Hoofdstuk 17: De tweede wijze: Concorda.
Gabriel, de gele papegaai van Morfo, was met een grote picknickmand aan komen vliegen. Langzaam had hij de mand naast het groepje reizigers laten vallen, waarna hij zelf ook op de grond landde. ''Gabriel? Hoe komt die nou weer hier?'' Melina sprak hardop de gedachte uit die iedereen zich af vroeg. Kaylee wees op de mand. ''Er zit een brief aan vast gemaakt''. Aan het hengsel van de mand zat inderdaad een brief bevestigd. Melina trok de brief los van de mand en opende hem. ''Hij is van Estaban'' zei ze toen ze de brief vluchtig doorgelezen had. Ze had verwacht dat Donna hem wel direct uit haar handen zou rukken bij het horen van Estabans naam, maar die stond in plaats daarvan triomfantelijk met haar armen over elkaar geslagen tegen een boom aan te leunen. Ze liet een instemmende 'aha' horen, wat ervoor zorgde dat iedereen naar Donna opkeek. Met een zelfvoldane grijns op haar gezicht zwaaide ze de telefoon van Kaylee die ze eerder had geleend voor hun gezichten heen en weer. ''Het is maar goed dat ik Estaban onder het lopen ge-sms't heb om hem om hulp te vragen'' zei ze. Eigenlijk was het puur geluk dat Gabriel was komen opdagen. Ze had Estaban wel over de situatie verteld, maar dat was eigenlijk vooral omdat ze boos was en het echt even aan iemand kwijt moest aangezien ze haar boosheid moeilijk op de anderen af kon gaan reageren. Ze had niet verwacht dat hij haar ook echt te hulp zou schieten, maar dat hoefden de anderen niet te weten. Toen Estaban Donna's sms'je had gekregen was hij meteen naar tante Caramel gegaan, die had hem op het idee gebracht om Morfo en zijn papegaai te hulp te vragen. Morfo had er meteen mee ingestemd, hij vond dat hij Melina wel wat verschuldigd was. ''Donna, je bent echt geweldig!'' Kaylee was het voorval tussen haar en Donna alweer helemaal vergeten. Ze gaf haar vriendin een knuffel. Intussen hadden Melina, Sean, en Leo de mand al opengemaakt om de inhoud ervan te kunnen bekijken. In de mand zaten een aantal flesjes water, sandwiches, en een koektrommel waar heel groot 'Gabriel' op stond. Melina haalde de koektrommel uit de mand en schudde die voor Gabriel heen en weer zodat het geluid van rammelende koekjes te horen was. ''Volgens mij wil jij deze wel hebben'' zei ze al lachend terwijl ze de trommel voor hem open maakte. De vogel hapte gelijk toe. ''Uh… ik denk dat we een probleem hebben'' merkte Leo op. ''Er zijn maar vier sandwiches… en we zijn met zijn vijven''. ''Er zijn wel vijf flesjes water'' Sean haalde een voor een de flesjes uit de mand. Waar was dan de missende sandwich gebleven? Niemand verdacht Gabriel, die met de broodkruimels nog om zijn snavel luid aan zijn koekjes zat te knabbelen. Hij had toen Morfo bij het inpakken van de mand even niet keek snel een sandwich uit de mand gepakt en opgegeten. Morfo had helemaal niets doorgehad.
