Gespleten problemen.
Een Ranma 1/2 Fanfic door DWM
All Ranma characters are the property of Rumiko Takahashi
~~~~
Korte notitie van de auteur:
Yay, het is alweer hoofdstuk 11. Langzaam maar zeker.
Ik wilde echter een aantal punten duidelijk maken, wat enkele cultuur verschillen betreft.
Zoals je al eerder opmerkte, ik draai de voornaam en de familienaam om. Dus niet Ranma
Saotome, maar Saotome Ranma. In Japan is dat gebruikelijk.
Het zal jullie ook opgevallen zijn, dat ik Genma door de familie Tendo als oom Saotome laat
aanspreken. In oosterse landen is het veel gebruikelijker om kennissen, vaak oom of tante te
noemen. Het spreekt voor zich, dat een jong - oud verhouding hier een rol speelt.
Wel, tot zover, mijn eerste fanfic. Hoewel ik niet de details van de Japanse cultuur kan
weergeven, laat staan weten, probeer ik toch een bepaalde sfeer te kweken en het lukt me toch
aardig, niet ^-^
Ja ne! (tot later)
~~~~
Hoofdstuk 11
Een Man der mannen.
Een toegetakelde meisje lag langs de muur. Ze leek schijnbaar bewusteloos. Nodoka sloeg
haar hand voor de mond. Ze herkende haar. Er waren maar weinig meisjes met zo'n rode
natuurlijke haarkleur. "Ranko!" Nodoka versnelde haar pas.
Toen Nodoka bij haar neerknielde, om haar te checken, deed Ranko langzaam haar ogen
open. Ze schrok, toen ze recht in de ogen van haar moeder keek.
Nodoka schudde langzaam haar hoofd. "Niet schrikken kind. Ik ben het, jouw tante
Saotome." Ranko ging langzaam rechtop zitten, en ging met haar rug tegen de muur leunen.
Ze moest in slaap zijn gevallen. Ze was nog altijd even duizelig en zij begon te rillen.
Afkeurend begon Nodoka met haar hoofd te schudden. "Ranko toch. Altijd als ik jou zie, zit
je weer onder de builen of schrammen. Jongedames vechten niet, dat weet je toch?" Ranko
moest ondanks haar situatie, grinniken.
Nodoka bekeek Ranko eens goed. Tot haar verrassing, droeg zij haar schooluniform, maar
die was helaas in flarden. Haar gezicht en haren zagen er niet uit. Nodoka raakte bezorgd toen
ze haar rechterarm zag. Het zat onder het geronnen bloed.
"Ranko, laat me jouw rechterarm zien. Het ziet er slecht uit!" Ranko protesteerde, maar
Nodoka stroopte haar mouw op, of wat er van haar mouw nog viel op te stropen. Haar
rechterbovenarm had een diepe snee, vertoonde schrammen en grote blauwe plekken.
Nodoka's wenkbrauwen fronsten. Op haar linkerarm ontdekte ze ook een grote blauwe plek.
Toen zij haar linkerarm vastpakte, gaf Ranko een gil van pijn. "Kind, wat heb je uitgespookt!"
riep ze ontzet.
Ranko begon weer te rillen. Het viel Nodoka op, dat zij bleker was, dan normaal. Ze voelde
bezorgd met haar hand op Ranko's voorhoofd. Ze zuchtte. "En je bent ook nog eens ziek. Je
hebt hoge koorts. Ranko, wat moet ik toch met jou beginnen. Jij gaat ogenblikkelijk met mij
mee, naar mijn huis. Ik zal thuis voor een dokter bellen." Ranko begon te niezen, als
antwoord.
Ze begon te protesteren. "Vergeet het maar ... tante Saotome. Ik ... Ik hoef niet met u mee te
gaan. Voor mij geen dokter!" Ze stond langzaam op, en zwalkte een paar passen vooruit, maar
de duizeligheid overmande Ranko en ze viel weer op de grond. Nodoka kon alleen maar haar
hoofd schudden, om de trotse koppigheid van Ranko.
"Het wordt lastig kind. Ik heb mijn boodschappen bij me, en ik kan je niet alleen dragen."
Ranko zweeg echter. Ze was veel te duf om nog te antwoorden.
Nodoka hoorde plotseling mensen naderen. Ze draaide zich om en zag twee jongemannen
naar haar toe rennen.
****
Ranma en Ryoga renden door de straten van Nerima. Ze wisten, dat Ranko onmogelijk ver
weg kon zijn.
Ryoga was eigenlijk nieuwsgierig geworden, hoe Ranma het voor elkaar had gekregen, om
zich in twee afzonderlijke personen te laten splitsen. Hij wilde zeker alles ervan af weten,
maar nu hadden ze een belangrijkere zaak aan hun hoofd. Ryoga begon te grinniken. Laat het
aan Ranma over, om in de meest vreemde situaties verzeild te raken.
Ranma stopte plotseling en Ryoga botste tegen hem op. Hij zag Ranma's gezicht plotseling
bleek wegtrekken. Ryoga keek hem vragend aan.
"Het is mijn moeder! Ze is bij Ranko!" antwoordde hij huiverend. Ryoga fronste zijn
wenkbrauwen, en keek de straat in. Hij zag een vrouw zich over Ranko ontfermen. Ze hadden
haar gevonden, maar waarom was Ranma plotseling zo bang. Hij herinnerde zich vaag iets
over een seppuku belofte. Akane had het er wel eens over gehad, toen hij in zijn biggetjes
vorm in haar bijzijn was.
"Is het die seppuku belofte?" vroeg hij onzeker. Ranma knikte langzaam. "Het was een
belofte, dat ik een Man der mannen zou zijn. Maar sinds ik die vloek had..." Ryoga moest
heimelijk lachen. Wat een ironie. Ranma zuchtte. "Goed, ik kan nu niet meer in een meisje
veranderen, dus eigenlijk hoef ik niet bang te zijn, maar..."
Ryoga gaf dit keer Ranma een dreun op zijn hoofd. "Waar wacht je nog op baka. Ranko
heeft onze hulp nodig! En jij bent bang voor jouw eigen moeder, de zogenaamde Man der
mannen!" Ranma keek kwaad naar Ryoga, maar hij kon hem alleen gelijk geven.
Ze renden naar Nodoka en Ranko.
****
Nodoka vertrouwde de beide jongemannen niet, en ze haalde haar katana te voorschijn, die
ze in een doek gewikkeld had. Het zouden de mannen kunnen zijn, waarmee Ranko had
gevochten.
Toen de beide jongens bij haar aankwamen, konden Ranma en Ryoga alleen slikken, toen ze
het glanzende metaal van de katana zagen.
Ryoga nam gauw het woord. "We hebben geen kwaad in de zin mevrouw! Alstublieft, we
zijn hier om Ranko te helpen."
Nodoka keek hem een lang moment recht in zijn ogen, maar daarna knikte ze. "Goed, Ranko
kan wel wat hulp gebruiken, maar ik waarschuw jullie!" De beide jongens slikten, en knikten
snel.
Nodoka stopte haar katana weer weg, en liep naar Ranko, die inmiddels weer tegen de muur
was gekropen. "Ken je deze beide jongemannen?" vroeg ze aan haar. Ranko keek duf op en
haar gezicht verstrakte even, toen zij Ryoga zag. Ze besloot het echter, maar hierbij te laten.
Waarschijnlijk begreep Ryoga, hoe de vork in de steel stak. Ranko knikte langzaam. Ze wees
de beide personen aan. "Het is Ryoga en mijn ... broer," antwoordde ze zacht. Nodoka's
rechterwenkbrauw ging even omhoog, toen zij de andere jongen haar broer noemde.
Ze keek op en keek Ranma in zijn gezicht. Ravenzwart haar, grijsblauwe ogen, en dat
gezicht! Zo bekend. Je zag ook duidelijk, dat hij en Ranko op elkaar leken. Wat haar opviel,
was de vlecht. Ranko en deze jongeman hadden dezelfde vlecht. Hij droeg ook dezelfde
kleren, die zij Ranko altijd zag dragen, op vandaag na.
Ranma slikte. Het leek voor hem, alsof zijn moeder de waarheid uit hem wilde trekken.
Nodoka schudde haar hoofd. Deze jongen kwam haar zo bekend voor. Ze kon het niet
verklaren, maar ze had altijd een band met Ranko gevoeld, maar dezelfde band voelde ze ook
met deze jongeman.
