Ik wil graag mijn trouwe reviewsters hartstikke bedanken voor hun leuke
reacties.
En voor iedereen die leest maar nog niet heeft gereviewd wil ik graag zeggen aub laat me weten wat jullie van het verhaal vinden.
Hoofdstuk 8 informaties
Befehlen ist schwerer als gehorchen. Nietzsche, Also sprach Zarathustra
Sneep strekte zich uit en knipperde met zijn ogen. Het was klaarlichte dag en de zon scheen over zijn lichaam. DAG!
Direct ging hij rechtop zitten. Hij had zich verslapen! Angstig keek hij om zich heen. Misschien had hij geluk en sliep Perkamentus nog. Hij was oud en had meer slaap dan Sneep nodig. Een korte blik naar het bureau was genoeg, nee, Perkamentus sliep niet meer. Hij bond net een rol perkament aan het been van een grote grijze uil. Sneep waagde het niet te bewegen. Toen stond de directeur op en ging naar een van de grote ramen toe, opende het en gooide de uil in de blauwe hemel. Onbeweeglijk stond hij aan het raam en de zon liet zijn lange haar er uitzien als vloeibaar zilver.
Op dit moment straalde hij zoveel macht en sterkte uit, dat Voldemort er als een schoolkind naast hem zou hebben uitgezien. Dit beeld was zo overweldigend, maar tegelijk zo rustig.
Sneep stond op, de deken gleed onopgemerkt naar beneden en hij naderde Perkamentus. Deze draaide zich om en een kleine glimlach speelde op zijn lippen. Severus kon niet anders, hij staarde in het goed gelovige gezicht van zijn voormalige leraar. Waarom had hij dit niet vroeger gezien? Deze sterkte! Deze rust! Nu eerst wist hij waarom Voldemort deze man vreesde. Het was niet het weten dat Perkamentus had, zonder twijfel was dit groter dan dat van Voldemort. Ook niet de ervaring in de omgang met magie. Het was deze verdeeldheid, het sterke karakter, dat Voldemort nooit zou bezitten.
Voldemort gebruikte geweld en angst om respect voor zich te winnen, Perkamentus had dit alles niet nodig. Alleen zijn aanwezigheid was voldoende om te laten zien dat er meer was dan ogen konden zien.
Sneep viel op zijn knieën en boog diep voor de oude man, zijn zwarte haar viel in zijn gezicht. Hij kroop de laatste meter naar zijn oude mentor en kuste de zoom van diens gewaad. Hoe anders kon men iemand met zo'n kracht eren? Severus gleed op de knieën weer terug en liet zijn armen ontspannen naast zich hangen en draaide de handoppervlakten naar boven.
Hij liet zijn hoofd nederig zakken. Dit hier was zijn ware heer, zijn ware meester. Gebieder over zijn leven, zijn lichaam, zijn weten, over leed en vrienden. Alles wat Voldemort had gezegd over dreuzels, over de verandering van de tovergemeenschap was plotseling niet meer belangrijk. Op dit moment wist Severus Sneep dat hij geen eigendom van Lord Voldemort meer was. Het besluit dat hij in die bewuste nacht aan het bureau van Perkamentus had genomen vestigde zich in zijn binnenste. Hij was nu eigendom van Albus Perkamentus en wachtte op zijn bevel.
Perkamentus staarde op de knielende man, te perplex om in het eerste moment werkelijk te bevatten wat zich daar net afgespeeld had. Sneep had hem waargenomen, geobserveerd alsof hij iets zocht en oerplotseling had de dooddoener iets in hem gezien. Wat precies dit was wist zelfs Perkamentus niet. Sneep was op zijn knieën gevallen en was in nederige houding naar hem toe gekropen en had de zoom van zijn gewaad gekust.
'Was dit de manier waarop Voldemort zich liet begroeten?', Dacht het rationele gedeelte van hem. Belangrijke informatie.
Maar de ziel in Perkamentus schreeuwde. Hij was niet Voldemort en wou ook niet als hem behandeld worden.
Toen melde het rationele gedeelte in hem zich weer: hij kent alleen dit. Als je anders van hem verwacht, dan vergooi alleen zijn gelovigheid. Tot hij dat inziet wat jij wil, heeft het tijd nodig, Geef hem tijd! En ook jezelf!
Of Albus nu wilde of niet hij beschikte nu over een leven. Voorheen had hij het alleen in de handen gehouden, beschermt, het gered. Maar nu? Was hij bezitter.
