Casper:

'Lara, ga je mee?', vroeg ik die avond aan haar.

'Waarheen?', vroeg ze.

'Jagen. Ik heb bloed nodig en jij ook', zei hij.

Ze trok een gezicht dat me liet weten dat ze liever niet mee ging, maar toch pakte ze haar jas en volgde me door het raam naar buiten. Ik klom behendig naar beneden, maar bij Lara ging het heel wat minder makkelijk. Voordat ze beneden was…

'Gaat het wel, Lara?', vroeg ik.

Ze glimlachtte. 'Ja, natuurlijk… ik hou er gewoon niet zo van om op mensen te jagen, weetje…'

'Je zult toch moeten, anders ga je dood', zei ik.

'Ik drink wel een keer oké… laat me eerst aan het idee wennen dat ik een halfvampier ben'.

'Wat jij wilt…'

Ik besloot naar het park te gaan, daar waren 's avonds vaak mensen, maar niet teveel zodat we niet gezien zouden worden. Het was een heel eind, ik wilde eerst flitten, maar ik bedacht dat ik onderweg een heleboel aan Lara zou kunnen vragen. Ik wilde meer over haar te weten komen. Zij was me voor met vragen stellen.

'Hoe komt het dat er de laatste tijd zoveel leeggezogen lijken op het nieuws zijn als jullie niet doden?'

Ik vroeg me af waarom ze gelijk het verband zocht tussen leeggezogen lijken en vampiers.

'Dat zijn de vampanezen. Vroeger zogen vampiers ook mensen leeg, maar daar werden wetten tegen opgesteld. Vampiers drinken nu een kleine hoeveelheid van een mens. Een groep vampiers was het niet met de nieuwe wetten eens. Ze zonderde zich van ons af en stelde hun eigen wetten en regels op. Ze noemden zichzelf vampanezen en bleven doorgaan met het leegzuigen van mensen. Het werd oorlog tussen de vampiers en de vampanezen. Er vielen veel doden. Uiteindelijk kwamen onze prinsen bij elkaar en stelde een wapenstilstand in', legde ik uit.

'Hoe kan je een vampanees herkennen?', vroeg ze.

'Ze zien er hetzelfde uit als een vampier, alleen vampanezen die al wat langer vampanees zijn krijgen een rodere huid, omdat ze mensen helemaal leegzuigen. Als een vampier een mens helemaal leegzuigt dan neemt hij een deel van die persoon in zich op. Vampanezen vonden dat een edelheid om mensen leeg te zuigen'.

'Dat is echt walgelijk… En nu denkt dus iedereen dat jullie vampiers de schuldige zijn?', vroeg ze.

'Ik denk het wel ja… anders zouden ze niet op ons jagen…'.

'Jullie kunnen ze toch wel aan? Jullie zijn toch veel sterker dan mensen?', vroeg ze.

'Nou… een vampier kan best drie mensen aan, maar als er een leger achter hem aankomt dan kan zelfs een vampier het vergeten. En dan heb je nog dat tovenaarstuig… Een tovenaar kan wel honderd vampiers aan, dus daar is geen beginnen aan als ze achter je aankomen', vertelde ik.

'Bestaan er echt tovenaars?', vroeg ze. Ze leek niet echt onder de indruk, alsof ze al wist dat er tovenaars bestonden.

'Ja… jammer genoeg wel', zuchtte ik.

We kwamen aan in het park en liepen erin. Er was nog niemand te zien. Het spiegelgladde water van de vijver weerkaatste onze spiegelbeelden. Lara was echt knap… Ik schok op uit mijn gedachte toen er een eend opvloog uit de waterkant.

Halverwege het park liep er een man te joggen. Hij was alleen en er wat niemand te zien. Ik zei tegen Lara dat ze de man moest bezig zien te houden, zodat ik hem kon verdoven met mijn speciale verdovende adem.

'Pardon meneer', begon Lara. 'Ik ben verdwaald… weet u misschien hoe ik hieruit moet komen?'. Ze speelde het goed… dat was maar goed ook, want als de man slim was geweest dan had hij kunnen ontdekken dat er iets niet klopte. De uitgang van het park was hier niet zo ver vandaan.

Terwijl de man haar uitlegde hoe ze het park uit moest komen sprong ik van achter op hem, verdoofde hem en knielde naast hem neer.

'Ik weet niet of ik dit wel wil zien', zei Lara vieskijkend.

'Ik zou maar wel kijken, misschien leer je er nog wat van…'

'Nee', zei ze standvast.

Ik zuchtte en stond op.

'Als jij wilt overleven, Lara Muller, raad ik je aan om te drinken, of in ieder geval te kijken hoe het moet'.

'Nee!', riep ze. 'Ik ga niet van mensen drinken, dat is walgelijk!'