''En nu?'' klonk het vragend van Kaylee af. Delen was niet echt een optie, daar was het veel te weinig eten voor. ''Ik vind dat we moeten stemmen'' bracht Leo ter idee. ''Over wie er wel of geen eten verdiend. Degene met de meeste stemmen krijgt geen eten''. Iedereen stemde met het idee van Leo in, er was niet echt een andere optie, al wou niemand degene zijn die met de meeste stemmen eindigde. ''Goed, dan zal ik beginnen'' ging Leo verder. ''Ik stem op Sean''. ''Wat? Waarom?'' reageerde Sean daarop. Hij was voor zover hij wist naast Donna de enige geweest met nuttige dingen bij zich, het was logischer geweest als Leo op Melina of Kaylee zou stemmen. Leo haalde zijn schouders op. ''Je gezicht staat me gewoon niet aan'' antwoordde hij onverschillig. ''Prima''. Sean wees op Leo. ''Dan stem ik op hem'' bevestigde hij op geïrriteerde toon. Na Sean was het Donna's beurt. Zij bracht een nieuwe naam naar voren. ''Ik stem op Kaylee''. Kaylee's mond viel open van verbazing. ''Jij was degene met de meest nutteloze spullen'' legde Donna uit. Terwijl Donna en Kaylee daarover discussieerden zat Melina af te wachten tot het haar beurt was. Dit hele gedoe beviel haar maar niets, het zorgde er alleen maar voor dat ze elkaar beschuldigden. Ze had verwacht dat Kaylee uit wraak op Donna zou stemmen, maar die noemde een andere naam. Aarzelend begon ze te spreken. ''Ik vind dat Leo geen eten moet krijgen'' zei ze. Leo's gezicht betrok. Hij was degene die het hele plan had voorgesteld, niet met het idee dat hij uiteindelijk zelf degene zou zijn zonder eten. Hij had gehoopt dat Donna hem wel zou steunen en op Sean zou stemmen. ''Ja, hij wilde zijn tas niet laten zien, dat vind ik gewoon raar'' lichtte Kaylee haar beslissing toe. Leo was nu de enige met twee stemmen. Aangezien Leo en Donna beiden op iemand anders hadden gestemd, maakte het niet meer uit op wie Melina zou stemmen. Melina zuchtte opgelucht, nu hoefde ze tenminste niet te kiezen, al had ze als het had gemoeten op Leo gestemd. ''Maar dit is niet eerlijk!'' protesteerde Leo luidkeels. Donna trok een wenkbrauw op. ''O ja? Was jij niet degene die het hele idee had voorgesteld?'' Brommend legde Leo zich maar bij de beslissing van de anderen neer en ging bij het vuur zitten, naast Gabriel. Donna deelde een voor een de sandwiches aan de anderen uit.
Terwijl de anderen aan het eten waren gleed Leo's blik naar de trommel koekjes van Gabriel. Er zaten nog genoeg koekjes in om ervoor te zorgen dat hij geen honger zou hoeven lijden… De papegaai zat nietsvermoedend door te eten. Langzaam bewoog Leo zijn arm richting de koektrommel, en griste er snel een koekje uit. Toen hij snel even gekeken had of de anderen hem niet gezien hadden propte hij het koekje in zijn mond. Heerlijk. Het koekje smaakte hemels nadat hij een dag lang niets gegeten had. Als vanzelf ging zijn arm weer richting de koektrommel om een volgend koekje te pakken, maar helaas wachtte hem daar een nare verrassing. Hij voelde een scherpe pijnsteek door zijn hand heen gaan, Gabriel had in zijn hand gehapt. ''AU!'' brulde Leo, waarop hij snel zijn hand terug trok en zijn, nu bloedende vingers, in zijn mond stak om het bloeden te stoppen. Iedereen keek op bij het luide gebrul van Leo. ''Moordenaar!'' schreeuwde de papegaai naar Leo. ''Moordenaar!'' Gabriel bleef beschuldigend het woord 'moordenaar' naar hem roepen. Het was net een cassettebandje dat zich maar bleef herhalen. ''Ik ben geen moordenaar'' riep Leo kwaad naar de vogel, maar die leek zich er niets