Hey allemaal! Hier is, veel sneller dan normaal (heheheh), Hoofdstuk 7! Ik heb besloten alle hoofdstukken (dat zijn er een stuk of 11) allemaal vrij snel te updaten, zodat ik daarna gewoon steeds update als ik een hoofdstuk af heb! ( En dat is een pagina of 65 in Word) Dus...geniet er maar van. De trend van ellende in dit verhaal zal nog even doorzetten...Dus bereid je voor...


Zeven

I'm not like the others...

I'm much worse...

De volgende ochtend werd Julie wakker in een vrijwel leeg ruim. Ondanks dat ze moeilijk in slaap had kunnen komen had ze lang geslapen, wat waarschijnlijk kwam door alle fysieke uitputting van de dag ervoor.

Kreunend rekte Julie zich uit en ze probeerde niet meer te denken aan de nachtmerries die ze had gehad. Op de een of andere manier ging Jack in elke nachtmerrie minstens een keer dood. Snel raapte Julie haar spullen wij elkaar, maakte haar zwaard weer vast aan haar riem en deed ze de ketitng die ze de hele nacht krampachitg had vastgeklemd om haar nek, onder haar shirt wel te verstaan.

Julie deed haar laarzen aan, en terwijl ze met een stukje stof haar haar bij elkaar bond liep ze de trap op naar het dek.

Ze had nog niet een stap op het dek gezet of Julie schrok zich alweer de pleuris.

"Land ahoy!"

Snel rende Julie naar de reling en keek naar de horizon waar, inderdaad, een eiland te zien was. Diverse andere schepen voeren naar hetzelfde eiland, duidelijk naar de groot uitziende stad dat lag ze glanzen in de ochtendzon.

Julie vroeg zich af welk eiland het zou zijn en schatte dat het nog een uur of twee zou duren voordat ze er zouden zijn, en ze dus hun voorraden weer aan konden vullen.

Er waren meer crewmembers die na het kijken waren naar het naderende stadje. Maar het was niet op die verlangende manier waarop een piraat kon kijken naar een aantal lange maanden op zee, er was duidelijk agressie af te lezen in de ogen van de crew. Julie vroeg zich dan ook af wat er aan de hand was.

Lang hoefte ze niet te wachten op het antwoord op haar vraag.

"Scherp jullie zwaarden mannen! Jullie staan op het punt om weer wat bloed te vergieten!"

"Aye," antwoordde de crew woest, hun zwaarden hoog boven hun hoofden geheven.

Julie haastte zich naar Campbell, die op het dek stond en duidelijk de aanmoediging naar zijn crew had geschreeuwd.

"Maar Captain...we gaan toch niet die stad plunderen," vroeg Julie protesterend.

"Luv, doe niet zo stom! Natuurlijk gaan wij die stad plunderen. We zijn piraten, piraten doen zulke dingen. Ye know, steden plunderen, onschuldige mensen vermoorden," zei Campbell terwijl hij bij dat laatste een paar vage handbewegingen maakte. Julie werd meteen herinnerd aan Jack en een misselijk gevoel schoot door haar heen.

"Dit is je kans luv, laat zien dat je een pirate bent zoals je gisterennacht zo fijntjes benadrukte." En bij deze woorden liet Campbell Julie achter.

Ik kan dit niet doen! Ik kan niet zomaar onschuldige mensen vermoorden! Niet dat ik geen bloed aan m'n handen heb, maar dat is van mensen die dat echt verdienden, mensen die anderen opzettelijk pijn hadden gedaan. Deze mensen hebben niets verkeerds gedaan...

Julie probeerde zichzelf zo goed mogelijk voor te bereiden op wat komen ging. Grimmig bond Julie de bandana nog wat strakker om haar hoofd, en checkte of haar zwaard nog op zijn plaats zat.

Langzaam naderde The Dagger het stadje dat nu nog maar een paar mijl verweg was. Langzaam draaide het schip in gevechtspositie en de luiken van de kanonnen gingen open.

