Noot van de auteur: In hoofdstuk 1 stond een keer MM, dit moest natuurlijk DD zijn. DD gaat van nu af aan niet meer door het leven als Dumb Dirk, maar als Dumb Dave. Dan volgt nu het verhaal:

Hoofdstuk 2: Rivalen

Niemand is maagd, het leven naait iedereen. Die zin beschreef Don Rons humeur het beste op dat moment, terwijl hij in zijn gedachten terugkeek op alle mislukte operaties en het verlies van dierbare medecriminele maten. Ja, zelfs een beruchte maffiabaas heeft emoties ook al toont hij ze nauwelijks. Meestal zijn het dat soort mensen die een grote emotionele last met zich meedragen, omdat ze hun gevoelens nooit uiten en het opkroppen en steeds weer uitbreiden, als een intracraniaal ettergezwel wat om zich heen grijpt en ettert om zijn oppervlakte te vergroten en de toestand steeds erger maakt.

Buiten floten de vogels, reden de auto's langs en denderde er in de verte een trein voorbij. Allemaal alledaagse dingen die elke dag gewoon doorgingen in hun eeuwige sleur, zelfs op treurige dagen als deze wanneer je zou verwachten dat alles met jou in de rouw zou stilliggen.

Naast de Don zat Mr. Quack op de rugleuning van een houten stoel ook naar buiten te kijken, waarschijnlijk ook in melancholische gedachten verzonken, zoals elke pessimistische crimineel op stille en eenzame momenten tussen de actie door. Toch zette hij zich maar af en vloog naar het rommelige bureau en pakte een pen om wat op een briefje te schrijven. IQ van 140 of niet, een eend blijft een eend zonder stembanden, en Mr. Quack mocht zichzelf al gelukkig prijzen met het vermogen om te schrijven.

Don Ron wierp een blik op Mr. Quacks boodschap en reageerde droog: 'Ze kunnen hier ieder moment komen binnenlopen.'

Alsof het magie was vloog de deur van Don Ron appartement open. Na de klap die de deur tegen de muur maakte, volgde eerst Josse, de hoogbegaafde professor die zo onderhand al overal een doctoraal in had, en ook de schone kunsten van het slot- en kluiskraken onder de knie had. Daarna kwam Jory, de altijd even vrolijke en hyperactieve optimist, uiterst blij binnengehuppeld. Daarop volgde Mister Moron, ook wel MM genoemd, die weer op lompe wijze door over de deurdrempel heen te struikelen zijn ergerlijke aanwezigheid aankondigde.

Zuchtend keek Don Ron de groep minachtend rond.

'Is Mike er niet?'

'Ik vrees dat we Mike niet zo snel meer terug zullen zien. Hij probeerde wat bij te verdienen en dacht een oude vrouw wel even van haar tasje te kunnen beroven in de Hoofdstraat. Niet dus, die zien we voorlopig niet meer terug', zei Josse op uiterst kalme en beheerste toon.

'Verdomme', tierde Don Ron. 'Ik raak hier al mijn mannen kwijt!'

'Uhh, mij niet hoor', zei MM met zijn lage, slome stem.

'Nee, en van andere mensen smeek ik juist om verlossing. Maar goed, jullie weten waarom we allemaal hier zijn.'

'Ja! Geld! Juwelen! Koffie! Hoera!', schreeuwde Jory met groots enthousiasme.

'Kortom, Ze Zuperdure Edelzteen. Ik heb het plan al met jullie doorgenomen. Volgende week, vrijdag om 17:51 uur precies, zullen wij in razend tempo die verdomde Postbank leegroven!'

Er klonk een gezamenlijk jee- en hoerageroep. Iedereen had vertrouwen in Don Ron, hij was alles wat je maar van een maffiabaas kon verwachten en wensen. Helaas was dat vertrouwen niet geheel wederzijds, want ervaring had de Don al geleerd dat je in dit wereldje goede en slimme collega's nodig hebt, en om zijn 'maffia' nou zo te noemen...

Maar hij had geen andere keuze, hier moest hij het maar mee doen. En Ze Zuperdure Edelzteen, daar doe je alles voor. Voor de rest had zijn leven toch geen inhoud. Weduwnaar, kinderloos en financieel kon hij binnenkort ook in de problemen komen. Hij zat al bijna in zak en as en niets is gevaarlijker dan een man die niets te verliezen heeft. Als aankomende donderdag zou slagen, zou alles beter worden. Zoniet, dan had ie nog niets verloren en zou hij waarschijnlijk spoedig sterven in de gevangenis. De Don was niemand om in gevangenschap te verkeren en gecommandeerd te worden, hij was iemand om anderen te commanderen.

Na deze vrolijke vijf minuten, deelde hij iedereen zijn taken uit om spullen te verzamelen, waarna hij, na iedereen zijn vertrek, zich weer tot het raam keerde om weer terug te vallen in droefgeestige gedachten.