van aan te trekken. ''Moordenaar!'' klonk het opnieuw, waarop Gabriel het geluid van een politiesirene nadeed. ''Volgens mij bedoeld hij dief, denk ik'' zei Kaylee met een geamuseerde grijns op haar gezicht. De anderen moesten er ook om lachen, Leo had zijn verdiende loon gekregen. Met een zuur gezicht en zijn hand nog steeds in zijn mond dook Leo zijn tent in. ''Ik dacht dat stelen alleen wat voor elven was'' riep Donna hem na. ''Oké, ja, zo kan het wel weer'' reageerde Sean op de opmerking van Donna. Waarom moest ze er ook altijd van uit gaan dat alle elven stalen? Donna's blik viel op Seans elfenoren. ''Sorry'' verontschuldigde ze zich toen ze snapte waar hij op doelde. ''Maar heb je echt nooit iets gestolen dan?'' vroeg Kaylee nieuwsgierig. Ze schoof wat dichter naar Sean toe. ''Ik bedoel, op die foto van Melina en die nep-oren na dan''. Sean schudde zijn hoofd, tot teleurstelling van Kaylee, die op een spannend verhaal gehoopt had. ''Nee..'' bekende hij. ''…Maar ik ben wel ooit een keer vals beschuldigd. Toen ik klein was kwam ik ooit eens in een winkel een andere elf van mijn leeftijd tegen'' vertelde hij. ''Ik vond hem echt aardig, maar achteraf bleek hij gewoon snoep gestolen te hebben uit die winkel en was toen iemand erachter kwam weggerend zodat ik de schuld kreeg, en niemand geloofde me toen ik zei dat ik het niet gedaan had. Ik stond volledig voor schut en ik moest alles van mijn zakgeld terug betalen, maar het ergste vond ik nog dat ik het niet eens gedaan had''. Hij voelde zichzelf alweer boos worden als hij eraan terugdacht. ''Ik heb die andere elf nooit meer teruggezien, maar sindsdien haat ik stelen alleen maar meer'' zei hij tenslotte. ''Je bent echt een schande voor een elf'' klonk het van binnen af Leo's tent vandaan als reactie op Seans verhaal, waarop Sean fronste. Waar sloeg dat nou weer op? Leo was niet eens een elf. Hij liet het er maar bij en gooide wat extra hout op het vuur.
Het begon steeds later op de avond te worden en uiteindelijk ging iedereen maar slapen. Net als bij het Nihilum hield Sean de eerste wacht, al vond hij dat niet erg want dan kon hij tenminste de rest van de nacht doorslapen. Terwijl hij op zijn telefoon bezig was kwam Gabriel op zijn schouder zitten. ''Hongur'' zeurde de papegaai tegen hem, hopende dat Sean nog wat te eten voor hem zou hebben. Hij had de hele koektrommel inmiddels leeggegeten, al was dat duidelijk niet genoeg geweest. Sean wierp een snelle blik op de vogel. ''Ja, ik weet het'' zei hij, waarna hij gewoon weer verder ging met waar hij mee bezig was en de zeurende vogel negeerde. Intussen kroop Melina uit de tent van de meiden en ging naast hem zitten. Donna en Kaylee waren al in slaap gevallen, maar zij nog niet. Sean keek op naar Melina. ''Kan je alweer niet slapen?'' vroeg hij op plagerige toon. ''Eh… nee'' loog Melina terwijl ze haar ogen neersloeg. Normaal was ze fel tegen liegen, maar ze kon hem moeilijk de waarheid vertellen. Het was niet dat ze niet in slaap kon komen, maar ze vond het fijn om 's avonds even alleen met Sean te zijn en met hem te praten. Als ze dat zou zeggen zou hij haar waarschijnlijk meteen uitlachen, en als hij dat niet deed dan zouden de anderen dat wel doen, dus ze kon maar beter doen alsof ze nog niet moe was. ''Je weet dat je morgenochtend ook nog de wacht moet houden, hè? Misschien dat je beter kunt proberen om te slapen'' ging Sean door. ''Niet dat ik je weg wil hebben, ofzo'' voegde hij er nog snel aan toe. Integendeel juist. Hij vond het fijn dat ze er