6. O.W.L.S

"Ik ga niet meer leren, kan toch niets onthouden, ik krijg een totale black-out!" riep James door de leerlingen kamer en hield theatraal zijn hand voor zijn ogen. Sirius sprong ook overeind en zei op dramatische toon "Het is verschrikkelijk, iemand red ons!" Maar daarna barsten de beide jongens in lachen uit.
Zelfs Remus grinnikte maar al snel verdween dat alweer. Vandaag zouden de testen beginnen. Hadden ze het wel goed geleerd? Deze testen zouden de rest van hun levens bepalen! Ze moesten het gewoon redden, dat moest. En dat zouden ze ook wel!

'Nog vijf minuten!' riep Professor Banning.
James glimlachte en rolde zijn rol perkament op. Deze toets ging perfect bedacht hij tevreden. Hij stond op en wilde net zijn toets inleveren toen hij een koude rilling voelde. Even dacht hij dat er iemand achter hem stond maar dat was verbeelding. James gaapte en kwam weer bij zijn positieven en leverde de toets in. Toen hij weer zat draaide hij zich om naar Sirius, die vier plaatsen achter hem zat. Hij grinnikte en Sirius stak zijn duim op. Daar weer vlakbij zat Remus die nog druk met de toets bezig was maar hij leek het ook goed te doen. James draaide zich weer om met een brede glimlach, eindelijk was de toets voorbij.
'Hoe vond je de vragen Remus?' vroeg Sirius terwijl ze de grote zaal de hal in liepen. 'Geweldig' antwoorde Remus 'geef vijf kenmerken van een weerwolf' 'Heb jij wel al die kenmerken?' vroeg James 'Ik denk van wel' zei Remus serieus '1. hij zit op mijn stoel, 2. hij draagt mijn kleren, 3. zijn naam is Remus Lupos.'
Peter was de enige die niet lachte. 'Ik heb de snuit, de pupillen en de staart' zei hij zenuwachtig 'maar ik wist er niet meer...' 'Hoe dom kun je zijn!' zei James 'Je rent elke maand met een weerwolf rond-' 'Niet zo hard' fluisterde Remus
'Ik vond de toets heel makkelijk' zei Sirius om van onderwerp te veranderen 'ik heb op z'n minst een acht'
'Ik denk ik ook' zei James en hij haalde een snaai uit zijn broekzak. 'Waar heb je dat vandaan?' 'Gejat' antwoorde James nonchalant en hij begon met de snaai te spelen. Al lopend liepen ze naar een buiten naar een grote boom om daar in de schaduw te zitten.
James speelde met de snaai en Peter keek hem bewonderend aan. James zei niks maar genoot van de aandacht. Hij zag vlak bij hem Lily zitten op een bankje met een paar vriendinnen en hij hoopte dat zij hem zou zien.
Sirius keek een beetje verveeld om zich heen en Remus greep eeen boek uit zijn tas en begon te lezen. 'Ik verveel me' zuchtte Sirius na vijf minuten 'wou dat het volle maan was' 'Jij wel ja' zei Remus duister. 'we hebben nog Transfiguratie, als je je verveelt mag je me overhoren' Sirius snoof minachtend 'ik hoef niet naar die troep te kijken, ik ken het toch al'
James stopte de snaai weer in zijn zak en mompelde tegen Sirius: 'Dit beurt je wel op...kijk es wie daar is' 'Geweldig' zei Sirius 'Sneep' Sirius stond op en liep met James naar hem toe, Remus en Peter bleven zitten.
'Alles goed Sneep' zei James luid Sneep reageerde zo snel dat het leek alsof hij een aanval verwachtte. Hij viste in de zak van zijn gewaad om zijn staf te pakken maar James was hem voor. 'Expelliarmus!' Sneeps stok vloog de lucht in en viel neer op het gras. Sirius lachte en richtte ditmaal zijn staf op Sneep. 'Impedimenta!' riep hij.
James keek even over zijn schouder of Lily en de meisjes het hadden gezien. 'Hoe ging je examen Sneep?' zei James die weer naar Sneep keek.' 'Ik heb hem gezien' zei Sirius 'zijn neus zat tegen het perkament aan. Ze zullen het niet kunnen lezen, er zitten vast overal vetvlekken op'
Een paar mensen lachten. 'Jij-wacht!' zei Sneep
'Wachten waarop?' zei Sirius ' tot je ons met je vette neus aanvalt?' Sneep keek hen woedend aan en schold hen uit. 'Was je mond eens' zei James koel 'Scourgify!'
