Hoofdstuk 11. Schuld

Die Zunge der Menschen ist ihre Waage. Sie erlaubt es, das Gewicht einer Sache zu bestimmen. Der redekundige Oasenmann Hij zweefde en de warmte was onbeschrijfelijk. Was hij eindelijk dood? Iemand hield hem aan zijn schouders vast en mompelde geruststellende woorden. Severus Sneep verstond de woorden niet, ze waren gedempt als door watten of water. Hij probeerde te bewegen en plotseling verdween de warmte rond zijn hoofd en hij hoorde het gekletter van water. Voorzichtig opende hij de ogen en zag een blauwe deken boven zich, waar was hij? Het wattengevoel verdween en hij wist waar hij was. In het water, hij dreef in een bad vol water en iemand hield zijn hoofd opgetild.

"Ben je wakker? Fijn."

Perkamentus! Zijn hart begon sneller te slaan, was het toch geen hallucinatie geweest, de directeur was gekomen en had hem gevonden. Hij wou zich naar de stem draaien, maar de handen op zijn schouder en aan zijn hoofd hinderden hem hiermee.

"Niet zo veel bewegen, laat je drijven, je lichaam heeft dat nodig."

De handen hielden hem nog steeds vast en Sneep liet zich in het warme water drijven. Warmte, een van de weinige middelen dat bij deze bijwerkingen hielp. De spieren ontspanden zich en met de juiste oliën konden zelfs de zenuwen wat tot rust komen. Sneep had vroeger zijn ergste bijwerkingen met een warme douche behandeld, alleen en zonder hulp. Maar niet zulke als hij afgelopen nacht had gehad.

Severus was bijna weer in slaap gevallen toen hij plotseling opgetild werd en op de warme tegels van de badkamer werd gelegd. Eerst nu merkte pas, dat er iets aan hem kleefde, zijn kleding! Hij was altijd nog volledig aangekleed, verward opende hij de ogen en zag een net zo volledig aangeklede maar doorweekte Perkamentus. Deze glimlachte naar hem en op zijn vragende blik lachte de directeur opgelucht. "Ik had geen tijd ervoor. Als ik probeerde je uitkleden kreunde je van de pijn. Nou ja en ik moest opletten dat je niet verdronk."

Perkamentus wrong zijn lange grijze baard uit en schudde zich.

"Maar nu kunnen we de natten kleren uittrekken, denk ik. Zo kan ik je niet in bed leggen toch?", Zei Perkamentus en glimlachte weer.

Maar Sneep hoorde de bezorgde ondertoon erin. Hij probeerde de directeur van zich af te weren en zelf zijn kleren uit te trekken, maar zijn hand viel slapen zonder kracht terug op de tegels.

"Probeer het maar helemaal niet. Zoveel kracht heb je op het moment niet", meende Perkamentus.

Niet veel later lag Sneep afgedroogd en in een nachthemd van Perkamentus in diens grote bed. De oude man zelf was voor korte tijd in de badkamer verdwenen. Enige ogenblikken later kwam hij ook droog en nieuw aangekleed naar buiten en ging op een stoel zitten in de buurt van het bed.

"Vertel, wat is er gebeurd?", Vorderde hij zachtjes.

Sneep sloot zijn ogen, haalde diep adem en begon met zijn verhaal over afgelopen nacht, zonder enig vertoon van emoties te vertellen. Hij sloeg niets over, hij vertelde over de twee dooddoeners die door Voldemort gestraft werden, voor hun fouten en gaf verslag over de vermiste.

"De donkere Heer heeft dranken van mij verlangd. In drie.. Nee twee dagen, eenmaal het veritaserum en eenmaal de 'koude dood' ", eindigde hij en keek Perkamentus weer aan. Deze keek bedrukt en zeer nadenkend.

"Waarom heeft hij jou dit aangedaan, als hij iets van jou wil?", Vroeg zijn nieuwe Heer na een tijdje.

Sneep trok zijn schouders op. "Het hing in de lucht en hij was nog te teleurgesteld om mij ongeschonden te laten gaan, Heer."

Perkamentus stond op en begon voor het bed op en neer lopen. "Maar de bijwerkingen! Hij wist ervan. Zonder hulp was je verloren geweest!"

"Dat is niet belangrijk. Heer. Ik ben niet veel waard en Voldemort weet dat. Ik kan vervangen worden. Er zijn altijd dooddoeners die mijn plaatst kunnen innemen."

Perkamentus staarde de zieke man aan. Vervangen worden. Bij Merlijn! Een mensenleven kan men niet zomaar vervangen! Maar als Sneep zo dacht, waarom was hij dan naar hem gekomen? De vraag knaagde aan hem en daarom stelde hem aan Sneep. Deze werd plotseling verlegen en staarde naar de deken.

