Hoofdstuk 5: Na regen komt zonneschijn.
Toen ze terugkwamen zat Ron alleen in een zetel. Hij zag eruit alsof hij wou gaan huilen.
'Ze haat me.' Zei hij bitter.
'Ah, kommop Ron, dat meende ze vast niet.' Probeerdde Harry.
'Dat meende ze wel, ze riep; Ik haat je en liep toen naar haar kamer.'
'Ik zal wel met haar gaan praten.' Zei Sarah.
Ze liep de trap op. Hermelien lag op haar bed in een groot dik boek te lezen.
'Hey, hoe gaat het met je neus.' Vroeg ze toen Sarah naast haar ging zitten.
'Prima, madam Plijster heeft hem in een wip genezen. Hij tintelt alleen nog een beetje.'
'Ik snap echt niet waarom Ron dat deed.'
'Hij wou je alleen maar verdedigen.'
'En daarom sloeg hij je?' Zei Hermelien verontwaardigt.
'Hij bedoelde het goed.'
'Sarah, hij brak je neus en dan zit jij hem hier nog eens te verdedigen ook?!'
'Ik heb het hem al lang vergeven en als ik niet meer boos ben, heb jij geen reden om nog boos op hem te zijn.' Hermelien zuchtte diep.
'Misschien heb je gelijk.'
' Natuurlijk heb ik gelijk.' Zei Sarah. 'Ik heb altijd gelijk.'
Hermelien gaf haar een klap met een kussen. Sarah sloeg meteen terug en zo ontstond een kussengevecht.
'Nu wil ze vast nooit met me uitgaan.' Zuchtte Ron.
'Sarah zei toch dat ze met haar ging praten.' Zei Harry.
'Dat haalt toch niet veel uit.'
'Heb je eigelijk al sorry gezegd?' Vroeg Harry.
'Tegen Hermelien?'
'Nee, tegen het meisje wiens neus je hebt gebroken.'
'O, ja dat was ik al vergeten.'
Sarah en Hermelien kwamen de trap af. Hermelien haar haar zat vol veertjes en ze hadden allebei een brede grijns op hun gezicht.
'Waarom doe je dat niet eerst, voordat je het weer vergeet.' Harry wees naar de meisjes.
'Oké.' Ron stond op en liep op de meisjes af.
'Sarahhetspijtmedatikjeneusgebrokenheb.' Zei hij in een adem.
'Sorry, maar ik denk niet dat ik je verstond.' Giechelde Sarah.
'Sarah, het spijt me dat ik je neus gebroken heb.' Zei Ron nu wat trager.
'Dat geeft niets, hoor. Het is al lang vergeven en vergeten.' Antwoordde Sarah.
'Kijk, hij zegt zelfs sorry.' Fluisterde ze tegen Hermelien.
'Oké, je hebt gelijk.'
'Zie je wel! Ik heb altijd gelijk.' Glunderde Sarah.
Ze liepen alledrie naar Harry.
'Zo, alles bijgelegd?' Vroeg hij nieuwsgierig.
'Nee,' zei Sarah en ze ging naast Harry zitten. 'Hermelien moet nog sorry zeggen.'
'O, maar dat moet niet hoor.' Zei Ron vlug.
'Dat moet wel Ron.' Zei Sarah en ze keek naar veelbetekenend naar Hermelien.
'Ja, ja. Het is al goed.' Zei ze tegen Sarah en ze draaide zich om naar Ron.
'Het spijt me dat ik zo tegen je ben uitgevlogen, Ron.' En ze ging naast Sarah zitten.
'Euhm.' Ron wist even niet wat zeggen.
'Zo dat is dan ook weer voorbij.' Zei Hermelien opgelucht.
'En vanaf nu spreken we nooit meer over het Sarah-slaat-Hermelien-en-Ron-breekt-haar-neus geval, zand erover oké?' Zei Sarah. De andere drie knikten.
De volgende dag zaten ze alle vier in de Grote Zaal te ontbijten. Hermelien was de ochtendprofeet aan het lezen.
'Weer niets.' Zei ze.
'Dat is toch goed nieuws?' Antwoordde Ron.