was. Het bleef even stil. Melina wist niet zo goed wat ze tegen hem moest zeggen. ''Wel een beetje zielig voor Leo. Dat hij nu geen eten heeft, bedoel ik'' zei ze uiteindelijk maar. ''Helemaal niet, hij verdiend het'' reageerde Sean terug. ''Hij is een…'' ''Moordenaar!'' praatte Gabriel door hem heen. Melina schoot in de lach. ''…Dief. Dief, wou ik zeggen'' maakte Sean zijn zin af. ''En als het aan Leo had gelegen was ik nu degene die geen eten had gehad. Dus nee, ik vind het helemaal niet zielig voor hem''. ''O maar als jij gekozen was had ik mijn eten wel met je gedeeld hoor'' zei Melina. Het kwam er sneller uit dan ze eigenlijk bedoeld had. ''Daar zijn we vrienden voor'' voegde ze er nog haastig aan toe. ''En dan had je het gewoon mogen houden want ik wil niet dat jij honger lijdt'' antwoordde Sean daarop. Hij keek haar aan. ''Maar wel lief van je''. Zijn ogen ontmoetten de hare, en ze bleven elkaar even aankijken, tot Gabriels hoofd ineens tussen hun in dook. ''Ai chips it'' kraaide de papegaai. Hij had geprobeerd om 'I ship it' te zeggen, iets wat Morfo altijd uitsprak als hij naar een romantische film zat te kijken en hij vond dat twee personen bij elkaar hoorden, maar het was hem helaas niet helemaal gelukt. Geïrriteerd keek Sean op naar Gabriel, die het moment tussen hem en Melina verpestte. ''Ai chips it, ja, dat is 'm helemaal'' zei hij op sarcastische toon. ''Iemand leer die vogel asjeblieft even fatsoenlijk Engels'' vervolgde hij zijn zin, waarna hij toch, net als Melina, erom kon lachen. ''Hij is net Kaylee'' merkte Melina al lachend op. Kaylee zei dat ook altijd als ze naar een van haar series zat te kijken, al sprak zij het dan wel op de juiste manier uit. ''Volgens mij vind de vogel ons wel bij elkaar passen''. Sean staarde Melina met een plagerige grijns aan. Melina richtte zich tot Gabriel. ''En de vogel moet weten dat wij alleen maar gewoon vrienden zijn'' wees ze hem terecht. Ze vond Sean helemaal niet leuk, niet op die manier in ieder geval. Ze mocht hem gewoon graag en wilde graag bij hem zijn, dat was alles. ''Leugenaar!'' riep Gabriel, veel harder dan ze verwacht hadden. ''Leugenaar!'' Sean siste naar de vogel dat hij op moest houden. ''Ik ben helemaal geen leugenaar'' mompelde Melina, waarna ze opstond en naar haar tent terug liep. ''Ik ga slapen'' zei ze, waarop ze snel de tent terug in dook, Sean alleen achterlatend met Gabriel. ''Je wordt bedankt'' mompelde die zuur. ''Graag gedaan'' antwoordde Gabriel. ''Koekje?'' Hij had niet zo zeer door wat hij gedaan had, maar van Morfo had hij altijd geleerd dat als hij iets goed gedaan had, hij een beloning verdiend had. Afwachtend staarde hij naar Sean, die hem negeerde en naar Leo's tent toe liep om hem wakker te maken voor de tweede wacht. ''Het is jouw beurt om de wacht te houden'' zei hij tegen hem, waarna hij naar zijn eigen tent terug ging. ''Koekje?'' herhaalde Gabriel zijn vraag, maar Sean wierp hem alleen maar een geïrriteerde blik toe en dook zonder verder nog wat te zeggen zijn eigen tent in. Slaperig stak Leo zijn hoofd uit zijn tent en keek om zich heen. Het eerste wat hij zag was Gabriel. De vogel versmalde zijn ogen tot spleetjes. ''Moordenaar'' siste hij. Voor een seconde staarde Leo hem aan. ''Weet je wat…'' begon hij. ''…Nee''. Hij dook terug de tent in en ging weer in zijn dekens liggen. Echt niet dat hij erop zat te wachten om een paar uur met dat vervelende dier door te brengen. Dan maar geen wacht. Hij sloot zijn ogen weer en viel al snel in een diepe slaap.