"Ik wist dat U niet zo denkt. Vergeef mij als ik U problemen heb bezorgd. Het is allemaal mijn schuld", fluisterde Sneep.

Perkamentus ging naar Sneep toe en legde heel voorzichtig zijn handen op zijn schouders. "Luister nu goed naar mij. Het was niet jouw schuld en je hebt mij ook geen problemen bezorgd! Heb je mij begrepen!"

Sneeps handen begonnen zachtjes te bibberen, Perkamentus ging verder: "Het was een goed idee om naar mij te komen en ik wil niet dat je denkt, dat je mij hier tot last bent. Heb je naar me geluisterd Severus?!"

De dooddoener knikte en het nog licht vochtige haar viel in zijn gezicht. "Ja Heer."

"Goed, ik wil alleen dat dit voor eens en altijd opgelost is en nu rust je uit. Als Voldemort deze drank wil, en zover ik me kan herinneren is hij erg zwaar, heb je al je kracht nodig. Ik bezorg je alle ingrediënten en breng ze naar de kerkers daar kun je ongestoord werken." Hij duwde de gewonde voorzichtig terug in de kussens en wachtte tot hij diep en vast sliep.

Een mensenleven, vervangen! Nee, ieder leven was belangrijk en moest beschermd worden, maakte niet uit of het van magische of niet magische mensen was.

Perkamentus keek vanaf het voeteinde een tijdje zijn spion die lag te slapen. Zelfs een dooddoener, al was hij nog bij zo'n erge gruweldaden betrokken, hij was het waard, gered te worden. Perkamentus geloofde altijd in het goede van de mensen en probeerde het altijd naar boven te halen. Zo was hij, Perkamentus, hij zocht en vond. Ook al was dat, wat hij naar bovenhaalde vaak schrikbarend.

Hij haalde diep adem en maakte zich op voor het toverdrank-ingrediënten zoektocht, voor de "koude dood" moest nog alles in de gesloten kerker zijn, maar het veritaserum? Een moeilijke opdracht en Perkamentus trok een boek over toverdranken van de boekenplank in zijn kantoor. Toverdranken! Perkamentus schudde zijn hoofd, daar was hij nog nooit gek op geweest en bijzonder goed was hij er ook niet in.

'De toverwereld kan denken wat ze wil', dacht hij sarcastisch, 'maar ook een Perkamentus heeft zijn fouten.'

Met deze gedachtegang sloot hij zachtjes de deur van zijn kantoor en ging op weg naar de kerker.

Zweinstein had een zeer uitgebreide kelder en een meer dan een spookachtig verhaal verborg zich daarachter. Het verhaal ging over een geheime kamer, die ergens diep onder het kasteel was. In de kamer loerde, volgens een legende, een vreselijk wezen. Voordat Perkamentus directeur van de school was geworden, werd de geheime kamer eenmaal geopend, met vreselijke gevolgen voor de school. Toen der tijd dacht men de schuldige opgepakt te hebben, maar Perkamentus wist beter, de schuldige liep nog altijd vrij rond. Hij liep de hoek om en begroette een van de vele kasteelspoken.

Maar de geheime kamer was op het moment niet zijn probleem. De vloek, die de genoemde kerkerdeur vergrendelde, was snel gebroken en de oude man deed de deur open. De zon scheen door een klein raampje in de ruimte en het stof, dat door de wind van de geopende deur opgewaaid was, danste door de kamer. Terwijl Perkamentus de deur weer dicht deed, speelden zich voor zijn ogen weer die scènes af.

Een twijfelende Sneep, die zelfmoord wou plegen, het perkament dat voor Albus 's voeten gefladderd was. Perkamentus ging in de lichtstraal staan, dat door het raampje kwam, en sloot zijn ogen. Was het werkelijk pas een paar dagen geleden? In deze dagen was er zoveel veranderd, zo veel mogelijkheden deden zich voor. Twee families had hij kunnen waarschuwen en met het perkament dat in zijn bureau bewaard werd, waren de kansen nog meer levens te redden gestegen. Perkamentus opende weer zijn ogen en hij begon de ingrediënten voor de twee gevraagde toverdranken klaarleggen. Afwegen en klein snijden moest Severus zelf doen. Perkamentus werkte snel en precies. Des te beter alles voorbereid was, des te gemakkelijker had het later zijn voormalige leerling. Nog terwijl hij de planken afzocht naar keverogen, bedacht hij, of er een tegengift tegen de "koude dood" bestond. Hij moest Sneep er naar vragen. Tegen ieder gevraagd gif van Voldemort, moesten hun het passende tegengift klaar hebben liggen.