken elkaar aan.

Wat te doen?

Blijven staan? Weggaan?

Ik besloot om maar niet als eerste die beslissing te nemen.

Buiten de gevaren zone blijven was mijn motto. Zo gingen er minuten voorbij, niemand bewoog, niemand zei iets.

Na een minuut of tien verdwijnselde Lucius. Dit was ook voor mij en blijkbaar ook voor de anderen het sein om te vertrekken.