Hoofdstuk 4: Nieuw leven

'Zwanger?' bracht Sirius verbaasd uit. 'Ja! Ze is in verwachting!' Lily
kwam nu ook binnen en ging langs James staan die een arm om haar heen
sloeg. 'Al twee maanden,' zei Lily. Sirius en Remus kwamen nu op hen
afgelopen. 'Gefeliciteerd man!' 'Dank je wel.' 'Jij natuurlijk ook
gefeliciteerd,' zei Sirius grijnzend tegen Lily. Nadat Remus en een
aarzelende Peter hen ook gefeliciteerd hadden, stelde James voor het te gaan vieren. 'We hebben de laatste tijd al zo weinig gehad om blij over te zijn, en dit is de perfecte reden voor een feestje!' 'Maar geen Boterbier
of Vuurwiskey meer jou Lily!' zei Sirius plagend.

James en Lily liepen al naar de deur, toen plotseling Sneep aan de andere
kant ervan verdween. 'Wat doe jij hier nog?' snauwde James. 'Nou nou,
Potter, wat vriendelijker zou ook kunnen.' Sneep keek hem aan met zijn kille ogen, zijn mondhoeken krulden om. 'Ik hoor dat je aan je nageslacht bent begonnen?' 'Dat gaat jou niks aan! Blijf bij ons uit de buurt!' 'Bang Potter?' 'Voor jou zeker?' James haalde zijn arm nu van Lily's schouder af en wees met een dreigende vinger naar Sneep. 'Als je ook maar één vinger naar Lily uitsteekt, maar één vinger, dan kom ik je achterna. En ik zal je
vinden, koste wat kost, en ik zal je-'

'Eh, James, ik denk niet dat we willen we -' 'Val me niet in de rede Sirius!' blafte James over zijn schouder. 'Hij heeft gelijk schat,' Lily pakte James schouder vast. 'Doe dit nou niet...' 'Je hebt geluk Secretus,
voor deze keer...' Kwaad liep James langs Sneep heen. Sneep keek hem
grijnzend na. 'En jij moet al helemaal je mond houden!' Lily wierp een kwade blik op Sneep en snelde toen James achterna. Het gezicht van Sneep
stond plots op onweer; nu was het Sirius' beurt om te grijzen. Hij liep
langs Sneep heen en ging James en Lily achterna, de angstige Peter bij
Sneep achterlatend...

De zomer was voorbij en de lessen op Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus waren weer begonnen. Voor het eerst in zijn leven had Sneep vrienden, echte vrienden. Het grootste deel van de tijd liep hij nog wel alleen rond, maar als hij er zin in had, kon hij altijd bij Lucius en zijn vrienden terecht. Een bleek herfstzonnetje scheen bleek over het terrein van Zweinstein. De leerlingen van Zwadderich waren op weg naar hun zoveelste les Verzorging van Fabeldieren. De meeste hadden een hekel aan dit vak, ook Sneep had er een hekel aan. Iedere les verliep hetzelfde. Nieuw fabeldieren, even kijken, en dan een werkstuk schrijven over het nieuwe 'interessante' beest. Maar nooit kregen ze een dier te zien dat echt interessant was, ze kregen alleen dieren als Kwistels, Vuurslakken en Flubberwormen voorgeschoteld. Maar al kregen ze eenhoorns, ze hadden Sneep toch niet kunnen boeien. Hij interesseerde zich alleen nog in Verweer tegen de Zwarte Kunsten en Toverdranken. In beide vakken blonk hij uit, hij was de beste van zijn jaar. Iedere keer weer stonden alle professoren versteld van zijn prestaties. Alle professoren, op één na. Professor Perkamentus zag zijn presteren niet als iets goeds, hij zag het meer als een dreiging. Hij sprak Sneep vaak aan op de gangen, of nodigde hem uit voor een gesprek in zijn kantoor. Sneep probeerde hem altijd af te wimpelen. Één keer was hij op zijn uitnodiging ingegaan en was hij op zijn kantoor geweest. Hij herinnerde het zich nog als de dag van gisteren.

