De morgen erop was het een prachtige zondagochtend. De zon straalde en omdat het november was, waaide het tegelijkertijd ijzig koud. Niettemin verzamelden een heleboel leerlingen zich op en rond de grasperken van Zweinstein om, misschien de laatste keer in maanden, van de felle zon te genieten.
Vanuit haar raam kon Jen Silver aan de rand van het Verboden Bos zien grazen. Met al die leerlingen op de schoolperken durfde Silver niet dichter te komen. Jen ging in het raamkozijn zitten met een boek van Verweer tegen de Zwarte Kunsten dat ze uit de schoolbibliotheek had geleend. Ze las enkele uren, totdat het bijna middag was en haar aandacht getrokken werd door iets wat ze buiten zag. Ze legde haar boeken naast zich neer en stond recht terwijl ze enkele kleine gedaanten boven het Verboden Bos zag vliegen. Jen zag duidelijk dat ze op bezemstelen vlogen en sprong meteen recht. Snel haastte ze zich haar kamer uit, op weg naar de inkomsthal.
Buiten aangekomen zag Jen meteen dat het trio er al was. Ze liepen de trappen op en voor de grote deur omhelsden ze haar. Nadat de jongens hun verbazing over de afloop van alle zaken hadden uitgedrukt, gingen ze naar binnen, waar professor Banning naar hen toe kwam in de hal.
"Fedor Stil, Kenny Loras en Niels Grutter! Het lijkt al een eeuwigheid geleden!", piepte de kleine professor opgewonden.
"Dag professor Banning.", groette Niels hem terug met een brede glimlach.
"Dag professor!", zei Fedor snel. "Hoe gaat het met mijn broertje Ceder? Gedraagt hij zich wat?"
Professor Banning lachte.
"Jazeker, hij haalt lang niet zoveel kattekwaad uit als u vroeger!"
"Ow.", reageerde Fedor ietsje teleurgesteld.
"Jullie komen toch zeker naar de Grote Zaal? Professor Perkamentus had me gevraagd of ik jullie wou uitnodigen. De huiselfen hebben extra hard gezwoegd om een heerlijk middagmaal te bereiden."
"Ja, graag!", antwoordde Kenny enthousiast. Zijn maag sprak voor hem.
Fedor en Niels knikten en Jen volgde hen toen ze met professor Banning de grote zaal inliepen. Er was nog niet veel volk, want bijna iedereen was buiten, maar een aantal leerkrachten zaten al aan tafel.
Professor Perkamentus stond op toen hij hen zag aankomen.
"De onvergeetlijke Ravenklauwers.", groette hij hen glimlachend. "Zet jullie alsjeblieft neer. En vertel ons alles over wat jullie de laatste jaren hebben aangevangen."
Jen en de jongens zetten zich aan tafel neer. Eerst vertelden de jongens om de beurt over hun bezigheden sinds ze van Zweinstein waren vertrokken, maar al na een paar minuten was professor Perkamentus Fedor aan het uitvragen over zijn uitvindingen, zat Kenny met Hagrid te praten over hoe het ging in de Drie Bezemstelen en hield Niels een discussie met professor Banning over hoeveel ondeugender zij vroeger waren dan de huidige Ravenklauwers. Jen at op haar gemak haar middagmaal op en luisterde mee met de conversaties zonder zelf een woord te zeggen.
Professor Anderling kwam een pak later dan normaal binnen en zette zich zuchtend neer naast Jen.
"Is er iets mis?", vroeg Jen.
Anderling keek haar even verward aan.
"Oh.", zuchtte ze. "Nee, het valt mee. Hij daar…", ze knikte naar professor Sneep, die aan het uiteinde van de tafel met Madame Plijster zat te praten. "…Hij laat me weer eens zijn werk opknappen."
"Zijn werk?", vroeg Jen.
"Ja, we hadden afgesproken dat Slatero Krinkel, van Zwadderich dus, dit weekend zou beginnen met zijn strafwerk. Zonet vond ik Slatero op het grasveld, waar hij wat met zijn vrienden zat te kletsen. Hij daar…", Anderling keek weeral boos naar Sneep, die niets doorhad. "… had jongeheer Krinkel niet eens van de straf verteld. Jongeheer Krinkel wist van niets! Van niets!"