Het stadje voor Julie had duidelijk in de gaten dat ze aangevallen werden, want de eerste kanonskogels vlogen al hun kant op. Een boorde dwars door de romp van het schip, nog een paar meter boven het waterpeil, eentje sloeg dwars door de zeilen, en de derde was een paar meter naast.

"Lass, kon helpen met de kanonnen," gilde Campbell en hij sleurde haar naar het dichtstbijzijnde kannon.

"Luv, remember what I told ya..." fluisterde hij nog in Julie's oor voordat hij weg ging.

Nu ze onder het dek was had Julie niet echt een goed overzicht over wat er gebeurde buiten. Wel werd elk geluidje overstemd door het geluid van kanonskogels. Een paar meter verderop werden een paar crewleden weggeblazen door een kanonskogel die door de romp heen was geschoten. Een vreselijk geluid van versplinterend hout galmde door de hele plek, en Julie wendde haar ogen af in afschuw. De crew scheen het geen hol te kunnen schelen dat er net twee crewleden waren verscheurd.

"Luv, op blijven letten," gromde een van de piraten die samen met haar een kanon laadde.

"Ik – ben – niet – jouw- luv," zei Julie met geforceerde kalmheid terwijl ze een kogel in het kanon duwde. Vervolgens draaide ze zich om en gaf de piraat een klap in z'n gezicht.

De piraat keek Julie geschokt aan terwijl hij Julie net zo hard terugsloeg en siste: "luv, je hebt geluk dat de Captain verboden heeft om je maar een haar te krenken anders had ik je meteen hier verkracht..."

Hier had Julie geen antwoord op en draaide zich walgend om. Veel tijd om weer te herstellen had ze niet, want Campbell kwam naar beneden.

"Mannen ("En vrouw," siste Julie), het is tijd om naar de sloepen te gaan!"

Hierop volgde een gejuich en alle crewleden lieten meteen de kanonnen achter, en Julie volgde aarzelend. Met een laatste blik op het hoopje mens in een hoek liep ze langs Campbell, hem negerend.

Op het dek was de chaos nog veel groter. Overlag lagen dode lichamen, de zeilen waren helemaal naar de klote en er waren een aantal gaten in het dek. Zorgvuldig de gaten en lijken ontwijkend strompelde Julie naar een van de sloepen, zich steeds slechter voelend.

Naast haar begon een piraat te roeien, net als een uitzonderlijk lelijke aan de andere kant. Julie wilde dat ze nooit in het stadje aan de kust aan hoefte te komen, dat ze er voor eeuwig weg kon blijven. Dit is echt te erg...dit is écht te erg...

Voorzichtig haalde ze haar zwaard tevoorschijn en hield het in de aanslag. Nog een paar meter...

Met een bonk voer de sloep in op het zand, piraten sprongen uit de sloepen en een ervan trok Julie mee. Woest renden de piraten de kant op, water spatte hoog op. Binnen twee seconden was Julie zeiknat.

De piraten stormden op hun eerste slachtoffers af, een man een vrouw die duidelijk aan het wandelen waren over het strand en nog niet weg hadden kunnen komen toen het vuurgevecht was begonnnen.

Julie hoorde iets als 'die zijn van mij', een zwaard flitste in het zonlicht en de man viel dood neer. Julie wendde haar ogen af in afschuw, maar ze was te laat om te voorkomen dat ze zag dat de man inzakte en er een enorme bloedplas ontstond op het strand. Ondanks dat Julie niets kon zien kon ze genoeg horen; de vrouw gilde hysterisch voordat ook zij tot zwijgen werd gebracht door een zwaard, dat een ranzig splash-geluidje veroorzaakte.

Het liefst was Julie meteen weer omgekeerd en terug gevaren, maar besloot dat ze zich moest bewijzen tegenover Campbell en dat ze een piraat was – ze kon dit aan. Later zou ze hier spijt van krijgen.

Julie volgde de woeste piraten naar het stadje. Die gooiden de eerste beste deur open. Binnen begonnen een vrouw een klein meisje die verdacht veel op Julie leek te gillen. Een man die heel erg angstig keek hief nog een zwaard, om z'n vrouw en kinderen te verdedigen, maar het was al te laat.

