Hoofdstuk 7: Dreams vs. Reality.

'Crucio!'

'Aaaaaaaaaah.' Sarah schreeuwde het uit van de pijn.

Harry wou haar helpen maar hij kon alleen maar toekijken.

Voldemort had zijn toverstok opnieuw op Sarah gericht.

'Avad…'

'Wacht!' Perkamentus kwam op Voldemort afgelopen.

'Ik geef me over Marten, laat het meisje gaan.'

Voldemort glimlachtte breed.

'Dacht je nou werkelijk dat ik haar zou laten gaan?'

Hij richtte zijn toverstok voor de derde keer op Sarah.

'AVADA KEDAVRA!'

Een groene flits.

Hij werd hijgend wakker. Zijn litteken brandde verschrikkelijk.

'Het was maar een nachtmerrie.' Zei hij om zichzelf gerust te stellen.

'Gewoon een nachtmerrie.'

'Is de schone slaper eindelijk wakker?' Sarah kwam de kamer binnen. Ze liep naar Harry en gaf hem een zachte kus op de lippen.

'Goedemorgen, Harry.' Fluisterde ze. Harry trok haar naar zich toe en gaf haar een lange, vurige kus. Hij wou zeker zijn dat ze geen spook was.

'Waaraan heb ik dat verdient?'

'Waar zijn Ron en Hermelien?' Vroeg hij vlug om haar vraag te ontwijken.

'Die zijn al naar de Grote Zaal voor de lunch.'

'Lunch?! Hoe laat is het al?'

'Half één, slaapkopje van me.'

Sarah wachtte in de leerlingenkamer totdat Harry zich aangekleed had en ze gingen samen naar de Grote Zaal. Na de lunch liepen ze samen met Ron en Hermelien naar de leerlingenkamer van Griffoendor.

'Zo, zo Potter. Ik had nooit gedacht jou hand in hand te zien lopen met de dochter van een moordenaar.' Malfidus, Korzel en Kwast versperden hen de weg.

'Mijn vader is geen moordenaar.' Siste Sarah.

'Bedoel je niet was?' Harry keek Malfidus woedend aan.

'Ik zou maar opletten met wat je zegt, Malfidus. Want Perkamentus is namelijk haar voogd.' Zei Ron. Sarah werd lijkwit en Harry kon Ron wel slaan.

'Perkamentus is haar voogd… dit verhaal zal nog meer opbrengen dan ik had gehoopt.' Malfidus draaide zich om en Korzel en Kwast volgden zijn voorbeeld.

Geen van de vier zei een woord tot ze aan de Dikke Dame kwamen.

'Kraaienpootjes' Zei Hermelien en ze gingen de leerlingenkamer binnen. Ze liepen naar twee lege zetels bij het haardvuur en gingen zitten. Harry legde zijn arm om Sarah heen.

'Wat nu?' Vroeg hij.

'Als Malfidus dat verhaal echt aan de profeet verkoopt, zitten we met een probleem.' Merkte Hermelien op.

'Laten we dus hopen dat hij maar een grapje maakte.' Zei Ron.

'Malfidus maakt geen grapjes, Ron.' Antwoordde Sarah doodserieus.

En inderdaad de volgende ochtend stond in grote letters op de voorpagina van de ochtendprofeet:

PERKAMENTUS IS VOOGD VAN DE DOCHTER VAN SIRIUS ZWARTS.

Het meisje heeft de jongen die bleef leven nu al in haar macht. Lees meer p 4-6.

'Ik wist niet dat jij Harry in jou macht had, Sarah.' Grapte Ginny.

En paar leerlingen vonden het artikel lachwekkend, maar de meeste keken angstig naar Sarah.

Sarah zelf zag eruit alsof ze ging flauwvallen. De ochtendpost arriveerde en de meeste uilen lieten hun brief bij Sarah vallen.

'Ik denk niet dat dit fanmail is.' Zei Hermelien terwijl ze één van de brieven opende.

Een pikzwart uiltje ging op Sarah's schouder zitten.

'Hé, Cosmo! Waar heb jij gezeten jongen?' Sarah nam de brief uit de klauwen van Cosmo.

Ik weet nu wie en waar je bent.

Sarah wou roepen, tieren of weglopen maar ze kon alleen maar naar het briefje in handen staren.

'Wie weet wie en waar je bent?' Ron had over haar schouder meegelezen.

Hermelien nam het briefje uit haar handen. 'Sarah, van wie is dat briefje?' Vroeg ze bang.

Sarah deed haar mond open, maar de woorden wilden er niet uitkomen.

'We moeten iets doen.' Zei Harry nadat ook hij het briefje had gelezen.

'Afwachten.' Sarah leek haar stem weer terug te krijgen.

'Ik haat dat woord.' Antwoordde Harry.

'Denk je dat ik het leuk vind, Harry?' Harry keek Sarah ontzet aan. Zij had het er vast nog moeilijker mee.

'Ik wou alleen maar zeggen dat ik het erg vind dat ik je niet kan helpen.'

'Ow.'

'Zolang we op Zweinstein zijn kan haar niets gebeuren, Harry. Dus je moet je geen zorgen maken.' Deelde Hermelien mee.

'Ze heeft gelijk.' Antwoordde Sarah. Maar Harry was niet gerustgesteld.

'Maar…'

'We moeten opschieten of we komen nog te laat voor geschiedenis van de toverkunst.' Merkte Ron op. Ron, Hermelien en Sarah stonden recht maar Harry bleef zitten.

