Hoofdstuk 3
'Harry, … Harry.' De stem kwam steeds dichter bij. De wazige figuren rond hem kregen stilaan hun vaste vorm terug.
'Hij komt bij.' Zei mevrouw Wemel.
Sarah keek van op een afstand toe. Het is jouw schuld, spookte het door haar hoofd. Door jou is hij flauwgevallen. Het stemmetje wou maar niet weggaan. Hij had evengoed een hartaanval kunnen krijgen. Sarah kreeg tranen in haar ogen. Ze liep vlug de trap op.
Harry moest gaan zitten en kreeg een glas water toegestopt. Hij zag nog net Sarah met tranen in haar ogen de trap oplopen. Hij dronk het glas in één teug leeg.
'Mevrouw Wemel, het gaat wel weer.' Harry stond op en liep naar de trap.
'Maar ik ga voor de zekerheid even op mijn bed liggen.'
Mevrouw Wemel knikt begrijpelijk.
'Naar de woonkamer jullie,' siste ze tegen de anderen. 'en laat Harry een tijdje met rust.'
Boven in de gang liep Harry naar Sarah's kamer. De deur stond op een kier en hij hoorde haar zachtjes snikken.
Voorzichtig opende hij de deur. Ze zat op haar bed in een boek te kijken. Harry aarzelde even, maar ging toen naast haar zitten. Ze schrok en sloeg het boek met een luide klap dicht.
'Sorry,' Mompelde Harry. 'Ik wilde je niet laten schrikken.'
'Geeft niet' zei Sarah terwijl ze haar tranen droogde.
'Voel je je al wat beter?' Vroeg ze.
'Ja, het was gewoon…' Hij keek haar even aan, ze was eigenlijk best knap.
'… een grote schok en…' Ze keek zo lief naar hem dat hij haar gewoon wou vasthouden en knuffelen. '…en het laatste dat ik verwachtte, was Sirius' dochter.' Ze leek veel op Sirius. Als hij haar vasthield zou het dan net zijn alsof hij Sirius vasthield?
'Ik denk dat ik begrijp wat je bedoelt.' Harry schrok wakker uit zijn gedachten.
'Mag ik… mag ik je wat vragen, Harry?'
'Tuurlijk.'
'Denk je, denk je dat hij me leuk zou gevonden hebben. Ik bedoel moest hij weten dat ik bestond en dat ik zijn dochter was, zou hij me dan leuk gevonden hebben?'
Harry wist even niet wat zeggen. Hij legde aarzelend zijn arm om haar heen.
'Ik denk…' Ze keek hem diep in de ogen. Hij smolt bijna. 'Ik denk dat hij dol op je zou geweest zijn.'
'Echt?'Vroeg Sarah, tranen rolden over haar wangen. Harry raakte zachtjes haar wang aan, om ze weg te vegen. 'Echt.' Zei hij. De deur vloog open en Ron stormde binnen.
'Hé Sarah, mam vraagt of je komt eten…' Hij stopte met praten toen hij Harry en Sarah zo zag zitten. Harry vloekte in zichzelf. Sarah sprong op. 'Ik kom.' En ze liep naar beneden.
Harry en Ron bleven achter. 'Sorry,' verontschuldigde Ron zich.
'Geeft niet.' Zei Harry mat. Waarom moest Ron net nu binnenkomen. Hij had haar bijna gezoend. Samen gingen ze naar de keuken. 'Wauw.' Fluisterde Harry. De keuken was ook helemaal vernieuwd. 'Vind je het mooi?' Vroeg een stem achter hem. Het was Sarah.
'Ik heb het zelf uitgekozen.' Zei ze met een beetje trots in haar stem.
'Ik vind het prachtig.' Grijnsde Harry. Ze moest een beetje blozen.
'Hé Sarah, kom je nog zitten!' Riep Hermelien terwijl ze op de lege stoel naast haar wees.
Sarah ging vlug zitten. Harry keek rond, er was nog maar één plaatsje vrij, naast Sarah. Wat heb jij toch een geluk vandaag, zei een stemmetje in zijn hoofd. Hij ging naast Sarah zitten en begon te eten.
'Ron, doe alsjeblief je mond dicht als je eet.' Zei Hermelien terwijl ze vol walging naar Ron keek.
