Hoofdstuk 12

Vijf minuten later kwam Harry terug. Hij gooide de mantel over hen heen.

'Weet je ik vind het altijd erg gezellig zo onder die mantel.'

'A, ja?'

'Ja, ik vind dat het een soort vrijheid geeft, omdat niemand anders ons kan zien.'

Harry grijnsde en gaf Sarah een lange, diepe kus. Er kuchtte iemand.

Ze draaiden zich om en zagen Perkamentus staan.

'Oeps.' Slikte Harry en Sarah werd knalrood.

Perkamentus had pretlichtjes in zijn ogen. 'Goedenavond.' Mompelde hij.

Ze liepen verder naar de kamer van Hoge Nood.

Harry keek eerst op de Sluipwegwijzer of er niemand in de buurt was en haalde dan de mantel van hen af. Hij liep een paar keer heen en weer en de deur verscheen weer. Ze gingen binnen.

'Hé, dit is niet dezelfde kamer.' Merkte Sarah op.

'Nee, je had toch warmte nodig.' Hij wees naar het reusachtige bubbelbad.

'Sorry, ik heb geen zwemkledij bij.'

'Kijk eens in die kast.' Sarah vond er een paar prachtige bikini's.

'Ik ga me niet voor jou omkleden.' Harry wees naar twee kleedhokjes.

'Oké dan…' Sarah liep een kleedhokje binnen.

Harry koos een zwemshort en ging het andere binnen.

Tien minuten later stond Harry op Sarah te wachten.

'Waarom duurt het zolang?'

'Ik durf niet naar buiten komen.'

'Waarom niet?'

'Wel, zo een bikini is tamelijk… bloot.'

Er verscheen een brede glimlach op Harry's gezicht.

'Je hoeft je voor mij niet te schamen hoor.'

De deur van het hokje ging langzaam open. Harry stond oog in oog met een halfnaakte Sarah.

Hij staarde haar met open mond aan. Ze werd er rood van.

'Ik vind het maar frisjes zo, zullen we in het bubbelbad gaan?'

Harry deed zijn mond dicht. 'Uh…oké.' Stamelde hij.

Sarah liet zich langzaam in het bad glijden.

'Kom jij niet? Het water is heerlijk.'

Hij staarde nog steeds voor zich uit.

'Harry!' Hij schrok wakker.

'Tisser?'

'Kom je nog?'

'O, ja.' Harry sprong in het bubbelbad.

'Hé! Rustig aan Harry.'

'Wauw.'

'Wat?'

'Gewoon.'

'Gewoon wat?'

'Jij.'

'Ik?'

'Ja, jij!'

'Wat is er dan met mij?'

'Ik had nooit gedacht dat jij zo was.'

'Dat ik hoe was, Harry?'

'Zo.'

'Harry!' Sarah duwde zijn hoofd onder water.

'Hey! Straks verdrink ik nog.'

'Dan zou ik je mond-op-mond beademing geven.'

'In dat geval, mag je me gerust doen verdrinken.'

Harry zwom naar de overkant van het bad.

Daar was een inham waarin je kon zitten zonder uit het bubbelbad te gaan.

Sarah zwom naar hem toe en legde haar armen rond zijn nek.

'Wat is er nu met mij, Harry?' Vroeg ze liefjes.

'Je bent ongelooflijk sexy.'

'En jij bent erg grappig.'

'Ik meen het.'

'Harry?'

'Ja?'

'Ik geloof je.'

Ze werd rood en begon te lachen.

'O, nee.' Mompelde Harry en hij keek beschaamd naar zijn zwembroek.

'O, jàààààà!' Sarah gierde het uit.

'Hey, een beetje minder wil je?'

'Sorry, maar het is gewoon zo...zo… grappig!'

'Oké, ik ga me aankleden.'

'Harry wacht!'

Harry stond op een liep naar zijn kleedhokje.

'Hé Harry, wacht nou even.' Hij deed de deur dicht.

Sarah klopte op de deur.

'Kommop Harry, doe open! Het spijt me. Ik had niet mogen lachen.'

'Maar dat deed je wel.'

'Ik zei toch dat het me spijt. Doe alsjeblieft open.'

'Ik denk dat ik me eerst ga aankleden.'

'O, ja. Dat doe je best eerst.'

Vijf minuten later deed Harry de deur open.

Sarah zat nog steeds in haar bikini, dat had hij niet verwacht.

'Waarom heb je je nog niet aangekleed?'

Sarah haalde haar schouders op. 'Ik wou het eerst goed maken.'

Ze keek hem diep in de ogen. 'Het spijt me, Harry.'

'Ik weet het.' Hij trok haar naar zich toe en kuste haar op het voorhoofd.

Ze kuste hem op de mond.