Een van de piraten die vooraan stond had z'n zwaard al opgeheven en de man zakte ineen. Het kleine meisje begon te huilen en rukte zich los uit de beschermende omhelzing van haar moeder. Ze knielde huilend neer bij het dode lichaam van haar vader, en rukte aan z'n kleren, alsof hij dan weer op zou staan.

"Dit is niet goed, dit is echt niet goed..." mompelde Julie ontzet, zichzelf herkennend in het huilende meisje.

Een van de piraten stapte naar voren en rukte het meisje weg bij haar vader. Het meisje begin te schoppen en te slaan, maar was niet sterk genoeg om zich van de piraat los te rukken.

"Neem mij, in plaats van haar. Je mag met me doen wat je wilt, maar alsjeblieft, laat haar gaan..." smeekte de vrouw, terwijl ze een paar stappen naar voren deed en zich op haar knieen liet vallen.

"Oh...we nemen jou ook," gromde de piraat terwijl hij zich op haar stortte. Hij sleurde de vrouw omhoog en duwde haar hardhandig tegen de muur.

"MAMA!"

De piraat stortte zich op de nek van de vrouw, en voor het oog van Julie verkrachtte hij haar.

Julie wist precies, of nou ja, bijna precies wat de vrouw doormaakte. Het gegil van de vrouw deed haar denken aan haar eigen gegil toen zij werd aangerand. Haar beworstel om los te komen deed haar denken aan haar eigen gevecht met de piraat van Jacks crew. Julie kon het niet aanzien, en keek naar het kleine meisje voor haar, dat zich nog steeds probeerde los te rukken van de piraat, teriwjl tranen over haar wangen rolde.

Eigenlijk wilde Julie de vrouw en het meisje redden, maar ze wist dat ze er niet sterk genoeg voor was. En ze was bang... dat zij de volgende zou zijn.

Julie draaide izch om en rende weg, weg van het huis en van de piraten.

Ze rende door de straten van het onbekende stadje, niet wetend waar ze heen moest gaan. Het kon haar ook geen hol schelen. Ze duwde een paar mensen die panisch rond renden aan de kant, terwijl ze even achterom keek.

Ze werd gevolgd.

Panisch rende Julie nog een straat in, en nog een... Ze merkte alleen dat ze moe begon te worden, en het gat tussen haar en haar achtervolger werd steeds kleiner.

Julie duwde nog een paar mensen aan de kant, waarbij ze bijna viel. Net op laatste moment kon ze haar evenwicht herstellen. Ze merkte alleen dat ze de verkeerde kant op liep. In plaats van weg van de chaos liep ze recht op de chaos af! Er lagen meer lijken aan de kant van de weg, er waren meer hysterisch rond rennende mensen en meer overhoop gegooide spullen.

Julie keek nog een keer achterom en zag dat Campbell haar achtervolger was. En hij kwam steeds dichterbij...

Terwijl Julie het druk had met achterom kijken zag ze niet dat voor haar een man langsstormde met een kar, waarin waarshijnlijk al z'n bezittingen zaten, die hij wilde redden. Julie flikkerde keihard tegen het onding aan. Met een harde dreun viel ze op de grond. Maar omdat ze geen tijd had om rustig op de grond te blijven recreeÑ'ren stond ze snel op. Maar het was al te laat.

Campbell greep Julie vast in de kraag van haar shirt (goddank niet op andere plekken) en fluisterde: "waar wilde jij zo snel naartoe gaan luv..."

Besluitend dat het toch niet erger kon worden keek ze Campbell dreigend aan en zei: "weg van hier, en ik ben niet je luv!" Toen ze de vernietigende blik zag van Campbell had ze spijt. Hij zag er angstaanjagend woedend uit, en leek klaar om Julie af te slachten.

"Weetje luv, ik weet wel een plek waar we jou kunnen 'bewaren'..." Toen haalde hij een hard voorwerp vanachter z'n rug tevoorschijn en liet het hard neerkomen op Julie's hoofd.

Julie's wereld werd zwart.

----

Knipperd opende Julie haar ogen. Een twee grote blauwe ogen keken bezorgd op haar neer. Een meisje hing boven haar.

