Hoofdstuk 3: Dromen in een Hemelbed
Harry tolde door een waas van rondkolkende as en laaiende groene vlammen. zelfs na de ritten op hippogriefen en terzielers, vond hij dit toch wel de meest onprettige manier van reizen. Met een mond vol roet landde hij pijnlijk met zijn knieën op de harde vloer van de plek waar hij wezen moest: Grimboudplein 13, zijn nieuwe thuis. Hij keek op en zag achterhem Remus Lupos van achter de vlammen vandaan komen. Hij knalde vol met zijn knie in Harry's rug, die kreunend van de pijn voorover klapte, waarbij zijn bril van zijn neus viel. ,,Harry, gaat het?" vroeg Remus. ,,Ja, het is oké" zei Harry met een beetje een van pijn vertrokken gezicht" . Harry taste de vloer af totdat hij z'n bril weer vond. ,,occulus reparo" mompelde hij zachtjes wijzend met zijn toverstok op het gebroken glas. Hij keek weer even rond in de woonkamer waar hij beland was. Harry schrok zich een ongeluk want een stem die uit de duisternis in de linkerhoek kwam sprak ,,Remus, weet je nu nog niet dat je nooit met je knieën naar voren moet landen, als je met brandstof?"
Een man met een zwaar gehavend gezicht kwam uit duisternis. ,,Daarom mijd ik die open haarden liever, Alastor" grijnsde Lupos. ,,Harry wat leuk om je weer te zien, en levend nog wel!" grapte de man. ,,Het is goed, om u weer eens te zien, meneer Dolleman" Alastor "Dwaaloog" Dolleman was een goedaardige man, die zijn leven lang op de duistere tovenaars had gejaagd en daardoor nu door het leven ging met een nogal toegetakeld voorkomen, een glazen oog. Bovendien was hij paranoïde geworden. Als je vlak achter z'n rug niest is de kans groot dat je al vervloekt word voordat je je neus hebt gesnoten. ,, Zo, ben je eindelijk weg bij die maffe dreuzels, Harry?" Harry keek even naar Lupos en glimlachte terug naar Dolleman. ,,voorgoed" zei Harry.
Harry liep naar de bank in het midden van de woonkamer. Net toen hij wou gaan zitten hoorde hij Lupos tegen Dwaaloog zeggen ,,Ik ga er maar weer vandoor". Harry draaide zich om en zei ,,Nu al?". ,,Ja" zei Lupos ,,zoals je geliefde toverdrank leraar al wist te melden, het is volle maan vannacht, wil je dat ik hier wacht zodat je het weer is kan meemaken, of zal ik mezelf op een wat veiligere plek transformeren tot het gevaarlijkste mormel ter wereld?". ,,Nee, doe dat inderdaad maar lekker ergens anders" grinnikte Harry. Lupos liep weer naar de haard en pakte een hand vol brandstof. ,,Oh, meneer Lupos" zei Harry. Lupos, die net op het punt stond om ,,Het krijsende krot" te schreeuwen, keek even op. ,,Vergeet die brief niet" zei Harry met beide ogen strak op Lupos gericht. Even keek Lupos verbaasd naar Harry ,,Jij laat je ook niet foppen hè Harry?" zei Lupos met iets wat op een trotse toon leek. ,,Ik zal eens kijken wat ik voor je kan doen". Met een oorverdovend geknetter verdween Lupos tussen de groene vlammen.
,,Zo, dan wordt het tijd om je nieuwe onderkomen te bekijken hè?" zei Dwaaloog grommend ,,Waar zullen we beginnen?" . Harry keek even naar Dwaaloog en zei ,,het bed, misschien?" Dwaaloog glimlachte, waardoor zijn gezicht nog verder uit zijn verband werd getrokken. ,,Ik ben een beetje moe!" zei Harry. ,,Oh ja, natuurlijk" zei Dolleman "Alleen zul je morgen dan wel je rondleiding krijgen van Albert Leeflang, en volgens mij weet hij nog minder van dit huis als jij, Harry" . Harry keek even verbaasd en vroeg ,,Albert Leeflang?". ,,Oh ja die ken je natuurlijk nog niet" zei Dwaaloog ,,Hij is nieuw in de orde, niet helemaal gezond in de bovenkamer, volgens mij... hij is de hoofdredacteur van dat prutkrantje, "De Kibbelaar", hij heeft ook nog een dochter van ongeveer jouw leeftijd"... ,,Loena" Vulde Harry hem aan. ,,Ja, die ja, ook niet helemaal tof daarboven hoor, Harry". ,,Nou ja, goed dat zie ik dan morgen wel weer" geeuwde Harry.
