Hey allemaal! Heel errug bedankt voor de reviews! Ik was alleen wel verbaads dat iedereen vind dat ik zo hard ben voor Julie! Ik vond juist dat ik helemaal niet hard was, vandaar dat er nog veel meer ellende gaat komen...kuch! Maargoed! HIer is, ondanks de cliffhanger, weer een nieuw hoofdstuk; en onthoudt twee dingen! Ik hou van het stoppen op wormenmomenten! En van donkeys! Cuz they don't lie! kijkt veelbetekenend naar Linda...Veel Plezier!
Acht
Een ster in duisternis II
"Wat...vreselijk..." mompelde Julie, terwijl ze Lily geschokt aankeek.
Lily had geen tijd om te antwoorden, want de deur van hun kamer werd opengegooid, en voor het eerst nam Julie de ruimte om haar heen in har op. Ze waren in een lege kamer, met uitzondering van het bed wat in een hoekje stond. De kamer had geen enkele versiering, het waren alleen de houten vloer, de houten muren en de houten deur. Die nu dus openging.
Een piraat kwam binnen, hij had in z'n handen een schaal met eten, alhoewel het er niet eetbaar uitzag.
"Het is tijd op pappa's kleine meisje eens te verwennen," grijnsde de piraat, en de toon waarop hij dit zei stond Julie absoluut niet aan.
Hij stak de schaal naar Lily uit, en die kwam voorzichtig dichterbij, op haar hoede. Dit bleek terecht te zijn, want zodra Lily haar hand uit stak om de schaal ana te pakken, greep de piraat Lily's hand met zijn vrije en trok haar dicht tegen zich aan, in het proces proberen haar nek te zoenen.
Het vreemde was dat Lily niet eens protesteerde. Het was van elke vezel van haar lichaam af te lezen dat ze het vreselijk vond wat er gebeurde, maar toch gilde ze niet, ze beet niet van zich af, niets. Dit was wat Julie heel erg raakte, om te weten dat Lily het al op had gegeven te protesteren. Langzaam borrelde de woede in haar op, als kokende lava, en voordat Julie er ook maar over na had gedacht wat ze nu ging doen was ze al naar voren gesprongen, en had ze haar tanden gezet in de arm van de piraat.
"Blijf van haar af!"
"Klere teef!"
Het volgende moment gebeurde er een aantal dingen tegelijk. Allereerst liet de piraat Lily geschrokken los, terwijl hij geïrriteerd over zijn eigen arm wreef en tegelijkertijd ook nog in staat was Julie uit te schelden.
Ten tweede sprong Lily weg uit de greep van de piraat, terwijl ze haar kleren (niet meer dan een uitgescheurde jurk) strak om zich heen wond. Snel nam ze een paar meter afstand.
Ten derde haalde Julie haar mond weer van de arm van de piraat, en ze tufte meteen wat spuug uit haar mond, terwijl ze zoiets mompelde als 'gadverdamme'.
Meteen daarna stopte iedereen waarmee ze bezig waren, want er was opeens een verblindend wit licht in de kamer. De piraat, die zich de afgelopen seconden helemaal de pleuris was geschrokken wilde zich omdraaien en de kamer uitvluchten. Hij had zich al omgedraaid en wilde net de deurkruk naar beneden drukken tot-
"Wacht!"
Julie draaide zich in een tiende van een seconde, waardoor ze bijna haar evenwicht verloor en bijna een paar spieren in haar nek scheurde. Zij was niet diegene die de piraat tot een halt had geroepen, zij was hem liever kwijt dan rijk.
Achter haar stond Lily, die ineens heel groot en volwassen leek. Ze had haar hand op Julie's schouder gelegd. Haar ogen waren niet zoals ze hoorden te zijn, ze schenen een wit licht uit te stralen. Haar hele houding straalde macht uit, en er was iets vreemd indrukwekkends in de manier waarop Lily nu woedend naar de piraat keek. De kwetsbare, breekbare Lily was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een zelfverzekerde vrouw.
De piraat keek geschokt van Julie naar Lily, deed z'n mond open en dicht, om vervolgens zich om te draaien en de kamer uit te vluchten.
Ze snel als Lily was veranderd werd ze ook weer normaal. Julie hoorde een zachte 'oef' en ineens was het lichte gewicht op haar schouder verdwenen. Achter haar zakte Lily in elkaar en was niets meer dan een hoopje op de grond.
Geschrokken draaide Julie zich om en knielde neer bij het hoopje Lily en probeerde haar zo goed en zo kwaad als het ging haar weer overeind te helpen. Het licht in de kamer was ineens verdwenen, en het scheen er enorm kil en donker na dat moment van hoop en licht.