Ze had een bezorgde frons op haar gezicht, maar glimlachte flauwtjes toen ze zag dat Julie weer bij bewustzijn was.

Langzaam ging Julie overeind zitten, terwijl ze met een pijnvertrokken gezicht ovr hara voorhoofd wreef. Ze had barstende koppijn.

Julie bekeek het meisje voor haar eens goed. Ze had een simpele onderjurk aan, iets was ooit waarschijnlijk wit was geweest. Zoals al eerder gezegt had ze enorme lichtblauwe ogen, lang golvend rood/blond haar, een paar sproeten op haar neus. Ze was extreem dun, en het was duidelijk dat ze ooit heel knap was geweest, maar daar was nu nauwelijks iets meer van over. Over haar hele gezicht en ontblote armen zaten littekens en blauwe plekken, en ze had enorme wallen onder haar ogen.

"Wie ben jij," bracht Julie voorzichtig uit, terwijl ze ondertussen ook probeerde haar omgeving in zich op te nemen. Een enorme steek trok door haar hoofd, en Julie ging voorzichtig weer liggen.

"Ik ben Lily, maar de vraag hoort ze zijn: 'wie ben jij'?" Een verwachtingsvolle blik trok over het bleke gezichtje.

Julie fronste in verbazing, maar Lily kon dat niet zien, want Julie lag nog steeds op de grond.

"Maak je niet al te druk," zei Lily geruststellend. "Ik zal je niets doen...Die vuile honden hebben je een half uurtje gelden binnen gedragen, je hebt je rust nog nodig..." Het was even stil.

"Wat is er gebeurd," vroeg Lily toen nieuwsgierig.

Julie, die deze informatie even moest verwerken was niet in staat antwoord te geven. Lily scheen duidelijk in een tweestrijd te zijn, want aan de ene kant vond ze dat Julie rust moest hebben, en aan de andere kant vuurde ze de ene vraag na de andere af.

Besluitend om Julie haar rust te gunnen wat Lily even stil, en Julie dacht na over wat er was gebeurd en waar the hell ze was.

"Lily...waar bén ik," vroeg Julie voorzichtig.

"Op The Dagger o'course," antwoordde Lily. "Jij kon het ook niet, hè," voegde ze er zachtjes aan toe.

Julie moest even denken waar Lily het over had, en een fractie van een seconde later kwamen de beelden weer naar boven, het meisje dat zoveel op haar had geleken (en dat nu waarschijnlijk dood was), de man die in elkaar was gezakt, het gegil van de vrouw. Julie sloot haar ogen, en probeerde er niet aan te denken.

Lily bekeek Julie's gezichtsuitdrukking zorgvuldig en besloot dit als een 'ja' op te vatten. Om haar af te leiden besloot Lily dan ook te vragen hoe ze heette.

Julie antwoordde en het was weer even stil.

"Wat is er gebeurd..." vroeg Julie.

"Dat kan ik beter aan jou vragen..." antwoordde Lily nu een beetje ongeduldig. "Je werd hier binnengedragen door die piraten een half uurtje geleden, je was bewusteloos and all. Ik heb je weer een beetje rechtgelegd, wat houtsplinters uit die plek op je hoofd gehaald, en gewacht tot je weer bij bewustzijn was."

Lily keek Julie aan met een 'nu-jij-blik'.

"We...ik bedoel...zij... wilde zo'n dorpje plunderen...Campbell eiste dat ik mee ging...Dat meisje...Er was zo'n meisje, en die leek zo vreslijk op mij! Ze hebben haar vader vermoord...En d'r moeder verkracht en..."

Julie werd helemaal gek van de beelden in haar hoofd, het geschreeuw galmde nog steeds na in haar hoofd. Ze kon niet meer praten. Haar algehele ellende kwam naar boven, eerst de aanranding op The Pearl, dan het weggaan van Jack, en toen de plundering van het stadje... Tranen stroomden over haar wangen en Julie schaamde zich voor haar zwakte.