'Ik weet het niet. Hij houdt zich stil, te stil.'
'Hij heeft niet veel keus, nu het Ministerie weet dat hij terug is.' Zei Harry.
'Hij is zijn tactiek aan het veranderen.' Drie paar ogen waren op Sarah gericht.
'Eerst een nieuwe tactiek, dan nieuwe dooddoeners en ten slotte nieuwe bondgenoten.'
'Van wie weet je dat?' Vroeg Harry.
'Van wie denk je?' En ze keek even naar Perkamentus.
'Hij heeft het me in grote lijnen verteld. Voldemorts eerste plan is een groter leger.'
'De les begint zo.' Zei Hermelien na een korte stilte. Ze stonden op en liepen naar het Transfiguratielokaal.
'Hé Potter, Wolkenveldt!' Riep Malfidus. Hij probeerde nog steeds haar naam te raden en riep al sinds de eerste schooldag allerlei achternamen. Ze liepen gewoon door.
'Weer fout.' Mompelde Malfidus en hij schrapte de naam van zijn lijst.
'Houdt hij een lijstje bij?' Fluisterde Hermelien.
'Ja,' zei Sarah en je kon de angst in haar stem goed horen. 'Met alle achternamen van de leerlingen die op Zweinstein zitten in alfabetische volgorde.'
'Hij heeft die lijst waarschijnlijk van zijn vader gekregen.'Zei Harry.
'Jongens, hij zit al aan de W, wat moet ik doen als hij ploteling, hé Zwarts roept?'
'Gewoon doorlopen.' Raadde Harry aan.
'Ik weet niet af ik dat dan wel kan.'
'Juffrouw Sarah en Meneer Potter, zouden jullie zo vriendelijk willen zijn om op te letten?'
Professor Anderling keek hen boos aan.
'Sorry, professor.' Ze ging door met haar les. Alle leraren noemden Sarah bij haar voornaam, tot grote ergernis van Malfidus. Die had gehoopt dat hij zo haar naam te weten zou komen. Maar zelfs Sneep zei Sarah in plaats van Zwarts. Tijdens de lunch haalde Sarah een lange lijst boven.
'Wat is dat?' Vroeg Ron terwijl hij naar het lange perkament staarde.
'Dezelfde lijst die Malfidus heeft.' Ron keek haar niet begrijpend aan.
'Ik heb hem aan Perkamentus gevraagd.' Legde Sarah uit. Ze ging met haar vinger over de lijst. 'Wolkenveldt,' mompelde ze. 'Ha, hier. O, nee…' Haar gezicht werd lijkwit.
'Wat is er?' Vroeg Harry die er net was komen bijzitten.
'Wolkenveldt, Wuyts, Zegers en dan… Zwarts.'
'Malfidus is er dus bijna?' Zei Hermelien.
'Hé Potter, Wuyts!' Klonk het vanuit de andere kant van de zaal.
'Wat moet je?' Riep een jongen van Ravenklauw.
'Weer mis.' siste Malfidus.
'Nog één naam en dan…' Sarah stond op. 'Ik moet even met Perkamentus praten.'
'Zal ik meegaan?' Vroeg Harry bezorgt, ze zag eruit alsof ze elk moment kon flauwvallen.
'Goed.' En ze gingen naar het kantoortje van Perkamentus.
'Marsepein.' Zei Sarah en ze liepen de trap op. Harry klopte op de deur.
'Kom binnen.' Hoorden ze Perkamentus zeggen.
'Sarah, dat al de tweede keer vandaag dat je mij komt bezoeken. Welke reden heb je deze keer?'
'Dezelfde reden als bij mijn vorige bezoekje.' Antwoordde ze.
'Ga zitten.' Perkamentus toverde een tweezit tevoorschijn en ze gingen zitten.
'Dus Malfidus weet bijna wie je bent? Ik ben bang dat ik daar niet veel aan kan doen.'
'Dat weet ik. Maar ik had gehoopt dat u me kon zeggen wat ik moet doen als hij het weet.'
Harry begreep eigenlijk niet waarom Sarah zo bang was dat Malfidus of iemand anders haar naam zou kennen.
