Hoofdstukje 12...pokémon is nog immer van nintendo.

Aflevering 12: Meer waard dan de vrijheid…

In de vroege namiddag werden Tijger en Catharina gewekt door een kille stem. "Hé, wat moet dat daar! Opzouten, dit is mijn stekkie!" "Huh, vroeg Catharina slaperig, wat is er?" "Wie denk je wel niet wie je bent! Dit is mijn visstekje, ik zit hier elke dag!" Nog steeds een beetje wazig herkende Catharina dat het een sportvisser was. "Ja ja, zuchtte ze, we gaan al weg." Ze had absoluut geen zin in ruzie, bovendien voelde ze zich nog steeds behoorlijk moe. Tijger was ondertussen ook opgestaan. Kwaad gromde hij naar de visser. "Hé, merkte de visser op, ik zie net dat je een pokemon bij je hebt. Ik ben ook een trainer, misschien kunnen we een pokemongevecht..." De visser zweeg. Verschrikt staarde hij naar het uniform van Catharina. "Verdomme, mopperde hij, je bent een Rocket! Ik bel onmiddellijk de politie!" "Nee, zuchtte Catharina, niet dat weer. Als u ons met rust laat, laten wij u ook met rust. We zijn alleen maar op doorreis naar Skystone." "Zeker om pokemon te stelen hè, grijnsde de visser, daar komt niks van in. Eerst zal ik je verslaan met een pokemongevecht en dan ga jij direct naar het politiebureau. Het is misschien een heel eind naar Skystone, maar voor de wet is mij alles waard." Hij haalde een pokeball tevoorschijn. "Magikarp, ik kies jou!" "Worden alle problemen hier soms opgelost met zo'n stom pokemongevecht, vroeg Catharina, goed dan. Tijger, ik reken op je!" Vuurpokemon zijn zwakker dan waterpokemon maar Seabert was vast en zeker nog veel te zwak om te vechten. "Tijger, bijt die Magikarp!" In één klap was Magikarp knock-out. Catharina stond perplex. Dat ging snel. "Goed, zei ze tevreden, dan ga ik maar weer. Goed gedaan Tijgertje, je bent een schat. Ik bedoel, dat je dat allemaal zomaar voor me doet." Ze tilde Tijger op en knuffelde hem. Hij vond het geweldig dat ze zo blij met hem was. "Stomme klote-karp!" schreeuwde de visser. Hij schopte zijn Magikarp de rivier in. "Aan jou heb ik toch niks! Je bent de domste en slechtste Magikarp ter wereld, hoor je me! Niemand wil zo'n rotkarp als jou hebben!" Verdrietig zwom de Magikarp weg. "Oh, hoe kunt u zo gemeen zijn, vroeg Catharina woedend, wat haat ik jullie pokemontrainers toch!" Met Tijger achter zich aan liep ze kwaad weg.

"Pokemontrainers, mopperde ze, ze zijn allemaal hetzelfde. Ze hebben het recht niet een pokemon te bezitten! Misschien is het zelfs goed als ik ze jat. Even op de kaart kijken waar we zijn, hoor." Ze bukte zich om de landkaart uit haar rugzak te halen. Na wat gezoek op de kaart vroeg ze Tijger even mee te kijken. "Kijk, Tijger, we bevinden ons hier. Nu snap ik waarom we onder de grond op die rivier stuitten. We liepen helemaal schuin richting route 4 in plaats van Skystone. We zijn waarschijnlijk onbewust van dat bonzen in die vulkaan weggelopen. Maar wat was dat toch?" Na tweeëneenhalf uur lopen waren ze eindelijk in Skystone. Als eerste bracht Catharina Tijger en Seabert naar het pokemoncentre, waar ze mochten uitrusten. Meteen daarna ging Catharina in haar eentje naar de eerste de beste kledingzaak. Om niet als Rocket herkend te worden, hield ze de hele tijd haar rugzak in haar armen vast. Dat bedekte de 'R' op haar uniform. 'Er hangen hier een hoop mooie spullen, bedacht ze zich, maar die jas daar is perfect!' Er waren niet veel mensen in de winkel, dus het was moeilijk om onopgemerkt een jas in je rugzak te stoppen, zonder dat iemand het zou zien. Catharina had de hele tijd het gevoel alsof de winkelbediende haar in de gaten hield. 'Dit geeft eigenlijk best wel een kick' betrapte ze zichzelf. De jas zag er mooi uit, het was zo'n zwarte, smalle jas, erg geschikt voor de herfst. Hij had trendy zakken en een capuchon.