'Watfzefgtjehermelin?' Vroeg Ron met zijn mond vol aardappelen.
'Ron, ALSJEBLIEFT!' Ron slikte vlug zijn eten door.
'Spijt me.' Zei hij vlug.
'Ja, dat zal wel.' Mompelde Hermelien boos.
'Ik zei toch sorry!'
Sarah giechelde. 'Zijn ze altijd zo?' Vroeg ze aan Harry.
'Ja.'zei Harry verveeld. 'Altijd.'
'Het is wel grappig, vind je niet? Die haat-liefde verhouding die zij hebben.'
Harry verslikte zich in zijn pompoensap. 'Haat-liefde?'
'Je gaat me toch niet vertellen dat het je nog is opgevallen dat die twee stapel op elkaar zijn?'
'Euhm…' Het was Harry nog nooit opgevallen, maar ze had waarschijnlijk gelijk.
Na het eten moesten ze naar bed.
'Het is verdorie haast 2 uur en jullie zitten hier nog beneden' zei mevrouw Wemel.
Ze liepen de trap op en voordat Sarah haar kamer binnenging, kneep Harry nog zachtjes in haar hand. 'Droom zacht.' Zei hij. 'Jij ook.' Antwoordde ze blozend.
De dagen daarop verliepen rustig en op 28 juli ontvingen ze de brieven van Zweinstein.
'Sarah, in welke afdeling kom je eigenlijk?' Vroeg Hermelien nadat ze haar brief had gelezen.
'Griffoendor.' Antwoordde Sarah.
'Hoe weet je dat?' Zei Ron.
'Voor ik hierheen kwam zijn ik en Perkamentus even langs Zweinstein gegaan. En de sorteerhoed heeft me ingedeeld.'
'Dus je zit in Griffoendor.' Zei Harry opgelucht. Hij wist niet wat hij moest doen als ze in Zwadderich werd ingedeeld. De volgende dagen gebeurde er niet veel en al snel was het de vooravond van 1 september. Harry hielp Sarah met het pakken van haar hutkoffer. Tops en mevrouw Wemel waren eergisteren naar de Wegisweg geweest om hun boeken te halen. Sarah stopte een boek erin en sloot de koffer.
'Bedankt Harry.' Zuchtte ze.
'Het is niets.'
'Ik meen het. Zonder jou was ik over uur nog bezig.' Ze keek hem lief aan.
Hij voelde zich raar. Zoiets had hij nog nooit gevoeld. Hij kreeg het plots warm en koud tegelijkertijd 'Zal ik… zal ik je helpen je hutkoffer naar beneden te brengen.' Vroeg hij.
'Graag. Alleen val ik waarschijnlijk van de trap.' Samen droegen ze de koffer naar beneden en zette hem bij de andere koffers. Vervolgens liepen ze naar de woonkamer, ze gingen zitten en begonnen wat over koetjes en kalfjes te babbelen. Hermelien bekeek ze van op een afstand.
'Ze passen echt perfect bij elkaar.' Zei ze tegen Ginny.
'Ja, ik vraag me af of Harry haar durft mee te vragen naar Zweinsveld als we terug op school zijn.' Antwoordde die.
'Ja,' zei Hermelien 'dat vraag ik me ook af.'
De volgende ochtend stond iedereen al klaar om te vertrekken. Harry kwam als laatste te trap af. 'Waarom gaan zij mee?' vroeg hij wijzend op Dolleman, Remus en Romeo.
'Om jou te beschermen natuurlijk.' Zei Remus.
'Voor wie?'
'Voor wie? Voor Heer Voldemort, of was je hem al vergeten?'
Harry werd rood. Hoe kon hij nu Voldemort vergeten zijn. Het antwoord liep de hal juist binnen. Ze had haar blonde haar in twee staartjes, en was gekleed in een topje en jeansbroek. Ze zag er werkelijk stralend uit.
'Je vangt vliegen Harry.' Grapte Fred.
Harry sloot vlug zijn mond.
Op weg naar het station liep Sarah naast hem en hij kon het niet laten om stiekem naar haar te kijken. Hermelien en Ron liepen voor hen, ruzie te maken, zoals gewoonlijk. In het station aangekomen liepen ze vlug door het muurtje tussen perron 9 en 10. Ze waren veilig aangekomen op perron 9 ¾.