'Wat is daar eigenlijk zo erg aan? Dan weet hij dat je een Zwarts bent. Nou en?' Vroeg hij.
Sarah keek hem geschrokken aan. Hoe kon hij zo onwetend zijn, dacht ze. Perkamentus schrok ook een beetje van Harry's vraag.
'Harry,' Begon hij. Maar hij kon zijn zin niet afmaken. Sarah stond op en liep weg. Harry vermoedde dat ze huilde.
'Waarom loopt ze nu weg?'
'Omdat ze bang is.'
'Bang? Waarom is ze bang?' Harry was nu helemaal de kluts kwijt.
'Harry, ze is bang omdat ze denkt dat als Malfidus zo snel haar naam kan te weten komen, dat hij dan ook even snel kan weten dat ik haar voogd ben.' Zei Perkamentus rustig.
'Nou én?' Hij begreep het nog steeds niet.
'Ik dacht dat jij het wel zou begrijpen, Harry.'
'Wat moet ik begrijpen?' Perkamentus zuchtte.
'Ik heb je vorig jaar verteld, dat Marten dacht dat hij jou kon gebruiken om mij van hem weg te houden, dat jij een soort zwakke plek van mij bent. Weet je nog?' Harry knikte. Wat heeft dat met Sarah te maken, vroeg hij zich af.
'Wel, Sarah is mijn zwakke plek. En ken haar nog maar een paar maanden en ik houd nu al van haar alsof ze mijn eigen dochter is.' Harry begon het te begrijpen.
'En als Marten daar achter komt, loopt ze groot gevaar.' Ging Perkamentus verder.
'Daarom is ze dus bang.' Zei Harry.
'Ik denk het,' Antwoordde Perkamentus. 'Maar ik weet het niet zeker.'
'Hoe kon ik nu zo stom zijn?' Riep Harry. 'Nu wil ze vast niet meer met me uit.' Hij had zijn mond voorbijgepraat.
'Ga je met haar uit?' Vroeg Perkamentus. Harry knikte.
'Ben je… ben je verliefd op haar?' Harry's gezicht werd zo rood als een biet.
Perkamentus lachte. 'Ja, dus. Begrijp me niet verkeerd Harry, maar dat is niet echt goed.'
Harry keek Perkamentus verontwaardigd aan.
'Als Marten daar achter komt…' Harry begon boos te worden en stond op.
'Wat dan?!'
'Snap je het niet Harry? Als Marten Sarah ontvoert, dan slaat hij twee vliegen in één klap.
Dan heeft hij ons beiden in zijn macht.' Harry ging terug zitten. Hij heeft gelijk.
'Ik moet nadenken.' Zei Perkamentus. 'En ik denk dat jij en Sarah dat ook maar eens moeten doen. Dus ik geef jullie de hele middag vrij.' Harry stond op.
'Bedankt' zei hij en hij liep naar zijn slaapkamer.
'Ik zweer plechtig dat ik snode plannen heb.' De kaart van Zweinstein kwam tevoorschijn. Sarah zat buiten onder de oude eik. 'Snode plannen uitgevoerd.' En hij stopte de kaart terug in zijn hutkoffer.
'Het spijt me.' Zei Harry en hij plofte naast Sarah in het gras.
'Ik had het moeten weten, sorry.' Sarah keek hem met betraande ogen aan.
'Je kon het niet weten.' Zei ze.
'Wil je nog steeds met me naar Zweinsveld?' Vroeg hij.
'Ja, natuurlijk.' Zei ze. 'Waarom zou ik dat niet willen?'
'Omdat ik me als een ongelofelijke zak heb gedragen.'
'Vergeven en vergeten.'
'Je bent bang, hé?' Harry wist dat hij bang zou zijn in zo een situatie.
'Ja.' Zei Sarah. 'Als Voldemort een manier vindt om mij te ontvoeren heeft hij Perkamentus in zijn macht. En wat dan? Wat gebeurt er dan met Zweinstein? En met al die onschuldige dreuzels?' Ze keek hem vragend aan. Hij beantwoordde haar vragen door zijn arm om haar heen te leggen. Ze maakt zich zorgen om Zweinstein en om dreuzels. Ze is niet bang door wat er met haar kan gebeuren, ze denkt eerst aan de als Sirius. Sarah legde haar hoofd op zijn schouder.
