Hoofdstuk 14

'Accio mantel.' De mantel vloog van hen af.

'Paralitis!'

'Protego!' Harry had zijn toverstok al klaar gehouden.

De spreuk weerkaatste.

'Paralitis!' Schreeuwde Voldemort weer, dit keer raakte Sarah verlamd.

Harry zocht naar hulp, maar de rest was te druk bezig met de dooddoeners.

'Mobilicorpus!' Sarah werd overeind getrokken.

Harry wou hem tegenhouden.

'Expelliarmus!' Harry's toverstok vloog uit zijn hand.

Nu kon hij alleen maar toekijken.

'Laat haar met rust, Marten!' Perkamentus verschijnselde naast Harry.

'Zij is het meisje, is het niet Perkamentus?'

'Dat is ze niet, Marten dus laat haar met rust!'

'Waarom zou je haar anders beschermen?'

Perkamentus nam een oude schoen vast. 'Portus!' Hij greep Sarah's hand vast.

'Neem deze viavia naar Zweinstein, Harry. Nu!' Perkamentus gaf Harry Sarah's hand.

Harry voelde een ruk aan zijn navel en voor hij het wist was hij samen met Sarah aangekomen op Zweinstein. Hermelien, Ron en Ginny hadden ook een viavia genomen.

'Enervatio!' Sarah kwam weer bij.

Harry begon haar te knuffelen.

'Ik laat je nooit maar dan ook nooit meer los.' Zei hij.

'Harry, dan stik ik!'

Harry liet haar vlug los.

'Hij had je bijna, moest Perkamentus er niet geweest zijn dan…'

'Ik heb gefaald.' Zei Sarah.

'Wat?'

'Ik had je die kracht moeten geven, maar ik kon het gewoon niet.'

'Welke kracht?' Vroeg Ginny.

'Dat weten we niet.' Antwoordde Sarah.

'Je hebt niet gefaald, ik denk dat je nog geen controle over die kracht hebt. Het is je toch al één keer gelukt.' Zei Harry.

'Ja, maar wat als het me nooit meer lukt?'

'Het zal je nog een keer lukken, ik geloof in je.' Harry gaf Sarah een kus op haar voorhoofd.

Sarah voelde iets. Ze kreeg een tinteling in haar hart. Ze voelde zich speciaal…

Er schoot een wit licht vanuit haar ogen, voor enkele seconden maar en toen werd ze weer gewoon.

'Wat… was… dat?' Hijgde ze.

'Dat is je kracht.' Perkamentus was net aangekomen.

'Professor! Is iedereen oké, is er niemand gewond geraakt?' Vroeg Hermelien bezorgt.

'De dooddoeners zijn opeens verdwenen, op het zelfde ogenblik als Marten. Niemand is erg gewond geraakt juffrouw Griffel.' Ze Perkamentus.

Harry voelde zich raar, die flitsen uit Sarah's ogen waren recht in zijn ogen geschoten. Hij voelde zich opslag beter.

'Je hebt me kracht gegeven.' Fluisterde hij in Sarah's oor.

'Niet veel, maar toch je hebt me een beetje kracht gegeven.'

'Ik heb er geen contole over.' Antwoordde ze.

'Daar moet je nog op oefenen.' Zei Perkamentus.

'Harry, probeer vanaf nu met Sarah één keer per week op haar kracht te oefenen. Want ik heb het gevoel dat ze die binnenkort nodig zal hebben.' Harry knikte.

4 weken later

'Laat we ophouden voor vandaag.' Zei Harry, hij en Sarah waren al voor de vierde keer haar kracht aan het oefenen.

'Nee Harry, het lukt me nog steeds niet en het moet me lukken.' Ze concentreerde zich zo hard dat ze er hoofdpijn van kreeg.

'Je hebt nood aan wat ontspanning.' Hij liep naar haar toe.

'Je loopt al vier weken gestresst rond.'

'Ik weet het, maar Perkamentus zei…'

'Vergeet nou even wat Perkamentus heeft gezegd en luister eens naar mij.'

'Goed. Ik luister.'

'Jij. Hebt. Nood. Aan. Ontspanning.' Hij kuste haar zachtjes.

'Je hebt gelijk.' Ze kuste hem terug.

Ze zoenden een uur lang, plots voelde Sarah haar hart overlopen van geluk, ze kreeg die tinteling weer, er schoot een helderwit licht uit haar ogen, recht in die van Harry.

Na vijf minuten verdween het licht, Sarah viel versuft op de grond.

'Sarah! Het is je gelukt!' Harry voelde zich machtig, alsof hij de hele wereld aankon.