Lily kreunde zachtjes, en probeerde voorzichtig weer rechtop te zitten. "Wat is er gebeurd..." fluisterde ze. "Ik herinner me niets meer..."
Julie slikte even en vroeg toen bezorgd: "Maar, je was erbij! Met die piraat van net!"
"Heeft hij me bewusteloos geslagen ofzo? Nadat jij je tanden in z'n arm had gezegd herinner ik me niets meer..."
"Maar...Nou...Ineens stond je achter me, en je maakte nogal een indruk, er straalde een enorm licht van je af en-"
"Nee, jíj bent degene die straalt," onderbrak Lily zachtjes, terwijl ze wees naar Julie's borst. Door de stof van haar shirt straalde inderdaad iets, iets helder wits.
Langzaam deed Julie haar shirt uit (waar nog ene zwarte top onder zat), en het licht werd opeens feller, verblindend wit. Het duurde even voordat Julie eraan was gewend, en knipperend met haar ogen probeerde ze te zien wat de bron was van al dat licht.
Het was haar ketting.
De ketting die Julie van de Pearl af had gejat straalde met een helder licht, dat duidelijk van de steen in het midden van de ketting kwam. Het vreemde was, was dat de ketting toch wit licht gaf in plaats van diep blauw/groen, wat toch de kleur van de steen was. Julie was geschokt, maar haar reactie was nog niets vergeleken die van Lily.
"Ik kén dat medaillon..." mompelde ze nadenkend. Voorzichtig pakte Lily het medaillon vast met haar dunne vingers, en draaide het rond aan de ketting. Achter op de ketting stond "Ster in Duisternis" gegraveerd.
"Dit lijkt op het erfstuk van onze familie," riep Lily uit, zich opeens realiserend waar ze het eerder had gezien. "Een ketting als deze is al jaren in onze familie. Het gaat over van moeder op dochter, al eeuwen lang."
Julie keek Lily aan, terwijl ze nadacht over wat er net was gebeurd. "Weetje, misschien ís dit het erfstuk van je familie Lily..." zei ze nadenkend. "Je lichtte helmaal op toen met die piraat. Je straalde iets heel machtigs uit...Het was heel apart Lily. Ik denk dat dit medaillon bij jou hoort..."
Voorzichtig haalde Julie de ketting van haar nek af, en deed hem voorzichtig bij Lily, die nog lichtjes protesteerde. Ongelovig keek Lily naar de ketting. Toen sloot ze haar ogen, kantelde haar hoofd naar achteren. Even was er een flits te zien van het licht, en het leek alsof er een enorme wind waaide. Meteen daarna was het ook weer voorbij.
Julie keek angstig naar Lily, en zei toen: "ik weet hier helemaal niets vanaf...Ik heb geen idee wat er aan de hand is. Het maakt me bang..."
"Niet doen," antwoordde Lily geruststellend. "Het is goed zo, ik voel het...Misschien moeten we proberen te slapen..."
Voorzichtig ging Lily op de grond liggen, met haar handen onder haar hoofd, dienend als een kussen, terwijl ze haar ogen sloot.
Julie volgde haar voorbeeld, en ging ook liggen, tegenover Lily.
"Lily?"
Lily opende slaperig haar ogen.
"Welterusten..."
Lily maakte een bevestigend geluidje, en draaide zich om. Ze viel meteen in slaap.
Meteen nadat Lily in slaap viel overviel Julie een gevoel van leegte en eenzaamheid. Er gebeurde iets met haar wat nog nooit eerder was gebeurd, ze was te moe om te slapen. Pijnlijke herinneringen trokken aan Julie voorbij, en ze kreeg het koud.
Na een hele tijd viel Julie in een onrustige slaap...
----
"Land Ahoy!"
De kreet galmde de nacht in, het dek over, tot het de Captain's quarters bereikte.
Jack, die over een stel landkaarten gebogen was, en afstanden uitrekende met zo'n passer-ding schrok zich helemaal de pleuris, en pinde het ding midden in het stadje waar ze nu aangekomen waren.
Chagrijnig pakte Jack z'n hoed en z'n overige gadgets van tafel, en liep met snelle passen zijn quarters uit.
Op het dek aangekomen snoof Jack de geur op van verbrand hout op. Terwijl hij zich af vroeg waar het vandaan kwam draaide hij zich om. Daar was zijn antwoord.