Roze bubbles zweefden uit Sneep's mond, zijn lippen waren vol met schuim...- 'Laat hem MET RUST!' James en Sirius keken om. James schrok toen hij zag dat het Lily was en streek in zijn haar.
'Hey Lily' zei hij 'Alles goed?' 'Laat hem met rust' herhaalde Lily. 'wat heeft hij jullie aangedaan?' 'Nou-ou' zei James 'het is meer het feit dat ie bestaat..'
Er werd hard gelachen.
'Je denkt dat je grappig bent' zei ze 'maar je bent gewoon een arrogante kwal, Potter. Laat hem met rust' 'Als je met me wilt gaan Lily' zei James vlug 'Kom op, doe het dan en dan zal ik nooit meer mijn toverstok naar Sneep uitsteken' 'Ik zou nooit met je nemen al was je de laatste jongen op aarde'
'Pech James' zei Sirius en hij keek om naar Sneep. 'HEE!'
Maar het was te laat. Sneep had zijn staf opgeraapt en richtte hem op James en een tel later raakte hij James vol op het gezicht, zijn gewaad onder het bloed.
James greep zijn staf, richte hem op Sneep en opeens hing Sneep in de lucht, op z'n kop. Zijn gewaad zakte naar beneden en je kon een oude vergrijsde onderbroek zien'
De menigte lachte hardop en James, Sirius en Peter hielden het niet meer. Alleen Remus lachtte niet. Misschien, bedacht James, kwam dat omdat hij klassenoudste was. Lily was woedend en haar gezicht liep rood aan.
'Zet hem neer!' schreeuwde ze. Even leek het alsof ze glimlachte, maar dat was vast verkeerd gedacht want ze greep haar toverstok en richte hem op James. 'LAAT HEM MET RUST!' 'Oh, Lily je gaat me toch niet beheksen?'
'Schakel die vloek dan uit!' riep Lily James zuchtte diep, draaide zich om naar Sneep en mompelde de tegenvloek. 'Je hebt geluk dat Lily er was Sneep, anders...'
'Ik heb geen hulp nodig van gore modderbloedjes zoals zij!' Lily's gezicht betrok. 'Goed' zei ze koel 'ik help je niet meer Sneep, en ik zou je onderbroeken maar eens wassen als ik jou was.' 'Bied je excuses aan' schreeuwde James naar Sneep, zijn staf naar hem uitgestoken.
'Ik wil jou niet die zijn excuses maakt. Je bent minstens zo slecht als hem' 'WAT?' riep James verbaasd 'ik heb je nooit een -je weet wel genoemd!'
'Je haar in de war doen omdat je denkt dat het cool staat, showen met die stomme snaai en iedereen beheksen op school die je maar niet aanstaat - het verbaast me dat je bezem van de grond kan komen met zo'n groot hoofd er op. Je maakt me ZIEK'
Ze draaide zich om en liep snel weg. 'Lily!' riep James haar na 'Hey LILY!' Maar ze keek niet om.
'Wat is er met haar?' vroeg James verbaasd. 'Volgens mij' zei Sirius 'vind ze je een sukkel' 'Juist' zei James woedend 'juist.' En samen liepen ze terug over het terrein, het kasteel in.

"Hij is zo arrogant, verschrikkelijk!"riep Lily uit terwijl ze met Elma langs het meer liep. "Kan je geloven dat hij Sneep gewoon behekste, die deed helemaal niets!"riep Lily uit terwijl ze voor Elma uit stampte die haast rende om Lily bij te kunnen houden. Lily snoof en raasde toen verder niet eens opmerkend dat verschillende mensen naar haar keken.
"En dan ook nog al die meiden die hem zo cool vinden! Beetje als jonge honden achter hem aanlopen! Ik ben er zojuist weer achter gekomen waarom ik zo'n hekel aan hem heb! Zijn ego is zo mogelijk nog groter dan het hele kasteel!" Lily was echt razend, haar wangen waren vuurrood en haar haren stonden recht overeind doordat Lily er telkens met haar handen door streek. De ketting die ze van James had gekregen hing nog wel om haar hals en die was nu een zeer donkere kleur groen.
Elma ademende nu heel zwaar en bleef een moment stil staan "Kom op Lily loop niet zo hard!"riep ze achter Lily na, maar die liep gewoon door en leek Elma niet eens gehoord te hebben. Ze was nog steeds James voor van alles en nog wat aan het uitmaken en riep zelfs dingen die mensen deden huiveren.
