het verhaal begint in het 6de jaar.

Vanuit het oogpunt van Draco Malfidus

Het begin van de ergernis.

--------------------------------------------------------------------------------------

Draco zat schateren om het nieuwe kapsel van een Ravenklauw, toen de eerstejaars binnen kwamen. "Stelletje kleine kleuters", mompelde hij, Korzel en Kwast schenen die opmerking erg leuk te vinden en begonnen met lachen. Hij grinnikte ook even mee, totdat prof. Anderling om stilte vroeg. Draco dacht bij zichzelf, dat mens krijgt er een hoop rimpels bij zeg.

Het lied van de hoed begon, hij lette er niet op. Dat was een gewoonte van de meeste zwadderaars, omdat ze het veel te druk hadden met het bekritiseren van de eerstejaars. Na een tijdje was het lied afgelopen, Anderling begon de namen op te noemen. Hij vond geen enkele eerstejaars eigenlijk waardig om zwadderaar te worden, maar hun aanwinst was 8 nieuwelingen.

Perkamentus stond op, hij zei altijd dat Perkamentus zo'n slecht schoolhoofd was. Maar ik eigenlijk viel dat nog mee, het schoolhoofd had altijd vertrouwen in hem gehad(wat hem verwonderde).Perkamentus begon met zijn gebruikelijke welkomstwoorden, zoiets van gegroet leerlingen en je mag niet in het verboden bos komen. Toen hij klaar was wilde iedereen gaan klappen, maar hij gebaarde tot stilte."dit jaar, krijgt het 6de jaar er een nieuwe leerling bij"."door omstandigheden, komt ze op onze geliefde school" Hij lachte hartelijk.

Anderling kwam via een zijdeur binnen, achter haar liep een meisje met bruin haar. Draco vroeg zich af wat voor kind het zou zijn. Hopelijk geen walgelijke griffoendor dacht hij bij zichzelf. Proffessor Anderling las haar naam op. Zelfs de zwadderaars waren stil, ze wilde allemaal weten wat voor meisje het was."Engele, Rose" Het meisje liep krachtig en vastberaden naar het gammele krukje, en zette de sorteerhoed zachtjes op haar hoofd.

Rose...hmm....Rose, vreselijk om toe te geven maar haar naam had wel wat. Genaamd naar een bloem, zijn moeder heette Narcissa, dus daar zal het wel aan liggen. Hij zag het meisje op het krukje zitten, met een gespannen en een nerveuze, maar o zo stalen, blik in haar ogen. Voorzichtig begon ze de grote zaal rond te kijken. Hij zag haar blik kruisen met verschillende leerlingen. Twee meisjes van Huffelpuf, wat een misselijk zielig stelletje. Een jongen van ravenklauw kruiste ook haar blik, hij zat haar aan te staren. Haar ogen kwamen bij de tafel van Griffoendor, dat nutteloze stelletje goeddoeners. Haar blik stopte bij die van dat Griffel mens, ze leek even te glimlachen. Ook bij Harry Snotter stopte haar blik. Ojah een mooie nieuwe bijnaam voor onze pottervriend.

Ze keek verder, haar gezicht kwam bij zijn afdelingstafel. Ze keek een eerstejaars aan, die angstig terug staarde."bange snotaap" Haar blik gleed weer verder, schoof de tafel af.

Haar blik kwam bij hem aan, het veraste hem een beetje. Haar ogen keken doordringend, met een soort van vuurtjes in haar ogen. Na een tijdje merkte hij dat haar gezicht allang weer was weggedraaid. "Stom kind!" zei hij hardop, maar van binnen vroeg hij zich af wat voor een vuurtjes in haar ogen hadden gezeten. Al die blikken gebeurde werkelijk maar een paar seconden,maat het leken wel minuten.

Eindelijk had de hoed zijn beslissing had genomen."Griffoendor!" ach wat verwonderlijk, dacht hij bij zichzelf. "Blij dat we dat kind niet op onze afdeling hebben", zei hij spottend tegen zijn twee bodyguards. Hij had het gevoel of die Rose hem had uitgedaagd, door hem aan te kijken. Hij zou geen haartje heel laten van die Griffoendor dreuzel...