Het stadje, of beter gezegd wat er van over was – stond in brand. Het vuur was duidelijk te herkennen in de inktzwarte nacht, dikke rookwolken hingen in de lucht, de zwakjes verlicht werden door een in sluierwolken gehulde maan. Er was geen schip te bekennen aan de horizon.
"Captain," vroeg Anamaria aarzelend, iets wat ze nooit deed. "Gaan we naar de kant?"
Jack maakte een grimmig geluidje, en terwijl hij zijn eigen twijfels naar de achtergrond duwde (iets wat hij altijd deed) antwoordde hij: "maak de sloepen klaar!"
Bij deze stopten alle crewleden met hun taken, en begonnen de touwen los te maken van de boten. Touwladders werden uitgerold, en Jack commandeerde Anamaria, Gibbs en een derde van de crew achter te blijven op The Pearl.
Toen klom Jack naar beneden, in een van de sloepen, en begon grimmig naar de kant te roeien.
Hij zat alleen in een sloep, Jack had geen zin in gezelschap nu. Het klotsende water kalmeerde hem enigszins, maar de grimmige, niet helemaal verklaarbare stemming was nog steeds in hem aanwezig. Jack had geen idee waarom hij zo opgefokt was. Get a grip, zei hij in gedachten tegen zichzelf, terwijl hij probeerde met wat minder agressie te roeien. Het lukte niet.
Misschien had het er iets mee te maken dat Jack nu ging zien wat voor schade Campbell had aangericht in het stadje voor hem, waar hij toe in staat was. Want Jack wist wel dat het Campbell was die de stad in brand had gezet. Onvrijwillig kwamen de beelden in hem op van plunderende piraten, gillende vrouwen, dode mannen op de grond, huilende kinderen...
Jack het zich het lot van de onschuldigen nooit zo aangetrokken. Dat klinkt misschien hard, maar ook wel logisch. Hij was een piraat, een schurk, iemand die schepen van onschuldige handelaren overviel en alle crewleden vervolgens genadeloos vermoordde. Hij was geen softie die vond dat er altijd gerechtigheid moest zijn in de wereld, waarom werd hij, Jack Sparrow, dan anders vervolgd door de Royal Navy, terwijl hij eigenlijk, ergens diep verstopt, toch wel een goede man was? Als de wereld eerlijk was, waarom waren het dan de rijk-geborenen die een goed leven hadden, mensen zoals Norrington, terwijl de meesten hun hele leven nog nooit gewerkt hadden? En waarom waren het dan de armen die zich uit de naad werkten, om vervolgens al hun resultaat op te zien gaan in het niets?
Nee, Jack had zich nooit geïnteresseerd voor gerechtigheid, en zijn levensregel was dan ook dat je je leven zo goed mogelijk moest maken voor je zelf. Geen gerechtigheid, wat dat kon je ook niet van anderen verwachten.
Die levensles had hem dan ook onontkoombaar in de richting van de piraterij gebracht. Jakc hield altijd al van de zee, en dit leven beviel hem dan ook uitstekend. May the wind be at your back, the sun shining upon your face, and may the wind of destiny blow you high, to dance with the stars... (AN 1) Jack grijnsde even toen hij dacht ana deze woorden, de woorden die zijn oude Kapitein hem ooit had verteld. Dit was zijn leven, zo was het altijd geweest. Oneerlijk, maar bevredigend...
Hoe kwam het dan dat het de laatste tijd zo veranderd was? Hoe kwam het dan dat het hem de laatste dagen wél kon schelen wat er gebeurde met onschuldige, nietsvermoedende mensen? Hoe kwam het dat hij zich het lot van Julie wel aan had getrokken, en dat hij haar achter had gelaten in Tortuga? Had het er mee te maken dat hij voor een van de weinige keren in zijn leven meer voelde voor iemand dan respect? Want dat was wat Jack voor Julie voelde, respect. Maar ook vriendschap. Hij had in zijn hele leven maar voor weinig mensen vriendschap gevoeld. Oh ja, Jack had mensen gerespecteerd! Zijn vader, zijn oude Kapitein, zijn crew, Anamaria...
Als Jack er goed overna dacht had hij, behalve Barbossa (die het uiteindelijk niet waard bleek te zijn), geen echte vrienden gehad voor Julie. In dat opzicht was Julie bijzonder...Ze had een snellere en diepere indruk op hem gemaakt dan elke andere vrouw eerder... En dat is niet het enige opzicht waarin ze bijzonder was... dacht Jack, terwijl hij even z'n ogen sloot, zodat hij haar gezicht voor zich kon halen.