'Weet je, ik denk dat we net onze eerste ruzie hebben gehad.'

'Ja, volgens mij heb je gelijk.'

Sarah voelde het touwtje van haar bikini loskomen. Ze drukte zich vlug tegen Harry aan.

'Harry niet bewegen!'

'Waarom niet?'

'Omdat anders mijn bikinitopje afvalt.'

'Nu stel je me voor een groot dilemma, Sarah.'

'Durf niet te bewegen!'

'Ik zweer dat ik niet zal bewegen.'

'Oké.'

Sarah liet Harry voorzichtig los en knoopte het touwtje van haar bikini weer dicht.

'Je mag weer bewegen.'

'Ben je zeker?' Sarah knikte.

'Ik ga me aankleden.'

'Haast je een beetje, het is al elf uur.'

Een kwartiertje later slopen ze door de gangen.

Harry had zijn hand op Sarah's heup gelegd en ze kwamen niet echt vooruit, aangezien hij haar om de 20 seconden kuste.

Toen hij haar voor de zoveelste keer wou kussen hield ze hem tegen.

'Sst! Ik hoor iemand.'

'O, nee. Ik heb de mantel niet over ons heen gegooid!' Hij wou net de mantel over hen heen werpen maar het was al te laat. Professor Anderling had hen gezien.

'Potter! Sarah! Wat doen jullie hier nog zo laat?'

'Euh we waren even…' Harry kon niks verzinnen.

'Een frisse neus gaan halen.' Vulde Sarah aan.

'Een frisse neus gaan halen? Om halftwaalf! Harry, ik dacht dat je wel wist dat Sarah in groot gevaar is! Dan neem je haar toch niet 's avonds laat mee naar buiten om een frisse neus te gaan halen!'

'Maar professor…'

'Het was mijn idee.' Zei Sarah.

Perkamentus kwam in zijn kamerjas naar hen toegelopen.

'Ik kom net uit mijn bubbelbad en ik dacht dat ik iets hoorde.' Zei hij.

Sarah en Harry werden knalrood, maar professor Anderling had het te druk met boos zijn om dat op te merken.

'Deze twee lopen om half twaalf door de gangen, dat kan zomaar niet, Albus!'

'Nee, je hebt gelijk Minerva. Dat kan niet. Ik verwacht jullie morgen op mijn kantoor. Als de lessen beginnen.' Antwoordde Perkamentus.

'Goed gezegd, Albus.' Professor Anderling liep tevreden weg.

'Dat meende u toch niet, hé?' Vroeg Harry.

'Dat meen ik wel. Ga nu maar slapen en tot morgen.'

Ze liepen door naar de leerlingenkamer. Harry zei de hele weg niets.

Toen ze in de leerlingenkamer aankwamen werd Sarah de stilte beu.

'Harry, denk je dat hij ons straf gaat geven?'

'Waarschijnlijk.' Hij liep naar de trap van de jongensslaapzaal.

'Harry, is er iets?' Harry draaide zich om.

'Waarom denk je dat?'

'Nou, je geeft me geen kus en je zegt niet eens slaapwel. Ben je nog steeds boos op me?'

'Nee, ik ben boos op mezelf.'

'Wat?'

'Anderling had gelijk. Je loopt gevaar en ik had je niet…'

'Mogen mee vragen naar de kamer van Hoge Nood?'

'Ja. Hoe kon ik nu zo stom geweest zijn?' Verweet Harry zichzelf.

'Harry, als Perkamentus er is kan me niet veel gebeuren.'

'Ik wil je gewoon niet kwijt.' Hij kuste haar zachtjes.

'Slaapwel, Harry.' Ze liep naar boven.

'Slaapwel, Sarah.'

De volgende ochtend zaten Harry en Sarah zenuwachtig te ontbijten.

Hermelien en Ron hadden het te druk met elkaar om te eten.

'Hou nu eens op! We proberen hier wel te eten.' Zei Marcel.

Sarah kreeg geen hap binnen.

'Wat voor straf denk je dat we zullen krijgen?' Vroeg ze aan Harry.

'Misschien moeten we zilverwerk poetsen ofzo.' Antwoordde hij.

'Waarvoor krijgen jullie straf?' Hermelien was net opgehouden met Ron te zoenen.

'Ja, Harry waarom krijgen jullie straf?' Ron wist maar al te goed dat Harry laat in zijn bed was gekropen.

'Gewoon, een nachtelijk uitstapje.' Zei Sarah.

'Een nachtelijk uitstapje?' Hermelien verslikte zich in haar pompoensap.

'Ja.' Knikte Harry.

'Sarah, in jouw toestand is het veel te gevaarlijk om nachtelijke uitstapjes te maken.' Zei Hermelien.

'Mijn toestand? Je zegt het alsof ik zwanger ben Hermelien.'