"Shhhh..." suste Lily, terwijl ze wat dichterbij kroop en haar uitgemergelde armen om Julie heen sloeg. "Stil maar, ik snap het..."

Julie had geen idee waarom ze een vreemde zo dichtbij liet komen, wat ze wel wist was dat ze zich nu wat veiliger voelde, en langzaam kalmeerde ze wat.

"Wat is er met jou gebeurd..." vroeg Julie, die niet wilde dat de aandacht op haar gevestigd was, zodat ze aan wat anders kon denken.

Lily verstijfde wat, nam afstand van Julie en wendde haar blik af.

"Sorry ik...ik bedoelde het niet zo...Ik...Je hoeft het niet te vertellen," stotterde Julie, die zichzelf meteen uitschold voor haar egoisme. Waarom moest ze Lily vragen naar haar (waarschijnlijk vreslijke) verleden? Zodat ze zichzelf beter zou voelen?

"Nee...maakt niet uit...," mompelde Lily. Ze keek even weg en zweeg. Ze zag er heel kwetsbaar uit, als een lelie. Mooi, onschuldig en wit, maar kwetsbaar.

'Ik kan het je wel vertellen..." zei Lily aarzelend. "Ik ben hier al bijna m'n hele leven. Ik woonde altijd in een stadje, ergens Engeland. Het was er fijn. Ik had een goed leven. Ik had er veel vrienden, en een beste vriend." Een glimlach verscheen op het gezicht toen ze hieraan dacht. Haar hele gezicht scheen op te lichten en in een keer zag Julie hoe mooi ze eigenlijk was.

"Ja...ik was nog jong. En gelukkig. Ik herinner me alles nog zo goed! Ik was altijd alleen met m'n moeder...Mijn vader was er nooit....Ik miste hem niet...en al helemaal niet toen ik er later achter kwam wie hij was..." De gloed die over Lily's gezicht lag was meteen weg. Een gepijnigde uitdrukking kwam ervoor in de plaats. Julie durfde niet verder te vragen.

Na een stilte begon Lily weer te praten, haat stem wat geÑ'motioneerder dan net. "Aan al dit moois kwam een einde. Blijkbaar is gelukkig zijn niet voor mij bestemd. Mam overleed, ze kreeg de pokken. Op het laatst zat haar hele gezicht onder de plekken...Ze was zo mooi, maar het was helemaal weg... Net als mijn leven... Na de dood van mijn moeder trok ik in bij mijn beste vriend...William."

Nu rolden de tranen over Lily's wangen. Julie slikte, en wist niet zo goed wat ze met de situatie aan moest. Ze was geen held in het troosten van mensen.

"Iedereen was zo lief voor me, ik voelde me welkom. Maar toen was alles voorbij... Mijn vader kwam terug uit het niets. Hij plunderde de stad, vermoorde iedereen die hij tegenkwam. En uiteindelijk vond hij mij... Hij sleurde me aan boord van zijn schip, en buitte me helemaal uit. Ik heb het schip nooit verlaten..."
Het duurde even voordat Julie doorhad wat dit betekende.

"Wacht even...Campbell is je vader?"

Lily knikte langzaam.


Beantwoorden van reviews:

Julie: Hey Juul! Super bedankt voor je 'panische' reviews! Meer, meer, meer! Maargoed, het is heel makkelijk om flauwe AN's te maken really. In Hoofdstuk 11 zitten er ZOVEEL! Maar dat lees je nog wel!

Lisa: Ook jij weer bedankt voor je reviews! Jij moet je beide verhalen ook nodig updaten, ze zijn kewl!

Linda: Hey Lin! Dat je het nog steeds uithoudt mijn verhaal te lezen zeg! Je verdient een award haalt op en tekenfilm-manier een award achter haar rug vandaan en geeft m met vele ommehaal aan Linda! Maargoed, super bedankt, en onthoud, JACK IS EEN SOFTIE!

Martijn: Lo Tim! Ja sorry dat ik je 'lief' zoveel ellende aandoe, maar het hoort bij het verhaal! Nog bedankt voor je review(s), heb je trouwens de woordvervanger nog toegepast op het verhaal, I wonder?