"Gemene rotzak!"eindigde haar tariade even later toen ze tegen iemand aanliep. "Ik hoop voor je eigen welzijn dat je mij niet bedoelde."klonk het arrogant en over Lily haar rug kroop een rilling. Toch werd Lily er niet bang van, maar dat kwam alleen maar doordat ze heel erg kwaad was.
Ze sprong overeind en keek recht in het gezicht van Lucius Malfidus. Zijn haar was naar achteren gebonden in een staart en zijn grijze ogen staarden haar intens aan, alsof hij recht in haar ziel kon kijken. Hij was een knappe verschijning en veel meiden wilden wel wat met hem, maar dat kwam meer omdat hij zeer rijk was.
"Nee Lucius,"zei Lily uiteindelijk met een gemaakte glimlach op haar lippen "als ik het over jou had gehad had ik niet die simpele bewoording gedaan. Achter Lucius verschenen nu drie personen, Korzel, Kwast en Sneep.
Toch hield Lily niet haar mond, ze was werkelijk woedend, dan wel niet op Lucius zelf. Maar hij was er nu en die arrogante houding daagde haar gewoon uit om haar woede te uitten tegen hem. "Als je het over mij had gehad, wat zou je dan hebben gezegd?"vroeg Lucius op arrogante toon maar er lag een dreigende ondertoon in zijn stem. Lily negeerde die totaal en zei:"Dan had ik gezegd, uit de klei getrokken ijspegel met stro op zijn kop!"
Na deze woorden was het even stil en Lily draaide zich om en stampte weer weg. De woede was duidelijk te zien in Lucius zijn ogen en zijn lippen waren op elkaar geknepen. Maar in de ogen van Sneep, die schuin achter hem stond was eerder een geamuseerde glinstering te zien. Nog nooit eerder had iemand zo tegen Lucius gesproken, tenminste geen meisje...

"Wat was dat nou weer?"vroeg Elma toen Lily terug kwam en Lily mompelde "Stomme Malfidus en zijn bende." Elma schudde haar hoofd, Malfidus was soms erger dan Sneep, maar hij viel veel minder op. "Ik zweer je dat hij en zijn bende later de mafia van de magische wereld worden!"mopperde Lily en ineens brak de hemel open.
De regen plensde neer en binnen een paar minuten waren de beide meiden doorweekt. Overal lagen plassen en de witte bloussen van de meiden waren nu helemaal doorzichtig. Zowel Lily als Elma slaakte een gil en trokken de nu loodzware en zeer natte gewaden zo goed mogelijk dicht.
Ze renden samen de hal in en gingen toen elk een kant op om naar de eigen slaapzalen te gaan. "Ik zie je nog wel!"riep Lily naar Elma riep iets terug wat niet meer te verstaan was. Lily snelde door de gangen nog steeds proberend haar gewaad dicht te houden.
Tot ze de hoek omsloeg naar de ingang van de leerlingenkamer ging alles goed. Maar toen liep ze tegen iemand aan en viel ze op de grond. Waardoor haar gewaad open kwam te liggen. "Hoi Lily, laat me je even overeind helpen."klonk het toen charmant en Lily bevroor op de plek waar ze stond.
"Nee, nee ik kan het zelf wel!"riep Lily maar het was al te laat, ze werd al omhoog getrokken. Wanhopig probeerde Lily haar gewaad dicht te houden maar dat werkte niet. "Zo wat heb jij gedaan, gezwommen in het meer?"vroeg Sirius terwijl hij Lily bekeek en Lily keek hem nijdig aan. Maar toen gleed er een glimlach over haar gezicht. "Ja inderdaad,"zei ze zacht en op hese toon "alleen vond ik het zo jammer dat jij er niet was."
Sirius stond met open mond naar Lily te kijken, hij begreep niet wat ze zojuist had gezegd. Maar toen ze eraan toevoegde "Dan had ik je met alle plezier verzopen."snapte hij dat Lily niet in een goed humeur was. Ze was overduidelijk kwaad zag Sirius toen hij in Lily haar ogen keek. En het volgende moment was ze ook al langs hem heen gestormt, de leerlingenkamer in. Achter haar was een heel nat spoor te zien en Sirius grinnikte, zelfs van die regenbui koelde Lily niet af.
"Modder en water op mijn vloer!"klonk het ineens hard door de gangen en Sirius maakte bijna een sprong van schrik. "Oh, nee, Stoffer."mompelde Sirius en maakte zich toen snel uit de voeten. Straf van Stoffer probeerde hij zeker te ontlopen, hoe leuk het ook was de man dwars te zitten.