'Ga maar al. Ik... euh…ik moet nog iets opzoeken in de bilbliotheek.' En hij liep weg.

'Wat gaat hij nou doen?' Vroeg Hermelien.

'Geen idee. Maar ik ben zeker dat hij niet naar de bibliotheek gaat.' Antwoordde Sarah.

Harry liep naar buiten, hij was op weg naar Hagrid's hutje.

'Hagrid, ik ben het, Harry. Ik moet je spreken.' De deur ging open.

'Mot je niet in je les zen, Harry?'

'Eigenlijk wel, maar dat er niet toe. Ik moet je over iets spreken.' Harry ging binnen.

'Ga zitten.' Harry plofte neer in de grote zetel en Hagrid ging tegenover hem zitten.

'Zo, over wat wil je praten? Heeft het iets te maken met jeweetwel?'

'Ja. Nee. Misschien.'

'Maak een keus Harry.'

'Ja, onrechtstreeks heeft het Voldemort te maken.'

'Met wie of wat heeft het dan rechtstreeks te maken?'

'Sirius dochter, Sarah.'

'Gaat het over dat artikel in de krant? Daar mot je je niks van aantrekken. Ze hebben toch al eerder zo van die stomme verhalen over jou verzonnen.'

'Het is niet verzonnen. Sommige dingen zijn waar.'

'Ze heeft je toch niet echt in je macht, Harry?'

'Hagrid nee! Hoe kun je zoiets denken.'

'Wat is precies je probleem, Harry?'

'Ze heeft vanmorgen een brief gekregen en ze loopt groot gevaar.'

'Harry, je hebt echt al genoeg aan je hoofd zonder dat je de problemen van één of ander meisje erbij neemt. Ze kan zichzelf wel redden.'

'Ze is niet één of ander meisje Hagrid!'

'O, nee?'

'Nee, want ik…ik geef om haar.'

'Tja, dat verandert natuurlijk de hele situatie.'

'Vertel mij wat.' Harry zuchtte diep.

'Misschien is het beter als je gewoon afwacht.' Harry kreunde.

'Hoe kan ik afwachten als Voldemort haar elk moment kan ontvoeren of zelfs vermoorden.' Voila het was eruit. Zijn droom flitste door zijn hoofd.

'Waarom zou ie haar vermoorden?'

'Ik weet het niet maar vannacht droomde ik dat ze vermoord werd.'

'Dat was gewoon een nachtmerrie, Harry.'

'Mijn nachtmerries zijn nooit gewoon.' Daar kon Hagrid niets op terug zeggen.

'Toch mot je gewoon afwachten en probeer er zoveel mogelijk te zijn voor haar. Ze kan je steun vast goed gebruiken.' Harry knikte met tegenzin.

'En nu ga je beter terug naar je les.' Ze stonden op en liepen naar de deur.

'Bedankt Hagrid.' En Harry liep naar de serres voor Kruidenkunde.

'Waar was je? En durf niet de bibliotheek te antwoorden. Ik weet dat je daar niet was.' Sarah's stem klonk ongerust.

'Gewoon ergens.'

'Gewoon ergens? Ik was doodongerust, Harry.'

Harry moest onvrijwillig grijnzen. Ze is bezorgd om me.

'Je moet je geen zorgen over mij maken,Sarah. Ik kan heus wel voor mezelf zorgen.'

'Juffrouw Sarah…'

'U hoort juffrouw Zwarts te zeggen, mevrouw Stronk.' Zei Belinda.

'O. Juist ja. Juffrouw Zwarts en jongeheer Potter zouden jullie zo vriendelijk willen zijn om jullie problemen buiten mijn les te bespreken.' Sarah en Harry knikten.

Sarah en Harry liepen hand in hand de les uit.

'Hé, Harry! Wacht.' Ernst Marsman kwam op hen toegelopen.

'Ik moet je spreken. Alleen.' Sarah rolde met haar ogen.

'Waarom…'

'Omdat hij me niet vertrouwd.' Onderbrak Sarah Harry. 'Maar ik vind het niet erg, hoor. Ik moet toch nog even naar de bibliotheek.' Zei ze op een sarcastisch toontje.

Ze liep naar het kasteel.

'Ik was bij Hagrid!' Riep Harry haar na. Sarah draaide zich om en er verscheen een glimlach op haar gezicht. Ze wierp haar een kushandje toe en ging het kasteel binnen. Harry was blij dat hij het had verteld.

'Ze heeft je echt in je macht, hé.' Vroeg Ernst. 'Ik kon het eerst niet geloven, maar nu…'

'Hoe bedoel je?'

'Tijdens Kruidenkunde wou je het haar niet vertellen en nu zeg je het toch.'

'Hoe weet jij dat…'

'Jullie waren niet echt aan het fluisteren, Harry.'

'Ik vind het gewoon niet leuk om geheimen voor haar te hebben, tijdens Kruidenkunde was ik gewoon wat aan het plagen. Daarom heeft ze me nog niet in haar macht.'

'Misschien besef je het zelf niet, maar ze is een Zwarts, Harry.'

'Nou én?' Ernst begaf zich op heel erg dun ijs.

'Wel, die hebben niet echt een goede reputatie en de appel valt meestal niet ver van de boom.'

Harry kon het niet meer aanhoren. 'Klep dicht, Ernst!' En hij ging naar het kasteel.