Langzaam glimlachend opende Jack zijn ogen weer, terwijl het tempo van het roeien weer wat opvoerde, het was onbewust wat vertraagd. Blij dat hij met niemand in de sloep zat, maar had gekozen voor een sloep alleen roeide Jack verder, tot hij bij de kant kwam.
Daar wachtte Jack op zijn crew, die een paar meter achter hem kwamen. Met een dof geluidje kwam de boeg van de sloepen tot stilstand op het strand, en de crew stapte zachtjes uit. Nu stonden er zo'n twintig man met fakkels op de kant, precies op de plek waar Julie en halve dag geleden ook had gestaan. If Jack only knew...
Zwijgzaam liep het groepje het stadje in, de schade bekijkend. Geen enkel huis stond nog overeind, vuur smeulde nog na in de overgebleven steunbalken van de huizen. Overal lagen lijken, enorme bloedvlekken besmeurden de straten, een kind rende eenzaam huilend door de straten...Dit was het beeld van vernietiging.
"Jack...dit heeft geen zin..." mompelde Gibbs, die met een frons op zijn gezicht zijn Kapitein bekeek. "We kunnen hier niets doen..."
Geïrriteerd draaide Jack zich om en antwoordde met een sissend geluidje: "CAPTAIN! Het is CAPTAIN Jack..."
Daarmee stevende hij langs een sprakeloze Gibbs, maakte een 'volg-mij-gebaar', en liep weer richting de sloepen.
De echte reden van zijn geïrriteerdheid was natuurlijk niet dat Gibbs vergeten was 'Captain' te zeggen. De echte reden van zijn heftige reactie was te belachelijk voor woorden, hij was geschrokken van de waarheid die school in de opmerking van Gibbs. Want hoe kon hij, de beroemde Jack Sparow – de beruchte piraat – nou toegeven dat hij was geschrokken van wat hij had gezien?
----
Julie werd wakker van een rommelend geluid. Gapend rekte ze zich uit, en knipperd opende ze haar ogen, om een stinkende piraat vlak boven haar te zien hangen. Julie begon meteen panisch te gillen, en schuifelde onder hem vandaan, waarna ze voorzichtig rechtop ging zitten en iets mompelde over 'wat een stank'.
Voor haar en Lily, die ook al wakker was, stond de piraat van gisteren, die blijkbaar weer was bekomen van zijn angst, wat hij zei smalend: "niet in zo'n stralend humeur als gister', now are ye luv?" De piraat grijnsde naar Julie op ene manier die het bloed in haar aderen liet stollen (leuke uitdrukking, that is).
"Nee, maar dat kan ook niet anders als je wakker wordt met een lelijke, ranzige piraat boven je," antwoordde Julie fijntjes. De grijns van de piraat verdween.
Julie grijnsde triomfantelijk omdat ze zonet een piraat had uitgelult, maar de piraat herstelde alweer.
"Hier heb je je éten, milady," zie hij spottend. Hij gooide een armzalig broodje voor haar voeten, dat vol zat met schimmel. "Ik hoop dat het goed genoeg is voor je gevoelige maag." Hij knikte naar het brood, waar allemaal enge beestjes in zaten.
Julie keek ernaar in afschuw en antwoordde: "ik ga dit niet eten! We hoeven dit toch niet te eten, Lily?"
"Ik ben bang van wel," was het droge antwoord van Lily, die haar tanden al had gezet in de eerste. Dat was duidelijk het bewijs van de bewering dat als je honger hebt je alles eet.
"Ik hoef geen eten! Ik kan heel goed zonder," beweerde Julie, terwijl ze Lily aankeek.
"Maar je moet eten," wierp Lily tegen.
"Niet!"
"Wel!"
"AHEM!"
De piraat had de discussie tussen Lily en Julie afgebroken en keek het tweetal kwaad aan. "Ik zal aan de Captain doorgeven dat jullie voortaan geen eten nodig hebben..." Met een sluwe glimlach draaide hij zich om.
Op dat moment gooide Julie haar broodje naar het hoofd van de piraat, maar hij had net de deur achter zich dicht gedaan.
"Ben je nou tevreden," riep Lily kwaad. "Misschien heb je het niet door, maar we zitten hier gevangen! Misschien dat je het niet aan me kan zien, maar echt goed heb ik het niet hier! Misschien dat het je niet was opgevallen, maar ik heb wél eten nodig!"
Opeens was Lily's woede aanval afgelopen, want ze zuchtte en ging weer liggen, besluitend dat ze haar energie niet verder zou verspillen.
