In het ministerie:

'Vertel op, jij schurftige vampier! Waarom vermoorden jullie al die mensen?'

'Ik heb je al vijfhonderdduizend gezegd dat we onschuldig zijn! Wij vermoorden geen mensen, wij drinken een kleine hoeveelheid, zonder dat de mensen er iets van merken!'

'Ik geloof je niet… hoe komt het dan dat we allemaal leeggezogen lijken vinden? Hè hè hè? Hoe komt dat? Dat doen de kaboutertjes zeker…'

'Nee, dat doen de vampanezen, dat heb ik ook al vijfhonderdduizend keer gezegd. Jullie tovenaars zijn wel erg traag van begrip hè…'

De tovenaar zuchtte. 'Jullie vampiers zijn zo koppig als de pest. Dan rest mij maar een ding… Fransisco, haal wat Veritaserum… we zullen deze vampier eens laten zien wie hier de baas is…'

'Komt in orde, meneer', zei Fransisco.

'Wat is Veritaserum, als ik het vragen mag?', vroeg de vampier kalm.

De tovenaar zij niets. Hij wist dat de vampier het niet zou drinken als hij het wist. Even later kwam Fransisco aangesneld met een klein flesje, met het opschrift: Veritaserum.

'Drink!', beval de tovenaar de vampier.

'Je bent nog gekker dan je eruit ziet… wat gebeurt er met me als ik dat drink?', vroeg de vampier.

'Dan vertel je alleen nog maar de waarheid, dus dan is het afgelopen met die afschuwelijke leugens van je!'

'O, geef maar hier dan… ik heb niks te verbergen… ik heb geen woord gelogen', zei de vampier zelfverzekerd.

'Tsss…', murmelde de tovenaar en hij opende het flesje om vervolgens drie druppels in de mond van de vampier te laten glijden.

De vampier trok een vies gezicht bij het doorslikken.

'Zo…', grijnsde de tovenaar. 'Vertel nu eens… wie heeft die lijken leeggezogen?'

'Dat waren wij niet, dat waren de vampanezen'.

'Fransisco, dit is geen Veritaserum', zei de tovenaar.

'Het is een officieel goedgekeurde dosering, meneer. Misschien zijn er andere manieren om erachter te komen wie die mensen heeft vermoord…', zei Fransisco.

'Wat bedoel je?'

'Door het echt te zien, echt mee te maken. We laten een van onze leden bijten door een vampier, stiekem natuurlijk, zodat de vampiers het niet merken… we kunnen zo in het echt zien hoe dat er aan toe gaat in dat vampiersleven en onze spion geeft informatie door, zodat we al die verdomde Vampiers kunnen uitschakelen', zei Fransisco. De vampier kuchte.

'Ja, goed idee…', zei de tovenaar. Hij leek niet echt overtuigd. 'Zo… dan mag jij de eer hebben om gebeten te worden'.

'Mag ik even iets tussendoor zeggen?', zei de vampier. 'Wij vampiers bijten onze slachtoffers niet. Wij makken hun huid open met onze nagels en dichten die weer met ons speeksel… om een vampier te worden moeten een vampier en een mens hun vingertoppen opensnijden en bloed door laten lopen in het lichaam van de ander'.

'Aha… en dan weet jij vast ook hoe je ervoor kunt zorgen dat je word gevampiereerd, of hoe je dat ook noemt', zei de tovenaar minachtend.

De vampier snoof. 'Wij vampiers kunnen ons niet voortplanten en zoeken eens in de zoveel tijd een mens die ons geschikt lijkt om te laten toe treden bij de vampiers. Er zijn miljoenen mensen op aarde die we kunnen kiezen, je kan nooit met zekerheid zeggen dat je gekozen wordt, dus jullie plannetje gaat mooi niet door. En bovendien… stoot tovenaarsbloed vampiersbloed af en wij ruiken het als iemand een vampier is of niet'.

Het was even stil in de kamer. 'De vampier blijft hier opgesloten. Ik zal het met de volgende vergadering over je plan hebben Fransisco, maar ik denk niet dat er iemand zo gek is die zich aan die verantwoordelijkheid wil onderwerpen'.