Ze glimlachte vriendelijk. "Ranko heeft mij nooit verteld, dat zij een broer had." Ranma
knikte zwijgend.
Ryoga had zijn armen over elkaar gevouwen. Hij begon te grijnzen, dit werd de grootste
ontknoping sinds er soap-stories op TV bestonden.
"Vertel mij jongeman, wat is jouw naam?" Ranma werd bleek, en begon te zweten. "Ran ...
Ran ... euh ..."
Ryoga begon te grinniken. Zijn liefdesverklaringen aan Akane gingen hem beter af. Het
werd tijd, om Ranma eens een flinke duw in zijn rug te geven. "Zijn naam is Saotome Ranma,
mevrouw," antwoordde Ryoga met een brede grijns.
Ranma's gezicht werd zo wit als sneeuw, en hij begon naar adem te happen. Maar voordat
Ranma ook maar een woord kon zeggen, lag hij echter in een beklemmende omhelzing van
een overgelukkige moeder.
"Oh zoon, ik heb je zo gemist", riep zijn moeder, terwijl de vreugdetranen over haar wangen
liepen. Ze was zo verrast, en verheugd bij deze vereniging, dat ze direct een belangrijk feit
vergat, namelijk Ranko.
"Ik weet gewoon dat je mijn zoon bent en ik heb jaren op je gewacht," snikte ze. Deze
woorden staken als messen in Ranma's hart.
Na een erg lang moment, liet ze de inmiddels blauw aangelopen Ranma weer los, en keek
hem in zijn ogen. "Je lijkt zo sterk op de oude peuter foto's, die ik nog van je heb en ik voel
zo'n sterke band met jou, hetzelfde als...," plotseling zweeg ze.
Nodoka liep plotseling verwilderd, een paar passen achteruit, en draaide zich met een ruk
om. "Ranko!?" Zij antwoordde echter niet. Ze had haar ogen gesloten. Ryoga liep bezorgd
naar Ranko en checkte haar. "Uhm, Ranko is bewusteloos, mevrouw."
Ze sloeg haar hand voor de mond. "Dat is waar ook. Zij heeft medische verzorging nodig, en
ze is ziek."
Ryoga keek verbaasd. "Ranko is ziek?" Hij boog beschaamd zijn hoofd. Hoe kon hij zo
blind zijn. Ranko wilde niet met hem vechten, en de reden begon langzaam tot Ryoga door te
dringen.
"Is er iets, jongeman?" vroeg Nodoka bezorgd. Ryoga stond op, en schudde zijn hoofd. "Eh,
nee mevrouw," loog hij. Nodoka keek even scherp naar hem, maar liet het hierbij.
Zij richtte zich tot Ranma. "Zoon, het is een vreugdevolle vereniging, maar je brengt mij ook
in verlegenheid. Je hebt mij vast een hoop uit te leggen, wat Ranko betreft!" Ranma begon te
zweten, en kon alleen maar knikken.
"Wilt een van jullie zo vriendelijk zijn, om Ranko te dragen? We gaan naar mijn huis."
Ranma knikte en hij liep naar haar toe. Hij nam Ranko in zijn armen en legde een arm om zijn
nek. Ze woog verrassend licht. Ranma knikte naar zijn moeder.
Ryoga bood Nodoka aan, om haar boodschappen te dragen. Zij bedankte hem vriendelijk
voor zijn hulpvaardigheid.
****
Zwijgend liepen ze samen verder.
Ranma keek naar zijn slapende zus in zijn armen. Het gevoel dat hij bij deze situatie had,
kon hij beste beschrijven, als vreemd. Het besef, dat je een kopie van jezelf in je armen droeg.
Het was heel raar.
Nodoka bleef erg kalm onder deze situatie, maar ze was verward. Zij wist zeker dat de
jongeman haar zoon was. Ze wist het heel zeker. Oude herinneringen begonnen terug te
komen. Er was geen twijfel mogelijk. Haar kleine jongen was groot geworden, ze herkende
hem. Maar hoe zat het met Ranko?
Onbewust gleed haar hand over de heft van haar katana. Haar man, Genma, had vast een
hoop op zijn geweten. Ze zou alle details van haar zoon horen, desnoods moest ze het uit hem
wringen!
Ze blikte even naar Ranma, die Ranko in zijn armen droeg. Ze begon te beseffen dat ze
beiden op elkaar leken. Waarom was het nooit tot haar doorgedrongen. Vooral Ranko. Ze leek
zo sterk op haar, toen zij nog jong was. Zelf had ze zwart haar, met een rode glans erin. De
haren van Ranko was echter vuurrood. Het had iets magisch, iets exotisch.
Ryoga schudde zijn hoofd, bij de aanblik van Ranma en Ranko. Hij zocht naar een kuur
voor zijn vloek, maar zich laten splitsen, was toch het laatste waar hij aan zou denken. Voor
Ryoga leek het een nachtmerrie. Het idee om zijn kopie, voor de rest van zijn leven als
biggetje door te laten gaan, leek hem afschuwlijk. Hij wist niet, of hij de splitsing van Ranma,
als een zegen of vloek moest beschouwen. Wat Ranma ook gedaan had, Ryoga vond dat niet
de oplossing. Voor hem zou dat de ultieme vloek betekenen.
****
Langzaam deed Ranko haar ogen open. Haar gedachtes begonnen weer op gang te komen.
Met een schok, besefte zij, dat ze bewusteloos moest zijn geweest. Ze begon de situatie om
haar heen te checken.
Ze lag in een onbekend bed. Ze hoorde stemmen van beneden komen. Blijkbaar was ze in
haar moeders huis. Ranko bekeek haarzelf. Ze had een pyjama aan, die haar een beetje te groot
was. Waarschijnlijk van haar moeder.
Haar rechterbovenarm was ingezwachteld met verband. Haar linkerarm hadden ze gelaten,
zoals het was. Het deed echter nog steeds pijn. Waarschijnlijk was er een kleine scheur in haar
bot, maar dat viel niet van buiten te zien. Ze haalde haar schouders op. Het was voor haar
slechts een kwestie van een paar dagen. Ze genas razendsnel. Ze had echter een stevige griep
opgelopen, dus waarschijnlijk zou ze wat langer moeten uitzieken, dan normaal.
Ranko begon weer te niezen. Ze vond naast het bed een nachtkastje, waarop wat zakdoeken
lagen. Ze pakte een zakdoek en snoot haar neus. Ze voelde zich nog steeds ellendig. Toen ze
opstond, sloeg de duizeligheid weer toe. Ze begon met haar tanden te knarsen en balden haar
vuisten. Eens de grote Ranma, nu permanent een meisje, een ziek, zwak meisje. Ze kon het
wel uitschreeuwen.
Ze begon haar gedachten weer te focussen. Ranko wist, dat er beneden belangrijke dingen
werden besproken. Ze moest erbij zijn, voordat haar 'geweldige' broer zichzelf dieper in de
nesten ging werken.
Langzaam zwalkte ze de slaapkamer uit en voorzichtig liep ze de trap af. Zo te horen was ze
precies op tijd.
****
"Dus jij en mijn man, deden zich als Ranko en een panda voor, omdat jullie bang waren
voor seppuku!" riep Nodoka boos. Ryoga hield zich stil, maar voelde met Ranma mee. Ranma
zweette liters water.
Kwaad legde Nodoka een contract op tafel, die Genma en Ranma ooit hadden ondertekend.
Het was de belofte, dat Genma van Ranma een Man der mannen zou maken, en mocht hij er
niet in slagen, dan zouden ze beidde seppuku plegen. Het was ondertekend met een serieuze
vingerafdruk van Genma, en speelse handafdrukken van een klein jongetje.
"Ik weet niet wat ik van jou moet denken Ranma, maar beschouw jij jezelf als een man? Je
durfde jouw eigen moeder niet direct onder de ogen te komen. Jullie logen zelfs tegen mij!"
Een rode battle-aura begon zich om haar te vormen. Ryoga en Ranma keken verschrikt hun
ogen uit. Ranma's moeder was zo kwaad, dat ze een zichtbare aura kon produceren.
Een stem van Ranko deed plotseling iedereen verstommen.
"Ranma is een Man van Eer, mevrouw Saotome, maar Ranma is ook slechts een mens, net
als iedereen." Ranko gebruikte expres de term mevrouw in plaats tante of zelfs moeder.
