Hoofdstuk 24. Wensen

Sei vorsichtig mit dem was du dir wünscht.

Es könnte in Erfüllung gehen.

Unbekannt

"Wat wens jij voor kerstmis, Severus?" Het was 24 december en Perkamentus keek op Sneep neer, die op het bed zat. De dooddoener opende zijn ogen en staarde Perkamentus aan, alsof hij het achtste wereldwonder was.

"Wensen?", vroeg hij

Eerst vroeg men hem hoe hij zich voelde, Toen vroeg men hem naar zijn WENSEN!! Voordat hij de woorden van zijn heer echt kon geloven, ging deze verder: "Ja, wensen. Ik heb er de laatste tijd hoofdpijn van gehad, maar niets is me ingevallen. Wat wens jij ?"

Daar was een gedachtegang, hij was gek en zeer gevaarlijk. Kon hij het wagen het luid uit te spreken?

"Alles wat je wil!", Zei Perkamentus.

"Alles?!" Het werd steeds gekker.

Hij haalde meerdere keren diep adem en keek zoekend om zich heen. Ja die gedachte, die hij daar had, was niet slecht en hij was op de een of andere manier zeer belangrijk voor hem. Met een licht gerimpeld voorhoofd keek hij naar zijn heer omhoog. "Werkelijk alles?"

"Alles!", Bevestigde deze.

Hij verzamelde al zijn moed en fluisterde: "Ik wil graag een gesprek met Lily Potter."

Stilte.

"Waarom Lily?", Vroeg Perkamentus verrast.

"U zei alles wat ik wil. Ik wil met haar spreken", antwoordde Sneep en zonk verder in elkaar.

Het was geen goede gedachtegang geweest, Perkamentus zou hem zeker niet naar haar toe laten gaan. Zijn heer keek hem nadenkend aan. Nee, hij zou hem niet laten gaan. Sneep legde zich er al zich er al bij neer, toen de oude man zei: "Je weet waar de Eriksons hebben gewoond?"

Sneep knikte.

"Haar huis staat aan het einde van de straat, nr 56. Als je met haar wilt spreken, dan beter vanavond nog. Hagrid zal je naar het verboden bos begeleiden." Perkamentus legde beide handen op zijn schouders.

"Severus is dat werkelijk jouw wens?", Vroeg zijn heer streng.

"Het is mijn wens heer. Dat is alles", antwoordde Severus zachtjes.

Perkamentus knikte. "Ik zal haar een berichtje sturen, het is het beste te wachten in haar tuin."

Het was al avond, toen Hagrid de zwakke dooddoener naar het verboden bos bracht.

"Ik vind het geen goed idee. Waarom naar Lily?" Vroeg hij de jonge man, die hij half dragen moest. Sneep probeerde weliswaar steeds zelf te lopen, maar zo goed wou dat niet gaan. Maar Sneep was er vast van overtuigd zich weer alleen te kunnen bewegen, altijd als hij knikkende knieën kreeg kon hij aan Hagrid steunen en die hielp hem verder.

"Ik wil...", begon Sneep langzaam.

Hagrid wachtte geduldig, ondertussen was hij was er aan gewend geraakt, dat als het om gevoelens ging, Sneep wat langer nodig had ze te omschrijven.

"Ik wil proberen het haar uit te leggen", kreeg Sneep er uiteindelijk uit.

"In dat tempo?" Zei Hagrid, met een licht geamuseerde ondertoon in zijn stem.

"Ik weet... ik weet... dat ik in deze... dingen..."

"Gevoelsdingen", verbeterde Hagrid.

"Ja gevoelsdingen", Severus sprak het tweede woord zo uit, alsof men er angst voor moest hebben. "Nog niet zo veel zeggen kan."

Sneep zakte door de sneeuw en Hagrid trok hem, zonder er een woord over te verliezen weer uit. Het dalletje kwam in zicht en de twee mannen schaatsten naar de grond toe.

"Oké ik wacht hier", verkondigde Hagrid en keek om zich heen.

