Catharina gaat kennis maken met een nieuwe pokémon.. Eentje die goed kan graven, schattig is en ideaal om op te tillen en mee rond te slepen. Hoewel... Nouja, je leest het vanzelf wel.
Aflevering 14: Onvoorwaardelijk
Bij het kraampje in de buurt aangekomen, zag Tijger dat de vader bier aan het zuipen was. Waar zijn dochter zich bevond kon de Growlithe niet ontdekken. "Kijk, daar!" fluisterde Catharina hem toe. Het meisje was bezig een paar grote kratten bier te verplaatsen. "Grorow" vond Tijger. "Ja, je hebt gelijk, dit is onze kans." Zo rustig mogelijk liepen ze op het meisje af. "Hoi" was het enige wat Catharina eruit kon krijgen. Eerst merkte het meisje haar niet eens op, maar toen zag ze Catharina. "Oh, zuchtte ze, hoi. Ben jij niet dat meisje van daarstraks?" Voorzichtig zette ze de kratten bier op de grond. Ze scheen blij te zijn een smoes te hebben om even uit te rusten. "J-ja, stotterde Catharina, maar..." Plotseling begon ze te twijfelen. Waar bemoeide ze zich eigenlijk mee? Maar daarvoor was het toch al te laat. "Zeg, ging ze verder, die blauwe pekken daar op je arm. Dat heeft je vader gedaan, nietwaar?" Het meisje sloeg haar ogen neer en zweeg. "Als hij je mishandelt kun je daar wat tegen doen, hoor." Legde Catharina haar uit. "Hij-hij kan er niks aan doen, fluisterde het meisje, het is mijn schuld." Op dat moment barstte ze in huilen uit. In het begin probeerde ze haar tranen nog te onderdrukken, maar het ging niet. Catharina sloeg een arm om haar heen. "Huil maar" Pas na een kwartier stopte het meisje weer. Toen begon ze alles te vertellen. "Het-het komt door mij, stotterde ze, toen ik geboren werd stierf mijn moeder. Als ik er niet geweest was, zou ze nog leven. En-en daarom is het logisch dat hij niet zoveel van me kan houden. Maar ik wil hem niet aangeven. Hij is mijn vader." Catharina zweeg. Dit was een wel heel lastige situatie. "Maar als hij bij je blijft zal hij je blijven slaan, zei ze uiteindelijk, bovendien drinkt hij veel te veel. Hij is een alcoholist. "Juist, ging het meisje verder, als ik er niet geweest was dan was hij niet aan de drank verslaafd." Catharina zuchtte. 'Was ik maar wat ouder en wijzer.' dacht ze in zichzelf. "Wie ben jij eigenlijk? Ik heet Carla." zei het meisje na een tijdje. "Oh, stom, ik ben vergeten mezelf voor te stellen. Ik heet Catharina." "Het was leuk om met je te praten, Catharina." Ze tilde de kratten bier weer op en liep verder. "Kan ik dan echt niks voor je doen?" probeerde Catharina nog, maar ze begreep dat het geen zin had. "Nee, was het antwoord, of, misschien toch. Eén van onze Sandshrew is ziek. Ik heb geen tijd om hem naar het pokemoncentre te brengen en vader doet het toch niet. Zou jij dat voor mij willen doen?" Hoewel dit niet was wat Catharina bedoelde, wilde ze dat graag voor haar doen. "Natuurlijk, welke Sandshrew is het?" Carla bracht haar naar het hokje. Ze tilde een erg magere Sandshrew met een halsband en een hangertje om zijn nek eruit. "Deze. Hij heet Storm en is soms nogal koppig, maar voor de rest is het een schatje. Hij eet het liefste van die eenvoudige Sandshrew-brokken, die je in elke Pokéshop kunt kopen. Als je hem aait, vind hij dat het fijnste onder z'n kin. Voor de rest..." "Ho, onderbrak Catharina haar, ik breng hem alleen maar even naar het pokemon centre. Ik hoef niet zijn hele biografie te horen, hoor. Waarschijnlijk ben ik over een uurtje alweer terug!" "Goed, stemde Carla toe, pas goed op hem. Ga nu maar." Een beetje verward draaide Catharina zich om en liep richting het pokemocentre. Tijger voelde dat er iets niet klopte, maar niet precies wat. "Growowlithe" klaagde hij. "Ik weet het Tijgertje, antwoordde Catharina, maar we moeten deze Sandshrew nu eerst naar het pokemoncentre brengen. Ik vraag me trouwens nog steeds af hoe we dat meisje kunnen helpen. Naar de politie kan ik als Rocket niet en verder weet ik het niet. Misschien dat ik straks toch nog eens met haar moet praten. Ja, dat doe ik."