Het was een moment stil. Ranma was verstomd. Ryoga's mond viel open. Kwamen die
woorden van Ranko die ooit Ranma was? Nodoka was even verbaasd, maar werd toen
bezorgd.
"Ranko, wat doe jij hier? Je hebt hoge koorts! De dokter die jou heeft verzorgd, zei dat je
voorlopig in bed moest blijven liggen en moet uitzieken."
Ranko schudde langzaam haar hoofd. "Integendeel, ik ben zelfs hier nodig!" Ze keek kwaad
naar Ranma. "Laat het aan mijn flapuit broer over, om de zaak onnodig moeilijk te maken,"
zuchtte ze. Ranko nam plaats aan tafel.
"Zoals ik het u al zei, Ranma is slechts een mens, net als iedereen. Hij kent ook angsten, en
ook hij heeft het leven lief."
Ze keek Ryoga recht in de ogen. "Toen ik zostraks in gevecht was geraakt met iemand, toen
zat ik ook in een levensbedreigende situatie. Als ik niet op tijd een oplossing had gevonden,
dan stond ik ook voor een groot dilemma. Vluchten of doorvechten. Ik keek de dood in de
ogen. Ik denk, dat ik gevlucht was. Tenslotte ben ik ook maar een mens."
Ryoga keek haar betekenisvol toe, en knikte begrijpend.
Nodoka keek Ranko een lange tijd zwijgend aan. "Ranma en Ryoga hebben me de hele
situatie van de Jusenkyö vloek uitgelegd. Ik wilde het eerst niet geloven, totdat Ryoga het mij
had gedemonstreerd."
Ze liep naar Ranko toe. "Ik heb begrepen, dat je nu Ranma's meisjesvorm bent. Zijn zus. Ik
ben op de hoogte van jouw situatie, jouw kracht, maar ook jouw zwakheid. Ik, Saotome
Nodoka, accepteer jou echter hartelijk, als mijn nieuwe dochter!" Ze omhelsde haar dochter
innig.
Ranko slikte en ze omhelsde haar moeder. Ze liet haar tranen de vrije loop. "Bedankt
Okaasan (=moeder), ik was bang dat u mij nooit zou accepteren, ik was werkelijk bang,"
snikte ze. Ranko was diep in haar hart, inderdaad bang geweest. Bang voor een afwijzing door
haar moeder. Ze liet het alleen nooit merken.
Nodoka liet Ranko langzaam los. "Hoe kan ik jou afwijzen Ranko, nu ik zie hoe moedig en
verstandig je bent." Nodoka boog naar haar toe en fluisterde in haar oor: "Ik heb trouwens,
altijd al een dochter willen hebben." Ranko glimlachte. Ze veegde haar tranen weg en begon
flink te niezen.
Ranma en Ryoga begonnen te glimlachen, maar Ranma's gezicht betrok weer gauw. Het
was nog lang geen feest.
Toen Nodoka zich weer tot Ranma richtte, werd haar gezicht ernstig. "Ranma, ik zie de
wijsheid in Ranko's woorden. Maar dat neemt niet weg, dat je een serieus probleem hebt!" Ze
pakte het contract van de tafel, en toonde deze aan Ranma.
"Jij en Genma hebben deze contract ondertekend. Kan je met zekerheid zeggen, dat je
hieraan voldoet, na de façade die je me geleverd hebt, als 'Ranko' en meneer 'Panda'? Mijn
man moest zich diep schamen." Ranma slikte.
Ranma begon zenuwachtig aan zijn vlecht te trekken. "Wel uhm, mijn Oyaji vertelde mij,
dat ik me nooit als een meisje moest gedragen en ..." Nodoka fronste haar wenkbrauwen.
"WAT! Je bedoelt, dat jij je werkelijk als een meisje gedroeg!?" riep ze boos uit.
Zijn gezicht werd bleek. "Eh nee Okaasan, ik bedoel, het heeft met mijn training te maken.
Mijn Oyaji bedoelde, dat ik harder moest worden, een echte man moest zijn en..."
Plotseling werd hij onderbroken door Ranko.
"Okaasan, sta mij toe, om het woord voor Ranma te voeren. Ik kan het beter uitleggen, dan
mijn broer het zou kunnen verwoorden." Nodoka knikte met een begrijpende glimlach.
Ranko moest stilletjes lachen. Arme Ranma kreeg zoveel te voorduren, terwijl zij net zo
goed even schuldig was. Zij was immers oorspronkelijk ook Ranma, nietwaar?
"Ik kan bewijzen, dat mijn broer, een Man der mannen is. U hoeft het alleen aan Akane, zijn
verloofde te vragen." Ranko zweeg even, toen ze aan Akane dacht. Niets zou meer hetzelfde
zijn.
Ze vervolgde haar verklaring: "Meerdere malen is hij voor haar in de bres gesprongen, en hij
heeft haar ook enkele malen moeten redden. Vaak met gevaar voor zijn eigen leven.
Misschien kan u zich het niet herinneren Okaasan, maar Ranma heeft zelfs u een keer gered.
Dat was tijdens een ontmoetingafspraak tussen u en Ranma, die Akane voor u geregeld had.
Het was helaas de mist in gegaan, dankzij de bemoeienissen van Otosan (=vader)."
Ranko keek Ranma plagerig aan. "Ik verzeker u, dat hij een echte prins op een witte paard
is." Ranma keek kwaad naar Ranko.
Nodoka knikte. Ze kon het zich nog herinneren, dat zij bij een accident met warm water
omhoog werd geblazen. Ze was per ongeluk op een hendel gaan zitten en had daarmee de
hoofdkraan voor een warmwater bron geopend. Vaag herinnerde ze, dat ze werd gered. Het
leek haar als een droom. Het was dus toch Ranma geweest! De puzzelstuk viel op zijn plaats.
Het was dus werkelijkheid geweest. Op die dag, beschouwde ze haar zoon werkelijk als een
Man der mannen.
Het gezicht van Nodoka werd milder. Ze was er nu van overtuigd, dat Genma niet helemaal
zijn belofte verzaakt had. Ranma bleek inderdaad een Man der mannen te zijn.
Ranko grinnikte even. "Bovendien zijn alle jongens op school jaloers op hem, omdat hij de
mooiste meisjes achter zich aanheeft!" Ranma werd kwaad. "Hee, dat is niet waar!"
"Ik heb mijn ogen niet meer in mijn zakken zitten bro, heh ... Dankzij jou, heb ik zelf een
heel groot probleem," zei Ranko, terwijl ze Ranma boos aankeek. Ryoga grinnikte.
Ranma vouwde zijn armen over elkaar, en keek Ranko uitdagend aan. "En wat mag jouw
probleem dan wel zijn?"
Ze moest weer niezen, en ze snoot haar neus met een zakdoek. "Argh, als ik die rotzak te
pakken krijg, dan is hij nog niet jarig," mopperde Ranko. Ranma keek haar vreemd aan.
"Wablief?"
Ranko schudde haar hoofd. "Euh, dat was persoonlijk. Wat ik wilde zeggen, is dat ik
praktisch alle hormoon gestoorde kwijlende baka's van de school over me heen heb hangen.
Als ik niet beter wist dan...."
"Dan beschouwen de jongens jou als een van de laatste mooiste en leukste meisje van de
school, die nog beschikbaar is," merkte Ranma droogjes op. Ranko sloeg groen uit. "Stop
daarmee Ranma, dat is niet grappig!" en ze begon weer te niezen.
De normaal depressieve Ryoga hield het niet meer, en hij begon over de grond te rollen, van
het lachen. Laat het aan de Saotome's over, voor het onmogelijke.
Ranko richtte zich tot haar moeder. "Okaasan, is dat genoeg, om u te overtuigen?" Nodoka
knikte. "Je hebt me overtuigd, dat Ranma inderdaad een echte Man der mannen is. Mijn
beslissing staat vast." Ze pakte het document, en hield het boven een brandende kaars, die ze
van tevoren had aangestoken en ze legde het brandende document in een kom. Voor de ogen
van iedereen, zag men het document langzaam door de vlammen verteerd worden.