Lara:

Ik ben Lara Muller. Ik werk op het ministerie van Toverkunst bij de afdeling vampierjagers. Wij jagen op vampiers, zoeken uit wat ze doen en zorgen dat onze mensen en de dreuzels niet onnodig slachtoffer worden van de vampiers. Gisteren had ik een vergadering. Dat ging zoals altijd over het vampiers afslachten. Er kwam een plan naar voren, dat iemand van ons ervoor moest zorgen dat een vampier hem een vampier maakte en daardoor de wereld van de vampiers kon bespioneren. Ik heb meteen 'ja' gezegd, het lijkt me supercool om eens te leven zoals een vampier dat doet. Voor een tijdje dan, want er is me verzekerd dat het bloed van vampiers niet aanslaat bij tovenaarsbloed. En zoniet, vind ik het ook wel best… ik heb niet veel te verliezen… mijn familie is vermoord door Voldemort, een moordzuchtige tovenaar die geen genade kent. Ik ben er nog steeds niet overheen… financieel loopt het niet helemaal goed bij mij, vandaar dat ik deze baan heb. Vampierjager is nou niet bepaald een gewild beroep. Maar de laatste jaren ben ik me in vampiers gaan verdiepen en ben tot de conclusie gekomen dat ik ze wel fascinerend vind. Nu heb ik dan eindelijk de kans om zelf mee te maken hoe het is om 's nachts te leven, bloed te drinken en van die coole hoektanden te hebben.

Maar wat er ook gebeurt, ik zal nooit een mens vermoorden… nooit…

Die ochtend ging ik op weg. Op zoek naar een vampier, eentje die dom genoeg was om in mijn act te trappen. Ik had alles besproken met het hoofd van de vampierjagersorganisatie, meneer Eduson. Hij had me verteld dat hij een vampier ontvoerd had, en die had ondervraagd. Meneer Eduson vertelde me alles wat ik nodig had, hoe ik een vampier kon herkennen en hoe ik contact kon blijven met het ministerie. Maandenlang reisde ik door het hele land, op zoek naar iemand met tien littekens op zijn vingertoppen. Ik zat op een gure regenachtige avond in een duister kroegje (daar kwamen meestal wel vampiers op af, volgens Eduson) na te denken over het plan. Stel dat ik nooit een vampier zou vinden?

Er kwam een man naast me zitten. Hij had donkerbruin haar, blauwe ogen en hij was een beetje bleekjes. Hij keek nogal ongelukkig. Zijn gezicht zat onder de littekens. Hij bestelde een whisky en dronk die langzaam op. Maar dat trok niet mijn aandacht… zijn vingertoppen wel… ik keek het eerst naar zijn vingertoppen en besefte dat ik na maanden zoeken eindelijk had gevonden wat ik zocht. Een vampier, hij had tien littekens op zijn vingertoppen, precies zoals de ontvoerde vampier had verteld. Ik begon zenuwachtig te worden. Stel dat hij me niet geloofde?

Casper:

Ik heet Casper Mcfadden. Ik ben een vampier en op zoek naar een assistent. Eentje die het niet erg zou vinden om zijn familie te verlaten. Ik zoek al weken, maar ik ben niet echt geconcentreerd na de verdwijning van mijn vriend, Regus Slammer. Hij schijnt volgens ooggetuigen ontvoerd te zijn door dat tovenaarstuig. Ze jagen al jaren op ons, zonder te weten dat wij aan hun kant staan. Wij willen net zomin mensen vermoorden als zij.

Ik zit nu in de kroeg een whisky te drinken, maar veel zal het niet helpen; vampiers worden niet zo snel dronken. Ik bestudeer alle mensen in de kroeg. Niet eentje lijkt geschikt om in te wijden. Ik betaal de barman en wil opstaan. Ik word tegengehouden door een jonge vrouw. Ze is behoorlijk knap. Blond haar, bruine ogen…

'Pardon, meneer. Ik heb het gevoel dat ik u ergens van ken…'

Ze had een hele mooie glimlach viel me op. Ik glimlachte terug en zei: 'Ik heb u nog nooit eerder gezien hier. Waar kom je vandaan?'

'O, overal en nergens… Mijn hele familie is vermoord door een seriemoordenaar en ik leef van een uitkering'.

Ik kreeg medelijden met haar. Maar ze had in ieder geval geen familie om achter te laten. Ze was eigelijk perfect.

'Zoek je werk?', vroeg ik.

'Nou, eigelijk wel ja… het is mijn droom om de wereld rond te reizen en daar heb ik geld voor nodig'.

'Wat toevallig', zei ik zacht.

Lara:

'Yes, yes! Volgens mij is het gelukt. Hij is erin getrapt.

'Hoe heet je?', vroeg hij.

'Ik heet Lara Muller'.

'Oke, ik ben Casper Mcfadden', zei hij.

Ik keek hem doordringend aan. Hij staarde me vreemd aan. Was ik nou bang?

'Ik heb een baantje voor je', zei hij plotseling. 'Zullen we het er buiten over hebben? Het is hier niet zo betrouwbaar'.

Ik knikte en volgde hem. Plotseling pakte hij me ruw bij mijn arm en sleurde me een donker steegje in.