Bij het pokemoncentre aangekomen gaf Catharina de Sandshrew meteen aan zuster Joy. "Is het ernstig?" "Nee, antwoordde de zuster, hij is niet eens ziek. Maar hij heeft in de laatste tijd wel duidelijk veel te weinig eten gehad. Daarom is hij zo mager, uitgeput en ziet zijn vacht er zo dof uit. Is hij van jou?" "Eh, nee, hij is van een eh, een kennis." "Zeg die kennis van jou dan dat hij beter voor zijn pokemon moet zorgen!" "Zal ik doen." Na een half uurtje was de Sandshrew een stuk beter. Hij had nu gegeten en vitaminen gekregen. Zuster Joy gaf nog wat vitaminepillen voor hem mee en Catharina verliet het pokemoncentre weer. Onderweg stribbelde de Sandshrew behoorlijk tegen. "Wat heb je toch, vroeg Catharina, ik geloof dat ik begrijp waarom je Storm heet." Het viel Tijger op dat het buiten al donker werd. Nu het herfst was, begonnen de dagen korter en de nachten kouder te worden. Toen ze terug bij het marktplein aankwamen, waren de meeste kraambezitters al aan het inpakken. "Vreemd, zei Catharina, ik zou toch zweren dat hier het kraampje van Carla en haar vader stond. Hoe kan dat nou." Plotseling zag ze op een oud houten tafeltje een briefje liggen:
"Stom stom stom! verweet Catharina zichzelf, dit had ik kunnen weten! En het ergste is dat ik geen flauw idee heb waar ze heen is." Ook Tijger kon nergens meer een spoor van Carla of haar vader ontdekken. Waarschijnlijk waren ze al lang met een auto weg. "Goed, dit heeft geen zin, besloot ze uiteindelijk, we moeten verder. Het enige dat we nu nog kunnen doen is hopen haar ooit weer tegen te komen. Er is namelijk nog iets, Tijger, al heeft dat niet zo'n haast." Tijger spitste zijn oren. 'Niet nog meer problemen' hoopte hij in zichzelf. "Ik heb gisterenavond iets vreemds meegemaakt. Ik had nog niet echt de tijd gekregen erover te praten maar in de winkel waar ik gisteren deze jas hier heb gestolen was een overval." Tijger schrok een beetje. "Grow growlithe!" riep hij kwaad. "Ik weet het, bekende Catharina, ik had dat eerder moeten zeggen. Maar laat me uitpraten. De overvaller, ik geloof dat hij Hans ofzo heette, zei dat hij een vrouw en drie kinderen had waar hij voor moest zorgen. Daarom had hij het geld uit de kas van die winkel nodig. De politie pakte hem meteen op maar voordat hij de politiewagen in werd geduwd zei hij nog iets tegen mij, namelijk dat hij een neef in Vanskerry had wonen. Omdat hij waarschijnlijk lang de gevangenis in moet, hoopte hij dat ik naar die neef toe zou gaan. Die zou dan zolang voor de drie kinderen en hun moeder zorgen. Wacht effe, hij zei er een adres bij... Ik geloof de Scorelstraat of iets dergelijks. Verdomme, ik weet het huisnummer niet meer. Het ging ook allemaal zo snel. In ieder geval vind ik, dat we die man moeten helpen. Wat jij?" "Groowowowlithe!" stemde Tijger toe. "Dus je vind het goed als we, als we ons werk hier gedaan hebben naar Vanskerry gaan? Mooi! Ik zal het straks ook aan Seabert vertellen! Maar nu eerst ons andere probleem..." Catharina pakte haar rugzak en haalde Storm, de Sandshrew die ze nog steeds had, eruit. "Ik, ik moet je iets ergs vertellen, begon ze rustig, je kunt je baasje de komende tijd niet meer zien. Weet je, je bent haar lievelingspokemon en ze wilde niet dat jou iets ergs overkwam. Haar vader... Maar dat weet je denk ik al. Daarom heeft ze je aan mij gegeven, snap je?" Storm kon het niet geloven. Zijn geliefde baasje was weg! De enige mens waar hij ooit iets om heeft gegeven! Zomaar weg! Toen het goed tot de kleine Sandshrew was doorgedrongen en Catharina hem probeerde op te tillen beet hij in haar arm. "AU! gilde ze, als je me bijt heeft dat echt geen zin hoor. Het spijt me, maar ik heb beloofd om op je te passen. En dat betekend... Dat betekend dat je je vanaf nu nergens meer zorgen om hoeft te maken. Eens zal ik haar voor je terug vinden, dat beloof ik!" Met enige tegenzin liet Sandshrew zich opnemen in één van Catharina's pokeballs, die inmiddels ingepakt zaten in trendy blauwgekleurde hoesjes. 'Hij zal me nog heel veel problemen bezorgen, dacht Catharina in zichzelf, maar dat is ook logisch. Hij heeft een moeilijke tijd achter de rug.'
Na een kort bezoekje aan het pokemoncentre maakten zij en Tijger zich op weg. Na een tijdje dwaalden haar gedachten weer af naar de overval van de dag ervoor. "Ik snap trouwens nog steeds niet dat het mogelijk is dat mensen, als ze geen werk kunnen vinden, zomaar kunnen verhongeren. Dat daar geen sociale voorzieningen voor zijn, gewoonweg belachelijk. De politie hoeft echt niet dom op te kijken als de criminaliteit stijgt. Die mensen willen ook alleen maar brood op de plank, ze kunnen er niks aan doen. Eigenlijk zou de overheid uitkeringen moeten geven aan mensen die niet kunnen werken. De criminaliteit zou aanzienlijk dalen, dat weet ik gewoon heel zeker. Maar ja, daar zijn ze weer te gierig voor. Team Rocket is er vast blij mee, zij krijgen zo steeds meer leden." Tijger stemde toe, problemen als criminaliteit moet je bij de wortel aanpakken.