Je zag Ranma opgelucht ademhalen. Hij stond op, en omhelsde zijn moeder. "Bedankt
Okaasan, dat je vertrouwen in mij stelt," zei hij, met een brok in zijn keel. "Welkom, mijn
mannelijke zoon, en werk er hard aan, door eerst te denken en daarna te spreken," antwoordde
Nodoka glimlachend, terwijl zij haar zoon ook omhelsde. Ranma trok een scheef gezicht, bij
deze woorden.
Ranko zuchtte even. Ze was blij, dat het slechts tot zover was gekomen.
Oyaji wist het zelf niet eens, maar dat document had alleen maar een symbolische waarde. In
principe had het document geen enkele geldigheid. Een dergelijk document is alleen geldig,
als de personen bewust akkoord gaan, met de afspraak die ze maken, en dat kwam in dit geval
helaas niet ter sprake. Afdrukken van speelse kinderhandjes hebben geen geldige betekenis.
Laat staan, dat Ranma op die leeftijd besefte wat hij deed, en dat met een serieuze belofte
waarmee seppuku gemoeid was!
Ze schudde haar hoofd. Als haar moeder niet akkoord was gegaan, dan had ze deze
informatie moeten gebruiken, en dat veroorzaakte alleen maar kwaad bloed tussen de beide
ouders. Tenslotte had Genma een ongeldig document als drukmiddel gebruikt. Ranma kon
zelfs Genma voor het gerecht slepen, maar gelukkig bleef het hierbij. Genma had weer eens
geluk gehad ... nog een geheim, die zij aan haar lijst kon toevoegen.
Ranko was werkelijk vermoeid, maar ze was opgelucht, dat ze op tijd erbij was geweest.
****
In de dojo was Akane haar frustratie aan het wegwerken. Met een kreet sloeg de bakstenen
dakpannen aan gruzelementen. Ze veegde haar zweet van haar voorhoofd. Ze keek naar de
vele stapels gebroken dakpannen, verspreid door de dojo. Akane vond het wel genoeg
geweest.
Ze stond op en trok de band van haar witte gi (=soort gym kleding voor gevechtsporten.)
weer strak aan. Ze ruimde de boel op, en veegde de dojo schoon. Ze was klaar tegen etenstijd
en Akane begon honger te krijgen.
Terwijl Akane de dojo verliet, begon ze weer na te denken, over de situatie van zostraks.
Misschien was ze te voorbarig geweest. Waarom had ze Ranko's voorstel niet opgevolgd, en
gewoon met Ranma en Ukyo meegegaan. Nu had ze des te meer reden om bezorgd te zijn.
Maar nee, ze moest weer kwaad en jaloers worden, met het resultaat dat ze niet wist, wat
Ukyo en Ranma uitspookten. Ze was zelfs helemaal vergeten, dat Ranko naar de Cat Café zou
gaan. Ze schudde haar hoofd. Hoe was het met haar verlopen?
Ze liep de woonkamer binnen, en zij hoorde de telefoon overgaan. Akane nam op. "Hallo,
met Tendo Akane?" Ze was verrast om Nodoka's stem te horen.
"Hallo Akane, met mij, tante Saotome."
"Oh... hallo tante Saotome? Wat een verrassing, wat kan ik voor u doen?" vroeg Akane
verrast. "Ik wilde doorgeven, dat Ranma wat later bij jullie thuiskomt, maar dat Ranko hier bij
mij blijft. Ze is ziek, en is ze bovendien licht gewond, maar ze komt er snel bovenop, had de
dokter mij verteld."
Akane staarde wazig voor haar uit. "Ranma en Ranko, bij tante Saotome?" Het was een
moment stil. "Moshi... moshi, Akane? Ben je daar nog?" Ze kwam met een schok uit haar
trance. "Eh ja tante Saotome, ik ben er nog, ik .... ik ben alleen wat verrast, dat is alles."
"... je bedoelt de situatie wat betreft de Jusenkyö vloek? Oh kind, dat is inmiddels
opgehelderd. Ranma en ik hebben een hartig woordje gehad, maar je hoeft niet bang te zijn,
Akane. Ik ben tot de conclusie gekomen dat Ranma een echte man is, nu zowel in hart als
lichaam. Daar hoef je geen zorgen meer om te maken kind. Uhm, Akane, is Genma, mijn
echtgenoot toevallig ook aanwezig?"
Akane keek naar de vaste shogi-plek van haar vader en zijn vriend. Een dikke panda en haar
vader waren zoals gewoonlijk hun spel aan het spelen.
"Uhm, een momentje, tante Saotome, ik zal oom Saotome halen." Akane keek naar de
panda. "Oom Saotome, er is telefoon voor u!" riep zij hem toe. Genma keek op. Zijn bekende
bordje kwam te voorschijn. -[Wie is het Akane?]-.
Akane kon een grijns niet onderdrukken. "Het is tante Saotome. U hoeft zich ook niet meer
te verstoppen, want ze weet al van Ranma en Ranko af."
Als iemand ooit een panda bleek had zien wegtrekken, dan was dit nu voor het eerst. De
zwarte gedeelten van Genma's vacht sloegen grijs uit van de schrik. Verwilderd begon hij om
zich heen te kijken.
Nabiki en Kasumi kwamen plotseling vanuit het niets te voorschijn, en blokkeerden de
uitgangen. Soun legde bemoedigend zijn arm op Genma's schouder. "Het moest er eens van
komen, vriend Saotome. Vergeet niet, dat Ranma niet meer zijn vloek heeft. Wat houdt jou
nog tegen?" Genma knikte.
Kasumi had op de een of andere manier al een ketel met warm water klaar staan, en een
seconde later was Genma weer in zijn oude glorie hersteld. Hij liep naar Akane, en nam de
telefoon van haar over. "Uhm ... hallo Nodoka ... met mij, Genma ...," antwoordde hij
zenuwachtig door de telefoon.
De familie Tendo keek met interesse toe, hoe het eerste officiële gesprek tussen Genma en
zijn vrouw verliep. Zijn gezicht werd wit, daarna sloeg hij groen van angst uit, gevolgd door
een rood hoofd, ten gevolge van schaamte. Na veel ge-ja en ge-nee Nodoka, legde hij de
hoorn op de haak. Hij had liters water gezweet.
Iedereen keek belangstellend naar Genma. Hij keek zenuwachtig om zich heen en kuchte
een paar keer. "Uhm, mijn vrouw komt morgen hier naar toe, om nog een hoop belangrijke
dingen op een rijtje te zetten, dat is alles."
Nabiki was niet overtuigd. "En dat was het?" Genma haalde zijn schouders op. "Ranko is
ziek en blijft bij haar thuis. Ranma komt wat later. Ze vroeg ook, of Ranko nog een extra
schooluniform had, want de schooluniform van haar is nu in flarden. We zullen de overige
details straks van mijn zoon horen."
Iedereen keek bezorgd, maar knikten instemmend. Ze zouden de details dus straks van
Ranma horen.
Genma hield de persoonlijke dingen voor zichzelf. Dat zijn vrouw razend was, dat was nog
zacht uitgedrukt. Bovendien wist zij nu van zijn panda vloek af. Ze had hem verteld, dat zij
hem tot het einde der aarde zou volgen, als hij het waagde, om ertussen uit te knijpen. Hij
durfde er niet aan te denken, hoe het morgen eraan toe zou gaan. Maar alles was beter, dan een
razende vrouw met een katana achter je aan te hebben.
****
Nodoka hing de hoorn van de telefoon weer op de haak. Ze keek om en keek verbaasd naar
Ranma en Ryoga. Ze zagen er bleek uit en bezweet uit. Oke, ze was furieus op Genma, maar
misschien had ze wat overdreven.
Ryoga wendde zich tot Ranma en fluisterde in zijn oren: "Weet je zeker dat de naam van
jouw moeder Nodoka is?" Ranma knikte onzeker. Nodoka betekende namelijk vreedzaam.
Een rommelend geluid deed Ryoga en Nodoka plotseling opschrikken. Ranma lachte
schaapachtig. Het was etenstijd, en dat liet zijn maag hem uitbundig weten. Nodoka
glimlachte.
"Wel, het is etenstijd. Ik heb er helaas niet meer aan gedacht. Maar als jullie interesse
hebben, ik heb nog wat rijst en misosoep. Het is niet veel." De beide jongens knikten gretig.
Nodoka keek naar Ranko, en wilde vragen of zij ook wat wilde. Ze kon echter alleen haar
hoofd schudden, toen zij haar zag. Ranko was met haar hoofd op de tafel, in slaap gevallen.