Julie voelde zich opeens heel alleen, hongerig en vies. Ze keek nog eens om zich heen, en opeens overviel haar het feit dat er geen ramen waren in de ruimte waar ze zich bevond. Hoewel Julie niet claustrofobisch was, had ze ineens het gevoel dat alle lucht uit haar longen verdwenen was, en ze begon diep adem te halen.
Het hielp helemaal niets, en Julie moest zichzelf beheersen om niet te hyperventileren. Ze balde haar handen tot vuisten, en probeerde wanhopig rustig te blijven. Langzaam vertraagde het ritme van haar ademhaling wat, en Julie voelde zichzelf wat rustig worden.
Het ongelofelijke klotegevoel verdween helemaal niet. Met de seconde voelde Julie zich slechter, alsof ze hier al maanden zat, met een tekort aan eten, drinken en warmte. De enorme sleur werd haar ineens duidelijk, de hopeloosheid van de situatie kwam ineens duidelijk voor ogen.
Julie kon hier met gemak nog maanden, misschien wel jaren zitten. Niemand wist waar ze was! Jack was weg, op een gevaarlijke missie. Misschien kwam hij helemaal niet terug! Die gedachte maakte Julie's keel droog, terwijl ze tevergeefs slikte om haar tranen te bedwingen.
Natuurlijk komt Jack terug, zei een koppig stemmetje in Julie's hoofd. Maar zelfs áls Jack terugkomt,...wierp haar andere persoonlijkheid tegen. Zelfs als Jack terug zou komen, terug naar Tortuga om haar op te halen, hoe zou hij dan moeten weten dat Julie hier zat? Julie had Mort namelijk niets verteld over het schip waar ze crewmember van was...Hoe zou Mort dan in vredesnaam Jack achter haar aan moeten sturen?
Jack zou weer verder gaan met zijn leven, zoals hij altijd gedaan had. Any men who falls behind, is left behind...mompelde Julie, de woorden van The Code herinnerend. Zij had ze zelf altijd benadrukt, op haar schip, waar zij ooit firstmate van was geweest. Dat leek nu zo alng geleden.
There are no heroes among pirates...dacht Julie. Piraten kunnen het niet veroorloven helden te zijn, het maakt je zwak. Vanaf het moment dat je om mensen geeft, en ze wil redden, ben je kwetsbaar.
Dat waren de woorden die Julie altijd geleerd waren, maar zij zelf geloofde er niet in. Hoe kon je nou niet gevoelens voor iemand hebben, zowel vriendschappelijk als iets anders? Hoe kon je nou vergeten dat je een mens was, vergeten te voelen, lief te hebben?
Julie had niet de illusie dat Jack er hetzelfde overdacht. In hoeverre ze hem kende leek hij niet de man die vond dat hij de held uit moest hangen. Hij was niet gevoelloos, ander had hij haar nooit uit het water 'opgevist', maar om nou van hem te verwachten dat hij een reddingsactie op touw zou zetten voor iemand die hij nauwelijks kende? Nee, dat kon ze (en ook niet onterecht) niet verwachten van Jack, de beroemde Pirate Captain die bekend stond om the uitspraak: "And what's the profit in it for me?"
Piraten deden niets voor niets, en aangezien Jack een heel goed voorbeeld was van een die-hard-piraat werd van hem ook niets anders van hem verwacht.
Julie zat hier, tot nader bericht, waarschijnlijk voor eeuwig, met twee keuzemogelijkheden; óf zich daarbij neerleggen, óf een manier vinden om te ontsnappen.
"Weetje, die Campbell is gewoon een gore lul...Hij is een egoïstische zak, een terrorist een-"
Maar Julie werd onderbroken.
"Weet je zeker dat je die zin af wil maken, Julie?"
Julie draaide zich om, en keek recht in het gezicht van een woedende Campbell.
(AN1) Ja, ik weet het, ik heb 't gejat...Van Blow (die het op hun beurt weer hebben gejat van een Iers gedicht, hè Juul?), en waarschijnlijk nog niets eens goed ook...Maargoed...
Beantwoorden reviews:
Godess of Imaginary Light: Bedankt voor je review! Welkom bij de review-club, en blijf vooral reviewen! :D Hoop dat je dit hoofdstuk ook leuk vond!
Lisa: Hey Lisa, kewl dat je compu het weer doet trouwens, en bedankt voor je review!
Linda: Veel plezier met je award ;)! En bedankt vor je review!
#Timmie#: Ook jij bedankt! EN onthoudt, alles is tijdelijk, het een duurt alleen iets langer dan het andere!