"Wat heb je toen gedaan?", vroeg Jen geïnteresseerd.
"Ha! Hem meegenomen naar de keuken! Als Severus hem niet aan het werk zet, doe ik het wel! Hij zal mogen zwoegen als een huiself! En nu maar hopen dat zijn gedrag wat verbetert."
Anderling schepte haar eten driftig op en begon ook aan haar maaltijd. Kenny, Niels en Fedor waren al eeuwen klaar. De eerste leerlingen en leerkrachten begonnen alweer op te staan en Jen nam het trio mee naar haar kamer.
"Wanneer kom je ons weer eens opzoeken in Zweinsveld, Jen?", vroeg Niels terwijl hij voor het raam stond en naar de leerlingen op de grasvelden keek.
"Geen idee.", antwoordde Jen. "Perkamentus is nog enkele zaken aan het regelen met het Ministerie. Ik hoor er eigenlijk niet veel van. Hij zal het me wel laten weten wanneer ik Zweinstein nog eens mag verlaten."
"Nou, als je dan naar Zweinsveld mag, moet je zeker nog eens komen kijken naar The Wiz. Andreas heeft echt een heerlijke zangstem. We hebben meer succes dan ooit!", grijnsde Kenny tevreden.
"Ja, en je moet nog maar eens komen meedoen dan. Dan kun je ook nog wat geld verdienen. Hoe zit het eigenlijk met je inkomen?", vroeg Fedor.
"Euh, ik krijg hier geen inkomen, maar ik heb ook geen uitgaven. Ik heb nog wat geld over van met de Wiz. Niet heel veel, maar dat geeft niet. Ik heb mijn geld ook nergens aan te verliezen."
"Hoe zit het met de spullen die je nodig hebt voor school? Ketels, boeken, een toverstaf?", vroeg Niels.
"Die kan ik pas gaan kopen als ik Zweinstein mag verlaten van het Ministerie.", zuchtte Jen.
"Hoe ga je dan ooit leren toveren, als je niet eens een toverstaf hebt?", vroeg Niels verward.
"Ow, professor Perkamentus had gevraagd of professor Sneep er misschien eentje zou kunnen maken."
De drie Ravenklauwers wisselden enkele veelbetekenende blikken met elkaar uit.
"Wat?", vroeg Jen.
Kenny, die naast Jen op het bed zat, antwoordde maar.
"Nou, het is best logisch dat Perkamentus Sneep zou vragen een toverstaf te maken, maar van Sneep kun je niet op aan. Hij is een zwadderaar, en, nou ja…"
Hun gesprek werd verstoord door een klop op de deur. Jen sprong recht en ging de deur openen. Voor de deur stond een jongen van zwadderich met een reusachtig dienblad vol zoetigheden in zijn handen.
"Dag, eeuhm, ik kom dit brengen van de keuken. Van, eeuh, de huiselven. Voor de gasten.", zei de jongen stuntelig.
"Ow.", reageerde Jen en ze deed de deur verder open. "Kom binnen. Zet het maar op het tafeltje bij het vuur."
De jongen liep met de grootste voorzichtigheid naar binnen en zette het dienblad op het tafeltje neer. De drie Ravenklauwers keken even verward naar de jongen.
"Sinds wanneer hebben ze de huiselfen ontslaan en vervangen door Zwadderaars?", vroeg Fedor verward.
De jongen begon rood te zien.
"Jij bent Slatero toch? Slatero Krinkel?", vroeg Jen.
De jongen keek haar verrast aan.
"Ja, dat klopt. Hoe ken je me?"
Jen grijnsde.
"Ik zit aan de tafel van de leerkrachten. Geloof me, iedereen kent je daar."
"Ow, is hij een herrieschopper?", vroeg Fedor, een heel pak enthousiaster dan voorheen.
"Volgens de leerkrachten wel.", antwoordde Slatero grijnzend. "Ik probeer enkel wat plezier te maken."
Niels ging naast de jongen staan en legde zijn hand op zijn schouder.
"De status van de herrieschopper wordt vreselijk ondergewaardeerd.", zei Niels met gemaakte droefheid.
De jongens en Jen grinnikten.
"Welnu, jonge Slatero Krinkel, wat brengt jou hier?", vroeg Kenny.