De volgende ochtend werd Leo al vroeg wakker. Vermoeid rekte hij zich uit en maakte zich klaar om op te staan. ''Goedemor—'' begon hij toen hij zijn tent uit kroop, maar stopte midden in zijn zin. Alle tenten om hem heen waren verdwenen, behalve de zijne. Er was niemand meer. Behalve dan…. Naast zijn tent zat Gabriel. ''Hallo daar'' begroette de papegaai hem vrolijk. ''Waar is het ontbijt?'' Leo negeerde hem en ging overeind staan. ''Hallo? Waar is iedereen?'' riep hij hard. Geen antwoord. ''Kom op, waar zijn jullie? Dit is echt niet grappig meer!'' Hadden ze hem echt alleen achtergelaten? Hij kon niet geloven dat ze dat zomaar zouden doen… en waarom de papegaai dan ook? Hij toverde zijn tent weg en pakte haastig zijn rugtas in. Als hij snel was kon hij de anderen misschien nog wel inhalen, ze zouden vast niet al te ver weg zijn. Hij begon te lopen. ''Serieus? Kun je niet gewoon de andere kant op gaan?'' merkte Leo op toen Gabriel achter hem aan vloog. ''Kan ik wel, wil ik niet'' antwoordde de papegaai op bijdehandse toon, waarop Leo geïrriteerd zuchtte. Gabriel opende zijn snavel om nog wat te zeggen, maar Leo was hem voor. ''Oké, prima, je mag mee, maar als ik nog een keer het woord moordenaar uit die snavel van jou hoor, hè… dan bind ik je vast en laat ik je achter aan de eerste boom die ik tegenkom'' dreigde Leo. Gabriel sloot wijs zijn snavel weer terwijl Leo doorstapte. Leo zag de anderen nergens. Ze konden toch niet nu al zo ver weg zijn? Hij wist niet eens waar hij zelf eigenlijk was, al deze bomen leken op elkaar. Terwijl Leo in gedachten verzonken was kreeg Gabriel een idee. ''Klop klop. Wie is daar?'' vroeg hij aan Leo. Hij hield niet van stilte. Afwachtend staarde hij naar Leo. ''Ik ga echt niet meedoen aan jouw stomme klop klop-grappen als je dat soms verwacht'' antwoordde Leo zonder op te kijken. ''Als je zo graag aandacht wilt zul je iets beters moeten verzinnen''. De papegaai ging gewoon door. ''Klop klop. Wie is daar?'' vroeg Gabriel opnieuw. Hij bleef zijn vraag maar herhalen, tot Leo zich met een geërgerde blik omdraaide. ''Als ik antwoord geef, hou je dan asjeblieft je kop dicht?'' snauwde hij. Gabriel knikte instemmend. ''Klop klop'' begon hij weer. Leo zuchtte. ''Wie is daar?'' vroeg hij met tegenzin. ''Moordenaar!'' kraaide de papegaai uit. Dat ging te ver. Leo verloor zijn geduld. ''Nu heb je erom gevraagd''. Hij greep met een kwaad gezicht naar de papegaai, maar die vloog opzij toen hij hem probeerde te pakken. ''MIS!'' riep Gabriel spottend, waarop hij hoog de lucht in vloog. ''Moordenaar!'' riep hij al lachend nog een keer, waarna hij er hoog boven de bomen vandoor vloog en Leo alleen achterliet.