Plotseling stormde er een man met een geweer de winkel in. "Iedereen op de grond, brulde hij, nu meteen! Dit is een overval!" Catharina en de andere klanten gingen meteen op de grond liggen. Angstig keken ze toe hoe de man naar de vrouw achter de kassa toe liep. "Haal al het geld uit de kas, schreeuwde hij weer, schiet op!" "E-er is n..niet veel geld hier, stotterde ze, maar driehonderd gulden. Hier." "Je denkt toch niet dat ik me daarmee laat afzetten dametje? schreeuwde de man nu nog kwader, schiet op en haal geld uit de kluis!" Hij richtte zijn geweer op de caissière. Ze begon te huilen. "D..de kluis...gaat maar...één keer per dag open, snikte ze, en dat is pas over anderhalf uur...als de winkel sluit." Catharina voelde zich machteloos. Ze wilde de arme vrouw achter de kassa zo graag helpen, maar...dan zou ze de kans lopen zelf neergeschoten te worden. Op dat moment kwamen drie agent Jenny's de winkel binnen. Nog voor de man de caissière als gijzel kon nemen, rukte een Growlithe die ongezien de winkel was binnengeslopen het geweer uit zijn hand. De Growlithe was er duidelijk op getraind. Met een ander pistool in haar handen liep één van de Jenny's naar de man toe. "Hiervoor gaat u heel lang de gevangenis in" zei ze kwaad terwijl een andere Jenny hem handboeien omdeed.

Nu begon de man te huilen. "Ik...ik wilde niemand iets doen, snikte hij, maar ik heb het geld nodig. Ik ben werkeloos en kan nergens aan een baan komen. Ik..ik heb een vrouw en vier kinderen waar ik voor moet zorgen. Alstublieft, laat me gaan. Mijn gezin betekend alles voor me. Wat moet er van ze terecht komen zonder mij? In mijn portemonnee heb ik het adres en foto's. Ik kan het bewijzen!" "Dat maakt helemaal niks uit, zei één van de Jenny's koel, een misdrijf blijft een misdrijf. Maar we zullen uw gezin hiervan op de hoogte stellen als het zo belangrijk voor u is. U zult ze de komende jaren in ieder geval niet meer zien." "D-dat kunt u niet maken, wat moet er van mijn kinderen terecht komen? De jongste is pas drie!" "Sorry, zei de agente weer, maar dat zijn onze zaken niet." Catharina schrok zich rot. Die arme kinderen! Toen de agentes de man afvoerden kwamen ze langs Catharina. "Alsjeblieft meisje, smeekte de man, jij ziet er aardig uit. Ik heb een neef van mij in Vanskerry wonen. Hij zal zich om mijn gezin bekommeren als je hem verteld wat er gebeurd is. Mijn naam is Hans, dan weet hij genoeg. Zijn adres is de Scorelstraat 18. Alsjeblieft. Ik smeek je. Ga naar hem toe. Mijn gezin zal de komende maand nog wel genoeg te eten hebben, maar dan is het geld op. Alsjeblieft." Terwijl hij weer in tranen uitbarstte werd hij de politiewagen in gedwongen. De wagen reed weg. Verbluft liep Catharina de winkel uit. Zonder dat ze het in de gaten had, had ze nog steeds de jas in haar armen terwijl ze het pokemoncentre inliep. Ze moest even gaan zitten. Nadenken over wat ze had gezien, over de man die er eerst zo gemeen uitzag, over zijn verhaal van zijn kinderen. 'Ik moet hem helpen, bedacht ze zich toen ze alles op een rijtje had gezet, ik moet hem helpen.' Toen viel ze in slaap. Het was misschien geen lange, maar wel een zware dag geweest.