Dolleman liep met Harry mee naar de 2e verdieping, waar Harry en slaapkamer toegewezen kreeg.Harry stapte zijn slaapkamer binnen en plotseling schoot hem nog wat te binnen. ,,Meneer Dolleman, zou u een briefje naar de Duffelingen willen schrijven met daarin het adres waar ze mijn eigendommen naar toe kunnen sturen... en als het kan: het mag ook per uil". Nadat er wederzijds een goedenacht werd gewenst, deed Harry glimlachend de deur op slot en het licht in de slaapkamer aan. Hij zat zich even te vermaken met het beeld van een meneer Duffeling die paars aanliep omdat die "Potter" het had gedurft om een brief per uil naar ze te versturen.
Hoewel zijn vermoeidheid nu een hoogtepunt had bereikt. Viel hem de schoonheid van zijn nieuwe slaapkamer direct op: Er stonden overal schitterende kersenhouten meubelen, die allemaal uitgehouwen waren en de mooiste vormen hadden. Er stond een tafeltje in het midden van de kamer waarvan de poten de vorm hadden van wondermooie elfjes, en op de grond lag een schitterend tapijt van wat Harry herkende als glamorgana-haar. Te midden van al dat moois stond een enorm hemelbed waar Harry van dacht dat hij wel plaats kon bieden aan tien personen. Harry begon zich langzaam uit te kleden en deed het licht uit, Hij nam plaats op een zeer comfortabel matras , dat leek verzacht te zijn door magie, hij trok de sprei over zich heen. Plotseling zag hij een touwtje boven z'n hoofd hangen waarvan Harry dacht dat dat wel van een leeslampje zou zijn. Harry trok aan het touwtje, en tot zijn grote verbazing ging er geen leeslampje aan, maar in plaats daarvan leek het plafond van het hemelbed op te lichten en verscheen er een nachtlucht die niet te onderscheiden was van echt. Plotseling kwamen er allemaal mensen op bezems te voorschijn, die boven harry's hoofd een partijtje zwerkbal speelde. Harry genoot stilletjes van dit , stom genoeg , rustgevende schouwspel en zuchte: ,,Helemaal mijn stijl"
Langzaam werden Harry's oogleden zwaarder en zwaarder, en langzaam viel hij in een diepe slaap. Hij had een mooie droom, hij liep in zijn ochtendjas trots door zijn eigen huis te stappen, hij kwam aan in de eetkamer, en zag dat z'n koffie al klaar stond. Hij dronk de koffie uit een glazen oog, terwijl hij "De Kibbelaar" doorbladerde waarin hij las dat een dreuzel op de Ligusterlaan krankzinnig was geworden, omdat er een uil door zijn slaapkamerruit was gevlogen. Ineens werd het heel licht, zo licht dat het pijn deed aan z'n ogen...en het werd weer donker...
hij keek om zich heen en merktte dat hij nu in een ander huis lag. Harry probeerde zich te bewegen maar het leek wel of hij niet verder kwam dan omrollen. Er ging een deur open en een mooie vrouw met rood haar kwam de kamer binnen... ,,Ma...?" fluisterde Harry, maar de vrouw leek hem niet te horen. Ze liep naar de andere kant van de kamer waar een wiegje stond. De vrouw greep in de wieg en haalde er een baby'tje uit. Harry kreeg plotseling een onverklaarbaar verdrietig gevoel over zich. Even leek het of de vrouw naar Harry keek, en hij zag dat ze tranen in haar ogen had... . De vrouw draaide zich om en verdween weer in de deuropening... om de deur vervolgens met een klap weer dicht te doen...
Harry zat recht op in zijn bed, hij was weer terug op het Grimboudplein. Terug uit zijn rare droom. Hij keek wat gedesorienteerd om hem heen, het was nog donker en Harry nam maar aan dat het nog midden in de nacht was. Zelfs de zwerkbal spelers in het hemelbed lagen plat met hun buik op hun bezems te snurken. Het enige wat nog rondzweefde was een snaai. Harry keek gebiologeerd naar de snaai, en bedacht zich hoe makkelijk het was om deze snaai te pakken... langzaam viel hij weer in slaap.
Laat een a.u.b. een berichtje achter wat je ervan vond.