'Goed. Doe maar zo. Ik ga mijn tijd niet verspillen met jou overhalen, straks komt deze man bij. Doe wat je wilt, kijk niet, drink niet. Maar ik ga je niet helpen als je op sterven ligt'.

Dat kwam er hard uit. Ze keek gekwetst. Maar wat had ik anders moeten zeggen? Het was de waarheid… de harde waarheid…

Lara:

Nee, ik vond hem niet leuk. Hij dronk mensenbloed. Dat was slecht… of dacht ik dat alleen maar?

Ik ging niet drinken, ik hoefde niet te drinken, ik was geen halfvampier. Vampiersbloed en heksenbloed gingen niet samen. Ik zou wel zeggen dat ik bij iemand had gedronken omdat ik me niet goed voelde en dat ik dacht dat het toch beter was zijn raad op te volgen. Dan moest ik kijken… want hoe kon ik anders weten hoe je moet drinken?

Casper knielde opnieuw neer naast de man. Maakte met zijn nagels een sneetje in zijn arm. Het bloed stroomde eruit. Hij bracht zijn lippen naar de wond en zoog een beetje bloed eruit. Ik vond het walgelijk… het was walgelijk…

Toen hij klaar was met drinken, deed hij een beetje speeksel op de wond en ik zag dat de wond genas. Er bleef een klein litteken achter dat de man waarschijnlijk niet eens zou zien als hij wakker werd. Toch… was het walgelijk…

Casper stond op en keek me aan. Hij zuchtte. Kon ik zijn gedachte nu maar lezen… wat kon het me eigelijk schelen… ik vond hem toch niet leuk… of wel?

Hij draaide zich om en we liepen weer terug richting hotel. Hij zei geen woord. Ik zei geen woord. We liepen door een winkelstraat, die overdag altijd bomvol was. Nu was er niemand.

We liepen een donker steegje in om af te snijden. Opeens hield Casper me tegen.

'Hoorde je dat?', zei hij.

'Wat?', vroeg ik.

'Dat geluid… ik hoorde voetstappen… van daarboven', zei hij geheimzinnig.

'Ik hoorde niks…', zei ik. Ik kreeg daar meteen spijt van.

'Volgens mij heb ik je niet genoeg vampiersbloed gegeven', zei hij.

'Wel! Ik ben gewoon niet zo… zo geconcentreerd…', loog ik.

'Laat maar… ik weet toch zeker dat ik wat hoorde…', zei hij weer.

Toen zag ik het. Een donkere schaduw sprong neer op de grond. Hij viel ons meteen aan toen hij neerkwam.

Casper was niet snel genoeg. Hij lag met zijn buik naar de grond. De persoon zat boven op hem en boeide hem. Ik hoopte niet dat hij was wie ik dacht dat hij was… helaas…

'Ik hoop dat ik nog op tijd ben Lara', zei de persoon. Onmiskenbaar Eduson. Ik haatte die vent op dat moment. Casper had het vast meteen door.

'Ken ik u?', zei ik, hopend dat ik de situatie nog kon redden.

'Lara, doe iets!', kreunde Casper.

'Ga van hem af!', riep ik tegen Eduson.

'Nee, schat. Jij gaat met mij mee. We staken de missie. Het is veel te gevaarlijk voor je', zei Eduson.

'Oke… ten eerste: Ken ik u niet. Ten tweede: Noem me geen schat. Ten derde: Als je nu niet van hem af gaat, dan ga ik geweld gebruiken!', zei ik. Die idioot verpeste alles.

'Het is al te laat… hij heeft je net zo'n monster als hem gemaakt', zei Eduson.

Ik wierp een veelzeggende blik op hem, maar hij zag niet wat ik bedoelde.

'Je gaat met mij mee, en deze barbaar gooien we in de kerkers', zei Eduson gemeen grijnzend.

Ik was het zat. Ik sprong op meneer Eduson af, rukte zijn handen los van Casper en gooide hem tegen de grond.

'Lara! Wat doe je nou?', zei hij grinnikend. 'Het komt wel goed met je. We vinden wel een tegenmiddel…'

Ik kon hem wel wurgen. Waarom? Waarom moest hij zonodig alles verpesten? Wat moest ik zeggen om het hem duidelijk te maken en zonder het te verraden aan Casper?

Ik maakte de handboeien van Casper los. Hij stond op en wilde naar Eduson lopen. Ik hield hem tegen.

'Rennen', fluisterde ik in zijn oor.

'Wacht even…', zei hij terug.

Hij liep snel naar meneer Eduson toe. Eduson trok te laat zijn toverstok en Casper sloeg hem bewusteloos. Ik keek naar het bewusteloze lichaam van Eduson. Ik had zin om hem te schoppen, maar Casper trok me mee. Hij liet me pas los toen we in het hotel waren.

'Wat had dat te betekenen?', zei hij boos. 'Waar had die man het over… een missie? Waarom wist hij je naam?'

