Hoofdstuk 18. Gevecht

Eine gewonnene Schlacht, ist noch lange kein gewonnener Krieg!

Unbekannt

Perkamentus zenuwen waren tot het uiterste gespannen. Op weg naar zijn kantoor, had hij geprobeerd mevrouw Pleister alles uit te leggen. De verpleegster luisterde alleen en had in de tussentijd alle verschillende flesjes en verbanden in een tas gegooid. Ze liep naast de directeur, hier en daar vroeg ze wat Dwaaloog precies verteld had zodat ze zich een voorstelling kon maken van wat ze kon verwachten. Albus gaf de waterspuwer het wachtwoord en ging mevrouw Pleister voor. "Hij zei dat er niet veel meer van over was– wat dat ook mag betekenen – en een hoog bloedverlies."

Nu stond ze in zijn kantoor en wachtte af. Het waren de momenten waar minuten uren konden duren en de zenuwen bloot legde. Pleister begon haar tas op het bureau leeg te gooien, om te controleren of ze al het nodige had meegenomen. Perkamentus wenste dat dit wachten zou ophouden, zodat ze wat konden gaan ondernemen. Plotseling hoorden ze een geluid, het zachte getrappel van hoeven en zware stappen. Pleister greep naar haar toverstaf en keek rustig naar de deur.

"Pleister soms benijd ik u om uw rust", zei de directeur tegen haar.

"Paniek kan ik me nu niet veroorloven." Dit zouden voor de komende uren de laatste persoonlijke woorden zijn, die de verpleegster zou geven.

Albus trok de deur open en stond tegenover Hagrid, daarop had hij gerekend, maar niet op het wezen dat achter Hagrid langzaam en voorzichtig de trap op kwam. Het was een centaur! Bijna was Perkamentus gaan lachen, het zag er gewoon komisch uit hoe het halfwezen zich de trap op worstelde. Hagrid tilde het zwarte stofbundeltje voorzichtig omhoog. "Ik heb hem gevonden."

"Kom naar binnen Hagrid en ja, ook u..." Hij ging aan de kant en liet ze binnen. Hagrid ging meteen naar mevrouw Pleister toe en zij wees naar het grote bed.

"Legt u hem maar daar neer Hagrid", zei mevrouw Pleister.

Nu stond de centaur in de deuropening en keek op Perkamentus neer. "Firenze", stelde hij zich voor.

Perkamentus wist dat er centauren in het verboden bos woonden, enkele kende hij zelfs, maar deze niet.

"Firenze, welkom", zei de directeur en hij sloot de deur achter Firenze.

"Directeur!", Riep Pleister en Perkamentus had geen tijd meer om zich om Firenze te kommeren.

Toen hij aan het bed kwam haalde hij geschrokken adem. De verpleegster had Sneep reeds het gewaad uitgedaan. Wat hij zag, zag er zo slecht uit dat hij begreep waarom Dwaaloog gezegd had, dat er niet meer veel over was gebleven.

"Is hij...?", Vroeg hij aan Pleister.

"Nee. Hij leeft nog! Waarbij de klemtoon werkelijk op NOG ligt!", zei de verpleegster" "Hagrid ik heb een kom koud water nodig, door al het gedroogde bloed kan ik niet zien waar de wond precies is."

De halfreus knikte en verdween.

Perkamentus kwam dichter bij het bed staan en keek op de bleke, ingevallen persoon, neer.

"Directeur ik wil niet mooier maken dan het is", mompelde Pleister en begon met een dreuzel stethoscoop de borstkast af te luisteren. "Hij heeft veel bloed verloren en hij heeft enkele inwendige verwondingen."

Kort stopte ze, luisterde. "De long schijnt ook getroffen te zijn, om maar niet te praten over de botbreuken. Die zijn ons laatste probleem.

Hagrid kwam met een kom koud water aan en zette deze naast Pleister op het nachtkastje neer.

"Zo dan zullen we eens zien", zei ze zacht en begon het bloed af te wassen. "Daar is een flesje, rond met blauw etiket, brengt u mij deze."

Perkamentus ging naar het bureau en haalde de genoemde fles, zwijgend gaf hij ze aan Pleister. Nu wist ze wat te doen en wat zij zei was op dat moment wet.

"Dit is tegen het grote bloedverlies." Nu begon ze zacht te vloeken toen ze zag, welke uiterlijke verwondingen ze moest behandelen.

Plotseling had Perkamentus het gevoel dat zijn rug zeer warm werd, verwonderd draaide hij zich om. De centaur stond achter hem. Het wezen straalde deze warmte uit, überhaupt stoomde hij. Hagrid nam een oude deken, die Perkamentus over zijn fauteuil had liggen, en dekte de paardenhelft ermee toe.

Pleister begon te mompelen en de uiterlijke wonden te sluiten, maar zo goed wilde dat niet lukken.

"Deze...", ze zei een woord waardoor zelfs Perkamentus verrast een wenkbrauw op trok, "combinatievloeken." Uiteindelijk bij de vierde of vijfde poging stopte de bloeding. Toen ze zich tot het sleutelbeen wende begon de diepe wond weer hevig te bloeden. De verpleegster gaf een zacht geluid van verrassing. Perkamentus haalde diep adem toen de verpleegster, zonder te overleggen IN de wond greep en iets samenkneep, het bloed werd minder.

"Albus. Daar is een kleine metalen stift met keramiekgreep."

Perkamentus gaf ook deze aan Pleister.

"Wat doet u?", Vroeg de centaur nieuwsgierig.