****
Een Ranma 1/2 Fanfic door DWM
All Ranma characters are the property of Rumiko Takahashi
~~~~
Korte notitie van de auteur:
Yay, het is alweer hoofdstuk 11. Langzaam maar zeker.
Ik wilde echter een aantal punten duidelijk maken, wat enkele cultuur verschillen betreft.
Zoals je al eerder opmerkte, ik draai de voornaam en de familienaam om. Dus niet Ranma
Saotome, maar Saotome Ranma. In Japan is dat gebruikelijk.
Het zal jullie ook opgevallen zijn, dat ik Genma door de familie Tendo als oom Saotome laat
aanspreken. In oosterse landen is het veel gebruikelijker om kennissen, vaak oom of tante te
noemen. Het spreekt voor zich, dat een jong - oud verhouding hier een rol speelt.
Wel, tot zover, mijn eerste fanfic. Hoewel ik niet de details van de Japanse cultuur kan
weergeven, laat staan weten, probeer ik toch een bepaalde sfeer te kweken en het lukt me toch
aardig, niet ^-^
Ja ne! (tot later)
~~~~
Hoofdstuk 11
Een Man der mannen.
Een toegetakelde meisje lag langs de muur. Ze leek schijnbaar bewusteloos. Nodoka sloeg
haar hand voor de mond. Ze herkende haar. Er waren maar weinig meisjes met zo'n rode
natuurlijke haarkleur. "Ranko!" Nodoka versnelde haar pas.
Toen Nodoka bij haar neerknielde, om haar te checken, deed Ranko langzaam haar ogen
open. Ze schrok, toen ze recht in de ogen van haar moeder keek.
Nodoka schudde langzaam haar hoofd. "Niet schrikken kind. Ik ben het, jouw tante
Saotome." Ranko ging langzaam rechtop zitten, en ging met haar rug tegen de muur leunen.
Ze moest in slaap zijn gevallen. Ze was nog altijd even duizelig en zij begon te rillen.
Afkeurend begon Nodoka met haar hoofd te schudden. "Ranko toch. Altijd als ik jou zie, zit
je weer onder de builen of schrammen. Jongedames vechten niet, dat weet je toch?" Ranko
moest ondanks haar situatie, grinniken.
Nodoka bekeek Ranko eens goed. Tot haar verrassing, droeg zij haar schooluniform, maar
die was helaas in flarden. Haar gezicht en haren zagen er niet uit. Nodoka raakte bezorgd toen
ze haar rechterarm zag. Het zat onder het geronnen bloed.
"Ranko, laat me jouw rechterarm zien. Het ziet er slecht uit!" Ranko protesteerde, maar
Nodoka stroopte haar mouw op, of wat er van haar mouw nog viel op te stropen. Haar
rechterbovenarm had een diepe snee, vertoonde schrammen en grote blauwe plekken.
Nodoka's wenkbrauwen fronsten. Op haar linkerarm ontdekte ze ook een grote blauwe plek.
Toen zij haar linkerarm vastpakte, gaf Ranko een gil van pijn. "Kind, wat heb je uitgespookt!"
riep ze ontzet.
Ranko begon weer te rillen. Het viel Nodoka op, dat zij bleker was, dan normaal. Ze voelde
bezorgd met haar hand op Ranko's voorhoofd. Ze zuchtte. "En je bent ook nog eens ziek. Je
hebt hoge koorts. Ranko, wat moet ik toch met jou beginnen. Jij gaat ogenblikkelijk met mij
mee, naar mijn huis. Ik zal thuis voor een dokter bellen." Ranko begon te niezen, als
antwoord.
Ze begon te protesteren. "Vergeet het maar ... tante Saotome. Ik ... Ik hoef niet met u mee te
gaan. Voor mij geen dokter!" Ze stond langzaam op, en zwalkte een paar passen vooruit, maar
de duizeligheid overmande Ranko en ze viel weer op de grond. Nodoka kon alleen maar haar
hoofd schudden, om de trotse koppigheid van Ranko.
"Het wordt lastig kind. Ik heb mijn boodschappen bij me, en ik kan je niet alleen dragen."
Ranko zweeg echter. Ze was veel te duf om nog te antwoorden.
Nodoka hoorde plotseling mensen naderen. Ze draaide zich om en zag twee jongemannen
naar haar toe rennen.
****
Ranma en Ryoga renden door de straten van Nerima. Ze wisten, dat Ranko onmogelijk ver
weg kon zijn.
Ryoga was eigenlijk nieuwsgierig geworden, hoe Ranma het voor elkaar had gekregen, om
zich in twee afzonderlijke personen te laten splitsen. Hij wilde zeker alles ervan af weten,
maar nu hadden ze een belangrijkere zaak aan hun hoofd. Ryoga begon te grinniken. Laat het
aan Ranma over, om in de meest vreemde situaties verzeild te raken.
Ranma stopte plotseling en Ryoga botste tegen hem op. Hij zag Ranma's gezicht plotseling
bleek wegtrekken. Ryoga keek hem vragend aan.
"Het is mijn moeder! Ze is bij Ranko!" antwoordde hij huiverend. Ryoga fronste zijn
wenkbrauwen, en keek de straat in. Hij zag een vrouw zich over Ranko ontfermen. Ze hadden
haar gevonden, maar waarom was Ranma plotseling zo bang. Hij herinnerde zich vaag iets
over een seppuku belofte. Akane had het er wel eens over gehad, toen hij in zijn biggetjes
vorm in haar bijzijn was.
"Is het die seppuku belofte?" vroeg hij onzeker. Ranma knikte langzaam. "Het was een
belofte, dat ik een Man der mannen zou zijn. Maar sinds ik die vloek had..." Ryoga moest
heimelijk lachen. Wat een ironie. Ranma zuchtte. "Goed, ik kan nu niet meer in een meisje
veranderen, dus eigenlijk hoef ik niet bang te zijn, maar..."
Ryoga gaf dit keer Ranma een dreun op zijn hoofd. "Waar wacht je nog op baka. Ranko
heeft onze hulp nodig! En jij bent bang voor jouw eigen moeder, de zogenaamde Man der
mannen!" Ranma keek kwaad naar Ryoga, maar hij kon hem alleen gelijk geven.
Ze renden naar Nodoka en Ranko.
****
Nodoka vertrouwde de beide jongemannen niet, en ze haalde haar katana te voorschijn, die
ze in een doek gewikkeld had. Het zouden de mannen kunnen zijn, waarmee Ranko had
gevochten.
Toen de beide jongens bij haar aankwamen, konden Ranma en Ryoga alleen slikken, toen ze
het glanzende metaal van de katana zagen.
Ryoga nam gauw het woord. "We hebben geen kwaad in de zin mevrouw! Alstublieft, we
zijn hier om Ranko te helpen."
Nodoka keek hem een lang moment recht in zijn ogen, maar daarna knikte ze. "Goed, Ranko
kan wel wat hulp gebruiken, maar ik waarschuw jullie!" De beide jongens slikten, en knikten
snel.
Nodoka stopte haar katana weer weg, en liep naar Ranko, die inmiddels weer tegen de muur
was gekropen. "Ken je deze beide jongemannen?" vroeg ze aan haar. Ranko keek duf op en
haar gezicht verstrakte even, toen zij Ryoga zag. Ze besloot het echter, maar hierbij te laten.
Waarschijnlijk begreep Ryoga, hoe de vork in de steel stak. Ranko knikte langzaam. Ze wees
de beide personen aan. "Het is Ryoga en mijn ... broer," antwoordde ze zacht. Nodoka's
rechterwenkbrauw ging even omhoog, toen zij de andere jongen haar broer noemde.
Ze keek op en keek Ranma in zijn gezicht. Ravenzwart haar, grijsblauwe ogen, en dat
gezicht! Zo bekend. Je zag ook duidelijk, dat hij en Ranko op elkaar leken. Wat haar opviel,
was de vlecht. Ranko en deze jongeman hadden dezelfde vlecht. Hij droeg ook dezelfde
kleren, die zij Ranko altijd zag dragen, op vandaag na.
Ranma slikte. Het leek voor hem, alsof zijn moeder de waarheid uit hem wilde trekken.
Nodoka schudde haar hoofd. Deze jongen kwam haar zo bekend voor. Ze kon het niet
verklaren, maar ze had altijd een band met Ranko gevoeld, maar dezelfde band voelde ze ook
met deze jongeman.