'Ik weet het niet… ik ken hem niet… misschien was hij ontsnapt uit een gekkenhuis of zoiets…'

'Ja ja… ik vind het heel vreemd, Lara. En hoe komt het dat jij nog geen enkele eigenschap van een halfvampier hebt?'

'Heb ik wel! Ik voel me al heel anders sinds u me bloed hebt gegeven! Ik hoor beter, ik zie beter en mijn nagels zien er niet meer uit!', zei ik, nu ook boos. Hij was slimmer dan ik dacht.

Hij zuchtte weer.

'Dit gaat niet zoals ik had gehoopt… vannacht neem ik contact op met de prinsen en dan zal ik de hele zaak bespreken', zei hij.

'Welke zaak?', vroeg ik.

'Tovenaars. Hij was een tovenaar. Zag je zijn toverstok niet?', vroeg hij aan mij.

'Dat houten geval? Ik dacht dat het een mes was of zoiets…', loog ik weer.

'En jij ziet goed in het donker…', zei hij sarcastisch. Het was even stil.

'Ik ga even naar het toilet', zei ik om de stilte te verbreken. Ik moest die stomme Eduson spreken. Ik ging de wc binnen en isoleerde alles weer.

'Eduson?', zei ik tegen de talkofoon.

'Lara! Wat is er gebeurt met je? Je herkende me helemaal niet meer', zei Eduson. O, wat was die vent walgelijk…

'Wat is er met u gebeurt, kan ik beter zeggen!', schreeuwde ik. Ik kon mezelf niet meer beheersen. Ik moest alles eruit schreeuwen.

'Ik ben hier bezig met een missie, en jij moest zonodig alles verpesten! Waarom? Waarom Eduson?'

'Hij is gevaarlijk! Ik heb met de Regus gepraat… hij zei dat Mcfadden gevaarlijk was! Daarom had hij hem verlaten!', zei hij. Ik kon zo horen dat hij loog. Wat een stomme rotsmoes. Ik was even stil. Ik wilde iets heel grofs tegen hem zeggen, maar ik bedacht dat ik maar beter kon laten zien dat ik geen monster was.

'Waarom maak je je toch zo'n zorgen over mij?', vroeg ik.

'Omdat…', zei hij zacht. 'Je bent mijn beste werknemer en ik vind die vampiers veel te gevaarlijk om aan jou over te laten.'

'Dat valt best mee, Regus spreekt de waarheid over zijn soort. Ik heb het zelf gezien', zei ik.

'Denk je dat? Hij bekende vanmiddag dat vampiers wel degelijk mensen leegzuigen', zei Eduson.

'Wat heb je met hem uitgevoerd dan? Hij zou dat nooit zeggen… Want dat is niet waar!', zei ik.

'Het is wel waar, Lara. Ik moest hem martelen, ik moest het er letterlijk uitslaan, maar nu hebben we in ieder geval de waarheid', zei hij.

'Wat gemeen! Als je hem vermoord, dan… dan…'

'Ja?', vroeg hij. 'Wat ga je dan doen? Ga je me dan vermoorden? Je begint al op die vriend van je te lijken! Je vind hem toch zo leuk? Hè hè hè? Is hij leuker dan mij?'

'Waar heb je het over?', vroeg ik. Het drong al tot me door, alles wat hij gezegd had… maar ik wilde het uit zijn mond horen voordat ik conclusies trok.

'IK BEN VERLIEFD OP JE!', schreeuwde hij. 'Ik kan er niet tegen als jij gevaar loopt, daarom kwam ik je halen! Ik kan er niet tegen dat die stomme vampier jou inpikt! Ik kan er niet meer tegen!'

Ik had zin om in lachen uit te barsten, om heb uit te lachen, als wraak voor zijn idiote gedrag.

Ik deed het niet. Ik kon het niet. Waarom niet? Waarom kon ik die idioot niet uitlachen?

'Sorry… meneer Eduson… ik ben niet verliefd op Mcfadden… ik ben niet verlieft op jou… ik ben niet verliefd'.

Ik zuchtte en vervolgde: 'Ik ben bezig met een missie en die wil ik graag afmaken! De groeten!'

Ik schakelde de talkofoon uit en bleef nog even zitten mokken op de wc. Ik besloot terug te gaan naar Mcfadden. Ik wilde hem alles uitleggen… maar dat kon niet… de woorden van Regus kwamen weer terug in mijn hoofd… "Verraad kan niet vergeven worden in onze wereld…"

Nee, ik moest doorzetten. Ik zou het hem wel vertellen… ooit… maar eerst moest ik zeker weten dat vampiers goed waren. Mijn oordeel was eigelijk al klaar. Vampiers dronken alleen een beetje bloed om in leven te blijven. Eigelijk was het net zo slecht als het slachten van dieren voor het vlees. Dat deden we ook alleen maar om te blijven leven. Maar hoe liet ik dat in het minuscule brein van Eduson doordringen?