"De huiselfen hadden me bevolen ervoor te zorgen dat hier alles naar wens was."
"Blijf dan wat langer hier en vertel ons van je wandaden op Zweinstein.", knipoogde Niels. "Want zijn broer daar…" Niels keek naar Fedor "…is veel te braafjes naar onze zin. We hebben behoefte aan wat verhalen over kattekwaad in de lessen."
Slatero Krinkel grijnsde breed en enkele tellen later genoot hij mee van de zoetigheden die hij zelf had gebracht.
De namiddag begon op zijn einde te lopen en de leerlingen stroomden terug naar binnen. Professor Severus Sneep liep door de gangen naar zijn kamer. Een uil had hem zonet een aantal ingrediënten geleverd voor de lessen van de komende week en hij was van plan die te inspecteren alvorens hij ze in de kerkers op de rekken zou plaatsen. Hij had nog een heleboel huiswerken te verbeteren, en hoe sneller hij ermee kon beginnen, hoe beter.
Toen hij zijn kamer naderde, hoorde hij echter iets wat hem niet aanstond. Er stond keiluid muziek op en hij hoorde geschaterlach komen van de kamer tegenover de zijne.
"Wat krijgen we nou weer.", gromde hij in zichzelf.
Hij bracht snel de ingrediënten naar zijn eigen kamer en haastte zich vervolgens terug naar de gang, waar hij op de deur van Jen klopte. Het geluid in de kamer werd er niet minder om en toen niemand kwam opendoen, deed hij zelf de deur maar open.
De muzomaat die boven de haard stond speelde keiluide dreuzelrock en Jen en de Ravenklauwers waren op het bed aan het springen.
"Als jullie hier nog op school zaten zweer ik jullie dat ik honderd punten van Ravenklauw zou aftrekken!", zei Sneep boos terwijl de muziek bleef doorspelen.
Nu pas hadden ze door dat iemand hun feestje was binnengevallen en Jen sprong snel van het bed af. De Ravenklauwers slikten en hielden zich ook stil. Slatero, die boven op een tafeltje aan de andere kant van de kamer had staan headbangen, hield zich stil, wetende dat Sneep hem nog niet had ontdekt.
De Ravenklauwers keken naar Slatero, en toen zag Sneep dat ook zijn leerling meedeed aan het feestje. Sneep was even te verbaasd om iets te zeggen.
"Krinkel, wat doe jij hier?", vroeg hij langzaam.
Slatero sprong voorzichtig van het tafeltje af.
"Wel, eeuh, ik eeuh…"
"Hij heeft niets misdaan.", zei Niels kalm. "Hij had als taak het ons naar wens te maken, en wij hebben hem uitgenodigd om te blijven en gezellig mee te doen. Hij heeft enkel gedaan wat van hem gevraagd werd."
Slatero zag redelijk rood en knikte instemmend met wat Niels zei.
Severus Sneep keek nog eens rond.
"Zet die herrie uit.", zei hij tegen Jen, die nu bij de muzomaat stond. "En Slatero, meld je terug aan in de keuken. Als je daar geschorst wordt wens ik jou nog eens persoonlijk te spreken over je gedrag."
Slatero knikte nerveus en nam snel het dienblad terug mee en liep de kamer uit. Jen probeerde de muzomaat stil te zetten en duwde op een paar knopjes.
"Kenny!", fluisterde ze stil. "Kom eens helpen!"
Jen kreeg de muzomaat niet stil en Kenny probeerde snel het geluid stiller te krijgen.
"Hulp nodig?", vroeg Sneep sarcastisch.
"Eeuhm, het is een beetje kapot, we krijgen het zo wel stil.", excuseerde Jen zich snel.
"Dat hoop ik. Voor jullie eigen goed. En ik hoop dat jullie begrijpen dat we die jongen niet hebben gestraft voor zijn plezier. Het is niet de bedoeling dat hij dit strafwerk als positief ervaart... Of ze eindigen nog als jullie…"
Met een laatste strenge blik op de drie Ravenklauwers draaide Sneep zich om en liep hij de kamer terug uit. In zijn eigen kamer aangekomen begon hij aan het verbeteren van de huiswerken, ook al werd hij nog steeds lichtelijk gehinderd door de luide muziek die van Jen's kamer kwam.