"Oh jongen", zei hij bedroefde stem.
Sneep hield zijn blik verder neer naar beneden. Was het een fout geweest? Perkamentus klonk droevig en niet blij. Waarom? Het maalde koortsachtig in zijn hoofd. Had hij ergens iets wat hem vreugde kon brengen? Perkamentus had zich over de informatie verheugd. Had hij nog meer? Nee, eigenlijk had hij alles al in de kelder opgeschreven. De nieuwste informatie was die over de Dillarts en Mac Ginters geweest. Normaal gesproken sprak men alleen, als men er toe opgedragen was iets te zeggen. Voldemort was een vriend van korte conversaties, het zij, dan hij sprak zelf. Maar hij moest het weten, waarom voelde Perkamentus zo droevig aan?
"Verteld heer was het te laat? Werden de Mac Ginters reeds gevonden?", Vroeg hij vertwijfeld en keek nog steeds naar de grond. Innerlijk hoopte hij dat het niet te laat was. Soms veranderde Voldemort zijn plannen plotseling en zonder reden.
"Nee. Ik heb net een uil aan een auror gestuurd. Hij zal de Mac Ginters en de Dillarts waarschuwen en ervoor zorgen dat ze een onderkomen vinden", hoorde hij Perkamentus zeggen.
Sneep knikte opgelucht, maar durfde echter niet op te kijken. Dat was goed, dat betekende dat Voldemort deze keer berekenbaar was geweest. Maar voor hoelang?
"Severus, kijk mij aan! En bij Merlijns baard sta op!".
Sneep tilde zijn hoofd en stond wat onzeker op en keek Perkamentus aan. Voor dit gezicht hoefde men zich niet te vrezen of angst te hebben. Het was menselijk en niet verminkt zoals dat van de donkere heer. Zo was dit een wens die Severus graag nakwam.
"Noem mij NOOIT meer heer. Heb je mij begrepen?", Zei de oude man streng.
"Zoals U wenst..." Severus keek zich wat twijfelt om, hoe zou hij hem dan noemen? "Meester?", vroeg hij voorzichtig.
Perkamentus zuchtte. Dit zou een lange weg worden en de prijs, die hij moest betalen, was hoog.
De prijs, die Sneep hierbij betaalde, was nog hoger. 'Kom op en gedraag je Perkamentus', zei hij tegen zichzelf.
"Dan blijven we liever voor het eerst maar bij dat heer", zei Perkamentus vermoeid.
Een ZEER hoge prijs.
'Meester! Bij Merlijn nee dat niet', dacht hij en kreeg kippenvel. Alles behalve meester.
Nu wachtte zijn nieuweling op bevelen. Maar daar was een probleem: op het moment had hij erg geen! Als hij welke gaf dan voerden de ontvangers ze vrijwillig, zonder dwang uit, altijd er nog op bedacht, levend er van af te komen. Uit verslagen kwam vaak naar buiten, dat dooddoeners zich niet altijd er om bekommerden of ze levendig uit iets vandaan kwamen of niet. Wat nu? Als Sneep deze houding ook had moest Perkamentus zeer voorzichtig met hem omgaan.
"Ik hoop dat je weet, voor wat voor problemen je me stelt", zei hij de dooddoener.
"Heer?" Sneep keek hem verward aan.
"Maakt niet uit. Het is morgen en tijd voor een uitgebreid ontbijt!", zei Perkamentus strak. "De twee families werden gewaarschuwd en meer is er voor ons op het moment niet te doen."
Eten, in een noodgeval is eten nooit verkeerd. Hij wou net met zijn toverstaf het ontbijt tevoorschijn toveren, als hij zich aan het laatste eten met Sneep herinnerde. Reeds toen was hij de poppenspeler geweest, diegene, die bevelen gegeven had. Op de morgen had hij het als vrees geïnterpreteerd dat Severus altijd nog angst had gehad.
"Hoe lang behoor je al mij Severus?", vroeg Albus en liep aan hem voorbij naar zijn bureau.
Sneep week hem uit en antwoordde: "Sinds de nacht dat U aan Uw bureau bent ingeslapen, heer."
Zo lang al! Perkamentus toverde het ontbijt voor twee personen tevoorschijn. En hij had zich zorgen gemaakt Severus nooit weer te zien. Lachend greep hij naar de theekan, een ironie van het lot.