"Goed." Sneep richtte zich op en liet zijn armen losjes hangen.

Hagrid zag hoe hij zich concentreerde en plotseling stond er niemand meer naast hem.

"Veel geluk", mompelde de halfreus en ging in de bescherming van de omgevallen boom zitten.

Sneep verscheen in een zijstraat en direct kwamen de dooddoeners instinken in hem omhoog. Hij drukte zich tegen een muur van een huis en keek door de straat. Kerstmis was voor een dooddoener een gevaarlijke tijd, de dreuzels en tovenaars versierden hun huizen en verlichtten ze fel. Zo was het moeilijke,r om naar hen toe te sluipen. De straat lag er stil en verlaten bij. Dat maakte het wat makkelijker.

Terwijl hij naar het genoemde huis toeging, probeerde hij enkele zinnen in zijn hoofdte oefenen. Maar steeds als hij dacht een goede zin gevonden te hebben, scheen hij belachelijk te zijn. Over de inrit van de buren, langs de garage ging het naar de tuin van de Potters. Het was, alsof al zijn zwakheid verdwenen was, alsof Hagrid hem een deel van zijn krachten had geleend, alleen om dit gesprek enigszins staand op de rij te krijgen.

Hij keek de tuin in. Het was een mooie grote tuin, met een rij oude bomen en net alsof het een traditie is bij de dreuzels, stond een vogelhuisje midden op het gras. Niet opvallen was het motto, bij bijna alle magiërs. Hij wachtte achter een boom en observeerde de besneeuwde veranda. De Potters waren duidelijk thuis en wel alle twee. Een keer zag hij James aan een raam voorbij gaan en toen Lily. Het huis was fel belicht en Sneep kon kerst decoratie in de woonkamer herkennen. Hij wierp een blik naar de hemel, het was een glasheldere nacht en uit bijna elke schoorsteen kwam rook. Een mooie kerstnacht. Toen werd de verandadeur geopend en hij dacht in de sneeuw te zinken.

"Ik ga alleen wat frisse lucht halen James", riep een vrouwenstem in het huis.

"In orde maar kijk uit oké?" Riep de stem van James terug.

Sneep gluurde om de boom heen. Lily wikkelde zich in een grote sjaal en keek om zich heen. Perkamentus bericht was blijkbaar aangekomen. Langzaam en voorzichtig ging Lily Potter enkele stappen de tuin in en deed zo alsof ze het vogelhuisje controleerde. Sneep trad vanachter de boom tevoorschijn, maar bleef er lichtjes tegenaan leunen. Lily's ogen versmalde toen ze hem zag. Hij had zijn dooddoenerkledij achterwege gelaten en droeg daarom het diepblauwe wintergewaad van Perkamentus.

"Zo, Perkamentus zei, dat iemand met me wou spreken. Jij bent het dus?" Zei ze strak en emotieloos.

Sneep knikte.

"Waarom?" Vroeg ze, in gedachte schreeuwde ze tegen hem. 'Waarom heb je mij dit aangedaan? Waarom heb je mij als je vertrouwenspersoon genomen? Was het een restje van je Zwadderaars arrogantie? Wou je weer mensen pijn doen?'

"Om het uit te leggen", fluisterde hij.

Lily sloot kort haar ogen, Voldemort had goed werk geleverd, er was daar geen zwadderaar meer. Nu was ze zeker van, de oude Sneep, was er niet meer.

"Wat uit te leggen, eigendom van Perkamentus?" Zei ze en wikkelde zich verder in de grote sjaal in. "Je behoort hem toe. De enigste persoon, waarvan ik dat niet had verwacht."

Nu had ze het uitgesproken. Waarom? Waarom had ze deze werkelijk onmogelijkste mens dat toevertrouwt?

Sneep liet zijn schouders hangen. "Ik begrijp het."

"NEE, dat doe je niet!" Zei ze vastberaden.

Hoe kon hij zo zijn, hoe hij nu was?

"Voor mij is hij de enigste vertrouwde, in deze gekke tijd.