"Vervloekte Ravenklauwers.", mompelde hij. "Quietus!"
Door die spreuk hoorde hij niets meer van het lawaai dat zich in de kamer tegenover de zijne afspeelde. Gerust ging hij verder met het verbeteren van de huiswerken.
"Is hij kapot?", vroeg Jen.
"Nee, ik denk het niet.", antwoordde Fedor. "Maar ik zal hem mee naar huis nemen en hem proberen te repareren, als je het niet erg vindt natuurlijk."
"Nee, geen probleem.", reageerde Jen snel.
"Nou, Jen, ik denk dat we beter kunnen doorgaan, voor we je nog meer in de problemen werken.", excuseerde Niels zich. "Professor Sneep leek niet bepaald vrolijk."
Niels, Fedor en Kenny keken elkaar even duivels glimlachend aan.
"Wat?", vroeg Jen nieuwsgierig.
"Hehe… Dat zeggen we je wel een andere keer.", knipoogde Niels.
"Zou te lang duren om nu nog eens te vertellen.", grijnsde Kenny terwijl hij op Jen's schouder klopte.
Jen glimlachte.
"Ik hoop het! Ik vond het heel gezellig vanmiddag."
"Wij ook.", glimlachte Kenny. "Doe de groetjes aan Slatero, als je hem nog eens ziet. Hij is een toffe jongen."
"Zal ik doen."
Jen omhelsde de jongens nog eens en ze verlieten daarna de kamer. Jen had zich kostelijk geamuseerd die namiddag. Enkel jammer dat Sneep het feestje had verstoord.
Het licht was al gevallen en Jen zat voor het vuur te lezen in een boek over kruidenkunde. Er klopte iemand op de deur.
"Kom binnen.", riep ze terwijl ze het boek weglegde.
Slatero Krinkel stapte voorzichtig naar binnen.
"Hey Slatero. Je hebt nog de groetjes van Niels, Kenny en Fedor."
"Ow, tof.", antwoordde hij. "Weet jij misschien waar professor Sneep is? Niemand opent de deur als ik klop, en onder in de kerkers is ook alles gesloten."
"Ik zou het niet weten. Zijn kamer is ook gesloten?"
"Nee, maar niemand antwoordt als ik klop."
"Ik zal eens komen kijken."
Jen liep met Slatero naar de deur van het hoofd van Zwadderich en ze klopte voorzichtig.
"Professor Sneep? Bent u binnen? Slatero moet u spreken…"
Er kwam geen respons. Slatero en Jen keken elkaar aan. Jen klopte nogmaals en opende de deur. Ze draaide haar hoofd naar binnen. Sneep zat met zijn rug naar hen toe aan zijn bureau.
"Professor, Slatero wil u graag spreken."
Vreemd genoeg kwam er nog steeds geen reactie.
"Is er iets met hem?", vroeg Slatero.
Jen stapte met Slatero binnen.
"Slaapt hij of zo?", fluisterde Slatero.
"Ik denk het niet…", antwoordde Jen stilletjes terug. "Professor Sneep? Is er iets mis?"
Jen wandelde heel voorzichtig dichterbij en ze zag dat Sneep huiswerk aan het verbeteren was.
Sneep zag plots een schaduw op de huiswerken vallen. Zonder zelf een spier te verroeren, zag hij hoe de schaduw dichterbijkwam. Heel voorzichtig greep hij naar zijn toverstaf. Plots draaide hij zich om en sprak hij een ontwapeningsspreuk uit.
Tot zijn eigen verwarring hoorde hij zijn eigen stem niet. Jen vloog tegen de muur aan en Slatero kon haar nog net ontwijken.
"Jen!", riep Slatero uit en hij haastte zich naar haar toe.
"Finite Quietus.", mompelde Sneep snel en hij hoorde Jen kreunen.
"Auw.", gromde ze.
"Ik had jullie niet horen aankomen.", verdedigde Severus zich snel, terwijl hij Jen met hulp van Slatero terug recht hielp.
"Die expelliarmus-spreuk is wel een van je favoriete, geloof ik, of zit ik ernaast?", zei Jen ironisch terwijl ze met haar handen in haar rug steunde.