"Kom eet. Wat er ook voor ons beiden vanaf vandaag te wachten staat, wij hebben veel kracht daarvoor nodig."
Zo herhaalde zich het zeldzame ontbijt en wat Perkamentus tot nu toe nog niet wist was het feit, dat het pas het begin was. Er zouden nog veel van deze etentjes volgen.
Sneep at en deed dit met vreugde. Hij had honger! Het eten rook goed en voor enkele minuten kon hij vergeten wat hij was en waarom hij hier voor Perkamentus stond. De zon scheen fel in de kamer. Sneep greep voorzichtig naar de aangeboden kop thee. Zo aten ze Perkamentus zittend en Sneep staand. Perkamentus gromde in zijn baard en scheen niet helemaal met zijn gedachten erbij te zijn. Sneep hield zich stil en stoorde de gedachtegang van de oude man niet. Zo kon hij een tijdje zijn eigen gedachten nagaan. Waar anderen plannen voor de toekomst smeden, bedacht Sneep hoe hij dit of dat drankje verbeteren kon en waar hij een bepaald boek kon tevoorschijn halen.
"Waarom de Dillarts?", vroeg de directeur plotseling en Sneep had bijna van schrik zijn theekopje laten vallen.
"Oh, sorry, ik wou je niet laten schrikken", zei Perkamentus verontschuldigend.
"Mijn fout heer. Alleen de mijne", verzekerde Sneep snel, hij sloot half zijn ogen en legde zijn hoofd scheef en dacht na.
"De toverfamilie Dillart. Wonend, tot voor kort, in een dorp namens Glasgow. Een kind, manelijk, 3 maanden oud, naam onbekend. Eduard Dillart, auror op het ministerie, was bij de aanhouding van twee dooddoener van de partij, waarvan er eentje verdween tot op de dag van vandaag. Shara Dillart, Heks, maar komt uit een dreuzelsfamilie, Freelance journaliste bij de Morgenprofeet. De familie bezit waardevolle informatie rondom de structuur van de auroren. Eduard Dillart wad reeds in twee verschillende eenheiden van auroren ingedeeld en diende zo onder twee verschillende bazen. Mogelijkheid doel: overstap naar de dooddoeners of meer informatie over de auroren", zei hij rustig en zonder emoties.
Sneep opende weer helemaal zijn ogen en keek Perkamentus aan. Was het genoegd?
Perkamentus staarde Sneep aan. Het was alsof men een cassettebandje aan het beluisteren was. Hij had zich altijd al afgevraagd waarom Voldemort de Dillarts wou hebben. Eduard, ook een voormalige leerling van Albus, had hem verteld hoe hij en zijn toenmalige hoogzwangere vrouw net aan een dooddoenersaanval waren ontsnapt.
'Ook Voldemort is op informatie aangewezen', dacht Perkamentus verrast. 'En ik dacht hij had al genoeg.'
Nadenkend dronk hij zijn kopje leeg.
"Interessant", mompelde hij meer tot zich zelf. "Interessant."
Dan keek hij naar Sneep. "Goed. Ik heb vandaag nog een lerarenconferentie te houden."
Perkamentus stond op, meteen week Sneep enkele stappen terug en liet zijn hoofd zakken. Albus had vandaag zekere belangrijkere dingen te doen dan een lerarenconferentie te houden, maar hij kon de normale gang van zaken niet storen. Elke verandering was te opvallend. Het ministerie wist weliswaar dat Perkamentus tegen Voldemort vocht maar niet in welk om veld. Een keer had hij een brief ontvangen, in welke de op het moment regende minister voor tovenarij en hekserij duidelijk maakte, dat als Perkamentus de school ook maar in het geringst zou benadelen, dan moest hij zich omzien naar een nieuwe baan. Niemand waagde het Perkamentus te bedreigen, niemand deed het, maar deze minister vond dat niet erg. Albus' informanten vanuit het ministerie zeiden hem, dat Barty Crouch, de leider van de afdeling zekerheid en magische strafvervolging, er achter zat maar openlijk waagde hij zich niet Perkamentus tegen te spreken; zo manipuleert hij de toverminister.
"Ik kom zo terug. Het aanbod van toen geldt nog steeds. Kijk rond en als je wat nodig hebt... je hebt ja nu je eigen toverstaf." Perkamentus draaide zich bij deur nog een keer om. "En Severus?"
"Heer?"
"Dank je." En Perkamentus meende het oprecht.
