En vandaag zet ik weer een aantal hoofdstukjes online...jippie. ;) Ze worden trouwens ook steeds langer...wat een ellende maakt Catharina ook allemaal heen. Nouja, gelukkig heeft ze Tijger en Seabert!
Disclaimer: pokemon is van nintendo.Aflevering 11: De ondergrondse rivier
Er leek geen einde aan de tunnels te komen. Toen de fakkel uiteindelijk alleen nog maar een stompje met een klein vlammetje was en Tijger en Catharina uitgeput gingen ze even zitten om te pauzeren. "Wat moeten we nu Tijger, vroeg Catharina, als we hier niet snel uitkomen zullen we van honger en dorst omkomen. Ik heb nog maar een beetje voedsel." De Growlithe dacht na, maar hij had geen idee. Plotseling hoorde hij zijn metgezelle iets onverwachts doen. "Seabert, kom uit je pokeball!" "Seel, seel!" "Seabert, we hebben je hulp nodig. We moesten vluchten en zijn toen deze tunnels in gerend. Nu kunnen we nergens een uitgang vinden en ook de locatie van de ingang is ons een raadsel. Heb jij misschien een oplossing?" De Seel keek, een beetje afgeleid door het bonzen van de aarde, de gang door. "Seel seel seel seel." "Wat? Ruik je water? Hier, zo diep onder de grond? In een vulkaan! Maar dat kan toch zeker niet! Tenzij... Kun je ons erheen brengen?" "Seel, seel!"riep Seabert enthousiast. Hij was blij eindelijk eens echt nuttig te zijn. Voorzichtig hobbelde hij de gangen door, Catharina en Tijger liepen vlak achter hem. Tijger voelde na een tijdje dat, hoe verder ze liepen, hoe zachter het bonzen van de aarde werd. Al gauw kon hij het, net als voorheen, alleen nog maar voelen en niet meer horen. Hij zuchtte. Ze liepen weg van het gevaar.
Uiteindelijk kwam het trio bij een T-splitsing terecht. De gangen waren nu veel koeler, maar nog steeds betrekkelijk vochtig. Seel begon tegen de wand tegenover hen aan te duwen. "Seel, seel." riep hij, terwijl hij met een paar kopstoten een gat erin probeerde te slaan. "Wat heb je toch, vroeg Catharina, hier is alleen een gang naar links en naar rechts. Of zit er iets belangrijks achter die muur?" Ze legde haar hoofd en handen tegen de muur aan. Hij voelde vochtig aan en je kon aan de andere kant een grote stroom water horen. "Hmm, twijfelde Catharina, wat vreemd. Dit...dit is een ondergrondse rivier. Dat kan toch zeker niet! We zitten in een vulkaan! Het is al net zo'n mysterie als dat vreselijke bonzen. Maar goed, we moeten hier uit zien te komen en als we de stroming volgen, komen we vanzelf weer buiten. Dat hoop ik tenminste. Kom Tijger, help ons mee te graven."
Na wat uren leken te duren was het Tijger die het lukte een opening in de wand te maken. Hoewel zijn klauwen best sterk waren, voelden ze nu pijnlijk aan. "Ja! Ik kan hem zien, schreeuwde Catharina opgewonden, de rivier! We hebben trouwens geluk dat dit gat een meter boven de rivier uitkomt, en niet een stukje lager.Dan zouden we nu kletsnat zijn. Toch voelt het niet helemaal goed. Misschien zitten we inmiddels ook helemaal niet meer in de vulkaan maar in een onderaardse gang die erop aansluit, maar dat lijkt me sterk. Ooit zal ik dit tot op de bodem uitzoeken, er zit vast iets achter. Hopelijk heb ik mijn geheugen tegen die tijd ook weer terug. Het water is trouwens behoorlijk warm. Er voert geen zichtbaar pad langs, dus we zullen er doorheen moeten." Tijger deinsde terug. De lange tocht door de tunnels hier waren al erg genoeg voor een vuurpokemon als hij, maar een hele rivier door? Nee, dat zou hij nooit overleven. Met zijn staart tussen zijn benen struikelde hij jankend achteruit. "Maak je maar geen zorgen schatje, suste Catharina hem, ik was niet van plan om te gaan zwemmen. Ten eerste is de stroming er veel te sterk voor, en ten tweede is het water misschien veel te warm en ten derde weet ik niet of ik kan zwemmen. Het zou...nou, laten we zeggen, uiterst onaangenaam voor me zijn om plotseling te merken dat ik niet kan zwemmen. Bovendien zou ik jou nooit zo in gevaar brengen, we moeten iets anders verzinnen."Ook dit maal was het Seabert die met een oplossing kwam. Water was één van Seel's specialiteiten. "Seel, seel, seel." Hij probeerde Catharina duidelijk te maken dat hij,als waterpokemon, sterk genoeg was haar en zichzelf door de stroming te trekken.Tijger zou zolang terug in zijn pokeball mogen, die dingen laten toch geen water door. "Weet je heel zeker dat je dat aankunt Seabert, vroeg Catharina terwijl ze haar hand in het water stak waarbij ze merkte dat het niet te heet was, ik ben behoorlijk zwaar voor een zeehondje als jij." "Seel, seel." legde Seabert uit. Ze hadden geen keus, als ze hier zouden blijven zouden ze zeker verhongeren. Dit was hun enige kans ooit nog uit het labyrint te komen. Catharina riep Tijger terug in zijn pokeball en hield zich stevig vast aan het zachte lijf van Seabert die nog één keer diep ademhaalde. Hij sprong. Meteen toen hij in het onaangenaam warme water van de rivier sprong voelde hij een sterke kracht hem naar beneden trekken. Het was het gewicht van Catharina. Meteen zwom hij met al zijn kracht weer naar boven. Voor een Seel was het misschien niet zo belangrijk, maar een mens als Catharina had dringend zuurstof nodig. Gelukkig nam de stroom hen vanzelf mee, want Seabert zou de kracht niet op kunnen om én vooruit te zwemmen én dan ook nog eens zichzelf en Catharina boven water te houden. Catharina klampte zich zo stevig mogelijk vast aan Seabert. 'Dit is vreselijk, dacht ze in zichzelf, ik kan niet eens zien waar we heengaan omdat ik de fakkel achter moest laten. Nou ja, hij zou toch meteen uit zijn gegaan. Alsjeblieft Seabert, hou vol. Hou vol. Dit moet verschrikkelijk zwaar voor je zijn, maar je moet volhouden.' Plotseling zag ze een licht aan het einde van de grot waar de woeste rivier doorstroomde. "Licht, schreeuwde ze, Seabert daar is licht!" De uitgeputte Seel merkte het nauwelijks. 'Volhouden, moedigde hij zichzelf aan, ik moet gewoon volhouden.' Een paar tellen later waren ze buiten. Met zijn laatste kracht trok Seabert zichzelf en Catharina aan land.
Na het warme rivierwater was het op het land ijskoud. Het viel Catharina op dat het alweer ochtend was. "Dat betekend dat we de hele nacht door hebben gelopen." Stelde ze vast. Ze was doodop en liet Seabert uitrusten in zijn pokeball. Toen liet ze Tijger weer vrij. "Grow!" kwispelde hij vrolijk. De Growlithe was blij om eindelijk weer buiten te zijn. Toen hij Catharina wilde vragen waar ze waren merkte hij dat ze ondertussen al op het gras in slaap was gevallen. Tijger voelde ook zelf een diepe vermoeidheid en kroop dicht tegen Catharina aan om haar warm te houden. 'Veilig, dacht hij in zichzelf, eindelijk veilig.'