Ze glimlachte vriendelijk. "Ranko heeft mij nooit verteld, dat zij een broer had." Ranma
knikte zwijgend.
Ryoga had zijn armen over elkaar gevouwen. Hij begon te grijnzen, dit werd de grootste
ontknoping sinds er soap-stories op TV bestonden.
"Vertel mij jongeman, wat is jouw naam?" Ranma werd bleek, en begon te zweten. "Ran ...
Ran ... euh ..."
Ryoga begon te grinniken. Zijn liefdesverklaringen aan Akane gingen hem beter af. Het
werd tijd, om Ranma eens een flinke duw in zijn rug te geven. "Zijn naam is Saotome Ranma,
mevrouw," antwoordde Ryoga met een brede grijns.
Ranma's gezicht werd zo wit als sneeuw, en hij begon naar adem te happen. Maar voordat
Ranma ook maar een woord kon zeggen, lag hij echter in een beklemmende omhelzing van
een overgelukkige moeder.
"Oh zoon, ik heb je zo gemist", riep zijn moeder, terwijl de vreugdetranen over haar wangen
liepen. Ze was zo verrast, en verheugd bij deze vereniging, dat ze direct een belangrijk feit
vergat, namelijk Ranko.
"Ik weet gewoon dat je mijn zoon bent en ik heb jaren op je gewacht," snikte ze. Deze
woorden staken als messen in Ranma's hart.
Na een erg lang moment, liet ze de inmiddels blauw aangelopen Ranma weer los, en keek
hem in zijn ogen. "Je lijkt zo sterk op de oude peuter foto's, die ik nog van je heb en ik voel
zo'n sterke band met jou, hetzelfde als...," plotseling zweeg ze.
Nodoka liep plotseling verwilderd, een paar passen achteruit, en draaide zich met een ruk
om. "Ranko!?" Zij antwoordde echter niet. Ze had haar ogen gesloten. Ryoga liep bezorgd
naar Ranko en checkte haar. "Uhm, Ranko is bewusteloos, mevrouw."
Ze sloeg haar hand voor de mond. "Dat is waar ook. Zij heeft medische verzorging nodig, en
ze is ziek."
Ryoga keek verbaasd. "Ranko is ziek?" Hij boog beschaamd zijn hoofd. Hoe kon hij zo
blind zijn. Ranko wilde niet met hem vechten, en de reden begon langzaam tot Ryoga door te
dringen.
"Is er iets, jongeman?" vroeg Nodoka bezorgd. Ryoga stond op, en schudde zijn hoofd. "Eh,
nee mevrouw," loog hij. Nodoka keek even scherp naar hem, maar liet het hierbij.
Zij richtte zich tot Ranma. "Zoon, het is een vreugdevolle vereniging, maar je brengt mij ook
in verlegenheid. Je hebt mij vast een hoop uit te leggen, wat Ranko betreft!" Ranma begon te
zweten, en kon alleen maar knikken.
"Wilt een van jullie zo vriendelijk zijn, om Ranko te dragen? We gaan naar mijn huis."
Ranma knikte en hij liep naar haar toe. Hij nam Ranko in zijn armen en legde een arm om zijn
nek. Ze woog verrassend licht. Ranma knikte naar zijn moeder.
Ryoga bood Nodoka aan, om haar boodschappen te dragen. Zij bedankte hem vriendelijk
voor zijn hulpvaardigheid.
****
Zwijgend liepen ze samen verder.
Ranma keek naar zijn slapende zus in zijn armen. Het gevoel dat hij bij deze situatie had,
kon hij beste beschrijven, als vreemd. Het besef, dat je een kopie van jezelf in je armen droeg.
Het was heel raar.
Nodoka bleef erg kalm onder deze situatie, maar ze was verward. Zij wist zeker dat de
jongeman haar zoon was. Ze wist het heel zeker. Oude herinneringen begonnen terug te
komen. Er was geen twijfel mogelijk. Haar kleine jongen was groot geworden, ze herkende
hem. Maar hoe zat het met Ranko?
Onbewust gleed haar hand over de heft van haar katana. Haar man, Genma, had vast een
hoop op zijn geweten. Ze zou alle details van haar zoon horen, desnoods moest ze het uit hem
wringen!
Ze blikte even naar Ranma, die Ranko in zijn armen droeg. Ze begon te beseffen dat ze
beiden op elkaar leken. Waarom was het nooit tot haar doorgedrongen. Vooral Ranko. Ze leek
zo sterk op haar, toen zij nog jong was. Zelf had ze zwart haar, met een rode glans erin. De
haren van Ranko was echter vuurrood. Het had iets magisch, iets exotisch.
Ryoga schudde zijn hoofd, bij de aanblik van Ranma en Ranko. Hij zocht naar een kuur
voor zijn vloek, maar zich laten splitsen, was toch het laatste waar hij aan zou denken. Voor
Ryoga leek het een nachtmerrie. Het idee om zijn kopie, voor de rest van zijn leven als
biggetje door te laten gaan, leek hem afschuwlijk. Hij wist niet, of hij de splitsing van Ranma,
als een zegen of vloek moest beschouwen. Wat Ranma ook gedaan had, Ryoga vond dat niet
de oplossing. Voor hem zou dat de ultieme vloek betekenen.
****
Langzaam deed Ranko haar ogen open. Haar gedachtes begonnen weer op gang te komen.
Met een schok, besefte zij, dat ze bewusteloos moest zijn geweest. Ze begon de situatie om
haar heen te checken.
Ze lag in een onbekend bed. Ze hoorde stemmen van beneden komen. Blijkbaar was ze in
haar moeders huis. Ranko bekeek haarzelf. Ze had een pyjama aan, die haar een beetje te groot
was. Waarschijnlijk van haar moeder.
Haar rechterbovenarm was ingezwachteld met verband. Haar linkerarm hadden ze gelaten,
zoals het was. Het deed echter nog steeds pijn. Waarschijnlijk was er een kleine scheur in haar
bot, maar dat viel niet van buiten te zien. Ze haalde haar schouders op. Het was voor haar
slechts een kwestie van een paar dagen. Ze genas razendsnel. Ze had echter een stevige griep
opgelopen, dus waarschijnlijk zou ze wat langer moeten uitzieken, dan normaal.
Ranko begon weer te niezen. Ze vond naast het bed een nachtkastje, waarop wat zakdoeken
lagen. Ze pakte een zakdoek en snoot haar neus. Ze voelde zich nog steeds ellendig. Toen ze
opstond, sloeg de duizeligheid weer toe. Ze begon met haar tanden te knarsen en balden haar
vuisten. Eens de grote Ranma, nu permanent een meisje, een ziek, zwak meisje. Ze kon het
wel uitschreeuwen.
Ze begon haar gedachten weer te focussen. Ranko wist, dat er beneden belangrijke dingen
werden besproken. Ze moest erbij zijn, voordat haar 'geweldige' broer zichzelf dieper in de
nesten ging werken.
Langzaam zwalkte ze de slaapkamer uit en voorzichtig liep ze de trap af. Zo te horen was ze
precies op tijd.
****
"Dus jij en mijn man, deden zich als Ranko en een panda voor, omdat jullie bang waren
voor seppuku!" riep Nodoka boos. Ryoga hield zich stil, maar voelde met Ranma mee. Ranma
zweette liters water.
Kwaad legde Nodoka een contract op tafel, die Genma en Ranma ooit hadden ondertekend.
Het was de belofte, dat Genma van Ranma een Man der mannen zou maken, en mocht hij er
niet in slagen, dan zouden ze beidde seppuku plegen. Het was ondertekend met een serieuze
vingerafdruk van Genma, en speelse handafdrukken van een klein jongetje.
"Ik weet niet wat ik van jou moet denken Ranma, maar beschouw jij jezelf als een man? Je
durfde jouw eigen moeder niet direct onder de ogen te komen. Jullie logen zelfs tegen mij!"
Een rode battle-aura begon zich om haar te vormen. Ryoga en Ranma keken verschrikt hun
ogen uit. Ranma's moeder was zo kwaad, dat ze een zichtbare aura kon produceren.
Een stem van Ranko deed plotseling iedereen verstommen.
"Ranma is een Man van Eer, mevrouw Saotome, maar Ranma is ook slechts een mens, net
als iedereen." Ranko gebruikte expres de term mevrouw in plaats tante of zelfs moeder.