Sneep werd rood.
"Ik had daarstraks een doofspreuk uitgesproken, maar was vergeten die weer af te zetten. Mijn excuses."
Jen zuchtte.
"Aanvaard. Probeer in het vervolg een minder rug-brekende spreuk uit te spreken, wil je?"
Slatero slikte.
"Eeuhm, u zou nog iets met me willen bespreken…", zei hij aarzelend. "Over vanmiddag…"
Severus keek de jonge Slatero even aan.
"Beloof me dat je hierover zwijgt en ik zal het voorval van de namiddag vergeten."
Severus en Slatero keken elkaar even serieus aan en begonnen toen beiden te glimlachen.
"Akkoord.", grijnsde Slatero.
"Goed. Keer dan maar terug naar de leerlingenkamer. En onthoudt, geen woord hierover…"
"Over wat?", knipoogde Slatero onschuldig en hij verliet de kamer.
"Laat me ook nog even mijn verontschuldigingen aanbieden voor deze namiddag.", zei Jen snel. "Het was niet mijn bedoeling om zoveel geluidsoverlast te bezorgen. We hadden enkel wat teveel plezier en lieten ons meeslepen."
"Verontschuldigingen voor het geluidsoverlast ook aanvaard. Ik heb je immers tegen de muur gesmeten, een zwaardere straf is daarvoor niet nodig.", zei professor Sneep droog.
Jen grijnsde half.
"Maar ik moet er wel op aandringen dat je je in het vervolg niet meer moeit met de straffen die wij de leerlingen geven. Wij weten wat het beste is voor Slatero en als wij hem straf geven, gaat die straf ook door."
"Dat had ik thans niet van professor Anderling gehoord.", glimlachte Jen sluw.
Sneep keek haar even streng aan.
"Waarover heb je het?"
Jen kuchtte en kon een glimlach niet onderdrukken.
"Ik dacht dat jij Slatero de straf deze ochtend al had moeten geven, maar volgens Anderling was zij degene die Slatero tijdens de middagpauze aan het werk kon zetten."
Sneep werd nogmaals rood.
"We zijn kennelijk beiden niet perfect, maar van onze fouten kunnen we leren, niet?", grijnsde Jen. "Ik zal zwijgen als jij zwijgt, akkoord?"
Professor Sneep gromde, maar kon een zwakke glimlach niet onderdrukken.
"Akkoord."
Severus nam enkele ingrediënten van de toverdranken van een tafel en hield de deur voor Jen open.
"Ik ga nog wat drankjes voorbereiden voor de lessen van morgen. Als u zo vriendelijk zou willen zijn om terug te keren naar uw kamer…"
Jen ging snel naar buiten.
"Drankjes voorbereiden? Kan ik helpen?"
"Neen, je zou enkel in de weg lopen. Ik moet trouwens ook nog onderzoek doen wat toverstaffen betreft, dus ik heb het al druk genoeg dankzij jou."
Jen keek Severus boos aan.
"Ik heb al van alle vakken lessen meegevolgd, enkel van Toverdranken niet."
"De andere lessen zijn al moeilijk genoeg voor je, dus waarom zou ik je nog willen opzadelen met een vak als toverdranken?"
"U hoeft me daar niet mee op te zadelen, ik zadel dat mezelf wel op. Ik wil trouwens zien of het vak zo moeilijk en saai is als de anderen beweren."
"Saai?!", herhaalde Sneep met een strenge blik.
"In vergelijking met, bijvoorbeeld, Verweer.", vulde Jen aan.
Sneep zuchtte.
"Daar kan ik inderdaad mee instemmen.", zei hij zwakjes.
"Mag ik dan mee?"
"Nee!", hield Severus koppig vol en hij liep weg van zijn kamer.
Jen achtervolgde hem even koppig.
"Keer terug naar je kamer.", zuchtte Severus geërgerd.
"Neen, als ik nu terugkeer zal ik nooit een les toverdranken meemaken.", overdramatiseerde Jen de situatie.
"Ik heb niet eens een les nu, ik ga gewoon wat zaken voorbereiden.", zei Severus terwijl hij met zijn ogen draaide.
"Dat is dan zelfs nog beter. Dan kan ik misschien helpen."
"Ik betwijfel het."