Iets eerder waren Melina en de anderen ook wakker geworden. ''Waarom heb je me vannacht niet gewekt?'' vroeg Melina aan Kaylee terwijl ze de tent uitkropen. Ze had gewoon door haar beurt om de wacht te houden heen geslapen. ''Omdat ik ook niet wakker ben gemaakt door Donna''. Kaylee wees op Donna. Donna keek op. ''Klopt, want ik ben ook niet wakker gemaakt door Leo''. Ze wierp een blik op Leo's tent, of beter: de plek waar Leo's tent had gestaan. De tent was verdwenen. ''Uh… waar is Leo?'' vroeg ze hardop. Kaylee haalde haar schouders op. ''Misschien moest hij plassen?'' ''En dan neemt hij zijn tent mee?'' reageerde Donna sarcastisch. ''De papegaai is ook weg, trouwens'' ging ze verder toen ze opmerkte dat Gabriel ook weg was. Sean kwam nu ook zijn tent uit. ''Hey, wat is er?'' vroeg hij toen hij het drietal zag staan. ''Leo is weg'' antwoordde Melina hem. ''En Gabriel ook''. Eigenlijk vond ze het helemaal niet zo erg dat Gabriel weg was, ze kon hem missen als kiespijn na wat hij de afgelopen nacht had gezegd, ze vond het gewoon vreemd. ''Waarschijnlijk is hij er gewoon vandoor gegaan en heeft de papegaai meegenomen, wie weet voor wat voor reden'' zei Sean. ''Ik zei toch al dat hij niet te vertrouwen was, maar wie wilde er ook alweer niet luisteren?'' ging hij verder. Donna wierp hem een geïrriteerde blik toe. ''Misschien moeten wij dan ook maar gewoon gaan?'' stelde Kaylee voor. Ze hadden er niets aan om hier te wachten, Leo zou waarschijnlijk toch niet meer terugkomen. Iedereen stemde ermee in om verder te gaan. Ze liepen een stuk het bos door, tot Melina iets zag. ''Wacht eens… ik zie iets!'' riep ze uit. Ze wees voor haar uit. Er stond iets tussen de bomen verderop. Het zag eruit als een huis, gemaakt van hout. ''Dat is vast het huis van Concorda!'' riep Donna opgewekt uit. Ze wilde er al als eerste naartoe lopen, maar iets hield haar tegen. Het was het geluid van klapperende vleugels en een stem die het woord moordenaar kraaide. Het was een stem die ze maar al te goed herkenden. ''Was dat die papegaai?'' vroeg Donna terwijl ze omkeek. De anderen keken ook op naar waar ze de stem vandaan hadden horen komen. Als Gabriel daar was zou Leo ook niet ver weg moeten zijn. ''Gaan jullie maar vast naar dat huis toe, dan ga ik daarheen'' stelde Sean voor. ''Ik zie jullie daarna wel''. Hij vertrouwde Leo nog steeds voor geen meter, hij was vast iets van plan. Zonder op antwoord te wachten rende hij de bosjes al in, richting waar het geluid vandaan kwam.
Terwijl Sean doorrende kwam hij al snel dichterbij de plek die hij zocht. Hij was nu vlakbij Leo. Vanuit de bosjes spotte hij de donkergroene haren van Leo, en dook snel weg achter een boom zodat Leo hem niet kon zien. Leo was hardop in zichzelf aan het praten. ''Die stomme rotvogel'' mopperde hij. ''En nu moet ik de anderen nog gaan zoeken ook''. Hij keek om zich heen, hopende dat hij iets van de omgeving zou herkennen, maar alle bomen zagen er voor hem hetzelfde uit. ''Beter hebben ze die val klaarliggen, anders is alles voor niets geweest''. Sean deed een stap achteruit. Een val? Waar had Leo het over? Met die anderen bedoelde hij vast niet hun… Dat moest hij de rest vertellen. Hij draaide zich om en wilde al terugrennen, maar voor hij ook maar een stap vooruit kon doen pakte een hand hem bij zijn schouders vast. ''En waar denk jij heen te gaan?'' klonk de stem van Leo vanachter hem vandaan. ''Je dacht toch niet dat ik niet doorhad dat je mij hier stond af te luisteren?''
