2. The Way You Cut Your Hair

"Kijk me aan, recht in de ogen!"

"Huh?" verstoord keek Kat op van haar tijdschrift.

"Suffie", zei Maggy grinnikend, "ik leer mijn tekst, voor het toneelstuk, weet je wel?"

"O." Kat ging weer verder met lezen. In het blad stond een fotoreportage over kapsels. Net toen ze die wilde bekijken, maakte Maggy een raar geluid.

"Zeg, Mag, ik vind het best als je repeteert, maar dan zonder bijgeluiden", half lachend keek ze op, maar haar glimlach bevroor op haar gezicht.

"Maggy?"

Maggy stond tegen de muur aan geleund, haar script lag op de grond. Ze ademde schurend, en Kat herinnerde zich opeens dat Maggy astma had.

"Bel", hijgde Maggy, en Kat wist niet hoe snel ze de telefoon moest pakken. Ze draaide het alarmnummer.

"Er moet iemand komen! U spreekt met Kat, ik…" ze probeerde zo vlug mogelijk haar verhaal te doen, en een minuut later boog ze zich bezorgd over naar haar vriendin, die op de grond gezakt was en het steeds benauwder kreeg.

'Rustig, Mag, alles komt goed", suste Kat. Vanbinnen voelde ze zich enorm paniekerig. Het leek net alsof Maggy het bij iedere hap lucht moeilijker kreeg. Het was zo eng om haar zo te zien.

"Maggy, de ambulance kom er al aan, rustig."

Maggy knikte, haar gezicht begon blauw aan te lopen. Na een tijdje, het leek een eeuwigheid, hoorde Kat sirenes naderen.

"Eindelijk", zuchtte ze, en toen: "Maggy, ik hoor ze, nog heel eventjes."

Een paar minuten later zat Kat naast haar vriendin in de ziekenauto. Maggy kreeg een zuurstofmasker.

"Gaat het wel met haar?" vroeg Kat angstig aan de broeder, en hij aarzelde.

"Als je vriendin sterk is, zal ze het makkelijk halen."

"Is het dan zo erg?"

"Het is heel hevige aanval, ja."

Kat keek stilletjes naar Maggy. Haar vriendin vechtte voor haar leven, besefte ze opeens. Allerlei gedachten raasden door haar hoofd.

"We zijn er", zei de broeder, en de ziekenauto stopte.

o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o

Kat wist niet hoelang ze daar had gezeten, maar het hadden dagen geleken. Toen ze op de klok in de wachtkamer keek, ontdekte ze dat het maar vier uren waren geweest. Ze stond op om even te lopen, haar spieren waren helemaal stijf geworden. Ook al mocht ze niet bij Maggy op bezoek, ze wilde haar vriendin niet alleen laten in dit ziekenhuis. Maggy's familie woonde aan de andere kant van de Verenigde Staten, ze lag helemaal in haar eentje op haar kamer op de Intensive Care.

De doktoren hadden gezegd dat het ergste over was, maar dat ze het nog steeds heel erg benauwd had. Niemand mocht haar bezoeken. Kat huiverde, ze was moe en voelde zich ellendiger dan ooit.

Hier sta ik dan, dacht ze verbittterd, ver weg van mijn familie, vrienden en Patrick, en mijn beste vriendin ligt in het ziekenhuis. Geweldig Kat, je hebt het weer helemaal voor mekaar.

Voor de honderdste keer in twee minuten vroeg ze zich af of ze naar huis zou bellen. Maar iedere keer bedacht ze weer hoe stom de anderen hadden gedaan, en koppig bleef ze zover mogelijk weg van de telefooncel die in de hal stond.

"Ehm, sorry, maar zou ik een van die tijdschriften mogen?"

"Heh?" Kat schrok op, en zag een meisje van ongeveer twaalf naast haar in een rolstoel.

"O, sorry", stamelde ze, "tuurlijk. Uhm, welke tijdschriften?"

"Heel veel mensen zien ze niet", zei het meisje glimlachend, en ze wees naar het plankje dat onder het tafeltje naast Kat stond.

"Hm, nee, het ligt ook wel erg verstopt", beaamde Kat, en ze gaf het meisje een blad aan. Zelf pakte ze er ook een.

"Hey, ze zijn hier wel up-to-date", merkte ze op, "dit blad is vanmorgen bij mij door de bus gevallen."

Het meisje knikte en Kat bladerde naar de fotoreportage die ze niet had kunnen bekijken doordat… Kat schudde met haar hoofd, alsof ze de herinneringen aan die morgen wilde wegschudden. Haar blik viel op een getoupeerd kapsel.

"Hallo schoonheid!"
"Ook hallo…zo, je hebt me wel gemist, hm?"
"Hoe kom je dáár nu bij?"

"Haha, nou, anders kus je me lang niet zo uitbundig…wat vind je trouwens van mijn haar?"

"Eh, niks persoonlijks, maarre, ik, uh, hou niet zo van getoupeerde kapsels. Eerlijk gezegd haat ik ze."

"O."

"Sorry Katarina, ik geef alleen een eerlijk antwoord. Weet je waarom?"

"Verbaas mij eens."

"Mijn tante, echt het meest afschuwelijke kreng dat ik ken, heeft haar haar ook altijd op zo'n manier zitten. Maar jou staat het wel een stuk beter hoor."

Vol heimwee dacht Kat terug aan die warme dag in mei. Het was een leuke avond geworden, ondanks Patrick's opmerking over haar kapsel. Sindsdien had ze het nooit meer getoupeerd. Toen herinnerde ze zich weer dat ze boos op hem hoorde te zijn, en ze nam zich gelijk voor haar haar weer te touperen.

"Ik ben Jade", zei het meisje opeens.

"Ik ben Kat", zei Kat, lichtelijk verbaasd.

"Ligt er familie van je in het ziekenhuis?", vroeg Jade.
"Nee, een vriendin van me. Mijn kamergenote, Maggy. En jij?"

"Haha, denk je dat ik op bezoek ben in een rolstoel? Nee hoor, geeft niks. Ik ben gewoon een patient."

"Wat heb je dan?", vroeg Kat een beetje verlegen.

"Mijn benen zijn verlamd", zei Jade, en ze haalde haar schouders op. "Ik wilde dat ik ook zulke goede vriendinnen had die mij opzochten. Ik heb eigenlijk niemand, behalve mama. Mama is heel lief en geweldig, alleen heeft ze heel weinig geld. En deze rolstoel heeft ook heel veel gekost."

"En je vader dan?" gelijk had Kat spijt van haar vraag.

"Die is weg, naar Washington. We mogen hem niet bellen, zegt hij. Hij is weggelopen, hij heeft nu een vriendinnetje." Tranen liepen over Jade's wangen.
"Hey, rustig maar", zei Kat sussend, en ze sloeg haar armen om het kleine meisje heen. Na een tijdje was Jade wat gekalmeerd.

"Sorry", mompelde ze.

"Geeft niet", glimlachte Kat.