Severus en Jen kibbelden de ganse weg naar de kerkers door.
"…Als je eens wat minder koppig deed, zou je misschien eens gewoon naar een les mogen komen kijken. Misschien zou ik het je zelfs vragen, maar daar zou ik nu niet op hopen als ik jou was."
"Nou, misschien dat ik zodadelijk in vijf minuten je vak al beu ben, en dan wil ik nooit meer komen. Dan ben je meteen van me af."
"Ik hoop het.", gromde Severus en hij deed de deur van zijn lokaal in de kerkers open.
Een paar drankjes stonden al te sidderen in de ketels boven het vuur. Jen keek nieuwsgierig om zich heen. Het was maar donker en vochtig in de kerkers. Het verbaasde haar niet dat de meesten tegen toverdranken opkeken. Sneep's karakter was niet het makkelijkste, de kerkers waren ijskoud en daarenboven roken niet alle drankjes even aangenaam.
Professor Sneep liep naar zijn bureau en zette zich erachter neer. Hij nam een zwarte veer en begon huistaken van leerlingen te verbeteren. Jen stond wat onwennig in het midden van de kerkers. Sneep maakte geen enkel geluid en verbeterde de huistaken verder door zonder naar Jen op te kijken. Jen keek afwachtend naar de toverdrankleraar, maar die leek geen aanstalten te maken om haar ook daadwerkelijk iets bij te leren.
"Als we het zo gaan spelen, jij je zin…", dacht Jen in zichzelf.
Met haar handen op haar rug staarde ze wat naar het plafond en begon ze een liedje te fluiten.
Professor Sneep reageerde er niet op, maar toen Jen luider en hoger begon te fluiten, keek hij haar plots aan.
"Kun je daarmee ophouden? Ik probeer hier iets te verbeteren.", zei hij nijdig.
"Ow, sorry, ik was gewoon aan het wachten tot je me aan het werk zou zetten.", glimlachte Jen onschuldig.
Sneep stond langzaam recht van zijn stoel.
"Hier zal ik je wat werk geven…", begon hij stil en kalm. "Zie je die kist daar? Op het onderste rek?"
"Ja."
"Goed. In die kist zitten dovemansbladeren. Ze groeien aan enkele loofbomen in het bos. Neem de kist maar mee, ga naar het bos, en blijf zoeken tot je die bladeren vindt. Als je ze gevonden hebt, zal ik je een les geven."
Sneep keek Jen koel aan. Jen's blik was sceptisch.
"Loofbomen?", vroeg Jen langzaam.
"Jup."
"Het is bijna winter. Er groeien nu geen bladeren aan loofbomen, tenzij de regels van de seizoenen niet gelden hier in Zweinstein.", antwoordde ze met gefronste wenkbrauwen.
Sneep zuchtte en gooide een stuk perkament terug op zijn bureau.
"Dacht ik net dat ik een manier had gevonden om van haar af te zijn voor een paar maanden…", mompelde hij in zichzelf.
Jen opende verontwaardigd haar mond om iets te zeggen, maar voor ze de kans kreeg stond professor Sneep voor haar met een boek in zijn handen dat hij van een rek had gegrist.
"Toverdranken, eerste jaar. Er staan een aantal bereidingswijzes van drankjes in. Kies er eentje uit dat je denkt aan te kunnen. De meeste ingrediënten gebruikt in dit boek vind je in die twee rekken terug. Wees er zuinig mee, ik krijg van de meeste ingrediënten pas volgende maand een nieuwe voorraad binnen."
Jen nam snel het boek aan en Sneep liep meteen terug naar zijn bureau om verder te werken.
"Aan welke ketel moet ik werken?", vroeg Jen snel.
"Die wat het verste van mij af staat alstublieft!", antwoordde Sneep droog.
Jen grijnsde half en liep snel naar een hoekje van de kerkers. Ze zette zich op een bankje neer en begon te bladeren in het boek. Enkele drankjes hadden verschrikkelijke uitwerkingen, maar er was een bepaald drankje dat Jen herkende… Even later was Jen druk bezig met alle ingrediënten naar haar tafeltje te verplaatsen. Severus keek even onopvallend op, maar ging meteen weer verder met verbeteren.