Zijn tweede schooljaar liep teneinde, het was hoogzomer en iedereen vierde al dat de vakantie eraan kwam door lui buiten rond te hangen. Sneep meed de massa en was binnen in het kasteel te vinden. Nu eens zat hij in de leerlingenkamer van Zwadderich een boek te lezen over Vreeschwekkende Toverdranken, dan weer zat hij in bibliotheek met een boek over de drie Onvergeeflijke vloeken. De leraren hadden hem toestemming gegeven om de boeken te lezen die hij maar wilde, ze wilden zo'n goede leerling graag stimuleren. Toen hij weer eens op weg was naar de leerlingenkamer met twee dikke boeken onder zijn arm, werd hij inneens aangeklampt door professor Perkamentus. 'Ah, Serverus, goed dat ik je tref! Zou ik je even kunnen spreken in mijn kantoor? Als je even tijd hebt natuurlijk?' 'Waar gaat het over?' antwoordde Sneep wantrouwend. Hij had Perkamentus nooit gemogen. Die heldere blauwe ogen van hem, het was net of hij door je heen keek. En hij was altijd zo opgewekt, zo bezorgd over alles en iedereen, zo [i]vaderlijk[/i]. 'Dat vertel ik je liever in mijn kantoor, als je het niet erg vindt...' Perkamentus liep een paar stappen in de richting van de deur van zijn kantoor en hield deze uitnodigend open. Even aarzelde Sneep maar toen stapte hij toch naar binnen. De zomerzon straalde door het raam en liet zijn licht vallen op een klein tafeltje met allerlei vreemd uitziende zilveren voorwerpen erop. Ze glinsterden in het licht en uit verschillende van de instrumenten kwamen kleine rookwolkjes. Op het bureau van de professor stond langs een stapel perkamenten een grote glazen pot vol met allerlei soorten Snoepjes: Chocokikkers, Suikerveren, Bruisballen, noem het maar op, het zat erin. Perkamentus liep behendig door het kantoor en nam plaats achter het eikenhouten bureau. Sneep bleef aarzelde staan en keek het kantoor rond. 'Ga hier maar even zitten,' Perkamentus gebaarde naar de stoel die tegenover hem stond. Langzaam liep Sneep er naartoe en ging tegenover Perkamentus aan het bureau zitten. 'Waar wilde u me over spreken?' vroeg Sneep weer. Perkamentus antwoordde niet meteen. Hij rommelde wat in een la en haalde er een bruine map uit. Hij legde deze op zijn bureau en maakte hem open. Sneep kon niet goed zien wat erin zat, maar het leken op cijferlijsten of iets dergelijks. Perkamentus keek er even naar en vouwde de map toen weer dicht. 'Ik maak me zorgen over je Serverus,' zei hij terwijl hij Sneep serieus aankeek. Sneep meed zijn blik, hij kon die starende blauwe ogen niet aan. 'Voor Toverdranken en Verweer Tegen de Zwarte Kunsten zijn je punten uitstekend, ik zou zelf niet beter kunnen doen...maar in de andere vakken lig je achter.' 'Als u daar weer overgaat beginnen, ik heb het daar al over gehad met professor Wafelaar.' 'Dat weet ik,' onderbrak Perkamentus hem. 'En ik weet ook dat hij heeft besloten dat je op grond van je cijfers voor Toverdranken en Verweer Tegen de Zwarte Kunsten bent bevorderd tot het derde jaar. Maar dat is niet het enige waar ik het met je over wilde hebben. Ik wilde het hebben over de boeken die je leest Serverus. Ik weet dat verschillende leraren je toestemming hebben gegeven om boeken uit de verboden afdeling te lezen, maar ik zou je wilen vragen om het niet te doen.' Verbaasd keek Sneep Perkamentus nu aan. 'Ik weet dat het misschien raar klinkt, maar ik wil je ervoor behoeden een grote fout te maken.' Sneeps verbazing werd, zo mogelijk, nog groter. Waar had hij het over. 'Deze boeken bevatten dingen die niet geschikt zijn voor de meeste leerlingen. Het liefst zou ik de boeken verbieden, maar sommige leraren schijnen ze nodig te achten.' Perkamentus zei dit laatste met wat afgunst in zijn stem. 'Ik ben bang dat ze een verkeerde invloed op je hebben.' Zo ging het nog even door. Sneep liet het allemaal over zich heen komen. Deze man dacht toch niet echt dat hij zijn boeken zou laten staan? Na een kleine tien minuutjes had Perkamentus hem laten gaan. Sneep had zich er niets van aangetrokken en was met zijn boeken naar de leerlingenkamer van Zwadderich gelopen om gewoon verder te lezen.

Daarna had Perkamentus hem nog vaak gevraagd of hij hem even kon spreken. Sneep deed altijd of hij het te druk had met van alles en nog wat als Perkamentus hem aansprak. Hij had het tot nu toe kunnen voorkomen weer bij hem te moeten komen, maar hij wist dat hij dat niet altijd kon blijven doen.

Maar nu had hij andere zorgen. Hij moest weer een les Verzorging van Fabeldieren overleven zonder in slaap te vallen. Hij vond het vak al slaapverwekkend, maar de leraar was zo mogelijk nog erger. Zelfs de dingen die interessant waren wist hij op zo'n manier te vertellen dat niemand zijn aandacht erbij kon houden. Deze les zouden ze verder gaan met de Boomtrullen.

Al na 5 minuten kon Sneep zijn aandacht al niet meer bij de les houden. Deze keer kwam dat echter niet door het monotone stemgeluid van de professor, maar door iets wat er achter de groep leerlingen gebeurde. Zoals altijd hadden de Zwadderaars Verzorging van Fabeldieren met de Griffoendors. En vier van die Griffoendors waren met iets bezig dat veel interessanter leek te zijn dan de les.