'Harry?' Vroeg ze na 5 minuutjes. 'Beloof je me als er… als ik ontvoerd word door Voldemort, je hier blijft en me niet gaat zoeken?' Ze keek hem recht in de ogen. Hij smolt bijna. 'Ik wil niet dat jou iets overkomt. Dus, beloof je het?'
'Zoiets kun je me toch niet vragen?' Zei hij, 'Moet ik dan gewoon afwachten en niets doen? Dat kun je niet menen!'
Dan maar op de harde manier. 'Beloof het me of ik ga niet mee naar Zweinsveld.'
'Wat?!' Harry dacht na. 'Oké, ik beloof het.'
Sarah was blij dat ze haar zin had gekregen en vleide zich tegen Harry aan.
'Heeft Ron Hermelien al uitgevraagd?' Vroeg Harry.
'Nee, nog altijd niet.' Harry had Sarah verteld over hun spelletje doen, durven of waarheid.
'Hij heeft niet veel tijd meer, straks vraag iemand anders haar.' Zei ze.
'Ik denk dat we hem een klein duwtje in de rug moeten geven.'
'Daar ben ik het helemaal mee eens.' Zo bleven ze nog een tijdje zitten babbelen, Sarah tegen Harry gevleid met haar hoofd op zijn schouders en Harry's arm om haar heen geslagen. Harry vond het leuk, dat ze zo dicht bij hem zat. Hij kon elke ademhaling, elke beweging van haar voelen. Hij wou dat de middag nooit eindigde. Jammer genoeg, blijft de tijd niet stilstaan.
'De lessen zijn gedaan. Zullen we maar naar de leerlingenkamer gaan?' Vroeg Sarah.
Harry knikte en ze stonden recht.
'En waar hebben jullie gezeten?' Vroeg Hermelien bezorgt toen ze de leerlingenkamer binnenkwamen.
'Buiten.' Zei Harry alsof er niets aan de hand was.
'We hebben de namiddag vrij gekregen, Hermelien.' Zei Sarah.
'Dus we hebben niet gespijbeld, oké.' Hermelien leek niet gerustgesteld.
'Ze werd echt krankzinnig toen jullie niet kwamen opdagen voor bezweringen.' Fluisterde Ron tegen Harry. 'Ze dacht dat jullie ontvoerd waren ofzo.' Bij het woord ontvoerd viel Harry van zijn stoel.
'Gaat het wel?' Vroeg Sarah bezorgt.
'Het is niets, gewoon een wankele stoel.' Verzon Harry vlug.
'Ik denk dat het tijd is om Ron een duwtje in zijn rug te geven.' Fluisterde hij in haar oor.
'Zeg, Hermelien. Ik vroeg me af, aangezien ik met Harry ga. Met wie ga jij eigenlijk naar Zweinsveld?' Zei Sarah nonchalant.
'Daar had ik nog niet aan gedacht.' Ron zag dat dit zijn kans was.
'Misschien kun je met mij gaan.' Zei hij. 'Ik bedoel Harry gaat met Sarah en anders moet ik ook maar alleen gaan.' Hermelien keek hem weifelend aan.
'Goed.' Zei ze. Ron had haar niet eens gehoord.
'… maar als je niet wilt, begrijp ik het wel hoor, dan ga ik wel alleen.'
'Ron!' Schreeuwde Hermelien. Ron hield op met babbelen.
'Ik zei goed.' Ron keek haar verbaasd aan. Dit had hij niet verwacht.
'Nou, oké.' Mompelde hij en hij liep de trap op naar de jongensslaapzaal.
'Wauw.' Zei Sarah. 'Ik had echt niet gedacht dat je ja zou zeggen, Hermelien.'
'Waarom niet?'
'Wel, ik dacht gewoon niet dat jij met Ron zou willen uitgaan.'
'Uitgaan? Hij vroeg me gewoon om dat hij anders alleen moest gaan.'
'Droom maar verder Hermelien, droom maar verder.' Sarah stond op en ging naast Harry bij het haardvuur zitten. 'Opdracht voltooit.' Zei ze.