"Klaar.", zei Jen trots terwijl ze met een fles vol blauwgrijze vloeistof voor het bureau van Sneep stond.
Professor Sneep keek verrast op van de huiswerken.
"Al klaar? Je bent nog maar een uur bezig."
"Jep.", grijnsde Jen voldaan.
Severus nam de fles van haar over en bij het bekijken van het drankje glimlachte hij bijna.
"Ik had kunnen raden dat je Onontsteek ging maken."
"Ben ik zo voorspelbaar?", vroeg Jen.
"Kennelijk niet, want ik had het niet geraden. Eens zien of het wel volledig gelukt is. Maar toch al gefeliciteerd dat het drankje niet groen is."
"Groen?", vroeg Jen.
"Ja, dat gebeurt wel eens als de leerlingen teveel onkruidsnagels toevoegen."
"Ja, nu ik heb gezien welke ingrediënten er in Onontsteek zitten hoop ik dat ik het drankje nooit meer moet nemen."
Severus nam een doos uit een kast en zette die op zijn bureau. In de doos lagen een heleboel mini-perkamentrolletjes. Jen keek nieuwsgierig toe.
De leraar toverdranken nam een perkamentje eruit en toen hij het openrolde zag Jen dat er 'Onontsteek' op geschreven was. Sneep nam met een glazen buisje wat Onontsteek uit de fles en liet er een paar druppels van op het papier vallen. Het papier kleurde plots felgroen.
"Uhoh, het is groen, is dat nu slecht?", vroeg Jen onwetend.
"Nee, helemaal niet. Als het papier rood kleurt is het slecht."
"Wat betekent groen dan?"
"Dat je perfecte Onontsteek hebt gemaakt.", antwoordde Severus, verrast om Jen's kunnen.
"Gaaf!", glimlachte Jen.
Denkend liep Sneep naar een boekenrek en nam hij er een ander boek uit. Bladerend wandelde hij langzaam terug naar Jen.
"Hier.", zei hij terwijl hij het boek aan Jen gaf.
Jen las de pagina waarop het boek openlag.
"Wat is dit?", vroeg Jen.
"Het toverdrankje dat jij nu gaat bereiden. Ik had je liever iets moeilijkers laten maken, maar dat zou te lang duren."
"Hoe lang duurt dit dan?"
"Vier uur."
"Vier uur?!", herhaalde Jen met mond open. "Ik dacht dat jij me geen les wou geven?"
"Ik dacht dat jij net wél les wou hebben.", antwoordde Sneep gevat.
Jen zweeg.
"Goed. Ik zal proberen. Als ik je kerkers opblaas… Eeuh… Jouw fout."
Jen keerde met het boek terug naar haar werkhoekje en begon weer ingrediënten te verzamelen om die voor te bereiden volgens de werkwijze van het boek.
Jen moest toegeven dat het drankje een pak moeilijker was om te bereiden dan de Onontsteek, maar het was toch niet zo moeilijk als ze had gedacht.
Na een uurtje zaten al een aantal ingrediënten te koken boven het vuur. Het drankje was vies donkerpaars, maar gelukkig geurloos. Professor Sneep was net klaar met zijn huiswerken te verbeteren en liep naar Jen toe om te zien hoe ze het ervanaf bracht. Ze zwegen beiden toen hij aan de andere kant van de ketel ging staan om te kijken of het nog steeds even goed ging.
"Vertel me eens…", begon hij denkend. "Als je nog nooit een les toverdranken hebt gehad, hoe kan het dan zijn dat je hier foutloos een drankje zit voor te bereiden waarmee zevendejaars moeite hebben?"
Jen bloosde.
"Ik weet het niet. Het is gewoon niet moeilijk. Het lijkt een beetje op koken…"
"Koken?", herhaalde Sneep met grote ogen.
"Ja, als u ooit op een dreuzelschool les zou willen geven zou koken iets voor u zijn denk ik.", grijnsde Jen terwijl Severus haar beledigd aankeek.
"Ik kan niet eens koken.", gromde de jonge professor.
"Ik dacht ook niet dat ik toverdranken kon maken.", zei Jen terwijl ze kleingesneden kikkerpootjes in de ketel liet vallen. "Het is best wel walgelijk… Toverdranken maken. Wat een ingrediënten."