Het woord zwanger deed enkele mensen omkijken.

'Wat dus niet het geval is.' Zei Sarah snel, maar het geroezemoes was al begonnen.

'Shit.' Zei Harry. 'Nu denkt iedereen dat je zwanger bent.'

'Ook dat nog.' Zuchtte Sarah.

'Wie gelooft nu zoiets.' Zei Hermelien.

'Veel mensen, heel erg veel mensen.' Ron was naar de tafel waaraan de leraren zaten.

Professor Anderling kwam snel naar hen toegelopen.

'Jullie twee, meekomen!' Beval ze.

Nu keek iedereen naar Sarah en Harry en toen ze de Grote Zaal verlieten hoorden ze luid praten. Ze liepen naar het kantoortje van Perkamentus.

'Snickers.' Het standbeeld verschoof en de trap kwam tevoorschijn.

'Vooruit, naar boven jullie. Perkamentus wil vast heel wat met jullie bespreken.'

Ze gingen angstig de trap op. Harry klopte op de deur.

'Kom binnen.'

Ze gingen binnen.

'Ik heb daarnet iets opgevangen.' Zei Perkamentus toen ze gingen zitten.

'O, ja?' Zei Sarah nonchalant.

'Ja, iets over een bepaalde toestand van een zeker iemand.'

'Echt?' Perkamentus geloofde die onzin toch niet?

'En aangezien ik Sarah's voogd ben, heb ik het recht op de waarheid te weten.'

'Wat? Dat meent u toch niet? Denkt u echt dat ik zwanger ben! Ik ben de heilige Maagd Maria niet hoor! Ik heb gisteren de engel Gabriël niet op bezoek had.'

'Ze is dus niet zwanger.' Vulde Harry aan.

'Oké, ik geloof jullie, maar ik kan de geruchten niet stopzetten.'

'Alsof ik me wat aantrek van geruchten.' Zei Sarah boos.

'Maar dat is niet de belangrijkste reden dat ik jullie hierheen geroepen heb.'

'Nee, dat was om ons straf te geven.' Sarah haar humeur werd er niet echt beter op.

'Helemaal niet.'

'Waarom dan wel?' Vroeg Harry nieuwsgierig.

'Omdat ik jullie iets moet vertellen, iets heel erg belangrijk.'

'Hoe belangrijk?' Sarah was haar boosheid al vergeten.

'Levensbelangrijk.'

Perkamentus haalde een hersenpan tevoorschijn.

'Toch niet weer zo'n voorspelling?' Zuchtte Harry.

'Ik ben bang van wel, Harry.'

'Weer? Hoe bedoel je weer? En wat is dat van een voorspelling.' Ze begreep er niets van.

'Ik zal het jullie eerst tonen, daarna leg ik het wel uit.'

Hij roerde met zijn toverstok in de hersenpan.

De gedaante van Professor Zwamdrift rees op uit de zilveren massa.

'Het meisje wiens vader kinderloos gestorven is… Zal weldra een wees worden… Zij zal de Jongen Die Bleef Leven de kracht geven… Om de Heer Van Het Duister te verslaan… Het meisje wiens vader kinderloos gestorven is… Zal weldra een wees worden…'

Sarah en Harry wisten niet wat zeggen.

'Deze voorspelling is aan mij gedaan door professor Zwamdrift drie dagen na de dood van Sirius. Totdat ik Sarah ontmoette had ik geen idee wat hij betekende.'

'Slaat die… die dinges op mij?' Zei Sarah met een piepstemmetje.

'Ja, jouw vader is kinderloos gestorven.'

'Dat laatste stuk… Wat betekent dat?' Vroeg Harry.

'Dat laatste stuk is de reden waarom ik jullie dit nu pas laat zien. Ik wou jullie niet dwingen om een verkering te hebben en zo.'

'Wat betekent het?' Vroeg Harry weer.

'Het betekent dat Sarah jou de kracht kan geven om Marten te verslaan.'

Dit werd allemaal een beetje teveel voor Sarah, eerst denkt heel de school dat ik zwanger ben, dan krijg ik zo een dinges te horen en nu dit.

'Hoe?' Vroeg ze. 'Hoe moet ik Harry de kracht geven om Voldemort te verslaan?'

'Dat weet ik nog niet precies.'

'Als u het al niet weet, hoe moet ik het dan weten? En wat als het me niet lukt?'

'Het lukt je.' Zei Perkamentus zeker.

'Maar als het me niet lukt, dan… dan verliest Harry en dan…Is het allemaal mijn schuld.'

'Niemand zal jou ergens van beschuldigen, Sarah.' Harry probeerde haar gerust te stellen.

'Dan ben jij dood… door mijn schuld.'

Sarah keek woedend naar Perkamentus.