Nogmaals bedankt aan mijn beta-leester Mrs. N. Snape! Review AUB!


Hoofdstuk 2

Na een eeuw lang waren we boven, buiten de badkamer. "Ga hier maar even zitten." Zei hij en zette me neer op een stoel, "Ik ga een handdoek en droge kleren voor je halen." Ik knikte wazig en deed mijn ogen dicht. Hoe kon ik opeens zo ziek voelen? Snel kwam hij terug en hielp me om op te staan. Hij deed de badkamer deur open en vroeg me of ik hulp nodig had. Ik schudde mijn hooft, tja ik was wel half bewusteloos maar ik kon mezelf nog wel wassen hoor! "Als je iets nodig hebt moet je maar roepen hoor!" zei hij en sloot de deur. Ja zeker als ik hier in mijn nakie sta! Mooi niet! Ik zal liever flauw vallen.

Na de warme douche voelde ik me veel beter. Ik kon weer prima zien en ik was niet meer duizelig, maar wel hongerig. Ik droogde mijn haar af met de handdoek die Charlie mij gegeven had en ze zaten weer in grote krullen langs me schouders. Het was nog nat, maar niet klets nat en het zag er wel goed uit. Ik draaide me om en zocht naar de kleren die Charlie mij ook gegeven had. Oh daar! Ik deed de rare witte jurk aan. Het had weer van die rare brede mouwen, maar voor de rest was hij wel OK. Ik keek in de spiegel en vond dat ik er wel knap uit zag. Wit paste me altijd, het stond gewoon goed met mijn pik zwarte haar en blauwe ogen. De jurk ging helemaal tot aan the vloer en zat netjes op mijn lijf. Niet te strak, niet te breed. En mijn wangen ware ook een beetje roze van de hitte in de badkamer. Perfect! Ik weet dat ik teveel aandacht besteed aan hoe ik er uit zie, maar het is niet mijn schuld dat ik haast niks hebt te doen thuis.

Tot mijn verbazing stond Charlie er nog op me te wachten buiten de badkamer. "Je hoefde niet te wachten hoor!" zei ik.

"Ik zei toch dat je om hulp mocht roepen als je het nodig had! Of niet?" zei hij.

"Van jouw hulp? Als ik onder de douche sta?" vroeg ik grijnzend.

"Ik kon me moeder wel roepen hoor!" zei hij een beetje beledigt.

"Maak niet uit hoor..." zei ik snel, ik wouw mijn gastheer echt niet beledigen.

"Dus ben je klaar om naar beneden te gaan?" vroeg hij, "Voel je al goed genoeg om de trappen af te lopen?" Ik knikte, 'tuurlijk, ik voelde me wel een beetje slap maar ik nog wel een trap af lopen.

"Voorzichtig!" riep Charlie en greep mijn arm toen ik bijna over mijn jurk struikelde. Deze trappen zijn ook zo smal! Thuis hebben we hartstikke brede trappen, bedekt met tapijt. Daar struikel ik nooit over. "Hier geef mij maar je hand, ik help je wel!" zei hij. Wat aardig, ik heb nog nooit een andere jongen ontmoet die zo aardig tegen me was. De jongens op school scholden me altijd uit omdat ik in het weiland woonde en omdat ik nooit buiten het huis mocht. Aarzelend pakte ik zijn hand arm, het voelde stevig en sterk. Langzaam liepen wij de trappen af. Een paar keer struikelde ik weer bijna, maar hij hield me tegen en ik voelde me veilig.

"Die jurk past je wel goed!" zei hij opeens.

"W-wat?" stamelde ik. Ik was aan het opletten dat ik niet weer over de jurk struikelde.

"Ik zei dat die jurk je wel goed past, ik dacht dat hij te klein zal zijn!" zei hij weer.

"Te klein?" vroeg ik een beetje boos. Zo groot ben ik nou ook weer niet.

"Ja, want die jurk was van mijn moeder toen ze nog op school zat." Antwoordde hij.

"OK! Ik snap het!" zei ik. He, wat rook ik nou? Hmmm eten! Mijn maag knort al! "Je moeder kan vast goed koken!"

"Ja wel!" zei Charlie, "Ze is de beste kok die ik ken!"

We stapten de laatste trappen af en ik liet zijn hand gauw gaan. Hij keek er een beetje beledigt uit, maar dat kon me niet schelen. Ik ken hem haast!

"Kijk iedereen! Ik heb iemand gevonden die mijn mooie jurk weer past!" zei de vrouw weer vrolijk. De vrouw? Waarom noemde ik haar dat steeds? Ik schaam me zo dat ik haar naam nog niet weet. "Um... mevrouw?" zeg ik verlegen, "Mag ik uw naam weten?"

"Oh! Sorry!" zegt ze gauw en legt de pan die vast hield neer en schudde mijn hand. "Ik heb je nog niet verteld wie we zijn! Mijn naam is Molly Weezel! Als je al weet is dat Charlie! En Ron." En ze wijst naar de jongste van de boel. "Dat daar is Percy!" de jongen met de bril en die me een" dreuzel" noemde, "Fred en George!" en ze wijst naar twee jongens die er precies hetzelfde uit zien, "De tweeling natuurlijk en dat daar is Bil!" de jongen met de paardenstaart. "En hier komt Ginny!" ik kijk achter me en zie een rood harige meisje de trap af lopen. "Hallo!" zegt ze en loopt naar haar moeder toe. "Mam wie is dat?"

"Ze stond voor de deur in de regen dus liet ik haar binnen, Ginny." zei Molly.

"Ah! Daar komt je vader al jongens!" riep ze en omhelsde de kale man die binnen kwam. "Arthuur, dit is Adeline Demoza! Adeline dit is mijn man Arthuur Weezel!"

"Adeline Demoza..." zei hij langzaam, "Waar ken ik die naam van?"

"Ja zo voelde me ik ook toen ik haar net zag." Zei zijn vrouw met een rare blik. "Kom! Ga gauw maar eten, voordat het eten koud wordt!"

Het eten was echt lekker! Ik propte mijn mond maar vol. Ik had zo reuze honger. Het was niet erg beleeft maar Ginny en alle jongens deden het ook. Thuis zal mijn moeder boos geworden zijn, maar zo te zien maakte het Mevrouw Weezel het niet uit.

"Demoza... Adeline Demoza... Ah ik weet waar ik jouw naam heb gehoord!" zei Meneer Weezel na het eten, "Ongeveer zeven jaar geleden zei Albus dat er een meisje was, die Adeline Eliza Demoza heette, die niet haar applicatie brief terug gaf. Hij vroeg me om haar op te zoeken en te kijken of haar ouders haar niet mishandelde. Je zag er prima uit Adeline, dus dacht ik dat je gewoon niet naar Zweinstein wilde gaan."