Dat gevoel verdween meteen toen hij Sarah zag liggen.

'Sarah, gaat het?' Hij knielde naast haar neer.

Ze deed langzaam haar ogen open.

'Het is me gelukt.' Zei ze.

'Ja, maar ik denk dat je zoiets maar niet te veel moet doen. Je bent een groot deel van je eigen krachten kwijt.'

'Geeft niet. Het is me gelukt.' Ze voelde zich dolgelukkig.

'Denk je dat je nog steeds morgen met mij naar Zweinsveld kan gaan?'

'Tuurlijk. Tegen morgen ben ik helemaal uitgerust.'

Hij hielp haar recht en ze liepen naar de leerlingenkamer.

Ze gingen in een zetel bij het haardvuur zitten en Sarah legde haar hoofd op Harry's schouder. Ze viel meteen in slaap.

'Zo, die is ook moe.' Zei Ron op Sarah wijzend.

'Het is haar gelukt en ze heeft een groot deel van haar krachten verloren.' Antwoordde Harry.

'Is het haar gelukt?' Vroeg Hermelien.

'Ja, ze schoot een soort wit licht uit haar ogen, recht in de mijne.'

'Wauw.'

Harry, Ron en Hermelien babbelden nog wat, na een uurtje ging Hermelien slapen en een halfuurtje later ging ook Ron naar boven. Harry was eigenlijk ook moe, maar hij wou Sarah niet wakker maken.

De volgende ochtend werd hij wakker in de leerlingenkamer.

'Goeiemorgen, Harry.' Sarah stond zo te zien klaar om te vertrekken.

'Ik ga me even opfrissen en dan vertrekken we, oké?' Vroeg Harry.

'Oké.'

Een halfuurtje later liepen ze door Zweinsveld.

'Wat is daar te doen?' Sarah wees naar een grote groep mensen.

'Laten we even een kijkje nemen.' Stelde Harry voor.

Hij worstelde zich door de menigte en zag een paar kobolden, die trucjes deden.

'Grappig, hé?' Vroeg hij aan Sarah, maar Sarah antwoordde niet.

Hij draaide zich om. 'Sarah!' Niemand antwoordde, een paar mensen keken hem raar aan.

Dit kan niet waar zijn. Hij zocht heel Zweinsveld af, maar Sarah was nergens te vinden.

In Zachirius kwam hij Ron en Hermelien tegen.

'Ik ben Sarah kwijt.' Zijn stem klonk in paniek.

'We helpen je wel zoeken.' Zei Hermelien meteen.

'Misschien is ze teruggekeerd naar Zweinstein.' Zei Ron na twee uur zoeken

'Zonder iets te zeggen? Dat zou Sarah nooit doen Ron.' Antwoordde Harry.

'We moeten naar Perkamentus, Harry.' Zei Hermelien.

'Ik weet het.' Ze keerden terug naar Zweinstein.

'Noodgeval.' Zei Harry en de steen ging opzij.

Hij stormde de trap op en ging Perkamtus' kamer binnen.

'Professor! Ik kan Sarah niet meer vinden en…'

'Ik weet het al.' Onderbrak Perkamentus Harry.

'Hoe kunt u dat al weten?' Vroeg Harry.

'Marten heeft me net een brief gestuurd. Waarin staat dat hij het meisje heeft en dat ik me maar snel moet overgeven of anders…'

Harry's droom fliste weer door zijn hoofd.

'U mag u niet overgeven.' Zei hij.

'Ik moet wel, anders vermoord haar, Harry.'

'Gelooft u echt dat hij haar laat gaan als u zich overgeeft?'

'Nee, maar ik moet proberen haar vrij te krijgen.'

'Ik ga.' Zei Harry vastbesloten.

'Neen, jij blijft hier Harry.' Zei Perkamentus steng.

'Ik ga en je kunt me niet overhalen hier te blijven.'

'Harry, luister eens, je loopt recht in je eigen ongeluk.'

'Niet waar. Sarah heeft controle over haar kracht. Ik ga en ik ga Voldemort verslaan.'

Perkamentus zuchtte diep.

'Over een uur stuurt Marten me nog een brief waarin de plaats van de ontmoeting staat. Kom dan naar als je nog niet van gedachte bent veranderd.'

Harry stond op. 'Tot over een uurtje, professor.'

Een uur later stond Harry alweer in Perkamentus' kantoor.

Perkamentus haalde een veer uit een schuif.

'Portus.'

'Harry, ben je klaar om te vertrekken?'

Harry knikte.

'Ben je nog steeds zeker dat je er klaar voor bent?'

Harry knikte opnieuw.

'Oké, hier gaan we dan.'