Sneep maakte en lichte buiging en Albus sloot de deur achter zich.
En voor iedereen die leest maar nog niet heeft gereviewd wil ik graag zeggen aub laat me weten wat jullie van het verhaal vinden.
Hoofdstuk 8 informaties
Befehlen ist schwerer als gehorchen. Nietzsche, Also sprach Zarathustra
Sneep strekte zich uit en knipperde met zijn ogen. Het was klaarlichte dag en de zon scheen over zijn lichaam. DAG!
Direct ging hij rechtop zitten. Hij had zich verslapen! Angstig keek hij om zich heen. Misschien had hij geluk en sliep Perkamentus nog. Hij was oud en had meer slaap dan Sneep nodig. Een korte blik naar het bureau was genoeg, nee, Perkamentus sliep niet meer. Hij bond net een rol perkament aan het been van een grote grijze uil. Sneep waagde het niet te bewegen. Toen stond de directeur op en ging naar een van de grote ramen toe, opende het en gooide de uil in de blauwe hemel. Onbeweeglijk stond hij aan het raam en de zon liet zijn lange haar er uitzien als vloeibaar zilver.
Op dit moment straalde hij zoveel macht en sterkte uit, dat Voldemort er als een schoolkind naast hem zou hebben uitgezien. Dit beeld was zo overweldigend, maar tegelijk zo rustig.
Sneep stond op, de deken gleed onopgemerkt naar beneden en hij naderde Perkamentus. Deze draaide zich om en een kleine glimlach speelde op zijn lippen. Severus kon niet anders, hij staarde in het goed gelovige gezicht van zijn voormalige leraar. Waarom had hij dit niet vroeger gezien? Deze sterkte! Deze rust! Nu eerst wist hij waarom Voldemort deze man vreesde. Het was niet het weten dat Perkamentus had, zonder twijfel was dit groter dan dat van Voldemort. Ook niet de ervaring in de omgang met magie. Het was deze verdeeldheid, het sterke karakter, dat Voldemort nooit zou bezitten.
Voldemort gebruikte geweld en angst om respect voor zich te winnen, Perkamentus had dit alles niet nodig. Alleen zijn aanwezigheid was voldoende om te laten zien dat er meer was dan ogen konden zien.
Sneep viel op zijn knieën en boog diep voor de oude man, zijn zwarte haar viel in zijn gezicht. Hij kroop de laatste meter naar zijn oude mentor en kuste de zoom van diens gewaad. Hoe anders kon men iemand met zo'n kracht eren? Severus gleed op de knieën weer terug en liet zijn armen ontspannen naast zich hangen en draaide de handoppervlakten naar boven.
Hij liet zijn hoofd nederig zakken. Dit hier was zijn ware heer, zijn ware meester. Gebieder over zijn leven, zijn lichaam, zijn weten, over leed en vrienden. Alles wat Voldemort had gezegd over dreuzels, over de verandering van de tovergemeenschap was plotseling niet meer belangrijk. Op dit moment wist Severus Sneep dat hij geen eigendom van Lord Voldemort meer was. Het besluit dat hij in die bewuste nacht aan het bureau van Perkamentus had genomen vestigde zich in zijn binnenste. Hij was nu eigendom van Albus Perkamentus en wachtte op zijn bevel.
Perkamentus staarde op de knielende man, te perplex om in het eerste moment werkelijk te bevatten wat zich daar net afgespeeld had. Sneep had hem waargenomen, geobserveerd alsof hij iets zocht en oerplotseling had de dooddoener iets in hem gezien. Wat precies dit was wist zelfs Perkamentus niet. Sneep was op zijn knieën gevallen en was in nederige houding naar hem toe gekropen en had de zoom van zijn gewaad gekust.
'Was dit de manier waarop Voldemort zich liet begroeten?', Dacht het rationele gedeelte van hem. Belangrijke informatie.
Maar de ziel in Perkamentus schreeuwde. Hij was niet Voldemort en wou ook niet als hem behandeld worden.
Toen melde het rationele gedeelte in hem zich weer: hij kent alleen dit. Als je anders van hem verwacht, dan vergooi alleen zijn gelovigheid. Tot hij dat inziet wat jij wil, heeft het tijd nodig, Geef hem tijd! En ook jezelf!
Of Albus nu wilde of niet hij beschikte nu over een leven. Voorheen had hij het alleen in de handen gehouden, beschermt, het gered. Maar nu? Was hij bezitter.