Het was een moment stil. Ranma was verstomd. Ryoga's mond viel open. Kwamen die
woorden van Ranko die ooit Ranma was? Nodoka was even verbaasd, maar werd toen
bezorgd.
"Ranko, wat doe jij hier? Je hebt hoge koorts! De dokter die jou heeft verzorgd, zei dat je
voorlopig in bed moest blijven liggen en moet uitzieken."
Ranko schudde langzaam haar hoofd. "Integendeel, ik ben zelfs hier nodig!" Ze keek kwaad
naar Ranma. "Laat het aan mijn flapuit broer over, om de zaak onnodig moeilijk te maken,"
zuchtte ze. Ranko nam plaats aan tafel.
"Zoals ik het u al zei, Ranma is slechts een mens, net als iedereen. Hij kent ook angsten, en
ook hij heeft het leven lief."
Ze keek Ryoga recht in de ogen. "Toen ik zostraks in gevecht was geraakt met iemand, toen
zat ik ook in een levensbedreigende situatie. Als ik niet op tijd een oplossing had gevonden,
dan stond ik ook voor een groot dilemma. Vluchten of doorvechten. Ik keek de dood in de
ogen. Ik denk, dat ik gevlucht was. Tenslotte ben ik ook maar een mens."
Ryoga keek haar betekenisvol toe, en knikte begrijpend.
Nodoka keek Ranko een lange tijd zwijgend aan. "Ranma en Ryoga hebben me de hele
situatie van de Jusenkyö vloek uitgelegd. Ik wilde het eerst niet geloven, totdat Ryoga het mij
had gedemonstreerd."
Ze liep naar Ranko toe. "Ik heb begrepen, dat je nu Ranma's meisjesvorm bent. Zijn zus. Ik
ben op de hoogte van jouw situatie, jouw kracht, maar ook jouw zwakheid. Ik, Saotome
Nodoka, accepteer jou echter hartelijk, als mijn nieuwe dochter!" Ze omhelsde haar dochter
innig.
Ranko slikte en ze omhelsde haar moeder. Ze liet haar tranen de vrije loop. "Bedankt
Okaasan (=moeder), ik was bang dat u mij nooit zou accepteren, ik was werkelijk bang,"
snikte ze. Ranko was diep in haar hart, inderdaad bang geweest. Bang voor een afwijzing door
haar moeder. Ze liet het alleen nooit merken.
Nodoka liet Ranko langzaam los. "Hoe kan ik jou afwijzen Ranko, nu ik zie hoe moedig en
verstandig je bent." Nodoka boog naar haar toe en fluisterde in haar oor: "Ik heb trouwens,
altijd al een dochter willen hebben." Ranko glimlachte. Ze veegde haar tranen weg en begon
flink te niezen.
Ranma en Ryoga begonnen te glimlachen, maar Ranma's gezicht betrok weer gauw. Het
was nog lang geen feest.
Toen Nodoka zich weer tot Ranma richtte, werd haar gezicht ernstig. "Ranma, ik zie de
wijsheid in Ranko's woorden. Maar dat neemt niet weg, dat je een serieus probleem hebt!" Ze
pakte het contract van de tafel, en toonde deze aan Ranma.
"Jij en Genma hebben deze contract ondertekend. Kan je met zekerheid zeggen, dat je
hieraan voldoet, na de façade die je me geleverd hebt, als 'Ranko' en meneer 'Panda'? Mijn
man moest zich diep schamen." Ranma slikte.
Ranma begon zenuwachtig aan zijn vlecht te trekken. "Wel uhm, mijn Oyaji vertelde mij,
dat ik me nooit als een meisje moest gedragen en ..." Nodoka fronste haar wenkbrauwen.
"WAT! Je bedoelt, dat jij je werkelijk als een meisje gedroeg!?" riep ze boos uit.
Zijn gezicht werd bleek. "Eh nee Okaasan, ik bedoel, het heeft met mijn training te maken.
Mijn Oyaji bedoelde, dat ik harder moest worden, een echte man moest zijn en..."
Plotseling werd hij onderbroken door Ranko.
"Okaasan, sta mij toe, om het woord voor Ranma te voeren. Ik kan het beter uitleggen, dan
mijn broer het zou kunnen verwoorden." Nodoka knikte met een begrijpende glimlach.
Ranko moest stilletjes lachen. Arme Ranma kreeg zoveel te voorduren, terwijl zij net zo
goed even schuldig was. Zij was immers oorspronkelijk ook Ranma, nietwaar?
"Ik kan bewijzen, dat mijn broer, een Man der mannen is. U hoeft het alleen aan Akane, zijn
verloofde te vragen." Ranko zweeg even, toen ze aan Akane dacht. Niets zou meer hetzelfde
zijn.
Ze vervolgde haar verklaring: "Meerdere malen is hij voor haar in de bres gesprongen, en hij
heeft haar ook enkele malen moeten redden. Vaak met gevaar voor zijn eigen leven.
Misschien kan u zich het niet herinneren Okaasan, maar Ranma heeft zelfs u een keer gered.
Dat was tijdens een ontmoetingafspraak tussen u en Ranma, die Akane voor u geregeld had.
Het was helaas de mist in gegaan, dankzij de bemoeienissen van Otosan (=vader)."
Ranko keek Ranma plagerig aan. "Ik verzeker u, dat hij een echte prins op een witte paard
is." Ranma keek kwaad naar Ranko.
Nodoka knikte. Ze kon het zich nog herinneren, dat zij bij een accident met warm water
omhoog werd geblazen. Ze was per ongeluk op een hendel gaan zitten en had daarmee de
hoofdkraan voor een warmwater bron geopend. Vaag herinnerde ze, dat ze werd gered. Het
leek haar als een droom. Het was dus toch Ranma geweest! De puzzelstuk viel op zijn plaats.
Het was dus werkelijkheid geweest. Op die dag, beschouwde ze haar zoon werkelijk als een
Man der mannen.
Het gezicht van Nodoka werd milder. Ze was er nu van overtuigd, dat Genma niet helemaal
zijn belofte verzaakt had. Ranma bleek inderdaad een Man der mannen te zijn.
Ranko grinnikte even. "Bovendien zijn alle jongens op school jaloers op hem, omdat hij de
mooiste meisjes achter zich aanheeft!" Ranma werd kwaad. "Hee, dat is niet waar!"
"Ik heb mijn ogen niet meer in mijn zakken zitten bro, heh ... Dankzij jou, heb ik zelf een
heel groot probleem," zei Ranko, terwijl ze Ranma boos aankeek. Ryoga grinnikte.
Ranma vouwde zijn armen over elkaar, en keek Ranko uitdagend aan. "En wat mag jouw
probleem dan wel zijn?"
Ze moest weer niezen, en ze snoot haar neus met een zakdoek. "Argh, als ik die rotzak te
pakken krijg, dan is hij nog niet jarig," mopperde Ranko. Ranma keek haar vreemd aan.
"Wablief?"
Ranko schudde haar hoofd. "Euh, dat was persoonlijk. Wat ik wilde zeggen, is dat ik
praktisch alle hormoon gestoorde kwijlende baka's van de school over me heen heb hangen.
Als ik niet beter wist dan...."
"Dan beschouwen de jongens jou als een van de laatste mooiste en leukste meisje van de
school, die nog beschikbaar is," merkte Ranma droogjes op. Ranko sloeg groen uit. "Stop
daarmee Ranma, dat is niet grappig!" en ze begon weer te niezen.
De normaal depressieve Ryoga hield het niet meer, en hij begon over de grond te rollen, van
het lachen. Laat het aan de Saotome's over, voor het onmogelijke.
Ranko richtte zich tot haar moeder. "Okaasan, is dat genoeg, om u te overtuigen?" Nodoka
knikte. "Je hebt me overtuigd, dat Ranma inderdaad een echte Man der mannen is. Mijn
beslissing staat vast." Ze pakte het document, en hield het boven een brandende kaars, die ze
van tevoren had aangestoken en ze legde het brandende document in een kom. Voor de ogen
van iedereen, zag men het document langzaam door de vlammen verteerd worden.