Melina en de anderen stonden voor het huis van Concorda. ''Er is geen deurbel'' merkte Melina op terwijl haar hand langs de zijkant van de deur gleed, aftastend naar de bel. ''Natuurlijk is er geen deurbel'' merkte Donna op alsof het vanzelfsprekend was. ''We zijn midden in het bos. Alsof er hier ooit iemand op bezoek komt''. Melina haalde als antwoord daarop haar schouders op en klopte daarom maar op de deur. Niet veel later ging de voordeur open. Ze staarde recht in het gezicht van een oudere pixie met blond haar dat in twee knotten vastgebonden zat. De vrouw zag er niet al te blij uit met hun komst. ''Wat komen jullie hier doen?'' vroeg ze toen haar blik op het drietal voor haar viel. ''En hoe hebben jullie mijn huis gevonden?'' ''Bent u Concorda?'' vroeg Melina zonder antwoord te geven op de vraag van de vrouw. ''We zijn hier vanwege de profetie. Athena vertelde ons dat we op zoek naar u moesten gaan'' ging ze verder toen de vrouw geen antwoord op haar vraag gaf en haar alleen maar met een strenge blik aanstaarde. Uiteindelijk knikte de vrouw. Ze had van de profetie gehoord en wist dat er op een dag een groep voor haar zou verschijnen. Ze hield de deur open. ''Kom binnen'' zei ze kort, waarop ze het drietal haar huis binnen liet. Eenmaal binnen keken ze hun ogen uit. De hele woonkamer was gevuld met boeken, met kasten tot aan het plafond toe, en de kamer leek wel een bibliotheek. ''Ga zitten'' zei Concorda terwijl ze op de bank midden in de kamer wees. Terwijl ze gingen zitten waren ze nog steeds niet uitgekeken. Concorda schonk een kop thee voor haarzelf in. ''Indrukwekkend, niet?'' vroeg ze toen ze Melina en de anderen zag kijken. ''Dit is mijn hele verzameling aan boeken die ik over de jaren heen bij elkaar heb gespaard. Van spreukenboeken tot historische verhalen, in mijn privébibliotheek is alles te vinden''. ''Waarom komt u niet in Pixiestad wonen?'' vroeg Donna. ''U zou een enorme bibliotheek kunnen beginnen en uw kennis met de hele wereld kunnen delen''. Ze wist dat Estaban dat geweldig zou vinden voor zijn onderzoek, maar Concorda schudde haar hoofd op de vraag van Donna. ''Sommigen van deze boeken mogen absoluut niet in de verkeerde handen vallen, dus ik wil het niet riskeren dat iemand ze probeert te stelen. Hier in de wildernis weet niemand de exacte locatie van mijn huis, en bovendien ben ik erg gesteld op mijn rust''. ''Komen hier dan nooit dieven?'' vroeg Kaylee nieuwsgierig. Ze kon zich haast niet voorstellen dat niemand het zou proberen. ''Ze proberen het wel, maar zonder enige resultaat''. Er verscheen een glimlach op Concorda's gezicht. '''Mijn huis is goed bewaard met een magische spreuk. Alleen diegenen met een goed en oprecht hart zullen mijn huis kunnen vinden''. Ze pakte haar kop thee op van tafel en nam er langzaam een slok van.