"Oh jongen", zei hij bedroefde stem.
Sneep hield zijn blik verder neer naar beneden. Was het een fout geweest? Perkamentus klonk droevig en niet blij. Waarom? Het maalde koortsachtig in zijn hoofd. Had hij ergens iets wat hem vreugde kon brengen? Perkamentus had zich over de informatie verheugd. Had hij nog meer? Nee, eigenlijk had hij alles al in de kelder opgeschreven. De nieuwste informatie was die over de Dillarts en Mac Ginters geweest. Normaal gesproken sprak men alleen, als men er toe opgedragen was iets te zeggen. Voldemort was een vriend van korte conversaties, het zij, dan hij sprak zelf. Maar hij moest het weten, waarom voelde Perkamentus zo droevig aan?
"Verteld heer was het te laat? Werden de Mac Ginters reeds gevonden?", Vroeg hij vertwijfeld en keek nog steeds naar de grond. Innerlijk hoopte hij dat het niet te laat was. Soms veranderde Voldemort zijn plannen plotseling en zonder reden.
"Nee. Ik heb net een uil aan een auror gestuurd. Hij zal de Mac Ginters en de Dillarts waarschuwen en ervoor zorgen dat ze een onderkomen vinden", hoorde hij Perkamentus zeggen.
Sneep knikte opgelucht, maar durfde echter niet op te kijken. Dat was goed, dat betekende dat Voldemort deze keer berekenbaar was geweest. Maar voor hoelang?
"Severus, kijk mij aan! En bij Merlijns baard sta op!".
Sneep tilde zijn hoofd en stond wat onzeker op en keek Perkamentus aan. Voor dit gezicht hoefde men zich niet te vrezen of angst te hebben. Het was menselijk en niet verminkt zoals dat van de donkere heer. Zo was dit een wens die Severus graag nakwam.
"Noem mij NOOIT meer heer. Heb je mij begrepen?", Zei de oude man streng.
"Zoals U wenst..." Severus keek zich wat twijfelt om, hoe zou hij hem dan noemen? "Meester?", vroeg hij voorzichtig.
Perkamentus zuchtte. Dit zou een lange weg worden en de prijs, die hij moest betalen, was hoog.
De prijs, die Sneep hierbij betaalde, was nog hoger. 'Kom op en gedraag je Perkamentus', zei hij tegen zichzelf.
"Dan blijven we liever voor het eerst maar bij dat heer", zei Perkamentus vermoeid.
Een ZEER hoge prijs.
'Meester! Bij Merlijn nee dat niet', dacht hij en kreeg kippenvel. Alles behalve meester.
Nu wachtte zijn nieuweling op bevelen. Maar daar was een probleem: op het moment had hij erg geen! Als hij welke gaf dan voerden de ontvangers ze vrijwillig, zonder dwang uit, altijd er nog op bedacht, levend er van af te komen. Uit verslagen kwam vaak naar buiten, dat dooddoeners zich niet altijd er om bekommerden of ze levendig uit iets vandaan kwamen of niet. Wat nu? Als Sneep deze houding ook had moest Perkamentus zeer voorzichtig met hem omgaan.
"Ik hoop dat je weet, voor wat voor problemen je me stelt", zei hij de dooddoener.
"Heer?" Sneep keek hem verward aan.
"Maakt niet uit. Het is morgen en tijd voor een uitgebreid ontbijt!", zei Perkamentus strak. "De twee families werden gewaarschuwd en meer is er voor ons op het moment niet te doen."
Eten, in een noodgeval is eten nooit verkeerd. Hij wou net met zijn toverstaf het ontbijt tevoorschijn toveren, als hij zich aan het laatste eten met Sneep herinnerde. Reeds toen was hij de poppenspeler geweest, diegene, die bevelen gegeven had. Op de morgen had hij het als vrees geïnterpreteerd dat Severus altijd nog angst had gehad.
"Hoe lang behoor je al mij Severus?", vroeg Albus en liep aan hem voorbij naar zijn bureau.
Sneep week hem uit en antwoordde: "Sinds de nacht dat U aan Uw bureau bent ingeslapen, heer."
Zo lang al! Perkamentus toverde het ontbijt voor twee personen tevoorschijn. En hij had zich zorgen gemaakt Severus nooit weer te zien. Lachend greep hij naar de theekan, een ironie van het lot.
"Kom eet. Wat er ook voor ons beiden vanaf vandaag te wachten staat, wij hebben veel kracht daarvoor nodig."