Hij greep mijn handen, drukte met zijn nagels in mijn vingertoppen en deed dat ook bij zijn eigen vingertoppen. Ik wilde schreeuwen, maar ik wist dat als ik dat zou doen dat er iemand zou zijn die verhinderde dat ik een vampier zou worden. Hij bracht mijn vingers naar zijn mond en zoog een beetje bloed uit mijn vingers. Het deed pijn, maar ik zette door. Ik moest niet gillen. Mcfadden duwde zijn vingertoppen tegen die van mij aan, ik stribbelde voorzichtig tegen, zodat het leek dat ik het niet wilde. Hij duwde me hard tegen de muur aan en hield zijn vingertoppen een paar seconden tegen die van mij aan. Ik ging huilen, nep natuurlijk, maar het was niet zo moeilijk. Het deed behoorlijk pijn. Ik voelde letterlijk zijn bloed door me heen stromen. Na een paar seconden rukte hij zijn vingertoppen van die van mij af. Ik bleef sprakeloos staan. Ik had het ietsje leuker verwacht… Ik besefte dat ik net moest doen alsof ik niet wist wat er aan de hand was…

'Wat… uhm… had dat te betekenen?', vroeg ik.

Hij staarde me aan.

'Kom hier, mijn speeksel dicht je wonden', zei hij alleen. Ik deed wat me gezegd werd. Hij stak mijn vingers in zijn mond en toen hij klaar was, zag ik tien littekens op mijn vingertoppen zitten, net als bij hem.

'Krijg ik ook nog te horen wat je gedaan hebt?', riep ik. Het was moeilijk om hysterisch te klinken.

'Ik heb je een halfvampier gemaakt', zei hij.

'Aha… en je vond het niet nodig om mij dat van tevoren uit te leggen? Misschien was dit niet bepaald de baan die ik zocht!', zei ik.

'Je wilde reizen toch? Wij vampiers zijn niet zo geliefd onder de mensheid en daarom moeten we ons vaak verplaatsen. Jij wordt mijn assistent en begeleid mij op mijn reizen over de wereld. Ik ruil daarvoor leer ik je hoe je een volledig vampier kunt worden', zei Mcfadden.

Ik wist even niet wat ik moest zeggen. Ik had weg kunnen lopen en ik snapte niet waarom Mcfadden me niet tegenhield.

'Nou… ik heb er geen behoefte aan om dat te leren, bedankt', zei ik.

'Nee, daar kom je nog wel achter. Zonder mij ben jij dood. Je kan niet overleven zonder dat je weet hoe je moet overleven. Ik ben de enigste die weet hoe je moet overleven en daarom ga je met mij mee. Punt uit'.

'Is er geen discussie moge-'

'Nee', zei hij kortaf.

Ik deed net alsof ik gekwetst was en staarde hem boos aan. Hij zei me dat ik hem moest volgen en dat deed ik dan maar. Hij ging een hotel binnen en reserveerde een kamer.

'Hoe kunt u dit betalen?', vroeg ik toen ik naar binnen liep. Het was een prachtige kamer, met twee hemelbedden, kleurentelevisie, koelkast en zelfs een bubbelbad.

'Tja… daar kom je ooit nog wel eens achter…'

Hij ging aan de tafel zitten en haalde papieren uit zijn rugzak.

'Vampiers slapen zeker niet 's nachts hé?', vroeg ik.

'Nee, wij verbranden in de zon. Maar halfvampiers kunnen wel overdag rondlopen. Jij past op mij als ik overdag slaap'.

'Dat lijkt me zo saai… kan ik niet iets leukers doen?', vroeg ik.

'Nee'.

Hij was behoorlijk kortaf en ik vroeg me af waarom hij zo deed. Hij leek me best een aardige man. Als hij tenminste geen mensen vermoordde…

'Is er iets meneer Mcfadden?', vroeg ik.

'Nee… nou…' Hij twijfelde of hij het mij wel zou vertellen. 'Mijn beste vriend is ontvoerd door een stel tovenaars'.

Mijn maag draaide om…

'Dat is niet zo mooi', zei ik. Ik schrok nog erger toen ik besefte dat ik niet hoorde te weten dat er tovenaars bestaan. Ik was een gewone dreuzel, ingewijd door een vampier.

'Uhm… wat bedoelde u met tovenaars?', vroeg ik onschuldig.

'Tis laat, ga slapen Lara', zei hij vermoeid.

Het leek me beter om maar niets meer te zeggen. Ik ging op het bed liggen en wilde eigelijk nog contact opnemen met het ministerie, maar ik was te moe. Ik viel direct in slaap.