Je zag Ranma opgelucht ademhalen. Hij stond op, en omhelsde zijn moeder. "Bedankt
Okaasan, dat je vertrouwen in mij stelt," zei hij, met een brok in zijn keel. "Welkom, mijn
mannelijke zoon, en werk er hard aan, door eerst te denken en daarna te spreken," antwoordde
Nodoka glimlachend, terwijl zij haar zoon ook omhelsde. Ranma trok een scheef gezicht, bij
deze woorden.
Ranko zuchtte even. Ze was blij, dat het slechts tot zover was gekomen.
Oyaji wist het zelf niet eens, maar dat document had alleen maar een symbolische waarde. In
principe had het document geen enkele geldigheid. Een dergelijk document is alleen geldig,
als de personen bewust akkoord gaan, met de afspraak die ze maken, en dat kwam in dit geval
helaas niet ter sprake. Afdrukken van speelse kinderhandjes hebben geen geldige betekenis.
Laat staan, dat Ranma op die leeftijd besefte wat hij deed, en dat met een serieuze belofte
waarmee seppuku gemoeid was!
Ze schudde haar hoofd. Als haar moeder niet akkoord was gegaan, dan had ze deze
informatie moeten gebruiken, en dat veroorzaakte alleen maar kwaad bloed tussen de beide
ouders. Tenslotte had Genma een ongeldig document als drukmiddel gebruikt. Ranma kon
zelfs Genma voor het gerecht slepen, maar gelukkig bleef het hierbij. Genma had weer eens
geluk gehad ... nog een geheim, die zij aan haar lijst kon toevoegen.
Ranko was werkelijk vermoeid, maar ze was opgelucht, dat ze op tijd erbij was geweest.
****
In de dojo was Akane haar frustratie aan het wegwerken. Met een kreet sloeg de bakstenen
dakpannen aan gruzelementen. Ze veegde haar zweet van haar voorhoofd. Ze keek naar de
vele stapels gebroken dakpannen, verspreid door de dojo. Akane vond het wel genoeg
geweest.
Ze stond op en trok de band van haar witte gi (=soort gym kleding voor gevechtsporten.)
weer strak aan. Ze ruimde de boel op, en veegde de dojo schoon. Ze was klaar tegen etenstijd
en Akane begon honger te krijgen.
Terwijl Akane de dojo verliet, begon ze weer na te denken, over de situatie van zostraks.
Misschien was ze te voorbarig geweest. Waarom had ze Ranko's voorstel niet opgevolgd, en
gewoon met Ranma en Ukyo meegegaan. Nu had ze des te meer reden om bezorgd te zijn.
Maar nee, ze moest weer kwaad en jaloers worden, met het resultaat dat ze niet wist, wat
Ukyo en Ranma uitspookten. Ze was zelfs helemaal vergeten, dat Ranko naar de Cat Café zou
gaan. Ze schudde haar hoofd. Hoe was het met haar verlopen?
Ze liep de woonkamer binnen, en zij hoorde de telefoon overgaan. Akane nam op. "Hallo,
met Tendo Akane?" Ze was verrast om Nodoka's stem te horen.
"Hallo Akane, met mij, tante Saotome."
"Oh... hallo tante Saotome? Wat een verrassing, wat kan ik voor u doen?" vroeg Akane
verrast. "Ik wilde doorgeven, dat Ranma wat later bij jullie thuiskomt, maar dat Ranko hier bij
mij blijft. Ze is ziek, en is ze bovendien licht gewond, maar ze komt er snel bovenop, had de
dokter mij verteld."
Akane staarde wazig voor haar uit. "Ranma en Ranko, bij tante Saotome?" Het was een
moment stil. "Moshi... moshi, Akane? Ben je daar nog?" Ze kwam met een schok uit haar
trance. "Eh ja tante Saotome, ik ben er nog, ik .... ik ben alleen wat verrast, dat is alles."
"... je bedoelt de situatie wat betreft de Jusenkyö vloek? Oh kind, dat is inmiddels
opgehelderd. Ranma en ik hebben een hartig woordje gehad, maar je hoeft niet bang te zijn,
Akane. Ik ben tot de conclusie gekomen dat Ranma een echte man is, nu zowel in hart als
lichaam. Daar hoef je geen zorgen meer om te maken kind. Uhm, Akane, is Genma, mijn
echtgenoot toevallig ook aanwezig?"
Akane keek naar de vaste shogi-plek van haar vader en zijn vriend. Een dikke panda en haar
vader waren zoals gewoonlijk hun spel aan het spelen.
"Uhm, een momentje, tante Saotome, ik zal oom Saotome halen." Akane keek naar de
panda. "Oom Saotome, er is telefoon voor u!" riep zij hem toe. Genma keek op. Zijn bekende
bordje kwam te voorschijn. -[Wie is het Akane?]-.
Akane kon een grijns niet onderdrukken. "Het is tante Saotome. U hoeft zich ook niet meer
te verstoppen, want ze weet al van Ranma en Ranko af."
Als iemand ooit een panda bleek had zien wegtrekken, dan was dit nu voor het eerst. De
zwarte gedeelten van Genma's vacht sloegen grijs uit van de schrik. Verwilderd begon hij om
zich heen te kijken.
Nabiki en Kasumi kwamen plotseling vanuit het niets te voorschijn, en blokkeerden de
uitgangen. Soun legde bemoedigend zijn arm op Genma's schouder. "Het moest er eens van
komen, vriend Saotome. Vergeet niet, dat Ranma niet meer zijn vloek heeft. Wat houdt jou
nog tegen?" Genma knikte.
Kasumi had op de een of andere manier al een ketel met warm water klaar staan, en een
seconde later was Genma weer in zijn oude glorie hersteld. Hij liep naar Akane, en nam de
telefoon van haar over. "Uhm ... hallo Nodoka ... met mij, Genma ...," antwoordde hij
zenuwachtig door de telefoon.
De familie Tendo keek met interesse toe, hoe het eerste officiële gesprek tussen Genma en
zijn vrouw verliep. Zijn gezicht werd wit, daarna sloeg hij groen van angst uit, gevolgd door
een rood hoofd, ten gevolge van schaamte. Na veel ge-ja en ge-nee Nodoka, legde hij de
hoorn op de haak. Hij had liters water gezweet.
Iedereen keek belangstellend naar Genma. Hij keek zenuwachtig om zich heen en kuchte
een paar keer. "Uhm, mijn vrouw komt morgen hier naar toe, om nog een hoop belangrijke
dingen op een rijtje te zetten, dat is alles."
Nabiki was niet overtuigd. "En dat was het?" Genma haalde zijn schouders op. "Ranko is
ziek en blijft bij haar thuis. Ranma komt wat later. Ze vroeg ook, of Ranko nog een extra
schooluniform had, want de schooluniform van haar is nu in flarden. We zullen de overige
details straks van mijn zoon horen."
Iedereen keek bezorgd, maar knikten instemmend. Ze zouden de details dus straks van
Ranma horen.
Genma hield de persoonlijke dingen voor zichzelf. Dat zijn vrouw razend was, dat was nog
zacht uitgedrukt. Bovendien wist zij nu van zijn panda vloek af. Ze had hem verteld, dat zij
hem tot het einde der aarde zou volgen, als hij het waagde, om ertussen uit te knijpen. Hij
durfde er niet aan te denken, hoe het morgen eraan toe zou gaan. Maar alles was beter, dan een
razende vrouw met een katana achter je aan te hebben.
****
Nodoka hing de hoorn van de telefoon weer op de haak. Ze keek om en keek verbaasd naar
Ranma en Ryoga. Ze zagen er bleek uit en bezweet uit. Oke, ze was furieus op Genma, maar
misschien had ze wat overdreven.
Ryoga wendde zich tot Ranma en fluisterde in zijn oren: "Weet je zeker dat de naam van
jouw moeder Nodoka is?" Ranma knikte onzeker. Nodoka betekende namelijk vreedzaam.
Een rommelend geluid deed Ryoga en Nodoka plotseling opschrikken. Ranma lachte
schaapachtig. Het was etenstijd, en dat liet zijn maag hem uitbundig weten. Nodoka
glimlachte.
"Wel, het is etenstijd. Ik heb er helaas niet meer aan gedacht. Maar als jullie interesse
hebben, ik heb nog wat rijst en misosoep. Het is niet veel." De beide jongens knikten gretig.
Nodoka keek naar Ranko, en wilde vragen of zij ook wat wilde. Ze kon echter alleen haar
hoofd schudden, toen zij haar zag. Ranko was met haar hoofd op de tafel, in slaap gevallen.
****