Zo herhaalde zich het zeldzame ontbijt en wat Perkamentus tot nu toe nog niet wist was het feit, dat het pas het begin was. Er zouden nog veel van deze etentjes volgen.
Sneep at en deed dit met vreugde. Hij had honger! Het eten rook goed en voor enkele minuten kon hij vergeten wat hij was en waarom hij hier voor Perkamentus stond. De zon scheen fel in de kamer. Sneep greep voorzichtig naar de aangeboden kop thee. Zo aten ze Perkamentus zittend en Sneep staand. Perkamentus gromde in zijn baard en scheen niet helemaal met zijn gedachten erbij te zijn. Sneep hield zich stil en stoorde de gedachtegang van de oude man niet. Zo kon hij een tijdje zijn eigen gedachten nagaan. Waar anderen plannen voor de toekomst smeden, bedacht Sneep hoe hij dit of dat drankje verbeteren kon en waar hij een bepaald boek kon tevoorschijn halen.
"Waarom de Dillarts?", vroeg de directeur plotseling en Sneep had bijna van schrik zijn theekopje laten vallen.
"Oh, sorry, ik wou je niet laten schrikken", zei Perkamentus verontschuldigend.
"Mijn fout heer. Alleen de mijne", verzekerde Sneep snel, hij sloot half zijn ogen en legde zijn hoofd scheef en dacht na.
"De toverfamilie Dillart. Wonend, tot voor kort, in een dorp namens Glasgow. Een kind, manelijk, 3 maanden oud, naam onbekend. Eduard Dillart, auror op het ministerie, was bij de aanhouding van twee dooddoener van de partij, waarvan er eentje verdween tot op de dag van vandaag. Shara Dillart, Heks, maar komt uit een dreuzelsfamilie, Freelance journaliste bij de Morgenprofeet. De familie bezit waardevolle informatie rondom de structuur van de auroren. Eduard Dillart wad reeds in twee verschillende eenheiden van auroren ingedeeld en diende zo onder twee verschillende bazen. Mogelijkheid doel: overstap naar de dooddoeners of meer informatie over de auroren", zei hij rustig en zonder emoties.
Sneep opende weer helemaal zijn ogen en keek Perkamentus aan. Was het genoegd?
Perkamentus staarde Sneep aan. Het was alsof men een cassettebandje aan het beluisteren was. Hij had zich altijd al afgevraagd waarom Voldemort de Dillarts wou hebben. Eduard, ook een voormalige leerling van Albus, had hem verteld hoe hij en zijn toenmalige hoogzwangere vrouw net aan een dooddoenersaanval waren ontsnapt.
'Ook Voldemort is op informatie aangewezen', dacht Perkamentus verrast. 'En ik dacht hij had al genoeg.'
Nadenkend dronk hij zijn kopje leeg.
"Interessant", mompelde hij meer tot zich zelf. "Interessant."
Dan keek hij naar Sneep. "Goed. Ik heb vandaag nog een lerarenconferentie te houden."
Perkamentus stond op, meteen week Sneep enkele stappen terug en liet zijn hoofd zakken. Albus had vandaag zekere belangrijkere dingen te doen dan een lerarenconferentie te houden, maar hij kon de normale gang van zaken niet storen. Elke verandering was te opvallend. Het ministerie wist weliswaar dat Perkamentus tegen Voldemort vocht maar niet in welk om veld. Een keer had hij een brief ontvangen, in welke de op het moment regende minister voor tovenarij en hekserij duidelijk maakte, dat als Perkamentus de school ook maar in het geringst zou benadelen, dan moest hij zich omzien naar een nieuwe baan. Niemand waagde het Perkamentus te bedreigen, niemand deed het, maar deze minister vond dat niet erg. Albus' informanten vanuit het ministerie zeiden hem, dat Barty Crouch, de leider van de afdeling zekerheid en magische strafvervolging, er achter zat maar openlijk waagde hij zich niet Perkamentus tegen te spreken; zo manipuleert hij de toverminister.
"Ik kom zo terug. Het aanbod van toen geldt nog steeds. Kijk rond en als je wat nodig hebt... je hebt ja nu je eigen toverstaf." Perkamentus draaide zich bij deur nog een keer om. "En Severus?"
"Heer?"
"Dank je." En Perkamentus meende het oprecht.
Sneep maakte en lichte buiging en Albus sloot de deur achter zich.