Poppy keek op en scheen het wezen het eerste maal echt waar te nemen. "Het heeft daar een grotere ader geraakt, die kan men niet zo een, twee, drie, helen. Om er maar helemaal van te zwijgen dat de combinatievloek het helemaal niet toelaat."

"Hoe dan?", Vroeg Firenze.

Perkamentus zag hoe mevrouw Pleister de kleine metaalstift omhoog tilde. "Wij lassen ze samen!"

Toen begon ze weer zachtjes te mompelen en een eigenaardige geur verspreide zich, kleine rookwolkjes kwamen uit de wond omhoog, Firenze snoof geïrriteerd.

"Vroeger", verklaarde de verpleegster, "Vroeger had men een stuk gloeiend ijzer genomen en de wond dichtgebrand. Dit hier is gebaseerd op elektriciteit en puntprecieze hitte.

Ze trok de kleine metaalstift weer uit de wond, nu bloedde ze weer normaal.

"Probleem, nu kan men ze niet zomaar weer sluiten." Iets als teleurstelling sloop in haar stem. "Ik moet naaien en hij zal een litteken eraan over houden."

"Als hij maar overleeft!", Riep Perkamentus.

"DAT directeur staat op een heel andere bladzijde. Normalerwijze mocht hij allang niet meer leven! Zei de verpleegster.

Daar bewoog Firenze zich weer. "Soms zijn ook dieren gewond. Ze bloeden hevig, in de zomer sterven velen eraan. In de winter minder."

Pleister knikte. "Ja de kou en de sneeuw kunnen geholpen hebben. In noodsituaties schakelt het lichaam om op minimale verzorging. Hij trekt het bloed uit de ledematen en de huid terug en concentreert zich op de verzorging van hart en hersenen. De kou ondersteunt deze werkwijze."

Ze greep weer naar haar toverstaf en raakte de ene rib naar de andere zacht aan. Het kraken, wat daarbij te horen was, liet bij Perkamentus de rillingen over de rug lopen. De botten gingen terug in hun oude positie. Zo ging het minuut na minuut, uur na uur, Pleister verlangde naar verschillende flesjes en hulpmiddelen. Bijna slaapwandelend wist ze wat ze moest doen, een keer stopte ze toen ze op de onderarm het teken van Voldemort zag. Haar reactie begrensde zich tot het fronzen van haar voorhoofd en een zacht hoofdschudden. Ze had een eed afgelegd, herinnerde Perkamentus zich, iedereen te helpen, maakt niet uit wie het was. Af en toe wierp hij een blik over zijn schouder naar Firenze, die heel rustig daar stond en zich alles bekeek. Hagrid stond aan het voeteinde van het bed en keek ook alleen toe.

'Misschien gelooft ze als ik, dat alleen de omgeven iets veranderen kan', bedacht Perkamentus. Het was al aan het schemeren toen Pleister uiteindelijk luid zuchtte en een stap terug deed om haar werk te betrachten. De wonden waren of genaaid of zover gesloten dat ze niet meer bloedden, Pleister wikkelde ze toch nog in met verband.

"Deze combinatievloek kan de heelspreuk misschien weer opheffen, ik kon werkelijk alleen de bloeding stoppen", sprak ze tot de aanwezigen. "De botten zien uit alsof ze zo samengroeien zoals ik dat wil. Wat het bloedverlies aangaat, ik heb hem wel een middel ertegen gegeven, ook tegen de shock..."

"Het heeft tijd nodig", mompelde Hagrid.

"Ja precies, als hij de volgende 12 uur overleefd zijn zijn kansen goed. Dat worden de kritische uren. Hij heeft Cruciatus-vloek nawerkingen?" Ze keek Perkamentus aan.

Deze knikte zwaar.

"Hm, dacht ik al. Ik heb alles gedaan wat ik kon, nu ligt het aan hem." Ze trok een lichte deken over de gewonde en pakte haar laatste spullen samen. "Als u me nodig heeft, ik ben in mijn kamer en slaap!"

Ze liep Perkamentus voorbij als deze naar haar arm greep. "Poppy?"

"Zeg maar niets Albus en wees gerust. U hebt zeker uw redenen Severus te helpen. Ik zal zwijgen", zei ze, en wierp een laatste blik op de dooddoener en ging.

"Ik ben ook moe", verklaarde Firenze.

"Helaas is het bed bezet", zei Perkamentus in een vlucht van humor.

"Mag ik me voor de haard neerleggen?" De centaur wierp een verlangende blik op de warme plek voor de haard.

"Alstublieft." Perkamentus maakte een uitnodigende beweging.

Met een diep snuiven ging de centaur voor de haard liggen, toen liet hij zich zomaar opzij vallen en sliep. Perkamentus trok nog een fauteuil aan de kant zodat het wezen wat meer plaats had. Pleister had werkelijk al het nodige gedaan en nu stond hij weer tussen hemel en hel. Hagrid ging op de grond zitten en leunde tegen de muur, de zon was nu helemaal opgegaan en scheen warm en fel in de kamer. Perkamentus trok een stoel naar het bed en wachtte.

Het werd stil in de kamer, Firenze snoof diep en rustig, Hagrid hoorde men bijna helemaal niet, zo nu en dan strekte hij zich, en Sneep, Severus Sneep ademde vlak en zeer langzaam.

Het ligt aan hem had Pleister gezegd. Maar ze wist niet, dat Sneep helemaal niet meer leven wou. Zou hij deze kans nemen om uit het leven te stappen? Perkamentus begroef zijn gezicht in zijn handen en ademde meerdere malen diep door.

Hij had verloren, hij was voor een mensenleven verantwoordelijk geweest, was diegene zijn bezitter geweest, en nu?