een vogel in de lucht
Een vis in de zee
Sta ik middenin hier
Wachtend tot jij mij vindt
Een vis in de zee
Sta ik middenin hier
Wachtend tot jij mij vindt
-xxx-Ikke
2 Mijn vriend Owen"Wat was er precies gebeurd?" Zei ik tegen mezelf.
Ik zat op het strand, ik heb hier de hele nacht gezeten en nu is de zon weer aan de horizon.
De zon vertelt ons dat het nu weer ochtend is. Ik probeer terug te halen wat gister is gebeurd.
Ik zag de havenstad Aster voor me. Ik had ruzie met mijn moeder en liep weg.
Op de haven nam ik afscheid van Leon. Een storm kwam en ik zag nog net
dat Aster in brand stond.
Ik geef mezelf een klap tegen me kop.
"Waarom stond Aster in brand?
Waar kwam die storm vandaan?"
"Hee jij meisje!" Zegt een stem. Het was die jongen van gister.
De jongen die mij gered heeft van mijn afgebroken boot.
Dezelfde jongen die ik aanvalde en bedankte.
Wat doet hij hier?
"Ben je hier de hele nacht op het strand gebleven?" Vraagt hij.
"Ja, waar moet ik anders?" "Is het niet koud dan?"
"Stel geen stomme vragen. Vertel liever wat jij hier komt doen."
"Dit strand is niet van jou meisje, dus ik mag hier komen wanneer ik wil. Hier pak aan."
Hij geeft mij een stuk brood dat hij bij heeft en een fles met water.
"Eet op." Zegt hij. Ik at het stuk brood op en dronk de fles in een keer leeg, ik heb niks gegeten. Ik kijk dan naar zijn Amberkleurige ogen die veel op die van Leon leek.
"Leon...ik vraag me af of je nog leeft...." Ik greep naar maar ketting.
"Huh? Is er iets meisje?" Vroeg hij.
"O ehm..Niks hoor. Ik heet trouwens Joli E. Merald."
"Owen Li, aangenaam." En hij gaf mij zijn hand.
"Ik ben hier elke ochtend om te trainen met mijn zwaard." Zegt hij.
"ik heb wel gemerkt dat je vaakt train, je sloeg me gister goed af met je zwaard."
"Kom je hier ver vandaan?" Vraagt hij.
....
"ik weet het niet. Waar ben ik?"
"Je bent nu in Tijgeroog."
"ik ken 't niet. Ligt het vlakbij Aster?"
"ik denk het niet. Ik ken de meeste steden hier vlakbij."
Hij pakt zijn zwaard uit het hoesje en zwait hem naar voren.
"ik ga nu trainen als je het niet erg vindt, Joli E. Merald."
Ik sta op en ga van het strand af.
"Goh, wat lijkt hij op Leon zeg."
Het is nu de drukste moment van de dag.
Tijgeroog heeft een straat lange markt waar ze van alles kopen.
Men is nu druk bezig en let niet op hun spullen...
"Hun onoplettenheid, en mijn vaardigheid. Dat is een goede deal."
Ik zoek de eerste beste vrouw op en pakt haar geldtasje zo van haar af.
"Nu heb ik tenminste geld. Ha, ik voel me net als die dief Nami van die Stro Hoed bende."
Ik loop de hele straat af en heb wat appels, broden en flessen water gestolen.
"Zo, hier heb ik genoeg aan voor een hele dag."
Snel liep ik terug aar het strand.
"Hee Owen."
"Merald, je bent er weer."
"Noem mij maar gewoon Joli. Weet jij of hier in de buurt boten zijn?"
"Ja, kom mee, dan laat ik ze wel zien."
We liepen naar de haven. Het is veel groter dan in Aster, de schepen zijn ook een stuk reusachtiger. Even turen in de haven vind ik een prachtige schip. Een blauwe met aan de zijkanten vleugels geschilderd en een zwaan als boegbeeld.
"Die neem ik." En wijs naar die schip waar Swean op staat geschilderd.
"Je wilt toch niet weer de zee in? Ben je niet bang van wat er met je gebeurd was?"
"Nee. Ik ben piraat, ik ben niet bang. "
"Nou, je kan toch niet, die schip is van de Marine."
"Natuurlijk kan ik die schip krijgen. Let maar op."
Ik loop naar het schip. Op m'n gemak kom ik op het schip.
Owen is mij achterna gerend en pakt mij bij mijn arm.
"Ben je betoeterd? Je kunt niet zomaar op het schip komen. Wat ben je van plan?"
"ik ga het schip stelen."
Hij kijkt me verbaasd aan.
"Wat?! Stelen?!"
"Hee, wat doen jullie op het schip!!!" Roept een man die ons ziet.
"We stelen het schip!" Roep ik terug.
"Wat zeg je nou! Joli!"
"Help me de touwen los te maken. Snel een beetje ja? Dan gooi ik de zeilen uit."
"Merald, je kunt dit maken. Je bent een meisje, je hoort je te gedragen."
"ik ben ook piraat, ik heb een eigen wil." Zeg ik en rent naar de zeilen.
Owen zucht, maar gehoorzaamt en maakt de touwen los. Nu is ook hij verantwoordelijk van het kapen van de schip Swean.
"Wacht halt! Baas! Baas! Ze stelen het schip!" Roept de man.
"Wie durft zomaar mijn schip te stelen?!" Schreeuwt een man die aankomt rennen.
Hij zag er woest en sterk uit. Iets dat aan hem was zijn zilverkleuige haar. Ik ben blij dat we al ver genoeg waren gevaren.
Hij zag mij. Het leek wel of hij mij herkende ofzo. Maar ik kende hem niet, dat is zeker.
"Zij! Wacht maar." Zegt de man met zilverkleurige haar. Hij stak zijn hand op.
We hoorde de lucht donderen.
Storm.
Precies zo een als bij mijn havenstad Aster.
"Joli E. Merald! Jij bent degene die ik zoek! Nu heb ik je gevonden, kom hier!"
"Echt niet, je denk toch niet dat ik naar je toe komt enge enge man!" roep ik
en steek mijn tong uit.
"Joli! Weet jij wel wie dat is? Dat is Storm!" Zegt Owen.
"Jaja, ik weet dat storm eraan komt."
"Nee dat bedoel ik niet. Hij, die man, hij heet Storm! Hij is de baas van Tijgeroog,
en van dit schip!"
"Is hij van de Marine?"
"Ja, hij zoekt mensen waarvan hij denkt dat ze gevaarlijk zijn en sluit ze op.
Hij heeft bijna iedereen die op zijn lijst staat opgepakt."Zegt Owen.
"Zet hij ook andermans leven op spel om ze te pakken?" Vraag ik.
"Heb je van hem gehoord?"
"Nee, maar ik weet het gewoon.
Hij moet de man zijn die mijn stad heeft verbrand."
De storm was er nog steeds. Gelukkig hebben we geluk. De storm nam ons mee richting zee, en niet richting Storm. Een conclusie die ik kon trekken was dat hij een vrucht heeft gegeten
en storm kan laten opkomen.
Hij is net als ik een niet-zwemmer.
Tweede chapter van mijn One Piece story. Misschien had ik de eerste stuk niet
zo wazig moeten maken. Het is zoveel info in één keer! Ik weet niet meer wat de vrucht was waar je storm kon maken. Hopelijk weet iemand hoe het heet.
Dit is mijn eerste verhaal dus dit is zo niet goed geschreven.
Maar ik hoop wel dat er mensen dit lezen.
doeg doeg.
-xxx- SweetBobo