"Waar is Remus?"vroeg Sirius toen hij de leerlingenkamer in kwam en James en Peter aan een tafeltje knalpoker zag spelen. James wierp een duistere blik naar buiten zonder ook maar iets te zeggen en toen Sirius ook naar buiten keek begreep hij het gelijk. Vlak naast de ondergaande zon prijkte al heel vaag een volle maan.
"Dat was ik helemaal vergeten, en ook nog zo snel na de Slijmballen, Remus moet zich wel verschrikkelijk voelen."zei Peter op zachte toon maar de andere jongens leken niet naar hem te luisteren. Sirius staarde naar de ondergaande zon met een grijns op zijn gezicht alsof hij gek was geworden terwijl James naar de kaarten keek maar niets leek te zien.
"Ik ben een oen!"riep hij uiteindelijk en liet het kaartenhuis instorten. De meeste kaarten vielen richting die arme Peter en branden zijn wenkbrauwen weg. James sprong overeind en liep gefrustreerd heen en weer over het tapijt terwijl de laatste mensen in de leerlingenkamer hem verbaasd aankijken.
"Ik heb het verpruts!"riep James weer uit en haalde een hand door zijn al verwarde haren terwijl hij nog steeds open neer liep over het tapijt. De laatste mensen in de leerlingenkamer gingen nu ook naar de slaapzaal maar keken toch nog steeds vreemd achterom naar James. "Hoe heb ik dat voor elkaar gekregen!"riep James weer uit en bleef ineens midden in de kamer staan. "Ik weet niet wat ik fout heb gedaan."zei hij toen en begon weer te lopen.
"Maak je niet zo druk, ze komt wel terug."zei Sirius optimistisch. "Welke meid kan jou nou weerstaan!"ging hij verder en gaf James een klap op zijn schouder. "Lily."mompelde James verslagen maar zei er vlak achteraan "Laten we naar Remus gaan."
Sirius haalde zijn schouders op, sloeg een arm om James zijn schouder en samen begonnen ze naar de deur te lopen. Peter hobbelde zacht achter hun aan en als snel waren ze op weg naar Remus.

Niet zolang daarna stapt Lily uit de schaduwen van de trap, waar ze alles had staan afluisteren. Wat was er met Remus? Lily stond fronsend voor de haard, James had van streek geleken. Was dat allemaal door haar gekomen? Zelden had Lily zich zo verward gevoeld. Wanneer was alles zo ingewikkeld geworden?
Hoofdschuddend zakte Lily neer in een stoel en trok haar benen op. Ze had nu weer droge kleren aan, maar het was net of het ijskoud in de leerlingenkamer was. Alles was de afgelopen weken zo erg veranderd, net of ze in een totaal andere dementie terecht was gekomen. Eén die ze totaal niet herkende, maar waar ze toch moest blijven.
Een traan gleed langzaam over Lily haar wang terwijl ze in het vuur staarde. Alles leek bergafwaarts te gaan, haar familie, haar zus, haar vrienden, huiswerk alles. Het was gewoon verschrikkelijk en Lily kon er niet aan ontsnappen.

Petunia praatte al niet meer met haar en praatte meestal gewoon langs Lily heen. Altijd over haar vriend, die lieve Herman. Gewoon om misselijk van te worden. Ze had het er zelfs al over dat ze met hem ging trouwen! Ze was nog maar net achttien en had het al over trouwen! Ze was echt niet goed bij haar hoofd. Haar ouders vonden het prachtig, Petunia werd een echte dame. En ze waren ook zo trots op Lily. Trots en teleurgesteld tegelijk. Dat was zo moeilijk te begrijpen en Lily deed zo haar best.
Nu kwamen daar ook nog al het extra huiswerk bij, dat Lily voor verschillende vakken maakte. Maar toch wilde ze geen van die taken naast zich neer leggen. Ze had het alle andere jaren ook gered en daarom zou ze het dit jaar ook gewoon redden.
Ookal werd alles nu moeilijk, ze zou het redden. Dat gedoe met James kwam er nu ook nog bij. Moest ze daar rekening mee houden? Nee, daar wilde ze niet eens aan denken. Ze zou het redden al was Rosie er nu niet meer om haar te steunen en haar aan het lachen te maken. Ze zou het gewoon redden.
Alles was zo snel veranderd dat het moeilijk te bevatten was. Maar, dacht Lily vlak voordat ze in slaap viel, achter de wolken schijnt altijd de zon.