Sneep grijnsde.
"Maar ik veronderstel dat je het ook wel kan vergelijken met wetenschappen op dreuzelscholen…", zuchtte Jen. "Fysica en chemie. Daar doen ze ook proefjes en zo. Het lijkt er veel op. Ik heb het al vaak gehad, die vakken. In mijn middelbaar onderwijs, en ook een aantal keren in het hoger onderwijs. Toen ik verpleegster studeerde… En dierenarts ook."
"Wat? Ben je een verpleegster en een dierenarts?", vroeg professor Sneep verrast.
"Nee. Ik ben niets. Ik heb nog nooit iets afgemaakt.", zuchtte Jen.
Ze waren beiden eventjes stil.
"Ben je ook goed in de andere vakken hier op Zweinstein?", vroeg Severus om de stilte te breken.
"Niet in de vlieglessen in ieder geval.", zuchtte Jen. "Geschiedenis van de Toverkunst is ook niet zo makkelijk, maar ik veronderstel dat ik dat beter gewoon van buiten kan leren. En de andere vakken kan ik niet goed volgen zonder toverstaf. Ik zou niet weten of ik er iets van zou bakken."
"Hmm, dat klopt ja…", dacht professor Sneep in zichzelf. "Je hebt nog steeds geen toverstaf… Ik heb laatst een aantal boeken erover gekregen van professor Perkamentus, maar ik heb nog niet de tijd gehad om eraan te beginnen. Nou, jij hebt toch nog minstens twee en een half uur werk voor je. Ik ga eens kijken waar ik ze heb gelegd…"
"Oke.", antwoordde Jen.
Severus Sneep verliet de kerkers en Jen brouwde verder aan het drankje. Een klein kwartier later was Sneep terug met vijf reusachtig grote en zware boeken. Met een zware dreun liet hij ze op zijn bureau vallen en zonder nog iets tegen Jen te zeggen nam hij het bovenste van de stapel af en begon hij te lezen. Even later nam hij er een rol perkament bij en begon hij notities te nemen van wat hij las. Jen werkte snel door aan haar drankje.
De uren vlogen voorbij en Jen had al een uur zitten geeuwen toen ze eindelijk klaar was.
"Het drankje is af. Het is groen, zoals in het boek stond.", zei Jen vermoeid.
Sneep keek even op van het tweede boek.
"Goed zo."
"Moet je het niet controleren met die papiertjes die verkleuren?"
"Nee, als het groen is, is het in orde. Goed gedaan."
"Ik ga dan slapen denk ik. Het is al laat.", geeuwde Jen.
"Natuurlijk. Maar wacht even…", zei Sneep terwijl hij rechtstond.
Hij liep naar het boekenrek en nam er een zevental boeken vanaf.
"Je kan dan misschien wel goed drankjes maken, maar je kent de eigenschappen van de ingrediënten nog niet. In deze boeken staan veel recepten, maar ik wil dat je alvast de eigenschappen van de ingrediënten leert, dan ken je de basis voor de zeven jaren alvast volledig. De recepten van buiten leren is dan enkel nog maar bijzaak."
Jen nam de boeken van Severus over.
"Tegen wanneer moet ik ze kennen?", vroeg Jen.
"Tegen volgende week."
Alsof Jen nog niet moeite genoeg had te blijven staan met die kolossen van boeken in haar armen, kon ze bijna omvallen van dat antwoord.
"Een week?!"
"Ja, je kan toch geen lessen volgen zonder toverstaf. Behalve toverdranken en geschiedenis misschien."
"En numerologie.", vulde Jen aan.
"Dat ook. Ik zal proberen tegen volgende week een aantal toverstaffen af te hebben die je kan uitproberen. Er zal wel eentje zijn die je kan verdragen…"
"Verdragen?"
"Ja, anders voelt het aan alsof die in brand staat als je hem te lang vast hebt, zoals die van mij toen?"
"Ah ja.", herinnerde Jen zich. "Oke, alvast bedankt."
Sneep knikte kort.
"Zorg dat je tegen volgende week de betekenissen van de ingrediënten kent."
"Ik zal mijn best doen.", glimlachte Jen terwijl ze naar de deur van de kerkers liep. "Goedenacht."
"Hetzelfde."