James... natuurlijk James heeft Remus, Sirius en Peter. Ik heb Perkamentus en Pleister. Maar nu?" Zei ze bitter.

"Het was niet zijn beslissing, maar de mijne", probeerde hij het opnieuw.

"Zo waarom heb je niet gewoon besloten vrij te zijn? Het leven zelf in handen te nemen?", Vroeg ze. Ja, waarom was hij daartoe niet bereid geweest? Waarom had hij Perkamentus met deze verantwoording opgezadeld? Een beslissing, die haar oude mentor zichtbaar zwaar viel.

"Vrij? Mijn leven behoorde nooit aan mij zelf toe. Eerst behoorde het toe aan mijn vader. Toen Voldemort en nu Perkamentus. Ik behoorde mij nooit toe", Zei hij zacht.

Lily opende haar mond en sloot hem weer, zonder een woord te zeggen. Wat had hij net gezegd? Wat was dat dan geweest, wat ze zeven jaar op school gezien had? Langzaam wendde hij zich van haar af. Hij zag er zo moe en uitgeput uit. Nog nooit had ze hem zo gezien. Een mens, die zichzelf nooit toe behoorde. Hoe had zij geleefd, als haar leven haar niet toe behoorde? Welke heer zou zij gekozen hebben?

"Wacht", zei ze.

Hij wierp een blik over zijn schouder.

"Als ik beslissen moest, aan wie mijn leven toe zou behooren, dan zou ik, geloof ik, ook Perkamentus kiezen." Ze liep op hem af en bekeek hem zonder argwaan. "Het was een goede beslissing geweest. Een eigen?"

"Het was een van de weinige momenten, waar ik vrij in beslissen kon", fluisterde hij. Sneep keek haar nu net zo rustig aan en leek afwezig, alsof hij nog eens in de tijd terug keek.

"Hm". Mompelde zij. "Kun jij een bericht naar Perkamentus brengen?"

Ze moest wat naar Perkamentus sturen, ze had het begrepen en wou het hem mededelen.

"Ik kan een bericht naar mijn heer brengen." Sneep sloot zijn ogen half. Voor Lily leek het, alsof ze voor een levend antwoordapparaat stond. Ze was zeker, dat Sneep alles wat ze nu zou zeggen, verder zou zeggen.

"Zeg hem dat ik hem nu een beetje begrijp. Ik kan het dan wel niet goed bevatten, maar ik begrijp hem. En zeg dat ik hem fijne kerstdagen wens", dicteerde ze.

Sneep haalde diep adem. "Het bericht wordt zo verder gegeven."

"Dank je."

Hij boog zich en ging naar de tuindeur toe.

"En Severus?" Ze liep enkele stappen naar hem toe.

De dooddoener stopte en keek haar aan.

Lily tilde haar hand op en legde deze zachtjes op de arm van Severus: "Vrolijk Kerstmis!"

"AH!" Hoorde Sneep Hagrid zeggen, toen hij weer in het dalletjes opdook. "En hoe verliep het?"

"Ik heb niet zo lang nodig gehad, om het uit te leggen", zei Severus en keek nu wat trots naar de halfreus op. Direct ging hij wankelen en alles om hem heen werd zwart. Het had veel inspanning gekost, wie had gedacht, dat praten zoveel inspanning zou kosten?

Hagrid tilde hem op als een klein kind en droeg hem het dalletje uit. Sneep liet het allemaal toe gedragen te worden. De terreinknecht was sterk en hij scheen voor Hagrid niet zwaarder te zijn dan een kind. Langzaam en gemakkelijk, werd hij terug gebracht naar Zweinstein. In het licht en de warmte.

"Heeft dus toch veel inspanning gekost?" Vroeg de terreinknecht en Sneep gromde bevestigend.

Na een tijdje opende hij weer zijn ogen en keek naar de hemel. De sterren stralen om het hardst. Het was een adembenemende nacht.

"Hagrid?"

De terreinknecht keek op hem neer.

"Vrolijk kerstfeest Hagrid", zei Sneep en hij meende het, met heel zijn hart.