''Maar goed, jullie kwamen hier vanwege de profetie, nietwaar?'' Haar blik gleed over de drie heen en ze leek iets op te merken. ''Naast de voorspelling heb ik ook een visioen gehad. Het visioen toonde me dat er een groep van vier zou zijn, drie wijzen en de erfgenaam'' vertelde ze. ''Wie is de erfgenaam?'' Melina stond op van de bank. ''Ik ben de erfgenaam''. Concorda stond nu ook op van de bank en toverde het paarse amulet tevoorschijn. ''Ik heb al een wijze'' zei Kaylee snel toen Concorda op haar af kwam lopen. ''Athena''. ''Goed, dat maakt het een stuk makkelijker. Dan is er nog maar een optie over''. Concorda liep naar Donna toe, die haar handen onder het amulet hield, maar er gebeurde helemaal niets. ''Uh… moet er niet iets gebeuren?'' Donna keek op naar Concorda. ''Vreemd…'' mompelde Concorda. Ze richtte zich tot Melina. ''Dat kan maar een ding betekenen. Het amulet behoort de derde wijze toe. Voordat ik jullie deze kracht kan schenken zullen jullie eerst de derde wijze moeten vinden''. Ze wilde zich alweer omdraaien en het amulet opbergen, maar Kaylee hield haar tegen. ''Wacht!'' riep ze uit. Iedereen vestigde zijn aandacht op haar. ''Misschien is het Sean?'' bracht ze ter idee. ''Hij is de enige die er niet bij is''. Toen Concorda haar met een niet-begrijpende blik aankeek legde ze uit wat ze precies bedoelde. ''Hij hoort ook bij onze groep, maar is buiten achter iemand aangegaan toen hij dacht dat hij iemand zag''. Uiteindelijk knikte Concorda langzaam. ''Dat zou dan best zo kunnen zijn''. Melina stak haar hand uit naar het amulet. ''Ik breng het amulet wel naar hem'' bood ze aan. ''Hij zal vast niet ver weg zijn''. Ze had het amulet nog niet met een vinger aangeraakt of het spatte met fel licht en een harde klap uit elkaar. Geschrokken beschermde iedereen hun gezicht met hun handen. Toen de kamer weer normaal was en het licht was gedimd lag het amulet in duizenden stukjes over de vloer verspreid. ''W… wat gebeurde er?'' stamelde Melina geschrokken. Ze staarde naar haar handen. Had zij dat gedaan? ''Het amulet heeft jou gekozen…'' fluisterde Kaylee. Precies hetzelfde was bij haar gebeurd in het Nihilum bij haar wijze Athena. Concorda knikte, evenals geschrokken van wat er zojuist gebeurd was. ''Maar ik voel me helemaal niet anders'' merkte Melina op terwijl ze haar wijze aan keek. Wat er ook was gebeurd, het had weinig bij haar veranderd. ''En ik kan ook nog steeds zien, en ben niet blind zoals Kaylee was''. ''Iedere wijze heeft een andere kracht'' legde Concorda uit. ''Je zult vanzelf leren wat de kracht is, en hoe je die moet overwinnen''.
Uiteindelijk stonden ze weer buiten. Melina was er nog steeds niet achter wat nou de kracht die ze had gekregen nou precies inhield, maar er zat haar nog iets anders dwars, namelijk wat Concorda tegen hen gezegd had. Drie wijzen en de erfgenaam… Donna leek dezelfde gedachte te hebben als haar. ''Zeg…'' begon ze. ''Maar als jij de tweede wijze bent… wie is dan de erfgenaam?'' Melina haalde haar schouders op. ''Wie zegt dat ik niet gewoon beide kan zijn? Misschien heeft Concorda's visioen het wel mis''. Ergens wilde ze ook niet geloven dat zij de erfgenaam niet zou kunnen zijn… als zij het niet was, wie was het dan wel? En bovendien, wat was dan de reden dat de elven achter haar aan hadden gezeten? ''Laten we voorlopig maar gewoon op zoek gaan naar de derde wijze, en dan zien we daarna wel verder'' besloot Melina onder het lopen. Ze stopte en keek om haar heen. ''Iemand enig idee waar we zijn?'' Beide Donna en Kaylee wisten het ook niet. Melina zuchtte. ''Hopelijk is Sean niet ver van hie—'' Ze kon haar zin niet afmaken. Er viel een groot vangnet over haar en de anderen heen. ''Ha! Gevangen!'' brulde een luide stem van boven hen uit.
